Kamerstuk 32123-XIII-39

Jaarverslag 2008, Delfstoffen en aardwarmte in Nederland en EBN Jaarverslag 2008

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2010

Gepubliceerd: 9 november 2009
Indiener(s): Maria van der Hoeven (minister economische zaken) (CDA)
Onderwerpen: begroting economie energie financiƫn natuur en milieu overige economische sectoren
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32123-XIII-39.html
ID: 32123-XIII-39

32 123 XIII
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2010

nr. 39
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 november 2009

Hierbij doe ik u toekomen het Jaarverslag 2008, Delfstoffen en aardwarmte in Nederland en het Jaarverslag 2008 van Energie Beheer Nederland B.V.1

Eerstgenoemd jaarverslag, dat traditioneel bekend staat als het Jaarboek Olie en Gas, biedt een overzicht van de aardgasactiviteiten als bedoeld in artikel 125 van de Mijnbouwwet en rapporteert evenals voorheen over de activiteiten en resultaten van opsporing, winning en ondergrondse opslag van koolwaterstoffen in Nederland. Vanwege de toegenomen belangstelling voor ander gebruik van de diepe ondergrond is de rapportage in dit jaarverslag uitgebreid met de eveneens onder het regime van de Mijnbouwwet vallende opsporing en winning van steenzout en aardwarmte en de ondergrondse opslag van andere stoffen dan aardgas (stikstof, CO2 en water). De digitale versie van dit jaarverslag is te raadplegen op het Nederlands Olie en Gas portaal: www.nlog.nl.

Het EBN-jaarverslag schetst een beeld van de wijze waarop EBN zich in 2008 heeft gekweten van haar wettelijke publieke taken en andere activiteiten heeft verricht en geeft inzicht in de financiële gang van zaken in de onderneming. Dit jaarverslag is in digitale vorm te vinden op de website van EBN: www.ebn.nl.

Toelichting

Jaarverslag 2008, Delfstoffen en aardwarmte in Nederland

Het Jaarverslag 2008, Delfstoffen en aardwarmte in Nederland rapporteert over alle onder het regime van de Mijnbouwwet vallende ontwikkelingen in 2008 ten aanzien van opsporing en winning van aardolie en aardgas en de ondergrondse opslag van aardgas in Nederland en het Nederlands deel van het continentaal plat. Daarnaast geeft het jaarverslag een prognose voor de winning van aardgas in de periode 2009–2033. Verder wordt – en dat is nieuw ten opzichte van voorgaande jaren – gerapporteerd over de opsporing en winning van steenzout (hoofdstuk 12) en aardwarmte (hoofdstuk 13). In een apart hoofdstuk (hoofdstuk 10) wordt in bredere zin aandacht besteed aan de ondergrondse opslag van stoffen.

Ten aanzien van aardolie en aardgas blijkt uit het jaarverslag onder meer het volgende:

• De aardgasproductie uit de Nederlandse gasvelden on- en offshore bedroeg in 2008 80,0 miljard m3 en was daarmee 17% hoger dan in 2007. Van de totale productie was 36,5 miljard m3 afkomstig uit de kleine velden (waarvan 25,2 miljard m3 offshore) en 43,5 miljard m3 kwam uit het Groningenveld; in 2007 was dat 37,8 respectievelijk 30,5 miljard m3.

• De resterende Nederlandse aardgasvoorraad, zowel ontwikkelde als nog niet ontwikkelde voorkomens, is per 1 januari 2009 geschat op 1 345 miljard m3, waarvan 1 033 miljard m3 in het Groningenveld. De kleine velden op land bevatten nog 110 miljard m3 en die op het continentaal plat 183 miljard m3. In de bergingen op land bevindt zich 19 miljard m3 aan kussengas. 81 miljard m3 van het totaal van 293 miljard m3 betreft voorlopige reserves in wel aangetoonde, maar nog niet ontwikkelde voorkomens waarvan de bijdrage aan de reserves sterk afhankelijk is van ontwikkelingen in technologie, infrastructuur, kosten en opbrengsten.

