Kamerstuk 31700-XIV-150

Voornemens uit troonrede in relatie tot verduurzaming glastuinbouw

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2009

Gepubliceerd: 11 mei 2009
Indiener(s): Gerda Verburg (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn landbouw planten
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31700-XIV-150.html
ID: 31700-XIV-150

31 700 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2009

nr. 150
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 mei 2009

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft mijn collega van Economische Zaken en mij verzocht een brief te sturen waarin we aangeven hoe we de voornemens uit de Troonrede over de verduurzaming van de glastuinbouw verder vorm en inhoud gaan geven in de huidige economische situatie. In deze brief ga ik hier nader op in, mede namens mijn collega van Economische Zaken.

In mijn brief van 13 november 2008 (Kamerstuk 31 700 XIV nr. 17) meldde ik u dat ondanks de moeilijkheden waarin de sector verkeert, de Nederlandse glastuinbouw in de kern een gezonde sector is met een gunstig toekomstperspectief. En hoewel de omstandigheden verder zijn verslechterd sinds mijn vorige brief, ben ik dit nog steeds van mening en rechtvaardigt dit ook de ondersteuning van deze sector met een adequaat stimuleringspakket. Ondersteuning om minder afhankelijk of zelfs onafhankelijk te worden van het gebruik van fossiele energie. Dat neemt niet weg dat vanwege de economische omstandigheden lang niet alle bedrijven gebruik willen of kunnen maken van dit pakket. De investeringsbereidheid is in sommige delen van de sector laag. De diversiteit tussen de bedrijven is echter groot en er zijn juist ook in deze periode ondernemers die zich gereed maken voor economisch betere tijden.

Zoals ik u in de genoemde brief van 13 november 2008 meldde, ben ik met de sector een omvangrijk innovatie- en investeringsprogramma overeengekomen, het programma Kas als Energiebron. De ambitie is om in 2020 in nieuwe kassen klimaatneutraal en economisch rendabel te kunnen telen. We zitten nog middenin dit programma en er zijn nog vele middelen beschikbaar om de transitie de komende jaren voort te zetten. Tot en met 2012 is nog € 147 mln. beschikbaar voor de energietransitie. Uit dit budget heb ik onder andere voor de najaarsopenstelling van de regeling Marktintroductie Energie Innovaties (MEI) specifiek voor het onderdeel overige energiesystemen de inzet in 2008 verhoogd van € 3,5 mln. naar € 16,3 mln. Hierdoor heb ik alle projecten, waaronder aardwarmteprojecten, kunnen honoreren waarover de beoordelingscommissie positief had geadviseerd.

Onlangs is de MEI weer open geweest voor een bedrag van in totaal € 14 mln. Een eerste ruwe scan (de beoordeling van de aanvragen is nog in volle gang) wijst uit dat ondernemers weer veel belangstelling hadden voor deze regeling. Ik ben erg blij dat ondernemers ook in deze economisch moeilijke periode blijven investeren in de toekomst. Dit najaar gaat deze regeling wederom voor € 14 mln. open en ook in 2010 is het de bedoeling de MEI twee keer open te stellen. Verder is de Investeringsregeling Energiebesparing (IRE) momenteel geopend (van 1 april 2009 tot en met 15 mei 2009) voor een bedrag van € 5,1 mln. Dit najaar zal ook de regeling «demonstratieprojecten energie» opengaan voor een budget van € 849 000,–. En tot slot wil ik u melden dat er voor het programma Kas als Energiebron € 30 mln. vanuit de innovatieagenda energie beschikbaar is gekomen. Dit bedrag maakt onderdeel uit van het totaalpakket van € 147 mln.

In de brief van 13 november 2008 heb ik u ook een aanvullend pakket gepresenteerd waarvan verschillende onderdelen direct of indirect betrekking hebben op energiemaatregelen:

• De rijksoverheid dekt de garantiefaciliteit voor geothermie met een budget van € 10 mln. De faciliteit is gericht op afdekking van het risico dat boringen in een verkeerde aardlaag uitkomen en daardoor (deels) onbruikbaar zijn. De Rabobank draagt € 5 mln. bij aan deze faciliteit; over de vorm waarin ben ik nog met hen in gesprek. Naar verwachting zal het noodzakelijke Brusselse goedkeuringstraject op staatssteun voor deze faciliteit nog een aantal maanden in beslag gaan nemen.Ook de verhoging van de borgstelling «plus» van € 1,2 mln. naar € 2,5 mln per aanvraag ligt momenteel voor goedkeuring in Brussel. Ik verwacht dat deze op korte termijn wordt goedgekeurd. Hiermee kan er voor circa € 60 mln. aan extra garanties voor duurzame glastuinbouw afgegeven worden.

