Kamerstuk 21501-07-613

Verslag van een algemeen overleg

Raad voor Economische en Financiƫle Zaken


21 501-07
Raad voor Economische en Financiële Zaken

nr. 613
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 19 juni 2008

De vaste commissie voor Financiën1 heeft op 29 mei 2008 overleg gevoerd met minister Bos van Financiën en staatssecretaris De Jager van Financiën over:

– verslag van de Ecofinraad d.d. 14 mei 2008 (21 501-07, nr. 608);

– agenda van de Ecofinraad d.d. 3 juni 2008 (21 501-07, nr. 606);

– fiche over een richtlijn ter bestrijding van belastingfraude in het intracommunautaire verkeer (22 112, nr. 651).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer De Nerée tot Babberich (CDA) heeft vernomen dat de Europese Commissie zal voorstellen om de onderuitputting van de Europese landbouwuitgaven te gebruiken voor ontwikkelingshulp. Vorig jaar is de onderuitputting op landbouw gebruikt voor een investering in Galileo, maar door de Europese Raad, de Commissie en het Europees Parlement is besloten dat dit niet weer zou voorkomen. Kan de minister bevestigen dat de onderuitputting zal terugvloeien naar de lidstaten?

Bij de mogelijke oprichting van geïntegreerde investeringsfaciliteiten in de Westelijke Balkan dient het uiteindelijke resultaat een bundeling van initiatieven te zijn en dus geen proliferatie daarvan. De Ecofinraad dient hierover in de toekomst voldoende geïnformeerd te worden, maar is dit voldoende om het project beheersbaar te houden? Op de afgelopen raad is veel aandacht besteed aan burden sharing in het kader van de financiële stabiliteit. Kan de minister aangeven welke conclusies in deze zijn bereikt en welke puntjes nog openstaan? Op de raad was de minister van Financiën kritisch over de Europese financiële educatie met het oog op de subsidiariteit. Werd Nederland hierin gesteund door andere lidstaten? Het CDA heeft al eerder aangegeven dat de spaartegoedenrichtlijn een gatenkaas is. De lidstaten worden geacht om naar vermogen bij te dragen aan het in stand houden van de collectieve voorzieningen, maar het mag niet voorkomen dat een kleine groep via allerlei constructies aan deze solidariteit ontsnapt. Waarom komt het evaluatierapport hiervan pas na de zomer? Wordt de voortgang wellicht geblokkeerd door grote lidstaten zoals het Verenigd Koninkrijk en zal het rapport werkelijk uiterlijk 30 september 2008 verschijnen? Kan de minister aangeven hoeveel lidstaten steun betuigen aan het bespreken van de topinkomens?

De Europese Commissie voorspelt voor Nederland voor 2008 een EMU-saldo van 1,4% en voor 2009 zelfs van 1,8%. Het kabinet gaat uit van een saldo van 0,9%. Hoe is dit grote verschil te verklaren en heeft het kabinet al een indicatie van het EMU-saldo over 2009? In een aantal lidstaten is het EMU-saldo zorglijk. Wat kunnen de stappen inhouden tegen het Verenigd Koninkrijk, Roemenië en Frankrijk, waarop de Europese Commissie zich beraadt en is daarvoor een tweederde meerderheid te vinden?

De Britse minister van Financiën heeft het debat over de voedselprijzen geopend en doet in een brief een aantal voorstellen. Wat vindt de minister van deze voorstellen en kan het niet nuttig zijn als het Verenigd Koninkrijk zijn nationaal budget voor ontwikkelingssamenwerking verhoogt conform de Monterrey-afspraken? Bij de btw-heffing op financiële diensten en verzekeringsdiensten is door de situatie in Luxemburg en Ierland nog geen sprake van een level playing field. Het voortbestaan van het Holland Financial Centre komt hierdoor in gevaar. De staatssecretaris moet hierop actie ondernemen. De Commissie stelt voor om de voorwaarden waaronder een particulier zonder betaling van accijns in het land van bestemming accijnsgoederen mag binnenbrengen, te versoepelen. Wat houdt deze versoepeling in en waarom is Nederland daartegen? De staatssecretaris verdient de complimenten voor zijn houding inzake de Gedragscodegroep. De Kamer zou opnieuw vertrouwelijk inzage moeten krijgen in het desbetreffende voortgangsrapport. Bij Solvency II staat de marktconsistente waardering van bezittingen en verplichtingen centraal, maar uit de kredietcrisis bleek dat marktwaardering in tijden van crises moeilijk kan zijn. Wordt met dit aspect rekening gehouden bij Solvency II?