• De Nederlandse gasreserves namen in 2008 af met 44,1 miljard m3, zijnde het netto resultaat van nieuw ontdekte aardgasvoorkomens (+ 2,8 miljard m3), herevaluatie en statusveranderingen van eerder aangetoonde voorkomens (+ 33,1 miljard m3) en productie gedurende het jaar 2008 (- 80,0 miljard m3).

• Voor de periode 2009–2033 wordt op grond van de maximaal toegestane productie uit het Groningenveld en de productieprofielen voor de kleine velden verwacht dat de gasproductie ook de komende twee jaar nog zal blijven stijgen en vanaf 2011 een geleidelijke afname zal laten zien, waarbij vanaf 2021 ook de jaarlijkse productie uit het Groningenveld zichtbaar zal gaan dalen.

• Het aantal exploratie- en productieboringen naar olie en gas lag in 2008 iets lager dan in 2007: 28 tegen 31 in 2007, waarvan 9 exploratieboringen, 4 evaluatieboringen, 14 productieboringen en een boring ten behoeve van een injectieput. Van de 9 exploratieboringen heeft er één olie en gas aangetoond en vijf alleen gas.

• De schatting van de aardoliereserves op 1 januari 2009 komt uit op ruim 34 miljoen m3, waarvan ruim 25 miljoen m3 op het vasteland. Herevaluatie en statusverandering van eerder aangetoonde voorkomens (- 0,2 miljoen m3) en productie (2,1 miljoen m3) hebben in 2008 geresulteerd in een afname van de verwachte voorraad met 2,3 miljoen m3. Nieuwe vondsten van aardolie zijn er in 2008 niet gedaan.

Evenals voorgaande jaren is ter uitvoering van de motie Bakker (Kamerstukken II, 2004/05, 31 105, nr. 16) een overzicht van de kosten van TNO voor het opstellen van het jaarverslag en het verzamelen van de inhoudelijke gegevens als bijlage bijgevoegd.

Jaarverslag Energie Beheer Nederland B.V. 2008, Grenzen verleggen

In het kader van haar missie – het realiseren van een voor de Nederlandse samenleving profijtelijke ontwikkeling van energiebronnen en benutting van de ondergrond – en in het wettelijk kader van de Mijnbouwwet zet EBN zich er voor in dat zoveel mogelijk olie en gas uit de Nederlandse velden wordt opgespoord en gewonnen met optimale opbrengsten voor de Nederlandse staat. Daarnaast is EBN in 2008 betrokken bij de ontwikkeling van Nederland als gasrotonde en bij onderzoek naar de mogelijkheden van (her)gebruik van uitgeproduceerde gasvelden en bestaande infrastructuur voor opslag van aardgas en CO2.

EBN participeerde in 2008 in 21 winningsvergunningen onshore, 100 winningsvergunningen offshore, 41 opsporingsvergunningen offshore, 3 faciliteiten voor de ondergrondse opslag van aardgas en hield belangen in een vijftal offshore gasverzamelleidingen. Door verlening van nieuwe vergunningen, splitsing van bestaande vergunningen en verlening daarvan aan verschillende operators is het aantal deelnemingen van EBN in tien jaar tijd meer dan verdubbeld. Hetzelfde geldt voor het aantal operators in de olie- en gaswinning (van 8 in 1998 naar 18 in 2008). Afnemende interesse van de traditionele grotere spelers – die zich vooral richten op omvangrijke projecten – wordt meer dan gecompenseerd door de komst van nieuwe, kleinere spelers met belangstelling voor kleinere, marginale voorkomens. Naar verwachting zal deze trend zich de komende jaren doorzetten.

Toename van gasverkopen door GasTerra B.V. (waarin EBN een aandeel van 40% heeft) op de spotmarkt (het TTF) heeft het verlies van marktaandeel van GasTerra waar het directe verkopen betreft, grotendeels gecompenseerd. Door hoge olieprijzen, behoud van het niveau van de gasproductie uit de kleine velden en hogere afzet van het Groningengas realiseerde EBN in 2008 de hoogste omzet ooit (€ 8,7 miljard) en een record nettoresultaat van bijna € 3,3 miljard. De winst is volledig uitgekeerd aan de Nederlandse staat als enig aandeelhouder.

