De uitspraken van minister van Justitie en Veiligheid over de afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten | 
          |
              Jesse Six Dijkstra (NSC), Barbara Kathmann (PvdA) | 
          |
van Marum , David van Weel (minister justitie en veiligheid, minister asiel en migratie) | 
              
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Zijn uw uitspraken in de uitzending van Goedenavond Nederland op maandag 14 juli jl.,1 over de afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten, representatief voor het kabinetsstandpunt?
Hoewel gechargeerd, is het zo dat de Europese cloudmarkt niet goed functioneert. Zie verder het antwoord op vraag 2.
Wat bedoelde u precies met de uitspraak: «We hebben geen Europese cloudbedrijven»? In welke zin zit Nederland in een «hele ongemakkelijke positie tegenover de grote techbedrijven»?
Vier grote niet-Europese bedrijven domineren op dit moment wereldwijd de markt voor openbare cloudinfrastructuur2: Amazon, Microsoft, Google Cloud Platform en het Chinese Alibaba (vooral actief op de Chinese markt). De Nederlandse markt lijkt in grote lijnen op de Europese markt, met dominante posities voor met name de Amerikaanse aanbieders Amazon en Microsoft. Daarnaast zijn er nog een aantal andere Europese partijen actief, die relatief jong en klein zijn op de markt voor clouddiensten. De ACM verwacht dat de consolidatie in de markt voor clouddiensten verder doorzet als gevolg van onder meer schaalvoordelen en netwerkeffecten.3 Het is voor kleinere spelers moeilijk om effectief met grote geïntegreerde aanbieders te concurreren. Nederlandse bedrijven en consumenten zijn als afnemers van clouddiensten grotendeels afhankelijk van grote technologiebedrijven uit de VS. De toenemende consolidatie in combinatie met overstapdrempels (er is sprake van vendor lock-in) en gebrekkige dataportabiliteit en cloudinteroperabiliteit vergroten deze afhankelijkheid.
Noopt de hele ongemakkelijke positie van Nederland tegenover de grote techbedrijven niet tot het nemen van maatregelen om op zo kort mogelijke termijn de afhankelijkheid af te bouwen?
Het onderwerp «Strategische Autonomie» heeft uitgebreid aandacht van de Rijksoverheid. Onder andere middels de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA) en de in het vierde kwartaal verwachte Visie digitale autonomie en soevereiniteit overheid.
Het afbouwen van afhankelijkheden nemen wij momenteel mee in de herziening van het Rijksbreed cloudbeleid, maar ook in de overheidsbrede visie voor digitale autonomie en soevereiniteit van de overheid, en in de IT-sourcingstrategie Rijk. Ook zet het kabinet zich in voor een verkenning naar een soevereine overheidscloud als alternatief voor public clouddiensten voor de (rijks)overheid, conform de motie Kathmann.4
Deze voorziening moet de kloof overbruggen voor digitale dienstverlening waarvoor het gebruik van public cloud onwenselijk is, bijvoorbeeld vanwege de gevoeligheid van gegevens of wanneer ongewenste afhankelijkheden vermeden moeten worden.
Afhankelijkheden zijn echter niet te voorkomen en zijn ook niet altijd ongewenst. Het is van belang om op case-by-case basis zorgvuldig afwegingen te maken, om te bepalen waar en op welke wijze risicovolle strategische afhankelijkheden waar nodig voorkomen kunnen worden. Dit speelt op meer gebieden dan alleen cloud.
Kunt u bondig het kabinetsstandpunt over digitale autonomie toelichten? Op welke manier is het Ministerie van Justitie en Veiligheid verantwoordelijk voor het vergroten van de digitale autonomie?
De Verenigde Staten is en blijft een belangrijke bondgenoot, niet op de laatste plaats voor onze welvaart en veiligheid. Nederland zet zich er daarom voor in dat we als EU blijven samenwerken en optrekken met de VS, maar tegelijkertijd zelf verantwoordelijkheid nemen en ook eensgezind met de EU optrekken waar het onze kernbelangen betreft. Het kabinet is het wel met u eens dat een te grote afhankelijkheid van één of enkele marktpartijen ongewenst is. In de afweging welke data we in eigen beheer dan wel in de public cloud verwerken, moeten strategische afhankelijkheden én marktconcentraties worden meegewogen.
Voor een overzicht van de verdere Nederlandse inzet op Europees niveau omtrent cloudsoevereiniteit verwijzen wij u graag door naar het recent gepubliceerde non-paper «Versterken van cloudsoevereiniteit van overheden».5
JenV is, net als andere departementen, medeverantwoordelijk voor de digitale autonomie en specifiek voor de digitale autonomie binnen het eigen verantwoordelijkheidsdomein.
Wat is het kabinetsstandpunt over een Europese digitale taks voor Amerikaanse techbedrijven? Hoort dit wat u betreft tot de mogelijkheden voor een Europese reactie op de aangekondigde Amerikaanse importheffingen? Acht u dit in het belang van Nederland?
Op 21 augustus jl. hebben de EU en de VS een gemeenschappelijke verklaring met handelsafspraken gepubliceerd.6 In navolging daarvan heeft de EU de inwerkingtreding van de op 24 juli jl. vastgestelde rebalancerende maatregelen jegens de VS tot februari 2026 opgeschort.7 Voorlopig is van een Europese tegenmaatregel naar aanleiding van de verhoogde Amerikaanse importheffingen dus geen sprake. Tegelijkertijd valt het niet uit te sluiten dat de Europese rebalancerende maatregelen jegens de VS in de toekomst alsnog in werking treden of dat toekomstige ontwikkelingen aanleiding geven tot voorstellen voor nieuwe vormen van rebalancerende maatregelen. Het kabinet zal voorstellen daartoe te zijner tijd op hun eigen merites beoordelen.
Kunt u toezeggen dat ook het Ministerie van Justitie en Veiligheid zich zal inspannen voor het vergroten van de digitale autonomie van Nederland, onder andere door zelf meer Europese alternatieve digitale diensten af te nemen, in lijn met alle aangenomen Kamermoties?2
Het Ministerie van JenV zet, onder coördinatie van het Ministerie van BZK in op het herziening van het Rijksbreed cloudbeleid, de overheidsbrede visie voor digitale autonomie en soevereiniteit van de overheid en de IT-sourcingstrategie Rijk. Zie verder het antwoord op vraag 3.
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden?
Er heeft departementale afstemming plaatsgevonden en zowel het Ministerie van Justitie en Veiligheid als het Ministerie van Binnenlandse zaken is akkoord met de beantwoording van deze vragen.
              Hoe het demissionaire kabinet omgaat met de keuze voor mailcommunicatie in eigen beheer | 
          |
              Jesse Six Dijkstra (NSC), Barbara Kathmann (PvdA) | 
          |
Judith Uitermark (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (NSC), David van Weel (minister justitie en veiligheid, minister asiel en migratie) | 
              
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Bent u bekend met het bericht «Demissionair de cloud in denderen: doe het niet»?1
Ja.
Wat geeft de rijksoverheid in totaal uit aan Microsoft-producten?2
In het notaoverleg «Wolken aan de horizon» d.d. 2 juni jl. is reeds toegezegd aan de Tweede Kamer een overzicht te bieden van de gecontracteerde hoeveelheid aanbestedingen die uiteindelijk door de ministeries via SLM Rijk goedgekeurd zijn. Dit onderzoek loopt.
Wanneer moeten alle departementen en overheidsorganisaties uiterlijk besluiten of zij wel of niet hun mailverkeer en gegevens in eigen beheer gaan nemen als de ondersteuning van Microsoft Exchange afloopt op 14 oktober 2025?
Departementen zijn zelf verantwoordelijk om te bepalen welke afwegingen zij maken rondom cloudgebruik. Dit dient plaats te vinden op basis van een gedegen risicoanalyse en het nemen van passende maatregelen. Zij nemen hierover besluiten binnen hun eigen mandateringsregelingen.
Hoewel de technische ondersteuning van bepaalde versies van Exchange stopt op 14 oktober 2025, heeft de leverancier al een nieuwere on-premise versie gelanceerd die wel ondersteund wordt.3
Feitelijk is de situatie dat alleen voor Microsoft Exchange 2016 en Microsoft Exchange 2019 vanaf 14 oktober 2025 geen support of beveiligingsupdates meer geleverd worden.
Ook zonder de door de leverancier aanbevolen upgrade door te voeren, zal de maildienst niet per 14 oktober ophouden met functioneren en gaat de maildienst ook niet automatisch uit eigen beheer. Voor blijvend betrouwbaar functioneren van de maildienst is een upgrade door Microsoft beschikbaar gesteld. Deze is bekend bij de dienstverleners van de Rijksoverheid.
Heeft de demissionaire status van het kabinet gevolgen voor besluitvorming van departementen over het wel of niet in beheer nemen van mailverkeer en gegevens?
Lopend beleid mag ten tijde van een demissionair kabinet worden uitgevoerd. Er zijn op dit moment bovendien geen zaken op digitaal terrein controversieel verklaard.
Welke departementen en organisaties zijn nu van plan om mailverkeer en gegevens in eigen beheer te nemen, welke hebben besloten dit niet te doen en welke moeten het besluit nog nemen?
Ten behoeve van de beantwoording van deze vraag is een uitvraag bij de grootste ICT-dienstverleners van de Rijksoverheid gedaan. Voor alle departementen geldt dat beheer van mailverkeer en gegevens nu en na 14 oktober volledig binnen een eigen on-premise omgeving plaatsvindt, behoudens de Ministeries van Economische Zaken (EZ), Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) en Klimaat en Groene Groei (KGG), waar -ook na 14 oktober- sprake is van een hybride situatie.
Ook bij een groot aantal uitvoeringsorganisaties als DUO, Rijkswaterstaat en Dienst Justitiële Inrichtingen vindt beheer van mailverkeer en gegevens nu en na 14 oktober volledig binnen een eigen on-premise omgeving plaats. Dit geldt ook voor de Belastingdienst, Toeslagen en de Douane. Wel heeft de Belastingdienst in het Jaarplan 2025, dat uw Kamer op 11 december 2024 heeft ontvangen, aangegeven dat de Belastingdienst voornemens is om in 2025 de kantoorautomatisering naar Microsoft365 te migreren. De implementatie van de migratie is op dit moment nog niet gestart. De applicaties binnen de primaire processen voor de heffing en inning blijven draaien in hun huidige on-premise omgeving, op door de Belastingdienst zelf beheerde servers. De Belastingdienst volgt de recente (geo)politieke ontwikkelingen en doorloopt, in afstemming met CIO Rijk, een zorgvuldig besluitvormingstraject. Zodra er een definitief besluit is genomen, zal uw Kamer hierover worden geïnformeerd.
Kunt u, in het licht van de recente sancties richting het Internationaal Strafhof, aangeven of mailverkeer en gegevens binnen de justitiële keten in Nederland vanaf 14 oktober 2025 in eigen beheer blijven?3
Het kabinet is zich ervan bewust dat afhankelijkheid van een klein aantal techaanbieders voor digitale diensten zorgt voor risico's op het vlak van o.a. concurrentiepositie, digitale open strategische autonomie en continuïteit van dienstverlening. Om deze risico’s te mitigeren wordt in het kader van onder meer de vernieuwing van het cloudbeleid voor de (rijks)overheid gekeken naar mogelijkheden om cloudtechnologie op verantwoorde wijze in te zetten.
Ook binnen de Justitiële keten bestaat aandacht voor deze risico’s en maken organisaties in overleg met hun ICT-leverancier passende keuzes om deze te mitigeren. Zo wordt bij de Hoge Raad de email verzonden, ontvangen en opgeslagen op servers die in eigen beheer zijn en verbiedt het cloudbeleid van de rechtspraak het gebruik van de cloud voor primaire processystemen. Voor de bedrijfsvoering maakt de Rechtspraak gebruik van Microsoft Exchange Online.
De Amerikaanse sancties tegen het Internationaal Strafhof zijn een specifieke maatregel voor een specifieke situatie en hebben geen inhoudelijke koppeling met onze nationale ICT-infrastructuur.
Wat zijn de politie, het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Rechtspraak en de Hoge Raad van plan te doen vanaf 14 oktober 2025? Worden deze organisaties eveneens kwetsbaar voor Amerikaanse sancties?
Zie antwoord vraag 6.
Kunt u bevestigen dat het Shared Service Center ICT (SSC-ICT) de migratie van 57.000 werkplekken van ambtenaren naar de Microsoft-cloud definitief niet doorzet en mailverkeer en gegevens zelf blijft beheren?
U bent per Kamerbrief reeds geïnformeerd over de geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland, waaronder de migratie van de werkplekken van SSC-ICT.5
Bent u bereid om, in lijn met de vele aangenomen Kamermoties die de digitale soevereiniteit van de overheid aanjagen, ervoor te zorgen dat alle departementen en overheidsorganisaties het goede voorbeeld van SSC-ICT volgen en gegevens in eigen beheer houden?
Departementen zijn zelf verantwoordelijk om te bepalen welke afwegingen zij maken rondom cloudgebruik. Dit dient plaats te vinden op basis van een gedegen risicoanalyse en het nemen van passende maatregelen. Zij nemen hierover besluiten binnen hun eigen mandateringsregelingen.
Kunt u toezeggen dat u en uw collega’s geen onomkeerbare stappen zullen zetten die de digitale afhankelijkheid van de Verenigde Staten (VS) doen toenemen, tenzij de Kamer anders besluit?
De Verenigde Staten is en blijft een belangrijke bondgenoot, niet op de laatste plaats voor onze welvaart en veiligheid. Nederland zet zich er daarom voor in dat we als EU blijven samenwerken en optrekken met de VS, maar tegelijkertijd moeten we als EU zelf meer verantwoordelijkheid nemen en ook eensgezind optrekken waar het onze kernbelangen betreft. Ik ben het wel met u eens dat een te grote afhankelijkheid van één of een enkele marktpartij(en) ongewenst is. In de afweging welke data we in eigen beheer dan wel in de public cloud verwerken, moeten strategische afhankelijkheden én marktconcentraties worden meegewogen.
Dit nemen wij momenteel mee in de aanscherping van het rijksbreed cloudbeleid, maar ook in de beleidskaders voor digitale autonomie en soevereiniteit van de overheid, en in de IT-sourcingstrategie Rijk. Ook zet ik mij deze kabinetsperiode in voor het realiseren van een soevereine overheidscloud als alternatief voor public clouddiensten. Deze voorziening moet de kloof overbruggen voor digitale dienstverlening waarvoor het gebruik van public cloud onwenselijk is, bijvoorbeeld vanwege de gevoeligheid van gegevens of wanneer ongewenste afhankelijkheden vermeden moeten worden.
Afhankelijkheden zijn echter niet te voorkomen en zijn ook niet altijd ongewenst. Het is van belang om op case-by-case basis zorgvuldige afwegingen te maken, om te bepalen waar en op welke wijze risicovolle strategische afhankelijkheden waar nodig voorkomen kunnen worden. Dit speelt op meer gebieden dan alleen cloud.
Het onderwerp «Strategische Autonomie» heeft uitgebreid aandacht van de Rijksoverheid. Onder andere middels de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA) en de medio dit jaar verwachte Visie digitale autonomie en soevereiniteit Overheid.
Bent u bereid om departementen en organisaties te helpen om mailverkeer en gegevens in eigen beheer te houden vanaf 14 oktober 2025, zodat de strategische afhankelijkheid van de VS niet groeit?
Zie de beantwoording van vraag 10. Voor het overgrote deel van de departementen en organisaties geldt dat zij dit al in eigen beheer hebben. De afweging om dit wel of niet zo te houden, is een departementale verantwoordelijkheid. De departementen nemen hierover besluiten binnen hun eigen mandateringsregelingen. CIO Rijk faciliteert het uitvoeren van goede risicoanalyses met beleid en handreikingen.
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en minstens één week voor het zomerreces beantwoorden?
De Kamervragen zijn zo spoedig mogelijk beantwoord.
              De explosieve stijging van fraude met visa en phishing | 
          |
              Barbara Kathmann (PvdA), Songül Mutluer (PvdA) | 
          |
David van Weel (minister justitie en veiligheid, minister asiel en migratie) , van Marum | 
              
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Bent u bekend met het bericht: «Fraude met visa explodeert, Nederlandse vakantiegangers al voor tienduizenden euro’s opgelicht: hier moet je op letten»? (De Telegraaf, 23 juli)
Ja.
Hoeveel meldingen van fraude bij visumaanvragen zijn er tot nu toe gedaan? In hoeveel gevallen ging dit om phishing?
Uit navraag bij de Fraudehelpdesk blijkt dat er in het jaar 2024 12 meldingen over fraude met visumaanvragen zijn geregistreerd. Deze meldingen hadden betrekking op valse websites waarop zogenaamd een visum aangeschaft kon worden. In de eerste helft van 2025 kreeg de Fraudehelpdesk 189 meldingen, waarvan 154 melders aangaven financieel te zijn gedupeerd. Ook het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude (CMI) heeft meldingen met betrekking tot fraude met visumaanvragen ontvangen. In 2024 ging het om 89 meldingen en in 2025 tot en met juli om 353 meldingen. Zowel de Fraudehelpdesk als het CMI schrijven de toename van het aantal meldingen toe aan de invoering (sinds 2 april 2025) van de verplichte ETA voor het Verenigd Koninkrijk, hoewel er ook andere typen visa tussen de meldingen zitten.
Er is op dit moment geen duidelijk verband te leggen tussen het aantal meldingen en in hoeveel gevallen hier sprake is van phishing. Phishing is een werkwijze die wordt ingezet door criminelen om bijvoorbeeld oplichting en fraude te plegen. Daarnaast wordt in het geval van een melding niet altijd aangegeven of het om phishing gaat. Er zijn meldingen over (valse) websites waarbij tussenpartijen te veel geld vragen voor het verzorgen van (kostenloze) visumaanvragen, maar vervolgens wel daadwerkelijk een geldig visum toesturen. Daarnaast zijn er meldingen waarbij melders denken dat zij een visumaanvraag doen en gegevens opgeven waarna er (soms meerdere keren) geld van hun creditcard wordt afgeschreven, maar er geen visum(aanvraag) wordt ontvangen.
Hoe verhoudt het aantal gemelde gevallen via de Fraudehelpdesk zich tot officiële aangiften bij politie en meldingen bij visumverlenende instanties?
Er zijn op dit moment geen betrouwbare cijfers beschikbaar over het aantal aangiften over visumverstrekking bij de politie, noch over de verhouding van het aantal meldingen bij andere instanties dan de politie. Fraude met visa wordt net als phishing niet als aparte categorie geregistreerd en is daarmee niet eenvoudig uit het politiesysteem te halen. In de Veiligheidsagenda 2023–2026 zijn streefnormen voor de politie afgesproken omdat de groei van gedigitaliseerde criminaliteit moet worden geremd.1 Hier valt ook de bestrijding van online fraude onder. Er is geen centrale registratie van meldingen van visumverlenende instanties (zoals ambassades). Als mensen met deze vorm van fraude geconfronteerd worden, roep ik hen op aangifte te doen bij de politie.
Wat is de rol van reizigers-adviesportals en luchtvaartmaatschappijen in het informeren over officiële visumkanalen? Wordt er samengewerkt om nepwebsites actief te signaleren?
Op de website www.nederlandwereldwijd.nl kan men het reisadvies van het land van bestemming lezen ter voorbereiding op de reis. Op de landenpagina staat een kopje met «Hoe bereid ik mijn reis voor?». Onder dit kopje staat onder andere uitgelegd of een visum nodig is en waar deze aangevraagd kan worden (met een link naar een officiële website). Op www.nederlandwereldwijd.nl wordt op alle Schengenvisum aanvraagpagina’s en inreisvisum aanvraagpagina’s het volgende geadviseerd: «Voorkom onnodige kosten en maak zelf uw afspraak. Maak geen afspraak bij een tussenpersoon.»
Desgevraagd geeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan dat op de aanvraagpagina’s van sommige landen nog een extra waarschuwing staat. Als een ambassade bijvoorbeeld signaleert dat er veel fraude plaatsvindt in een bepaald land, dan wordt de informatie aangevuld. Zo is er onlangs door de ambassade in Turkije verzocht om toe te voegen dat de klant geen tolk via een tussenpersoon moet regelen.
