Kamerstuk 31707-13

Gewijzigd amendement van het lid Tichelaar ter vervanging van nr. 10 over de mogelijkheid om werkgevers premiekorting te geven voor 50-plussers die recht hebben op een algemene nabestaandenuitkering

Dossier: Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten in verband met de invoering van een premiekorting voor het in dienst nemen van uitkeringsgerechtigden van 50 jaar en ouder en het in dienst houden van werknemers van 62 jaar en ouder


31 707
Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten in verband met de invoering van een premiekorting voor het in dienst nemen van uitkeringsgerechtigden van 50 jaar en ouder en het in dienst houden van werknemers van 62 jaar en ouder

nr. 13
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID TICHELAAR TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 10

Ontvangen 6 november 2008

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel C, wordt in artikel 47, eerste lid, onderdeel a, na de zinsnede «de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen» ingevoegd:, artikel 14, eerste lid, en artikel 67, eerste lid, van de Algemene nabestaandenwet.

II

In artikel I, onderdeel C, wordt in artikel 47, derde lid, na «Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen» ingevoegd:, de Sociale verzekeringsbank.

Toelichting

Met dit amendement wil de indiener het mogelijk maken dat werkgevers ook gebruik kunnen maken van een premiekorting als zij een 50-plusser in dienst nemen die recht heeft op een algemene nabestaandenuitkering (hierna: ANW-uitkering). Dit is van belang voor drie groepen ANW-gerechtigden die ouder zijn dan 50 jaar:

(1) Mensen die zijn geboren tussen 1 januari 1947 en 1 januari 1950, van wie de partner is overleden. Bij de invoering van de Algemene nabestaandenwet is vastgelegd dat mensen die zijn geboren voor 1950 in aanmerking komen voor een ANW-uitkering als hun partner is overleden, ongeacht de aanwezigheid van minderjarig kinderen. Voor zover zij geboren zijn vóór 1 januari 1947, vallen zij onder de regeling voor 62-plussers, die niet afhankelijk is van een uitkeringssituatie.

(2) Mensen van wie de partner is overleden, en die bovendien voor ten minste 45% arbeidsongeschikt zijn, waarbij de arbeidsongeschiktheid ten minste drie maanden zal duren (criteria conform de Algemene Nabestaandenwet).

(3) Alleenstaande ouders van wie de partner is overleden, en van wie het jongste kind jonger is dan 18 jaar.

Voor deze groepen geldt dat zij geen aanspraak maken op een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand (die recht zou geven op een premiekorting), maar wel op een ANW-uitkering (die geen recht zou geven op een premiekorting). Uitsluiting van ANW’ers is daarmee een onwenselijke beperking van hun arbeidsmarktkansen. Het simpele feit dat ANW’ers geen sollicitatie- of re-integratieverplichtingen hebben, mag uiteraard niet betekenen dat zij een slechtere arbeidsmarktpositie krijgen dan andere uitkeringsgerechtigden met dezelfde leeftijd.

ANW-gerechtigden die jonger zijn dan 50 jaar, komen niet voor de premiekorting in aanmerking.

Tichelaar