Ontvangen 15 juni 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel 1.5 wordt na het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende:
5a. De nationale natuurvisie bevat kaders voor agrarisch natuurbeheer.
In de Rijksnatuurvisie 2014: Natuurlijk Verder wordt door het kabinet ingegaan op agrarisch natuurbeheer: «Het zijn de agrarische ondernemers en de keten die deze ontwikkeling tot stand moeten brengen. De rijksoverheid dient geen voorschrijvende of dwingende rol te hebben, maar te ondersteunen en te stimuleren: voorlopers helpen met kennis, de dialoog tussen maatschappelijke partijen op gang brengen en houden, meer aandacht in het agrarisch onderwijs voor de relatie tussen landbouw en natuur en het vergroenen van de eigen subsidie-instrumenten, zoals het GLB. De provincies nemen de regie op zich en zorgen ervoor dat de betrokken partijen en belangen in de regio’s bij elkaar worden gebracht. Tegelijkertijd houdt het Rijk de taak om kaders vast te stellen.»
Het wetsvoorstel ziet op een door de Minister vast te stellen nationale natuurvisie, die de hoofdlijnen van het te voeren rijkbeleid inzake natuur bevat. In het wetsvoorstel worden vervolgens een aantal zaken gedefinieerd waar in de nationale natuurvisie bijzondere aandacht aan moet worden besteed. De indiener constateert echter dat het wetsvoorstel er niet in voorziet dat agrarisch ondernemerschap speciale aandacht krijgt in de door de Minister vast te stellen nationale natuurvisie.
Goed agrarisch ondernemerschap is echter een essentieel onderdeel van wat de indiener verstaat onder modern natuurbeleid. Er zijn inmiddels veel voorbeelden van wat wél en wat niet werkt, en ook de Algemene Rekenkamer is ingegaan op de effectiviteit ervan.
Echter, de indiener ziet niet in de wet terugkomen dat het Rijk kaders stelt inzake agrarisch ondernemerschap. Dit amendement ziet er daarom op dat in de door de Minister op te stellen nationale natuurvisie als onderdeel van het rijksbeleid ook kaders worden gesteld voor het agrarisch natuurbeheer.
Van Veldhoven