Gepubliceerd: 26 augustus 2008
Indiener(s): Ank Bijleveld (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: economie financieel toezicht financiƫn openbare orde en veiligheid organisatie en beleid overige economische sectoren
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31563-4.html
ID: 31563-4

31 563
Wijziging van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens in verband met het mogelijk maken van systematische verstrekking van gegevens aan instellingen voor schulden- en kredietregistratie

nr. 4
NADER RAPPORT

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 19 augustus 2008, aangeboden aan de Koningin door staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 4 juni 2008 (kenmerk 08.001.674), machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 2 juli 2008, nr. W04.08.0198/I, bied ik U hierbij aan. Het voorstel geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

De redactionele opmerking van de Raad, om in de aanhef van artikel 99, vijfde lid, «natuurlijke personen» te vervangen door «natuurlijke personen, die niet handelen in de uitoefening van beroep of bedrijf» is niet overgenomen. Bij de registratie van schulden en financiële verplichtingen is immers niet van belang of een schuld of financiële verplichting is aangegaan in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf, dan wel in het kader van consumptieve uitgaven. Doelstelling van de registraties is het mogelijk maken van een beoordeling van de kredietwaardigheid van natuurlijke personen. De kredietwaardigheid van natuurlijke personen wordt bepaald door het totaal van financiële verplichtingen, ongeacht of deze zijn aangegaan binnen en buiten de uitoefening van beroep of bedrijf.

Daarnaast is een tweetal zinnen in de memorie van toelichting aangepast. De laatste zin van de eerste alinea in § 3 is vervangen, aangezien daaruit zou kunnen worden afgeleid dat verificatie in de GBA slechts mogelijk is op een bepaald tijdstip, terwijl artikel 99, vijfde lid, slechts beoogt een doel aan te geven met betrekking tot het gebruik van gegevens uit de GBA. Een wijziging van gelijke strekking is doorgevoerd in de vierde alinea van § 4 van de memorie van toelichting.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten