Nr. 11 VIERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 26 september 2011

Het wetsvoorstel wordt gewijzigd als volgt.

1. Artikel I wordt gewijzigd als volgt:

a. Onderdeel A wordt vervangen door:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel h vervalt.

2. Onderdeel i komt te luiden:

i. Onze Minister: Onze Minister voor Immigratie en Asiel;

b. In onderdeel C, artikel 2k, eerste lid, onderdeel a, wordt «het Kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen of het Kabinet van de Gouverneur van Aruba» vervangen door: het Kabinet van de Gouverneur van Aruba, van Curaçao, of van Sint Maarten.

2. In artikel II, eerste tot en met vierde lid, worden de woorden «van deze wet» telkens vervangen door: van artikel I, onderdeel C, van deze wet.

3. Artikel III komt te luiden:

Artikel III

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Toelichting:

1. De wijziging onder a houdt verband met de herindeling van ministeriële taken die op 14 oktober 2010 heeft plaatsgevonden naar aanleiding van de vorming van het kabinet Rutte-Verhagen. Daarbij zijn de ministeriële taken betreffende de vreemdelingenzaken van de minister van Veiligheid en Justitie overgeheveld naar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Tevens is in dat kader een minister zonder portefeuille benoemd die is belast met de aangelegenheden betreffende Immigratie en Asiel.1

In verband daarmee is in de desbetreffende definitiebepaling, in artikel 1, onderdeel i, de «minister van Justitie« vervangen door de: minister voor Immigratie en Asiel.

De wijziging onder b houdt verband met de staatkundige situatie, zoals die met ingang van 10 oktober 2010 bestaat. Het voorgestelde artikel 2k, eerste lid, onderdeel a, vermeldde nog een aanduiding van het inmiddels opgeheven land Nederlandse Antillen.

De in dat artikelonderdeel bedoelde aanvraag van een machtiging tot voorlopig verblijf geschiedt in de Caraïbische landen van ons Koninkrijk door de vreemdeling in persoon bij het Kabinet van de Gouverneur van het betreffende Caraïbische land. De betreffende opsomming is thans mede toegesneden op de nieuwe landen Curaçao en Sint Maarten, doordat thans wordt verwezen naar het Kabinet van de Gouverneur van Aruba, van Curaçao of van Sint Maarten.

2. en 3. De inwerkingtredingbepaling (artikel III) is aangepast, omdat de noodzaak bestaat om de verschillende artikelen of onderdelen daarvan op verschillende tijdstippen in werking te kunnen laten treden. In verband daarmee is ook artikel II, dat bepalingen van overgangsrecht bevat, aangepast.

Mede namens de minister van Buitenlandse Zaken,

De minister voor Immigratie en Asiel,

G. B. M. Leers