De heer Weekers (VVD) heeft in het verslag van de vorige Ecofinraad (21 501-07, nr. 608) gelezen dat voor de financiële stabiliteit de level-3-comités worden verduidelijkt en versterkt. Wie nemen deel aan deze comités en wat hebben zij aan middelen en extra mogelijkheden? Verder wordt in dit kader gewerkt aan het versterken van de colleges of supervisors. Dit model is vergelijkbaar met het model dat wordt gehanteerd door bijvoorbeeld Brits-Nederlandse of Nederlands-Belgische dienstverleners, maar komt het ook voldoende tegemoet aan de wensen van de Kamer? Een aantal lidstaten meent dat algemene procedures moeten worden opgesteld voor burden sharing. Met welke conclusie is het beraad hierover geëindigd en welke lasten moeten eigenlijk gedeeld worden?

De conclusies die zijn getrokken over financiële educatie zijn niet duidelijk. De heer Weekers is het eens met het door minister Bos naar voren gebracht argument van subsidiariteit. Als de Europese Commissie louter fungeert als doorgeefluik van good and bad practices, is daartegen geen bezwaar, maar dat is wel het geval als zij zelf activiteiten gaat ondernemen met gemeenschapsgeld.

Een onderuitputting op de Europese landbouwbegroting mag niet worden aangewend voor andere doeleinden zoals landbouwprojecten in ontwikkelingslanden. Dat moet in Brussel helder naar voren worden gebracht. Ontwikkelingslanden zijn beter geholpen met het slechten van de handelsbarrières. Ook de subsidies op landbouwproducten vormen een belemmering omdat zij de export van producten uit ontwikkelingslanden tegenwerken. De hoogte van de voedselprijzen moet binnen de Ecofinraad nader geanalyseerd worden. De heer Weekers vraagt de minister ook de commissie voor Financiën van deze analyses op de hoogte te stellen.

Uit de geannoteerde agenda blijkt dat de Duitse economie meer groeit dan de Nederlandse. Waarom is dat zo? Kan de minister ook aangeven of de kredietcrisis doorwerkt in de kredietverlening? Het zou niet goed zijn als de banken nog slechts terughoudend krediet verlenen aan bedrijven die goed draaien.

De mededeling van de Europese Commissie ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van de EMU bevat een aantal fundamentele zaken zoals meer toezicht op de ontwikkeling van de staatsschuld en de flex-securitybenadering. Het hervormen van arbeidsmarkten is meer een zaak van de nationale regeringen. Ook wordt in de mededeling gesproken over een strengere begeleiding en toezicht van toetredingskandidaten die deel (gaan) uitmaken van het ERM II (Exchange Rate Mechanism). Is het juist dat de Europese Centrale Bank steeds meer politieke invloed krijgt? De heer Weekers vraagt de minister om een doorwrochte notitie over de insteek van de Nederlandse regering bij het overleg hierover in het najaar.

Nederland pleit terecht voor harmonisatie van de btw op financiële diensten en verzekeringsdiensten. Het Nederlandse bedrijfsleven staat op het moment echter op achterstand ten opzichte van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Luxemburg. Aan deze voorsprong dient onmiddellijk een einde gemaakt te worden of Nederland dient eenzelfde positie te krijgen. Overigens heeft de heer Weekers het gevoel dat over het Holland Financial Centre wel veel gepolderd wordt, maar dat er nog nauwelijks concrete resultaten zijn.

De Single European Payments Area (SEPA) en de nummerportabiliteit wil de minister in de toekomst wel naar voren brengen, maar nu al zijn ambtelijke werkgroepen aan de slag en is het bankwezen op Europees niveau allerlei overstapfaciliteiten aan het regelen. De minister moet daarom niet afwachten of de Commissie iets doet, maar dit punt aan de orde stellen. De regering is verder erg kritisch op de fiche over de bestrijding van belastingfraude in het intracommunautaire verkeer omdat hiermee een administratieve lastenverzwaring is gemoeid. Zeggen dat Nederland een extra administratieve lastenverzwaring niet accepteert is niet voldoende. In feite dienen voor elk voorstel dat een administratieve lastenverzwaring met zich brengt, minimaal vergelijkbare compenserende maatregelen te worden genomen zodat per saldo sprake is van lastenverlichting.

Ook de heer Tony van Dijck (PVV) is het niet duidelijk op welke burden sharing wordt gedoeld in het verslag van de vorige raad. Welke conclusies zijn getrokken en wat is in dezen de positie van Nederland?

Financiële educatie in Europees verband is prima, maar dat mag de Europese belastingbetaler niks kosten. Is dit niet meer een spelletje van de Europese Commissie en is hiervoor wel draagvlak? De bestrijding van de btw-fraude lijkt vast te zitten door het verzet van enkele lidstaten tegen een pilot met de algemene verleggingsregeling in één van de lidstaten. Wachten op harmonisatie van de btw duurt te lang en de fraude kan ondertussen doorgaan. Kan de minister hierop ingaan?

Het is prima dat de minister de topinkomens op de Europese agenda wil zetten, maar het onderwerp is nog niet geagendeerd. Komt het wel nog op de agenda? Maatregelen tegen topinkomens dienen op Europees niveau genomen te worden. Belastingmaatregelen alleen in Nederland maakt Nederland alleen maar fiscaal minder aantrekkelijk.

De olieprijs is op dit moment erg hoog. Het is tijd om tegen de stijgende brandstofkosten op Europees niveau een vuist te maken. Hoe staat de minister tegenover de oproep van Sarkozy om in heel Europa de brandstofheffing te verlagen? In België zijn de accijnzen al aangepast, maar Nederland zal de accijnzen op diesel per 1 juli 2008 met drie cent verhogen.

Wat vindt de minister van het voornemen van de Europese Commissie om het mes te zetten in de landbouwsubsidies en wat vindt hij van het idee van commissaris Fischer-Boel om niet gebruikte subsidiegelden te besteden aan landbouwprojecten in ontwikkelingslanden?

De heer Irrgang (SP) vindt dat moeilijk is vol te houden dat de totstandkoming van de Europese Monetaire Unie heeft geleid tot een hogere economische groei. Landen die niet aan de EMU deelnamen hebben het immers hetzelfde of beter gedaan. Het bezwaar van de SP tegen de EMU is dat de rentepolitiek in de eurozone lijdt onder het bezwaar van het gehanteerde systeem van «one size fits all». Ter gelegenheid van het tienjarige bestaan van de EMU heeft de Europese Commissie een aantal voorstellen gedaan. Wat is de portee van deze voorstellen? Het lijkt erop dat toch een poging wordt gedaan om de controle door de Europese Unie op de nationale begrotingspolitiek te versterken en dat is ongewenst.

Gelden die niet worden uitgegeven voor de Europese landbouwpolitiek dienen terug te vloeien naar de lidstaten, maar de voedselcrisis vraagt wel om een oplossing. Er is langdurig te weinig geïnvesteerd in de landbouw in ontwikkelingslanden. Door een hogere productiviteit is daar winst te behalen. De Ecofinraad speelt niet direct een rol bij de bestrijding van de voedselcrisis, maar de heer Irrgang vraagt toch wat de minister vindt van de speculatie op het gebied van voedselproducten. Het lijkt erop dat investeerders beleggen in voedselproducten omdat zij op zoek zijn naar een hoger rendement. Hierdoor bestaat de neiging om vrijhandel als oplossing te zien voor de voedselcrisis. Het idee dat vrijhandel, het einde van de Europese landbouwpolitiek, leidt tot de oplossing van de voedselcrisis is een misvatting. Het weghalen van een aanbodsubsidie leidt eerder tot hogere wereldmarktprijzen. Desalniettemin is de heer Irrgang een voorstander van het beperken van de Europese landbouwsubsidies omdat deze voor een groot deel ten goede komen aan grote landbouwbedrijven terwijl de regeling oneerlijk is tegenover de boeren in ontwikkelingslanden. De Europese landbouwpolitiek moet veranderen om redenen van rechtvaardigheid, zodat boeren in ontwikkelingslanden een eerlijke kans hebben. Een oplossing voor de lange termijn is zorgen voor een verhoging van de productie in ontwikkelingslanden. Als investeerders en speculanten investeren in voedselproducten zullen de prijzen op de korte termijn stijgen.

De heer Irrgang ziet juist wel veel in de Gedragscodegroep. Europese samenwerking kan bijdragen aan het voorkomen en oplossen van belastingconcurrentie. Is inmiddels overeenstemming bereikt over de procedureregels van de groep en wat kan op dit gebied de komende maanden worden verwacht? Wat zijn de belangrijkste politieke onderwerpen bij Solvency II? Dreigt het gevaar van toezichtsconcurrentie en hoe staat het met de evaluatie van de pensioenrichtlijn?

De NMa onderzoekt of door het niet plaatsen van de Pin op de EMV-chip de mededinging wordt tegengewerkt. Eurocommissaris Kroes heeft onlangs de grensoverschrijdende interchange fees verboden, maar wat betekent dit voor de binnenlandse interchange fees? De minister moet op dit punt zeer alert zijn.

De heer Tang (PvdA) is er blij mee dat de minister de topinkomens op de agenda heeft gezet. Kan de minister aangeven welk standpunt de verschillende landen hierover innemen en op welke onderdelen van de topinkomens de discussie zich heeft toegespitst? De heer Tang vraagt hem tevens om een reactie te geven op de brief van de Britse minister Darling.

Tien jaar EMU heeft zeker voordelen gehad. De transactiekosten zijn omlaag gegaan en mogelijk is er ook een positief effect op de handel geweest, maar het beeld dat de Europese Commissie schetst is wel heel rooskleurig. De daling van de rente van 9 naar 5% is niet alleen toe te schrijven aan de introductie van de euro, maar hangt ook samen met de verandering van het strikte monetaire beleid naar een wat soepeler monetair beleid. Bovendien sluit het beeld dat de Commissie schetst niet aan bij het sterke gevoel van de burger dat de euro alles duurder heeft gemaakt.

Solvency II dient ervoor te zorgen dat voor verzekeringsmaatschappijen dezelfde solvabiliteitseisen gelden, maar voorkomen dient te worden dat concurrentie plaatsvindt op toezicht. Niet alle landen zijn voor een samenwerking door toezichthouders. De heer Tang vraagt de minister in te gaan op het groepstoezicht. Zal het de Commissie lukken om haar voorstel, waar veel voor te zeggen is, aangenomen te krijgen?

Antwoord van de bewindslieden

De minister legt uit dat de topinkomens voor het eerst zijn geagendeerd in de Eurogroep, waar een inventarisatie heeft plaatsgevonden. Vervolgens is in de Ecofin overeengekomen dat de groep landen waarbinnen het onderwerp topinkomens wordt besproken, wordt uitgebreid tot de Ecofinlanden en dat de Europese Commissie zal nagaan wat hierover in het verleden al door de Commissie is vastgelegd. Er zijn bijvoorbeeld al richtlijnen over de transparantie van beloningen. Bekeken moet worden of die richtlijnen een update behoeven. De vertrekvergoeding en de ontslagvergoeding en hun relatie met een goede of slechte prestatie zijn in ieder geval onderwerpen van publiek debat. Verder was er veel interesse voor het probleem van conflicterende belangen, bijvoorbeeld als een bestuurder zelf mogelijk financiële belangen heeft bij overnames of fusies. Niet voor alle landen blijft dit onderwerp overigens beperkt tot transparantie en codes. Nederland is niet het enige land dat bereid is een stap verder te zetten door wetgeving of zelfs belastingmaatregelen. Een aantal landen heeft zich uitgesproken tegen een Europese wet op de topinkomens. Nederland is er daar één van, maar vindt het wel belangrijk om een signaal te geven aan het bedrijfsleven. Dat moet collectief zijn zodat het argument inzake het vestigingsklimaat daarmee wordt geneutraliseerd. Jean-Claude Juncker heeft na afloop van de bijeenkomst van de Eurogroep benadrukt dat naast het argument van onredelijkheid bedacht moet worden dat het aan gewone werknemers niet uit te leggen is dat zij hun lonen moeten matigen terwijl aan de top excessen plaatsvinden. Dat dit meer met elkaar in de pas moet lopen, is een breed gedragen gevoel. Overigens is tijdens de jaarvergadering van het IMF en de Wereldbank ook gesproken over infectuous greed, waaruit blijkt dat men het ook daar een serieus onderwerp vindt. Ook het Financial Stability Forum heeft dit aspect in de aanbevelingen opgenomen.

