Ontvangen 27 mei 2009
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I worden voor onderdeel A twee onderdelen ingevoegd, luidende:
aA. In artikel 25, eerste lid, wordt na de eerste volzin een volzin ingevoegd, luidende: De ontvanger verleent een belastingschuldige uitstel van betaling indien een verzoek om uitstel van betaling wordt gedaan in verband met een te verwachten teruggaaf van belasting die is gebaseerd op een ingediende aangifte.
bA. Na artikel 26 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot het verlenen van uitstel van betaling zonder zekerheidsstelling en het kwijtschelden van zakelijke belastingschulden voor zover aannemelijk is dat het niet betalen van die belastingschulden het gevolg is van slechte economische omstandigheden.
Het komt in de praktijk met grote regelmaat voor dat een belastingschuldige enerzijds een schuld moet voldoen en anderzijds over hetzelfde of een eerder tijdvak recht heeft op een belastingteruggaaf. In de huidige recessie is het gelet op de liquiditeitspositie van belastingschuldigen van groot belang om uitstel van betaling te kunnen krijgen voor de te betalen (loonbelasting)schuld tot het bedrag van de te verwachten (omzet)belastingteruggaaf die nog niet door de inspecteur is geformaliseerd.
Dit amendement zorgt ervoor dat de ontvanger gehouden is uitstel van betaling te verlenen indien een verzoek om uitstel van betaling wordt gedaan in verband met een te verwachten belastingteruggaaf, mits dit verzoek is gebaseerd op een ingediende aangifte en de inspecteur dat verzoek nog niet heeft beoordeeld. Het verzoek tot het verlenen van uitstel wordt uitsluitend gehonoreerd als dit verzoek is gegrond op een reeds ingediende aangifte. Daarmee wordt tot uitdrukking gebracht dat het verzoek alleen belastingteruggaven omvat die betrekking hebben op reeds verstreken tijdvakken. Bovendien kunnen belastingplichtigen die een onjuiste aangifte doen, worden geconfronteerd met administratieve sancties en eventueel met een strafrechtelijke vervolging. Dit gegeven werpt een dam op tegen al te lichtvaardige verzoeken tot uitstel van betaling.
Dit amendement sluit aan bij het door de Staatssecretaris van Financiën op 23 april jongstleden uitgevaardigde nieuwsbericht omtrent het soepeler omgaan met belastingschulden van bedrijven. Met het oog op de rechtsbescherming van de belastingplichtigen is echter gekozen voor een aanpassing van art. 25 Invorderingswet 1990 en niet voor een aanpassing van de Leidraad Invordering.
Koşer Kaya
Remkes