Hoge olie- en gasprijzen hadden ook tot gevolg dat de productie van een aantal bijna lege gasvelden economisch kon worden voortgezet. De in 2008 verwachte insluiting van een aantal bijna uitgeproduceerde gasvelden en daarmee gepaard gaande verwijdering van platforms kon daardoor worden uitgesteld. Oprekking van het «end-of-fieldlife» vereist daarnaast goede kennis van het specifieke veld en ontwikkeling van nieuwe technieken. Kennis, innovatie en het terugbrengen van de operationele kosten zijn verder ook van belang voor het vinden en ontwikkelen van moeilijk winbare – waaronder niet-conventionele – gasvoorkomens. Het bij de verwachtingen achterblijvende aantal exploratieboringen, dat nodig is voor het tijdig opsporen en aantonen van nieuwe velden en instandhouding van de bestaande infrastructuur blijft een belangrijk aandachtspunt. Met een proactief beleid in haar deelnemingen is het de ambitie van EBN een belangrijke bijdrage te leveren aan het opsporen en produceren van al het aanwezige en gevonden gas en olie, ook onconventioneel.

Ook 2008 stond nog in het teken van de verhuizing van EBN van Heerlen naar Utrecht en de verdere inrichting van een op de toekomst voorbereide organisatie. Per 31 januari 2008 is Utrecht de statutaire vestigingsplaats van EBN. Om een kwalitatieve bijdrage te kunnen blijven leveren aan de doelstellingen van het energiebeleid is voortdurende aandacht voor de kwaliteit van de eigen organisatie nodig.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

BIJLAGE

Bijlage bij het Jaarverslag 2008, Delfstoffen en aardwarmte in Nederland

Inleiding

Ter uitvoering van de motie Bakker (Kamerstukken II, 2004/05, 31 105, nr. 16) bevat deze bijlage een motivering van de noodzaak en een overzicht van de kosten van het Jaarverslag 2008, Delfstoffen en aardwarmte in Nederland

Motivering van de noodzaak van het Jaarverslag

Het Jaarverslag 2008, Delfstoffen en aardwarmte in Nederland, is in opdracht van de Minister van Economische Zaken samengesteld door TNO Bouw en Ondergrond, gevestigd te Utrecht. Het bevat een overzicht van aardgasactiviteiten als bedoeld in artikel 125, tweede lid, van de Mijnbouwwet dat de Minister van Economische Zaken op grond van artikel 125, eerste lid, van die wet dient te verstrekken aan de beide Kamers der Staten-Generaal. Mijnbouwondernemingen dienen op grond van artikel 123, eerste lid, van de Mijnbouwwet gegevens betreffende de opsporing en winning van delfstoffen te verstrekken aan de minister van Economische Zaken. Het beheer van deze gegevens is ingevolge artikel 123, tweede lid, van de Mijnbouwwet opgedragen aan TNO Bouw en Ondergrond. Het Jaarverslag bevat tevens een raming omtrent de winning van aardgas in de komende jaren als bedoeld in artikel 125, tweede lid, onder d, van de Mijnbouwwet.

Kostenoverzicht

Het onderstaande overzicht betreft de door TNO Bouw en Ondergrond gemaakte kosten voor het beheer van de bovengenoemde gegevens in het jaar 2008 en de kosten voor het opstellen van het Jaarverslag 2008, Delfstoffen en aardwarmte in Nederland.

 urenKosten (excl. BTW)
Arbeidskosten gegevensbeheer86,9€ 9 906,60
 324,0€ 57 024,00
 8,0€ 1 848,00
Totaal personele kosten418,9€ 68 778,60
Drukkosten € 6 014,10
Totale kosten € 74 792,70
(incl. BTW) € 89 003,31

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.