Met een aantal aspecten in de brief van de Britse minister Darling is de Nederlandse regering het eens, zoals met het voorstel voor een akkoord in de Doha-ronde met daarin een omvangrijk «air for trade»-pakket. Het probleem is niet zozeer dat er te weinig vrije markt is, als wel dat er handelsbarrières zijn. Het slechten van deze barrières kan in het voordeel zijn van de voedselproducerende landen in de derde wereld. Bij een totale herziening van het landbouwbeleid in Europa spelen meer afwegingen een rol, maar misschien kan door de hoge voedselprijzen op dit gebied een grotere stap worden gemaakt dan anders het geval was geweest. Darling stelt ook een uitgebreide analyse voor van de effecten van het Europese beleid inzake biobrandstoffen. De minister zegt ook zelf meer doordrongen te raken van de noodzaak van niet alleen de economische, maar ook ecologische analyse daarvan. In dat licht dienen de EU-doelstellingen onder de loep genomen te worden. De minister heeft de Kamer na de jaarvergadering van de IMF en de Wereldbank een brief toegezegd over de voedselprijzen. In deze brief wordt ingegaan op biobrandstoffen en op de vraag wat aan de hoge prijzen kan worden gedaan.

Solvency II is belangrijk voor Nederland omdat het mogelijkheden biedt tot het creëren van een collectief groepstoezicht. Als financiële instellingen problemen krijgen die met publiek geld moeten worden opgelost, is het de vraag welke lidstaat dit publiek geld moet ophoesten. Bij de burden sharing, die hierop betrekking heeft, is afgesproken dat alle lidstaten waarin deze financiële instelling gevestigd is, de kosten moeten delen. Besloten is om (nog) niet precies uit te werken hoe die last wordt verdeeld; de sleutels daarvoor moeten nog worden uitgewerkt. Vooralsnog gaat het om het besluit tot samenwerking. De International Accounting Standards Board (IASB) bekijkt in samenspraak met de toezichthouders de standaarden en de marktwaarden in tijden van crises en fluctuaties op de markt. Dat wordt bij Solvency II nadrukkelijk onder ogen gezien. De Colleges of Supervisors, die toezicht houden, hebben meer status gekregen, maar deze colleges houden alleen toezicht. In de level-3-comités komen toezichthouders bij elkaar om regels te coördineren of te harmoniseren. Dat is altijd moeilijker en daarom is hier eerder sprake van een spanningsveld.

Op de vorige Ecofinraad heeft de minister aandacht gevraagd voor het durven gebruiken van de afgesproken drie sancties binnen het bestaande pact. 1. Het policy advice mag de Commissie unilateraal geven. 2. Met de policy warnings moet de Raad instemmen. 3. Uiteindelijk zijn er de excessive deficit procedures. De Commissie heeft een policy advice aan Frankrijk gegeven. Of Frankrijk daarmee instemt, is nog onzeker. Dit begrotingsbeleidsadvies lijkt overigens in strijd met het voorstel van Sarkozy om de accijns op brandstoffen omlaag te brengen. Tegen het Verenigd Koninkrijk wordt een excessive deficit procedure gestart. Dit wordt door het VK geaccepteerd.

Helaas is Nederland de enige lidstaat die twijfels heeft bij bepaalde activiteiten van de Europese Commissie bij activiteiten op het gebied van financiële educatie. Nationale initiatieven worden niet belemmerd.

Het paradoxale beeld dat ontstaat doordat de financiële wereld naar buiten brengt dat er weer licht is aan het eind van de tunnel terwijl de groeicijfers nu pas effecten laten zien van het gevoerde beleid ontstaat doordat de cyclus in financiële economie vooruitloopt op de cyclus in de reële economie, die in feite steeds een reactie op de eerste cyclus laat zien. De financiële cyclus bevindt zich in de tweede helft, maar de cyclus van de reële economie in de eerste. Dat is reden om alert te blijven en een voorzichtig begrotingsbeleid te blijven voeren. De meeste lidstaten zijn het daarmee eens.

Ter gelegenheid van het tienjarige bestaan van de EMU heeft de minister in zijn speech vier verbeterpunten genoemd. 1. In de toekomst dienen de schuldposities meer nadruk te krijgen in verhouding tot de tekort- of overschotresultaten. 2. De groeiramingen die ten grondslag liggen aan de plannen van de lidstaten dienen meer gebaseerd te worden op ramingen van onafhankelijke voorspellers, zoals in Nederland het Centraal Planbureau. 3. Toezicht op de financiële markten is belangrijker voor de financiële stabiliteit in Europa dan de voorgenomen naleving van het pact. 4. Er wordt te weinig discipline gehanteerd bij het afleggen van verantwoording over de uitgaven. De eerste drie aanbevelingen komen terug in het rapport over tien jaar EMU, maar de laatste blijft een up hill struggle.