Zo nu en dan plaatsen ook Nederlandse ambassades in diverse landen op eigen initiatief voorlichting of waarschuwingen op hun social mediakanalen. Zo heeft de Nederlandse ambassade in India onlangs op haar Instagram en Facebook account een waarschuwing geplaatst voor fraude met visa, alsook een verwijzing naar de officiële website.
Wat doet u om online fraude via phishing te voorkomen en te bestrijden, onder andere bij visumaanvragen? Zijn deze maatregelen effectief gebleken?
In oktober 2024 zijn de Ministeries van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties gestart met de meerjarige publiekscampagne «Laat je niet interneppen», om Nederlanders te wapenen tegen verschillende vormen van online oplichting, waaronder phishing. In de campagne komen de diverse signalen en overtuigingstechnieken aan bod, die online criminelen gebruiken en krijgen mensen handelingsperspectief mee om online oplichting te kunnen herkennen. Uit het meest recente campagne-effectonderzoek blijkt onder meer dat mensen zich meer waakzaam voelen als gevolg van de campagne en dat Nederlanders het belangrijk vinden dat de Rijksoverheid op dit onderwerp campagne voert, maar dat (nog) niet meer mensen zich beter in staat voelen de signalen en overtuigingstechnieken te herkennen.2 De aanbevelingen uit het campagne-effectonderzoek zullen worden meegenomen bij de volgende flight van de campagne in september 2025.
Naast bewustwordingscampagnes werkt de Nederlandse overheid aan de doorontwikkeling van het Register Internetdomeinen overheid zodat burgers in dat register bij twijfel een snelle check kunnen doen of websites van de Nederlandse overheid zijn of niet. Het Register is te raadplegen via https://organisaties.overheid.nl/domeinen. Bij twijfel over de echtheid van websites kan bovendien contact worden opgenomen met de gratis Digihulplijn (Bereikbaar via telefoon en chat op 0800 - 1508). Ook loopt een impactonderzoek naar de haalbaarheid van invoering van een uniforme domeinnaamextensie voor websites van de overheid, te beginnen bij de Rijksoverheid. Een uniforme domeinnaamextensie zoals .gov.nl of .overheid.nl maakt in één keer duidelijk dat de overheid afzender is van een website en is, mits consequent toegepast, makkelijk te communiceren richting het publiek.
Daarnaast voert mijn ministerie de regie op de integrale aanpak van online fraude.3 De integrale aanpak online fraude heeft als doel om meerjarig gezamenlijk de krachten te bundelen, de onderlinge informatiepositie te verstevigen, het kennisniveau te verhogen, te weten en te doen wat werkt om sneller, flexibeler en effectiever op te kunnen treden tegen online fraude teneinde het aantal slachtoffers te verminderen. Partners in deze publiek-private samenwerking zijn onder andere de politie, het Openbaar Ministerie, VNO-NCW/MKB Nederland, de Consumentenbond, de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), COIN, Thuiswinkel.org, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Ministerie van Economische Zaken enhet Ministerie van Financiën. Het jaarbericht en het actieplan voor 2025 zijn in juni jl. door mijn ambtsvoorganger aan uw Kamer toegezonden.4
Hoeveel gevallen van phishing zijn er jaarlijks in Nederland? Welk aandeel van de gevallen van online oplichting betreft phishing?
Bij de politie wordt phishing niet als een apart delict geregistreerd en daarom zijn hier geen precieze cijfers over te delen. Dit komt omdat phishing vaak een middel is om verschillende soorten criminaliteit te kunnen plegen.
Wel blijkt uit de Veiligheidsmonitor 2024 van het Centraal Bureau voor de Statistiek dat krap 1 procent van de mensen in 2024 zich slachtoffer noemt van phishing. Bij 17 procent van de slachtoffers ging het om wangirifraude: de dader probeert het slachtoffer te laten terugbellen naar (dure) betaalnummers. Verder kreeg 12 procent te maken met beleggingsfraude en eenzelfde deel werd slachtoffer van bankspoofing, waarbij de oplichter zich voordoet als een bankmedewerker. Nepboetes of nepfacturen werden door 11 procent van de slachtoffers genoemd. Vriend-in-nood-fraude, waarbij iemand geld betaalde aan een zogenaamde bekende (via een nepbericht of voice cloning), en nepacties troffen respectievelijk 9 en 6 procent van de slachtoffers. De andere vormen van phishing werden door 4 procent of minder genoemd.5
Bent u bekend met Belgische phishing-schild, het BAPS-Systeem, waarmee in 2024 zo’n 1,6 miljoen verdachte links zijn gedetecteerd en omzeild op basis van meldingen van burgers?1
Ja.
Kunt u nader toelichten wat het doel en de reikwijdte is van de pilot met een Anti-Phishing Shield (APS) die u heeft aangekondigd in deze zomer?2 Welke partijen zijn hier bij betrokken?
Het doel van de pilot is de effectiviteit van het Anti-Phishing Shield (APS) in kaart brengen. Op basis van de resultaten van de pilot wordt beoordeeld of een structureel APS in Nederland wenselijk is.
De pilot wordt uitgevoerd door het Nationaal Cyber Security Center in samenwerking met KPN en is gericht op een beperkte klantengroep van KPN. Deze groep heeft zich op vrijwillige basis via opt-in aangemeld voor de dienst Veilig browsen van KPN. Dit is een malwarefilter dat ervoor zorgt dat apparaten veilig online gaan. De denial list (een lijst van bronnen die als onveilig of verdacht zijn aangemerkt) uit deze APS-pilot wordt hierin verwerkt. Hiermee sluit de pilot aan bij de maatregelen die KPN al neemt binnen de bestaande, versterkte beveiliging voor KPN-klanten. De pilot wordt op een later moment mogelijk uitgebreid met meerdere partijen uit de telecomsector.
Wanneer verwacht u de uitkomsten van deze pilot? Koppelt u deze terug aan de Kamer met een voorstel voor vervolgstappen?
De pilot is eind juli 2025 gestart en duurt zes maanden. De pilot wordt tussentijds en na afloop geëvalueerd. Op basis hiervan wordt een advies voor een eventuele landelijke uitrol uitgebracht. U wordt in de volgende Kamerbrief over de integrale aanpak van cybercrime geïnformeerd over het vervolg van het APS.
Op welke manier is de Autoriteit Consument & Markt als toezichthouder betrokken bij de pilot? Hoe gaat u tegemoetkomen aan zorgen over netneutraliteit?
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) is als onafhankelijke toezichthouder niet actief betrokken bij de pilot. In een eerder stadium is het APS met de ACM besproken. De pilot vindt plaats binnen de geldende wettelijke kaders. Uitgangspunt bij netneutraliteit is dat de internetaanbieder de toegang tot het internet niet mag beperken, vanwege het recht op open toegang tot het internet. Hierbij gelden in het kader van de Europese netneutraliteitsverordening enkele uitzonderingsmogelijkheden. Zo mag een internet serviceprovider wél beperkingen opleggen indien – en slechts zolang – dit nodig is om de integriteit en de veiligheid van het netwerk van de eindgebruikers te beschermen. Er dient daarbij een afweging gemaakt te worden over wanneer en onder welke omstandigheden dergelijke beperkingen noodzakelijk zijn. Binnen de pilot is het aan de deelnemende partijen om na te gaan of hun werkwijze in lijn is met de regels inzake netneutraliteit. Zie ook het antwoord op vraag 8.
Wat doet u nog meer om slachtoffers van phishing te voorkomen? Hoe stimuleert u commerciële oplossingen om verdachte websites te blokkeren, met respect voor netneutraliteit?
Binnen de integrale aanpak cybercrime bestaan er meerdere initiatieven en worden in samenwerking met de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, en Economische Zaken voorlichtingscampagnes gehouden om ervoor te zorgen dat mensen zich kunnen beschermen tegen phishing. Enkele voorbeelden hiervan zijn de campagnes «Laat je niet interneppen» over online oplichting, «Dubbel beveiligd is dubbel zo veilig» over tweefactorauthenticatie, en «Doe je updates» over het uitvoeren van updates op slimme apparaten. Hierover bent u in de afgelopen Kamerbrief integrale aanpak cybercrime geïnformeerd.
Ik sta in beginsel positief tegenover commerciële oplossingen die mensen tegen online criminaliteit beschermen. Ook dergelijke oplossingen dienen te worden uitgevoerd binnen de geldende wet- en regelgeving.
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden?
Ja.
              De groeiende afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten | 
          |
              Jesse Six Dijkstra (NSC), Barbara Kathmann (PvdA) | 
          |
Eddy van Hijum (minister sociale zaken en werkgelegenheid, minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA), Zsolt Szabó (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) | 
              
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Bent u bekend met het bericht: «Overheidsorganisaties blijven in de Amerikaanse cloud, ondanks zorgen in de Tweede Kamer»?1 Bent u tevens bekend met het feit dat de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof onlangs de toegang tot Microsoft-diensten is ontzegd op laste van de Amerikaanse regering?
Ja.
Kunt u bevestigen dat het UWV en de SVB, die BNR met vijftien andere overheidsorganisaties onder de loep heeft genomen,2 de overstap naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners niet heroverwegen? Zo ja, kunt u dit besluit onderbouwen?
Het Kabinet is het met de indieners eens dat zorgvuldige afwegingen bij cloudmigraties van groot belang zijn. Daarom moeten volgens het huidige beleid al een reeks van aspecten afgewogen worden. Onderdelen van de Rijksdienst zijn verplicht het Rijksbreed cloudbeleid 2022 te volgen. Hierin wordt reeds aandacht besteed aan de risico’s rondom marktconcentratie. Zbo’s zijn niet verplicht het Rijksbreed cloudbeleid te volgen, maar het wordt hen wel aangeraden. Daarnaast zijn zbo’s verplicht – op basis van de Kaderwet zbo’s – om op de voet van de ter zake voor de Rijksdienst geldende voorschriften maatregelen te nemen.
De continuïteit van de dienstverlening, nationale veiligheid en publieke waarden zijn daar verdere voorbeelden van. Ook dienen beveiligingsmaatregelen genomen te worden en risicoanalyses geactualiseerd te worden wanneer daar aanleiding toe is. In de herziening van het rijksbreed cloudbeleid wordt tevens aandacht besteed aan het verder beperken van afhankelijkheid van enkele leveranciers, de zogeheten marktconcentratie- en continuïteitsrisico’s.
Ja. SZW (inclusief de Nederlandse Arbeidsinspectie), UWV en de SVB volgen de geopolitieke ontwikkelingen en de reacties vanuit de Tweede Kamer en de demissionair Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties nauwgezet. De herziening van het rijksbreed cloudbeleid zal leiden tot een herziening van het eigen cloudbeleid. Aan de hand van het herziene beleid worden de keuzes voor digitale middelen geëvalueerd. Voor de UWV en SVB geldt dat zij niet vallen onder het rijkscloudbeleid, maar wel de belangrijke elementen uit het rijkscloudbeleid overnemen in hun eigen cloudbeleid.
Welke processen, registers, (mail)communicatiediensten en/of organisatieonderdelen die onder uw verantwoordelijkheid vallen, zijn op dit moment reeds ondergebracht in de cloud van Amerikaanse dienstverleners?
Voor de beantwoording limiteren wij ons tot het gebruik van materieel public cloudgebruik. Materieel public cloudgebruik is gebruik van public clouddiensten ten behoeve van het uitvoeren van de primaire taak van een organisatie. Met andere woorden, voor de organisatie is die (cloud)dienst van wezenlijk belang.
Voor SZW geldt dat er geen processen, registers, (mail)communicatiediensten en/of organisatieonderdelen zijn ondergebracht in de public cloud van Amerikaanse dienstverleners. SZW maakt wel gebruik van een aantal softwareleveranciers die applicaties als SaaS (Software as a Service) oplossing leveren en daarbij gebruik maken van Amerikaanse clouddienstverleners. Dit betreft diverse nuttige tools, websites en een tiental toepassingen ter ondersteuning van processen voor de primaire taak van de organisatie. Verder maakt SZW gebruik van de rijkswerkplek, inclusief communicatiediensten, die door SSC-ICT (BZK) wordt geleverd.
UWV maakt gebruik van dienstverlening van Microsoft volgens de afspraken van SLM (Strategisch Leveranciersmanagement) Microsoft Rijk voor kantoorautomatisering. Daarnaast wordt er voor enkele niet-primaire processen gebruik gemaakt van ondersteunende software van een Amerikaanse leverancier.
De SVB gebruikt in beperkte mate clouddiensten voor primaire processen waar het risicoprofiel dat toestaat. Voor de secundaire processen wordt gebruik gemaakt van clouddiensten voor publicatieprocessen, communicatiediensten, samenwerkingsprocessen, datawarehouse-/ business intelligenceprocessen, en IT-systeemontwikkelprocessen.
Kunt u een overzicht geven van de geplande en voorgenomen migraties naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners, daar waar het uw departement, het UWV, de SVB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag betreft?
Ten behoeve van de Kamerbrief van 22 november 20243 is een uitvraag gedaan bij alle departementen ten behoeve van een overzicht van alle geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland. Het Ministerie van Defensie is daarin buiten beschouwing gelaten omdat zij buiten de scope van het Rijksbreed cloudbeleid vallen. Dit neemt niet weg dat Defensie wel gebruik maakt van clouddiensten. De departementen zijn zelf verantwoordelijk voor de implementatie van het cloudbeleid en daarom is het hun eigen afweging en invulling over wat zij onder (materiële) cloudmigraties verstaan.
Voor dit overzicht verwijst het Kabinet naar de Kamerbrief over geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland van 22 november jl.
SZW heeft geen geplande of voorgenomen migratie naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners, zoals ook gecommuniceerd in de kamerbrief van november vorig jaar.
UWV maakt gebruik van verschillende Microsoft clouddiensten, waarbij een traject richting het gebruik van een vernieuwd CRM (Customer Relationship Management)-systeem voor toepassing binnen de dienstverlening van UWV zich in implementatie bevindt. Ook heeft UWV onlangs een aanbesteding voor een nieuwe ERP (Enterprise Resource Planning)-systeem gepubliceerd. Cloudgebruik vormt hierin een belangrijk uitgangspunt.
De SVB voorziet op dit moment geen grootschalige nieuwe migraties naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners. Wel wordt op dit moment ingezet op Azure cloud voor de uitwijkvoorziening voor de kleine regeling van Verzetsstrijders en oorlogsslachtoffers (V&O). Er wordt daarnaast voortgebouwd op het bestaande gebruik van Microsoft 365 en Azure, binnen de kaders van het centrale Rijkscontract. Hiertoe is de SVB genoodzaakt omdat er geen alternatieven in infrastructuur zijn.
Kunt u illustreren wat de directe gevolgen zouden zijn voor de continuïteit van de processen, dienstverlening en dataopslag binnen uw departement, het UWV, de SVB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag, wanneer deze de toegang tot Amerikaanse digitale dienstverlening zouden worden ontzegd, zowel op dit moment als na de geplande en voorgenomen migraties? Welke merkbare gevolgen zou dit hebben voor Nederlandse burgers en voor de samenleving? Hoe gaat u ervoor zorgen dat die risico’s gemitigeerd worden?
De Verenigde Staten is en blijft een belangrijke bondgenoot, niet op de laatste plaats voor onze welvaart en veiligheid. Nederland zet zich er daarom voor in dat we als EU blijven samenwerken en optrekken met de VS, maar tegelijkertijd zelf verantwoordelijkheid nemen en ook eensgezind met de EU optrekken waar het onze kernbelangen betreft. Het kabinet is het wel met u eens dat een te grote afhankelijkheid van één of enkele marktpartijen ongewenst is. In de afweging welke data we in eigen beheer dan wel in de public cloud verwerken, moeten strategische afhankelijkheden én marktconcentraties worden meegewogen.
Dit nemen wij momenteel mee in de herziening van het Rijksbreed cloudbeleid, maar ook in de beleidskaders voor digitale autonomie en soevereiniteit van de overheid, en in de IT-sourcingstrategie Rijk. Ook zet het Kabinet zich in voor een verkenning naar een soevereine overheidscloud als alternatief voor public clouddiensten.
Deze voorziening moet de kloof overbruggen voor digitale dienstverlening waarvoor het gebruik van public cloud onwenselijk is, bijvoorbeeld vanwege de gevoeligheid van gegevens of wanneer ongewenste afhankelijkheden vermeden moeten worden.
Afhankelijkheden zijn echter niet te voorkomen en zijn ook niet altijd ongewenst. Het is van belang om op case-by-case basis zorgvuldig afwegingen te maken, om te bepalen waar en op welke wijze risicovolle strategische afhankelijkheden waar nodig voorkomen kunnen worden. Dit speelt op meer gebieden dan alleen cloud.
Het onderwerp «Strategische Autonomie» heeft uitgebreid aandacht van de Rijksoverheid. Onder andere middels de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA) en de medio dit jaar verwachte Visie digitale autonomie en soevereiniteit overheid.
Voor SZW geldt dat de gevolgen van eventuele uitval van de dienstverlening hoogstwaarschijnlijk te ondervangen is door een andere werkwijze waarbij de impact voor de burgers en samenleving klein is. Ook is binnen SZW een programma digitale weerbaarheid gestart om dergelijke risico’s verder te mitigeren.
UWV is voor de continuïteit van zijn dienstverlening afhankelijk van IT-dienstverleners. Om mogelijke problemen te ondervangen zijn in het kader van Business Continuity Management samen met SZW, ketenpartners en leveranciers crisisplannen opgesteld om essentiële bedrijfsprocessen te blijven uitvoeren, ondanks externe afhankelijkheden. In het licht van de toegenomen aandacht voor digitale weerbaarheid heeft UWV zijn inzet op Business Continuity Management geïntensiveerd.
Voor de SVB geldt dat de informatiesystemen voor de uitvoering van de verschillende wetten en regelingen zelf niet in de publieke cloud draaien, met uitzondering van de kleinschalige regeling V&O. Een abrupte ontzegging van toegang tot Amerikaanse clouddiensten raakt wel essentiële ondersteunende processen zoals e-mail, samenwerking (via Teams), documentuitwisseling, ontwikkelomgevingen, web portalen en securitymonitoring en leidt daarmee tot verstoring in de dienstverlening. Bovendien wordt een deel van de communicatiestructuur getroffen. De huidige regelingen worden met het kernsysteem buiten de cloud uitgevoerd.
Kunt u onderbouwen wat Amerikaanse wetgeving, zoals de CLOUD Act en de Foreign Intelligence Surveillance Act, in het ergste geval betekent voor de vertrouwelijkheid van de data die uw departement, het UWV, de SVB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag hebben opgeslagen in de cloud van Amerikaanse dienstverleners? Wat zou het gevolg zijn voor Nederlandse burgers en de samenleving wanneer al deze data tezamen in handen van een statelijke actor zou belanden?
Diverse landen kennen wet- en regelgeving met extraterritoriale werking die medewerking aan veiligheidsdiensten verplicht, zoals de CLOUD Act in de VS. Dergelijke wet- en regelgeving kan, in bepaalde gevallen mogelijk leiden tot ongewenste toegang tot Nederlandse gegevens wanneer dit conflicteert met regelgeving als de AVG. Op basis van het advies van GreenbergTraurig kan echter geconcludeerd worden dat in het geval van de CLOUD Act het risico klein is.4
Ongeacht de wijze van verkrijging, is het in ieder geval onwenselijk dat alle data tezamen in handen van een statelijke actor kunnen belanden. Om dit te voorkomen kent het huidige Cloudbeleid al diverse regels omtrent de typen data die in de public cloud verwerkt mogen worden. In de herziening van het Cloudbeleid wordt ook hier aandacht aan besteed.
SZW volgt het rijkscloudbeleid, waarin altijd een risicoafweging wordt gemaakt. Op dit moment is geen sprake van opslag van bijzondere persoonsgegevens in de public cloud van Amerikaanse dienstverleners buiten de Europese Economische Ruimte (EER).
