Kamerstuk 31989-21

Motie Van Toorenburg en Dezentjé Hamming-Bluemink over betrokkenheid van ouders bij vve-programma's

Dossier: Wijziging van de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid


31 989
Wijziging van de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid

nr. 21
MOTIE VAN DE LEDEN VAN TOORENBURG EN DEZENTJÉ HAMMING-BLUEMINK

Voorgesteld 12 januari 2010

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat kinderen die met een taalachterstand op vierjarige leeftijd naar de basisschool gaan, deze taalachterstand gedurende de basisschool niet meer kunnen inhalen en het daarom van groot belang is taalachterstanden voor de leeftijd van vier jaar op te merken, zodat deze achterstand nog wel kan worden weggewerkt;

overwegende, dat de effecten van het volgen van een vve-programma door een kind met een taalachterstand vele malen groter zijn naarmate de ouders van het kind meer bij dit programma betrokken zijn en in de thuisomgeving samen met het kind het geleerde in praktijk brengen;

overwegende, dat het van groot belang is dat de door de kinderdagopvang en peuterspeelzalen gebruikte vve-programma’s deze ouderbetrokkenheid hebben geïntegreerd in het programma;

verzoekt de regering te bevorderen dat alleen vve-programma’s waarin ouderbetrokkenheid is opgenomen, worden aangeboden aan kinderen met een taalachterstand,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Toorenburg

Dezentjé Hamming-Bluemink