De groei van de Duitse economie hangt samen met incidentele factoren, zoals de milde winter waardoor er meer is gebouwd. Ook waren er voorraadeffecten. Wel is het consumentenvertrouwen in Duitsland teruggelopen. De definitieve groeicijfers voor Nederland worden door het CBS pas in juli naar buiten gebracht. Er zijn signalen die erop wijzen dat de kredietverlening door banken onder invloed van de kredietcrisis iets onder druk is komen te staan, vooral bij nieuwe klanten. Bij oude klanten is dat minder het geval. De exacte doorwerking daarvan is onbekend, maar de interventies van de ECB zijn wel bedoeld om te voorkomen dat de kredietstromen opdrogen, zodat er voldoende liquiditeit op de markt blijft. Rond Prinsjesdag zal een update van de activiteiten en plannen voor het Holland Financial Centre worden gepresenteerd. De lidstaten zijn het erover eens dat meer coördinatie noodzakelijk is tussen de Europese Investeringsbank en de European Bank for Reconstruction and Development met het oog op de Westelijke Balkan. Daar wordt aan gewerkt.

Overschotten op de Europese landbouwbegroting horen in principe terug te vloeien naar de lidstaten. De minister herinnert eraan dat Nederland nooit heeft gepleit voor een volledige stopzetting van de subsidiestroom voor landbouw. Wel heeft Nederland voorgesteld om de richting van de subsidiëring te verschuiven van landbouw en productie naar bijvoorbeeld natuurbeheer, milieu en platteland.

De minister zal verder bekijken of de Nederlandse regering een actievere opstelling moet hanteren ten aanzien van de nummerportabiliteit. Zo nodig wordt de Kamer hierover bericht. De minister gaat ervan uit dat de introductie van een SEPA-achtig betalingsverkeer de consument niet op kosten zal jagen. Producten zoals de Pin zouden moeten verdwijnen omdat daar geen vraag meer naar is en niet omdat sommige banken daar niet meer aan meedoen. Hij hoopt dat de banken zich van deze verantwoordelijkheid bewust zijn en dat de detailhandel zich ervan bewust is dat zij in dezen onderhandelingsmacht heeft. Eén bank lijkt hierover een beslissing te hebben genomen. De vraag in hoeverre de klant straks wat te kiezen heeft, kan daarom nog niet worden beantwoord.

De Europese Commissie, zo zegt de staatssecretaris, heeft toegezegd het evaluatierapport over de spaartegoedenrichtlijn uiterlijk 30 september klaar te hebben. Een aantal lidstaten heeft nog tijd nodig om de desbetreffende gegevens aan te leveren. Een paar weken na 30 september zal de Commissie een voorstel naar de Ecofinraad sturen. De staatssecretaris gaat ervan uit dat de Commissie deze data zal halen. Er zijn geen aanwijzingen dat het Verenigd Koninkrijk zich tegen de spaartegoedenrichtlijn zal verzetten. Eerder hebben de landen die een bankgeheim kenden moeite met de richtlijn, maar over het algemeen is er veel steun voor de aanscherping van de richtlijn.

Het voortgangsrapport van de Gedragscodegroep zal ook nu aan de Kamer vertrouwelijk ter inzage worden gegeven. Nederland doet onder andere mee aan de Gedragscodegroep omdat het voor een gedragscode is tegen schadelijke belastingconcurrentie. Er moet een level playing field zijn zonder dat men elkaar selectief de maat gaat nemen. Over de procedureregels die Nederland vorig jaar heeft geagendeerd, wordt nog steeds gesproken. Hierover is nog geen overeenstemming, maar er is wel brede steun. Nog een of twee lidstaten weigeren rekening te houden met de bijzondere positie van kleine lidstaten met open economieën.

Bij het heffen van btw op financiële diensten wordt meer specifiek gedoeld op extern vermogensbeheer. Nederland is voor harmonisering en verduidelijking door de Europese Commissie van vrijstellingen vanuit de richtlijn. Een uniforme toepassing is noodzakelijk voor een gelijk speelveld in Europa voor financiële diensten en voor de concurrentiekracht van het Nederlandse bedrijfsleven. Nederland steunt de uitgangspunten van het voorstel en de aanpak van de Commissie. De staatssecretaris verwacht wel dat de harmonisering een tijd zal duren omdat de materie technisch ingewikkeld is. Als blijkt dat er politiek voldoende draagvlak is voor het voorstel en als blijkt dat het nog te lang duurt voordat het voorstel wordt omgezet in een richtlijn terwijl de distorsies in Luxemburg en Ierland intussen ongemoeid worden gelaten, dan wil Nederland onderzoeken of het mogelijk is om in die tussentijd een vrijstelling in Nederland te realiseren.

Nederland is ervoor om een pilot te houden met de verleggingsregeling, waarbij deze regeling in één land mogelijk wordt gemaakt, maar hierover bestaat geen overeenstemming in de Ecofinraad. Nederland ziet overigens ook andere mogelijkheden om de btw-fraude te bestrijden zoals het aanscherpen en verbeteren van bepaalde instrumenten of een betere informatie-uitwisseling tussen belastingdiensten binnen Europa. Nederland vraagt zich af welke administratieve lasten een verleggingsregeling met zich brengt. Er moet wel een balans zijn tussen extra administratieve lasten en de fraudebestrijding. Nederland heeft een netto-saldodoelstelling van 25% voor het verminderen van de administratieve lasten. Een nieuwe administratieve last zal dan ook gecompenseerd moeten worden zodat netto een reductie wordt behaald.

Er zal een oriënterend debat plaatsvinden over de voortgang horizontale richtlijn accijns (92/12/EEG). Het belangrijkste onderdeel is de invoering van het Excise Movement and control system (EMCS), een geautomatiseerd systeem voor toezicht op het verkeer van accijnsgoederen. Onder de huidige richtlijn mag een particulier accijnsgoederen over de Nederlandse grens brengen zonder betaling van Nederlandse accijns indien de goederen voor eigen gebruik zijn en de particulier deze zelf vervoert. De Commissie wil nu toestaan dat de particulier de goederen niet zelf vervoert. Dat kan een verstorende werking hebben op de interne markt. Nederland is daar tegen.

Het kabinet kan niets doen aan de stijgende olieprijzen. Wel is gesproken over het plan van Sarkozy om de btw op brandstoffen op Europees niveau te verlagen. Op de informele Ecofin in 2005 is in het Manchester-agreement afgesproken dat lidstaten niet zomaar overgaan tot het compenseren van een olieprijsverhoging omdat dit vaak leidt tot verstoring van de markt. De prijsstijging is tot stand gekomen door een stijging van de vraag bij een beperkt aanbod. Het verlagen van de btw of accijns lost dit structurele probleem niet op. Door de belastingen te verlagen kan de vraag juist toenemen. Het is daarom belangrijk dat een structurele aanpassing in het consumentengedrag plaatsvindt waardoor energiebesparing ontstaat. Het kabinet heeft daartoe al forse, succesvolle, maatregelen genomen zoals het stimuleren van de aankoop van zuinige auto’s.

Nadere gedachtewisseling

De heer De Nerée tot Babberich (CDA) wijst erop dat de Wereldbank ook een rapport heeft uitgebracht over biobrandstoffen en de invloed daarvan op de voedselschaarste. De minister kan dit wellicht bij zijn brief betrekken. Hoe lang zal het nog duren voordat de btw op financiële diensten geharmoniseerd zal zijn?

Het Verenigd Koninkrijk wil de spaartegoedenrichtlijn misschien wel aanpassen, maar dan wel zijn bonds market erbuiten laten vallen.

De heer Weekers (VVD) begrijpt dat de minister nog geen oordeel kan geven over zaken die een beslag leggen op het budget, maar hij vraagt hem wel om de Kamer nog voor de zomer te informeren over stand van zaken bij het Holland Financial Centre.

Hij is blij met de toezegging van de staatssecretaris over de btw op financiële diensten en proeft een zekere bereidheid om Luxemburg en Ierland niet nog jarenlang te laten wegkomen met een vrijstelling terwijl Nederland het braafste jongetje van de klas blijft. Wanneer kan de staatssecretaris de Kamer hierover informeren?

De heer Tony van Dijck (PVV) is het ermee eens dat een stijging van de vraag bij een beperkt aanbod leidt tot een hogere prijs en dat compensatie alleen maar leidt tot een grotere vraag, maar de burgers worden bij de pomp wel met een heel hoge literprijs geconfronteerd. De enige die profiteert van de hoge olieprijs is de overheid, want zij ontvangt meer btw en krijgt meer gasbaten. Sarkozy heeft met zijn voorstel vast bedoeld dat Europa een vuist moet maken om zijn concurrentiepositie te behouden. Het schijnt dat het aanbod kunstmatig wordt beperkt om meer te kunnen verdienen.