Ook UWV volgt, hoewel niet verplicht voor zbo’s, het Rijksbrede cloudbeleid en bijbehorende voorwaarden met bijbehorende risicoafweging voor gebruik van clouddiensten. Opslag en verwerking van persoonsgegevens vindt plaats conform geldende privacy-vereisten uit de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). UWV hanteert binnen het primaire proces als beleidsuitgangspunt dat persoonsgegevens in zaakdossiers verwerkt worden. Op dit moment worden voor zover UWV bekend zaakdossiers enkel binnen de EER verwerkt.
De SVB is zich bewust van de risico’s die voortvloeien uit Amerikaanse wetgeving. Daarom worden binnen publieke clouddiensten van Amerikaanse aanbieders géén bijzondere persoonsgegevens verwerkt. Bij het gebruik van Azure kiest de SVB expliciet voor datacenters binnen de EU, conform het principe van datalokalisatie. De continuïteit van de dienstverlening is maatschappelijk relevant, wat aanleiding is voor zorgvuldige inzet van digitale infrastructuur en leveranciersbinding.
Heeft u migraties naar digitale diensten van Amerikaanse techgiganten stopgezet of heroverwogen naar aanleiding van de aangenomen motie-Kathmann c.s.3 die hiertoe oproept?
Bij iedere migratie naar de Public Cloud moet zorgvuldig overwogen worden of de migratie leidt tot risico’s. Er zijn migraties heroverwogen naar aanleiding van onder meer de motie Kathmann. Met bijvoorbeeld als gevolg dat verwerking van data alleen binnen de EER plaatsvindt.
Zie verder vraag 2.
SZW, UWV en de SVB kijken heel zorgvuldig naar de risico’s, en hebben geen migraties stopgezet of heroverwogen naar aanleiding van de motie.
Hoe geven uw departement, het UWV, de SVB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag voorts invulling aan de aangenomen motie-Six Dijkstra c.s.4 die oproept om als doelstelling te hanteren dat de continuïteit van digitale overheidsdienstverlening niet rechtstreeks afhankelijk is van partijen uit de Verenigde Staten?
SZW, UWV en de SVB volgen de geopolitieke ontwikkelingen en de reacties vanuit de Tweede Kamer en de demissionair Minister van BZK nauwgezet. Dit zal leiden tot een herziening van het rijkscloudbeleid en daarmee ook aanscherping van het eigen cloudbeleid van SZW, UWV en de SVB en strikte toetsing op elke voorgenomen uitbreiding.
Kunt u toezeggen dat de afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten binnen uw departement, het UWV, de SVB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag niet verder zal toenemen, en dat het bevorderen van de strategische autonomie van Nederland en / of Europa het uitgangspunt is bij elk besluit omtrent digitale diensten dat onder uw gezag genomen wordt?
Zie vraag 5.
Bij het antwoord op vraag 5 zijn de overwegingen uiteengezet. SZW volgt het herziene rijksbrede cloudbeleid.
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden vóór het notaoverleg over de initiatiefnota «Wolken aan de horizon»5 van 2 juni a.s.?
De verzending heeft zo spoedig mogelijk plaatsgevonden.
Bent u ervan op de hoogte dat de Europese Commissie in het komende jaar een nieuw besluit zal nemen over de voorwaarden waaronder de 2GHz-radiofrequentie, ook wel bekend als het S-band spectrum, gebruikt mag worden?
Bent u ervan op de hoogte dat de twee bedrijven1 die in 2007 voor 20 jaar de licenties van het spectrum in handen kregen inmiddels zijn overgekocht door Amerikaanse partijen?2 Wat vindt u ervan dat deze licenties voor satellietcommunicatie niet meer in Europese handen zijn?
Hoe reageert u op het gegeven dat het Amerikaanse SpaceX voor 17 miljard dollar aan communicatiefrequentie koopt bij EchoStar Corporation om particulier te gebruiken in het netwerk van Starlink?3 Is dit in lijn met uw visie op de vraag hoe de 2GHz-frequentie gebruikt zou moeten worden?
Kunt u het vervolgproces toelichten over de vraag hoe de voorwaarden worden opgesteld waaronder de 2GHz-frequentie in de toekomst gebruikt mag worden? Op welke momenten vindt hierover besluitvorming plaats en wanneer worden er onomkeerbare besluiten genomen?
Heeft de 2GHz-frequentie een strategisch belang, bijvoorbeeld voor defensieve of civiele doeleinden? Kunt u schetsen op welke manieren de frequentie in de komende 18 jaar gebruikt kan worden?
Is bij u bekend of door het directoraat-generaal Defensie en Ruimte (DEFIS) een behoefte is geformuleerd om de 2GHz-frequentie voor het IRIS2-netwerk te gebruiken? Zo ja, kunt u toelichten wat deze behoefte is?
Wat is uw visie op de ontwikkeling van een «direct-to-device» functie, waarmee communicatie tussen satellieten en doorsnee smartphones mogelijk wordt? Verwacht u dat dit een veelgebruikte toepassing gaat zijn voor consumenten of dat dit strategische toepassing voor defensie zal ondersteunen? Voor welk van deze doeleinden zal de 2GHz-frequentie in de toekomst worden ingezet?
Deelt u de zorgen dat Deutsche Telekom, een (toekomstig) afnemer van de «direct-to-device» diensten van Starlink,4 belang heeft bij het verlenen van de 2GHz-frequentie aan een bedrijf dat zaken doet met SpaceX en tegelijkertijd betrokken is bij de besluitvorming van de Europese Commissie?
Heeft u kennisgenomen van het adviesrapport van Detecon, een consultancybedrijf dat onder Deutsche Telekom valt, waarin de Europese Commissie wordt geadviseerd over de voorwaarden waaronder de 2GHz-frequentie in de toekomst verleend moet worden?5 Wat is uw reactie op dat rapport?
Hoe borgen de Europese Commissie en lidstaten de onafhankelijkheid van de adviezen die worden betrokken bij de besluitvorming over het (mogelijke) toekomstige gebruik van de licenties voor de 2GHz-frequentie?
Welke kaders gelden er voor de wijze waarop de Europese Commissie de licenties voor dit spectrum vaststelt? Aan welke voorwaarden moeten de licentiehouders (gaan) voldoen? Hoe wordt gewaarborgd dat deze licenties ten goede komen aan de Europese economie en autonomie?
Wat zijn de uitkomsten van de consultatieronde van de Commissie bij de belanghebbenden rond deze spectrumbanden?6 Welke belanghebbenden zijn er? Zijn er Nederlandse belanghebbenden en hoe worden hun belangen meegewogen in de besluitvorming?
Heeft Nederland een zienswijze over de voorwaarden waaronder de Europese Commissie voor de komende achttien jaar het gebruik van het 2GHz-frequentie moet aanbieden? Zo ja, kunt u die toelichten?
Bent u het ermee eens dat toegang tot de 2GHz-frequentie niet aan de hoogste bieder moet worden verkocht, maar aan partijen die het maatschappelijk en strategische belang van de Europese Unie dienen?