• De eisen voor het groenlabelkascertificaat zijn per januari 2009 enigszins versoepeld zodat nu ook vooral (energie)intensieve bedrijven in aanmerking kunnen komen voor de hierna te noemen fiscale maatregelen, gericht op onder andere energiebesparing.

• Per 1 januari 2009 is de MilieuInvesteringsaftrek (MIA) voor groenlabelkassen verhoogd van 30 naar 40% en is de aftopping van de Willekeurige Afschrijving Milieu-investeringen (VAMIL) van 50% ongedaan gemaakt. Verder heeft het kabinet in het Aanvullend Beleidsakkoord besloten om € 60 mln. extra beschikbaar te stellen voor de MIA en de VAMIL. De groenlabelkas, die een groot beroep doet op de MIA en de VAMIL, zal hier mogelijk onder voorwaarden van kunnen profiteren. Ook hier geldt overigens dat Brusselse goedkeurig vereist is.

• Wat betreft de aansluitproblematiek heeft mijn collega van Economische Zaken u op 2 oktober 2008 per brief (TK 2008–2009, 29 023, nr. 63) geïnformeerd over haar aanpak. Hierin wordt momenteel samen met de toezichthouder en de netbeheerders constructief en resultaatgericht gewerkt aan vier oplossingssporen:

1. Hoofdlijn blijft investeren in de netten.

2. Structureel kader: Wetsvoorstel Voorrang voor Duurzaam en Congestiemanagement.

3. Op korte termijn: Betere benutting bestaande capaciteit. Deze regeling is recentelijk tijdens een verzamel AO over energie in de vaste Kamercommissie voor Economische Zaken behandeld. Tijdens dit debat leek er een meerderheid voor deze regeling te zijn en naar onze verwachting zal hiermee op korte termijn ingestemd worden.

4. Op zeer korte termijn: Maatwerkoplossing voor het Westland.

  Deze aanpak biedt zowel voor de korte als lange termijn een geschikte oplossing om de congestieproblemen te minimaliseren. Na inwerkingtreding van het wetsvoorstel Voorrang voor Duurzaam heeft warmtekrachtkoppeling (WKK) een streepje voor bij congestie. Tot die tijd wordt in het Westland gebruikgemaakt van een specifiek systeem voor congestiemanagement, zodat nieuwe WKK’s aangesloten kunnen worden. Dit systeem is sinds december 2008 in werking.

Naast het aanvullende pakket zijn nog de volgende regelingen/instrumenten van toepassing:

• Ook dit jaar gaat de regeling Samenwerken bij Innovatie weer open voor een bedrag van € 3 mln.

• Met de EnergieInvesteringsAftrek (EIA) ondersteunt de overheid ondernemers die investeren in energiebesparing en de productie van hernieuwbare energie. Investeringen die staan vermeld op de Energielijst komen voor steun vanuit de EIA in aanmerking. Op de Energielijst staan specifieke en generieke items die interessant zijn voor de glastuinbouw. Zonder uitputtend te zijn, noem ik als specifieke items het «Luchtcirculatiesysteem in tuinbouwkassen» en «Injectiebeluchting in tuinbouwkassen». Een niet specifiek item, maar wel toepasbaar in de glastuinbouw is bijvoorbeeld de «warmtekrachtinstallatie met behulp van een zuigermotor».

• In de Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE) heeft mijn collega van Economische Zaken een warmtestaffel opgenomen waarmee het nuttig aanwenden van duurzame warmte bij elektriciteitsopwekking uit biomassa wordt gestimuleerd. Daarnaast hebben verschillende categorieën biomassa een eigen basisbedrag gekregen in plaats van een generiek basisbedrag voor alle categorieën biomassa. Deze differentiatie heeft geleid tot een verhoging van de basisbedragen voor covergisting, biomassaverbranding en GFT-vergisting.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg