31 877
Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van een recht voor de ondernemingsraad van naamloze vennootschappen om een standpunt kenbaar te maken ten aanzien van belangrijke bestuursbesluiten en besluiten tot benoeming, schorsing en ontslag van bestuurders en commissarissen alsmede ten aanzien van het bezoldigingsbeleid

nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID WEEKERS

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel A, worden in artikel 107a, derde lid, de eerste en tweede volzin vervangen door:

Indien de vennootschap krachtens wettelijke bepalingen een ondernemingsraad heeft ingesteld, wordt de ondernemingsraad zoveel als in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mogelijk is, voor de datum van oproeping als bedoeld in artikel 114 in de gelegenheid is gesteld hierover een standpunt te bepalen. Indien het standpunt van de ondernemingsraad ten tijde van de oproeping nog niet beschikbaar is, vermeldt de oproeping dat de ondernemingsraad bevoegd is haar standpunt kenbaar te maken, of en wanneer dat standpunt naar verwachting aan de algemene vergadering zal worden medegedeeld en op welke wijze. Het standpunt van de ondernemingsraad wordt gelijktijdig met het verzoek om goedkeuring dan wel zodra het standpunt nadien beschikbaar is aan de algemene vergadering aangeboden.

Toelichting

Het amendement beoogt de slagvaardigheid van Nederlandse beurs-NV’s te waarborgen door bij besluiten met betrekking tot een belangrijke wijziging van identiteit of karakter van de vennootschap, de eis van standpuntbepaling door de ondernemingsraad voordat de algemene vergadering wordt opgeroepen, te nuanceren. Dit in het licht van de voor beursvennootschappen geldende langere oproepingstermijnen en van het feit dat met dergelijke besluiten vaak complexe transacties zijn verbonden die binnen een bepaald tijdsbestek moeten worden afgewikkeld. Van Nederlandse beurs-NV’s kan redelijkerwijs niet worden verwacht dat zij binnen een kort tijdsbestek meerdere algemene vergaderingen houden. Een uitgangspunt dat overigens ook steun vindt in de gedachte van het kabinet dat het wetsvoorstel niet tot additionele lasten voor bedrijven zou moeten leiden.

Het amendement neemt tot uitgangspunt dat de ondernemingsraad in staat moet zijn gesteld om zijn standpunt voor de oproeping te bepalen, tenzij dat in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet mogelijk is. Is dat standpunt ten tijde van de oproeping nog niet beschikbaar, dan dient de oproeping de aandeelhouders erop te wijzen dat over het onderwerp nog een standpunt van de ondernemingsraad te verwachten valt en wanneer en hoe zij daarvan kennis kunnen nemen.

Weekers