Gepubliceerd: 14 april 2009
Indiener(s): Gerda Verburg (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31700-XIV-142.html
ID: 31700-XIV-142

31 700 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2009

nr. 142
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 april 2009

Graag informeer ik u over de stand van zaken rondom Natura 2000. Met Natura 2000 wordt een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden opgezet. Dit netwerk speelt een belangrijke rol bij het behouden van onze natuurlijke rijkdommen voor toekomstige generaties. Het implementatieproces van Natura 2000 in Nederland is in volle gang. Een implementatie die in de belangstelling staat van vele belanghebbenden en betrokkenen.

In deze brief informeer ik u over de stand van zaken van de aanwijzingsbesluiten en de beheerplannen. Daarbij ga ik ook in op enkele moties die afgelopen tijd over dit onderwerp zijn ingediend, te weten de motie Neppérus (TK 2008–2009, 31 700 XI, nr. 59) en de motie Snijder-Hazelfhoff c.s. over de juridische verankering van de maatregelen van de beheerplannen (Kamerstukken II 2008/09, 30 654, nr. 69). Daarnaast informeer ik u over de planning van de aanwijzingbesluiten waar u mij op 12 maart om heeft verzocht.

Aanwijzingsbesluiten

De Natura 2000-aanwijzingsbesluiten stellen de begrenzingen van Natura 2000-gebieden natuurgebieden vast en stellen doelen voor de natuurwaarden van Europees belang die in die gebieden voorkomen. Hiermee voldoe ik aan de verplichtingen die Nederland heeft vanuit de Vogel- en Habitatrichtlijn. In totaal worden er 162 Natura 2000-gebieden aangewezen1. Deze gebieden samen leveren een belangrijke bijdrage aan behoud en verbetering Europese natuurwaarden in Nederland.

Planning aanwijzingsbesluiten

In februari 2009 heb ik de Natura 2000-gebieden van de Waddenzee definitief aangewezen. Ik heb uw Kamer hierover in mijn brief van 25 februari 2009 geïnformeerd. Eerder al zijn de gebieden Voornes Duin, Duinen Goeree & Kwade Hoek en Voordelta definitief aangewezen.

De gebieden worden in groepen aangewezen op basis van hun ecologische samenhang en urgentie, zoveel mogelijk rekening houdend met de wensen van de bevoegde gezagen.

Voor 147 van de 162 gebieden zijn inmiddels in ontwerpaanwijzingsbesluiten gepubliceerd. Eind mei 2009 zal het merendeel van de overgebleven ontwerpaanwijzingsbesluiten worden gepubliceerd. Voor de zomer van 2009, zullen elf van deze ontwerpbesluiten ter inzage gelegd worden. In de periode daarna zullen net als bij voorgaande tranches informatiebijeenkomsten worden georganiseerd voor betrokkenen (personen en instanties) in de regio.

De overige vier gebieden (Krammer Volkerak, Eems Dollard, Zoommeer en Groot Zandbrink) volgen op een later tijdstip, afhankelijk van bestuurlijke afspraken die hierover gemaakt worden.

De komende groep definitieve besluiten betreft vijf hoogveengebieden (Groote Peel, Deurnesche en Maria Peel, Englbertsdijksvenen, Wierdense Veld en Witterveld) en Arkemheen. De publicatie hiervan is voorzien voor eind mei 2009.

De overige gebieden zullen groepsgewijs in de tweede helft van 2009 en in 2010 worden gepubliceerd. Vóór het einde van 2010 zullen alle 162 Natura 2000-gebieden zijn aangewezen. In bijlage 1 vind u de planning per gebied.

Planning Noordzeegebieden

Naast de 162 Natura 2000-gebieden die genoemd staan in bijlage 11, zullen in 2010 vijf Natura 2000-gebieden op de Noordzee worden aangewezen. Dit betreft twee gebieden in de 12-mijlzone (de Vlakte van Raan en de uitgebreide Noordzeekustzone) en drie gebieden in de Economisch Exclusieve Zone (de Doggersbank, de Klaverbank en het Friese Front). De Habitatrichtlijngebieden op de Noordzee zijn eind december aangemeld bij de Europese Commissie.

Beheerplannen

Voor alle Natura 2000-gebieden worden beheerplannen opgesteld. In de beheerplannen worden de instandhoudingsdoelstellingen geconcretiseerd in omvang, ruimte en tijd, en worden maatregelen vastgesteld rekening houdend met belangen van sociale en economische aard. De beheerplannen geven duidelijkheid over hoe de doelen in samenhang met functies zoals agrarische ontwikkeling, infrastructuur en industrie kunnen worden gerealiseerd. Met de beheerplannen wordt duidelijk welke activiteiten en ontwikkelingen onverminderd door kunnen gaan, en aan welke activiteiten voorwaarden moeten worden gesteld. Dit geldt ook voor ontwikkelingen en inrichting in Nederland op bestemmingenniveau zoals verwoord in de motie Neppérus (TK 2008–2009, 31 700 XI, nr. 59). Op gebiedsniveau moet maatwerk worden geleverd en dit zal niet altijd een eenvoudige opgave zijn.

Op verzoek van de provincies heb ik de mogelijkheid geboden om eerst conceptbeheerplannen op te stellen alvorens ik het aanwijzingsbesluit definitief maak. Provincies hebben 83 gebieden, waarvoor zij het voortouw hebben, aangemeld voor deze omkering. De conceptbeheerplannen moeten uiterlijk 1 september 2009 klaar zijn om te verzekeren dat in december 2010 alle gebieden zijn aangewezen. Beheerplannen die later klaar zijn, kunnen niet worden meegenomen bij het vaststellen van de definitieve aanwijzingsbesluiten. Na 1 september zal er meer zekerheid zijn over de haalbaarheid en betaalbaarheid van de gebiedsdoelstellingen, en over de gevolgen op gebiedsniveau.

Juridische houdbaarheid

Voor de juridische houdbaarheid van de in het beheerplan uitgewerkte maatregelen is een goede ecologische onderbouwing van groot belang, zoals ook aangegeven in de motie van de leden Snijder-Hazelfhoff c.s. over dit onderwerp (Kamerstukken II 2008/2009, 30 654, nr. 70). Op dit punt is in de beheerplanprocessen een maximale inspanning nodig.

Bij de beheerplanprocessen zitten gebiedsbetrokkenen zoals agrarische ondernemers, natuurorganisaties, recreatieondernemers en omwonenden aan tafel en zijn industrie en infrastructuurbelangen vertegenwoordigd. Ik vind het van groot belang dat al deze relevante partijen aan tafel zitten of vertegenwoordigd worden. Hierdoor ontstaan goede en gedragen beheerplannen, het draagt bij aan een succesvolle doorwerking in de praktijk, en zo kan voorkomen worden dat partijen zich genoodzaakt voelen tot juridische stappen. Het door de bevoegde gezagen ingestelde Interbestuurlijk Regiebureau voert de regie over het proces van de beheerplannen. Hierin werken provincies en Rijk samen.

In vervolg op de motie van de leden Snijder-Hazelfhoff c.s. over de juridische verankering van de maatregelen van de beheerplannen (Kamerstukken II 2008/2009, 30 654, nr. 69) doe ik u bijgaand een notitie toekomen over de juridische status, doorwerking en houdbaarheid van beheerplannen (bijlage 2)1. Zoals in de notitie is aangegeven, is een adequate doorwerking van de maatregelen van de beheerplannen verzekerd via de instrumenten van de Natuurbeschermingswet 1998. De realisatie van de gebiedsdoelen als uitgewerkt in het beheerplan kan desgewenst worden versterkt door inzet van instrumenten van andere wetten.

Stikstofaanpak

Er heeft een juridische analyse plaatsgevonden van de door de partijen in De Peel voorgestane stikstofaanpak. De notitie met de uitkomsten van de analyse daarvan treft u bijgaand aan (bijlage 3)1. De hoofdconclusie uit de notitie is dat een stikstofaanpak als voorgestaan in De Peel, waarbij de realisatie van natuurdoelen en ontwikkeling met stikstofemissies hand in hand gaan, zeer wel denkbaar is. Er zijn goede mogelijkheden om deze aanpak via het beheerplan en het daaraan gekoppelde vergunningenbeleid te faciliteren en vorm te geven. De juridische houdbaarheid staat of valt echter met een goede ecologische onderbouwing. De notitie bevat een aantal belangrijke aandachtspunten en aanbevelingen, die in het beheerplanproces in De Peel en andere gebieden die met een dergelijke aanpak willen werken, worden opgepakt.

Ten slotte

De doelstellingen uit de Natura 2000-aanwijzingsbesluiten geven richting, maar laten ook ruimte voor een gebiedsuitwerking waarbij rekening gehouden kan worden met sociale en economische belangen. De beheerplannen zijn bedoeld om een balans te vinden tussen People, Planet en Profit. De komende periode zal mede door de beheerplannen die worden opgesteld, blijken welke inspanning nodig en reëel zijn om de doelstellingen van de Vogel- en Habitatrichtlijn dichterbij te brengen. In 2015 is een evaluatie van het Natura 2000-doelendocument voorzien waarin de ervaring van de eerste beheerplanperiode kunnen worden meegenomen.

Tijdens het spoeddebat op 9 april jl. heb ik uw Kamer toegezegd dat ik nog eens goed zal kijken naar rek en ruimte in de Natuurbeschermingswet 1998, zonder de doelen van deze wet overboord te zetten. Daarnaast zal ik nagaan of Nederland de enige lidstaat is die er moeite mee heeft het begrip «significantie» hanteerbaar te maken en zal zien of de Europese Commissie bereid is mee te denken over de toepasbaarheid van het element van de kritische depositiewaarden. Ik zal uw Kamer voor 1 juli informeren.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg


XNoot
1

Deze 162 gebieden omvatten niet de aanwijzing van mariene gebieden.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.