De heer Tang (PvdA) vraagt zich af of de staatssecretaris wel een toezegging heeft gedaan inzake de btw op financiële diensten.

De minister wil best voor de zomer informatie naar de Kamer sturen over het Holland Financial Centre, maar geeft aan dat er dan weinig te melden zal zijn. Als straks nog een paar leuke belastingmaatregelen te melden zijn, is het beter om dat als geheel na de zomer te presenteren.

De staatssecretaris zal bezien of het mogelijk is om een vrijstelling te realiseren voor de btw op financiële diensten als blijkt dat er politieke overeenstemming is over het feit dat extern vermogensbeheer onder de btw-vrijstelling moet vallen, als blijkt dat het nog jaren duurt voordat de desbetreffende richtlijn is geformaliseerd en als de vrijstelling in Luxemburg en Ierland ongemoeid wordt gelaten. Overigens heeft een vrijstelling wel een budgettair effect. De staatssecretaris verwacht dat hierover over een half jaar tot een jaar duidelijkheid zal ontstaan. Dan zal hij de Kamer hierover informeren. Hij zal sowieso een budgettaire raming voor deze vrijstelling aan de Kamer overleggen en wel voor de behandeling van het Belastingplan.

Er is geen indicatie dat de Britten de bonds market buiten de spaartegoedenrichtlijn willen laten vallen, maar de staatssecretaris zal daar wel naar kijken. Het gaat nu meer om een verbreding van de richtlijn, zodat bijvoorbeeld niet alleen de rente eronder valt, maar ook dividenden, en niet alleen natuurlijke personen, maar ook rechtspersonen.

De Nederlandse Staat krijgt niet meer inkomsten uit accijns door de stijging van de olieprijs omdat dit een vast bedrag per liter is. De accijnsopbrengst wordt zelfs kleiner als minder brandstof wordt verkocht. De btw wordt wel over de omzet geheven, maar een euro kan maar één keer worden uitgegeven. Als meer btw op brandstof binnenkomt, wordt elders minder besteed waardoor de btw-opbrengst daar daalt. De gasinkomsten nemen wel toe als de olieprijs stijgt. Nederland importeert echter meer energie zodat op de lange termijn allerlei negatieve effecten aan een hoge olieprijs vastzitten. Het kabinet maakt zich dan ook zorgen over de hoge olieprijs. De staatssecretaris zal erop toezien dat op Europees niveau een level playing field wordt gehandhaafd.

Toezeggingen

Minister van Financiën:

– In de na de jaarvergadering van het IMF en de Wereldbank aan de Kamer toegezegde brief over de voedselprijzen zal worden ingegaan op biobrandstoffen en op de vraag wat aan de hoge prijzen kan worden gedaan.

– Na de zomer zal de Kamer een update van de activiteiten en plannen voor het Holland Financial Centre worden gezonden.

Staatssecretaris van Financiën:

– Het voortgangsrapport van de Gedragscodegroep zal aan de Kamer vertrouwelijk ter inzage worden gegeven.

– Over een halfjaar tot een jaar zal de Kamer worden geïnformeerd of het mogelijk is om een vrijstelling voor de btw op financiële diensten te realiseren.

– Voor de behandeling van het Belastingplan 2009 zal de kamer een budgettaire raming voor de vrijstelling voor de btw op financiële diensten ontvangen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Blok

De griffier voor dit verslag,

Clemens


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Vendrik (GL), Blok (VVD), Voorzitter, Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Weekers (VVD), Gerkens (SP), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Haverkamp (CDA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP), Luijben (SP), Kalma (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), Van der Burg (VVD), Van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Heerts (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA) en Vos (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Halsema (GL), Remkes (VVD), Jonker (CDA), Aptroot (VVD), Van Gerven (SP), De Vries (CDA), Van Hijum (CDA), Mastwijk (CDA), De Krom (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP), Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA), Smilde (CDA), Anker (CU), Nicolaï (VVD), De Roon (PVV), Van Dam (PvdA), Smeets (PvdA), Karabulut (SP), Thieme (PvdD), Heijnen (PvdA) en Roefs (PvdA).