32 210
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met aanpassing van het accreditatiestelsel

nr. 21
AMENDEMENT VAN HET LID BESSELINK C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 111

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel Ob, onder 2, vervalt in het vierde lid de zinsnede «inzake studentenaangelegenheden».

II

In artikel I, onderdeel Oc, vervalt in lid 2a de zinsnede «inzake studentenaangelegenheden».

III

In artikel I, onderdeel Of, onder 2, vervalt in het vierde lid de zinsnede «inzake studentenaangelegenheden».

IV

In artikel I, onderdeel Og, vervalt in lid 2a de zinsnede «inzake studentenaangelegenheden».

Toelichting

In het wetsvoorstel is nu via de nota van wijziging het initiatiefrecht geregeld voor studenten wat betreft overleg met het College van bestuur. De medezeggenschap kan dan het College van bestuur ten minste tweemaal per jaar uitnodigen voor een gesprek. Het is goed dat de medezeggenschap in het wetsvoorstel is opgenomen, de reikwijdte van de betrokkenheid van medezeggenschap bij beleidszaken is echter nog te beperkt. Door de zinsnede «inzake studentenaangelegenheid» uit het artikel te schrappen wordt de reikwijdte van de onderwerpen waarover studenten overleg met het College van bestuur kunnen aanvragen breder. Op deze wijze kunnen studenten ook meer als gesprekspartner optreden inzake beleid en kwaliteit bij een onderwijsinstelling. Dat zou met de toevoeging van de term «inzake studentenaangelegenheden» niet het geval zijn geweest door de beperking die deze formulering in zich draagt.

Besselink

Jan Jacob van Dijk

Anker