Bent u het ermee eens dat, gezien vanuit het perspectief van strategische autonomie en gezien de gespannen geopolitieke situatie, het van het grootste belang is dat de marktpartijen die toegang krijgen tot de 2GHz-frequentie volledig Europees zijn?
Bent u het ermee eens dat het niet wenselijk is dat slechts één of enkele zeer grote telecomaanbieder(s) uit de grootste Europese landen toegang hebben tot dit spectrum ten koste van aanbieders uit kleinere landen?
Bent u het ermee eens dat het wenselijk is dat er rond de 2GHz-frequentie een volwaardige wholesalemarkt (groothandelsmarkt) ontstaat, waar ook telecomaanbieders uit kleinere Europese landen toegang tot hebben en hierop innovatieve diensten kunnen ontwikkelen?
Bent u bereid om aan te geven bij de Europese Commissie dat Nederland als voorwaarde stelt dat de 2GHz-frequentie alleen voor Europese partijen beschikbaar komt, en dat hierbij uitgesloten wordt dat bedrijven achteraf door niet-Europese partijen worden overgekocht?
Is het mogelijk om in de voorwaarden die de Europese Commissie stelt op te nemen dat de partijen die de 2GHz-frequentie mogen gebruiken, worden verplicht om andere betrouwbare partijen wholesale toegang tot de frequentie te verlenen, zodat zij hier ook gebruik van kunnen maken?
Bent u eveneens bereid om ervoor te pleiten dat de gegunde partijen op nationaal en internationaal niveau toegang moeten verlenen tot de 2GHz-frequentie aan andere betrouwbare partijen, zodat er geen risico ontstaat op een mono- of duopolie in heel Europa?
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden, nog vóórdat er onomkeerbare stappen worden gezet door de Europese Commissie?
              Het afhandelen van de hack op Clinical Diagnostics en de gevolgen voor gedupeerden | 
          |
              Barbara Kathmann (PvdA) | 
          |
              van Marum , Judith Tielen (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) | 
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Wat zijn de meest recente ontwikkelingen rondom het datalek bij het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker?
Wat is de stand van zaken omtrent de maatregelen die u aankondigde in uw brief van 1 september 2025?1 Kunt u dit per maatregel toelichten?
Zijn inmiddels alle gedupeerden op de hoogte dat zij getroffen zijn door het datalek en is voor hen duidelijk welke data van hen is buitgemaakt?
Heeft u gemerkt dat het datalek heeft geleid tot een lagere bereidheid om mee te doen aan volgende bevolkingsonderzoeken? Wat doet u om de deelname op peil te houden?
Is gebleken dat gedupeerden van het datalek vaker het doelwit zijn van phishing, fraude en andere online criminaliteit? Heeft u cijfers of analyses waaruit dit blijkt?
Hoe lang blijft het klantcontactcentrum van Bevolkingsonderzoek Nederland bereikbaar voor gedupeerden? Zorgt u ervoor dat gedupeerden altijd ergens terecht kunnen met zorgen en vragen?
Heeft u op basis van uw contact met gedupeerden, of op basis van hun klachten en signalen, aanvullende acties ondernomen om tegemoet te komen aan hun behoeften?
Bent u bekend met maatschappelijke initiatieven, zoals de Digitale Dolle Mina’s, die gedupeerden samenbrengen en informatie verschaffen?2 Hoe trekt u samen met deze initiatieven op om gedupeerden te bereiken?
Is inmiddels duidelijk geworden hoe de hack en het datalek plaats hebben kunnen vinden? Zo ja, welke oorzaak lag daaraan ten grondslag en hoe gaat dit in de toekomst worden voorkomen? Zo nee, wanneer kan de Kamer de uitkomst van dat onderzoek verwachten?
Voert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) vooraf checks uit naar de informatieveiligheid van partnerorganisaties bij nieuwe samenwerkingen, zoals laboratoria? Zo ja, wat zijn de aandachtspunten van de IGJ bij die checks? Zo nee, waarom wordt dat niet gedaan?
Zijn er aanvullende beveiligingsmaatregelen die dit kabinet gaat invoeren om de tijd totdat de behandeling van de Cyberbeveiligingswet is afgerond te overbruggen? Zo ja, welke maatregelen zijn dat? Zo nee, hoe gaat u ervoor zorgen dat het risico op datalekken zoals deze zo klein mogelijk wordt?
Hebben de politie en het Openbaar Ministerie vooruitgang kunnen boeken in het vinden van de datasets op het dark web en ook in het vinden van de daders? Heeft Z-CERT bij het monitoren van de data al gezien dat het op het dark web is verschenen?
Heeft u collega-bewindspersonen op de hoogte gesteld van deze casus en van het belang van gegevensbeveiliging om dergelijke incidenten buiten de zorg ook te voorkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, heeft het kabinet een plan gemaakt om bij alle departementen en hun ketenpartners het risico op datalekken te verminderen?
Kunt u aangeven wanneer verdere informatie en uitkomsten van lopende onderzoeken naar de Kamer worden gestuurd en met betrokkenen worden gedeeld?
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden en, indien van toepassing, betrekken bij de eerstvolgende periodieke update aan de Kamer over het datalek?
              De overstap van de Belastingdienst naar Microsoft | 
          |
              Jesse Six Dijkstra (NSC), Barbara Kathmann (PvdA) | 
          |
              Heijnen , van Marum | 
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Bent u bekend met het bericht «Belastingdienst verplaatst mail naar Microsoft, ondanks zorgen over meekijken VS»?1
Maakt de overstap van de Belastingdienst naar Microsoft 365 onze overheid meer of minder afhankelijk van de Verenigde Staten?
Is er, conform de aangenomen motie-Kathmann c.s. (Kamerstuk 26 643, nr. 1315), een onafhankelijke onderbouwing opgesteld voor de noodzaak van de overstap naar Microsoft? Zo ja, kunt u deze delen?
Waarom houdt u het mailverkeer niet in eigen beheer, zoals verzocht in de motie-Kathmann/Six Dijkstra (Kamerstuk 36 740, nr. 20)? Hoe bent u van plan om deze motie alsnog uit te voeren?
Acht u de keuze voor de Belastingdienst om de eigen ICT te verhuizen naar Microsoft in het belang van de strategische autonomie, waarover de demissionaire premier op 30 september 2025 nog uitsprak dat bestuurders dit prioriteit moeten geven?2
Acht u het onafhankelijk en onomstotelijk bewezen dat er geen Europese oplossing voor de Belastingdienst beschikbaar is? Uit welke onafhankelijke onderbouwing blijkt dit?
Hoeveel en welke Europese alternatieven heeft u precies onderzocht en waarom waren deze ontoereikend? Kunt u de documentatie delen waaruit blijkt dat deze alternatieven niet voldoen aan de gestelde eisen?
Welke eisen voor functionaliteit, veiligheid en continuïteit hanteert de Belastingdienst? Zijn deze zodanig geformuleerd dat ze niet voorsorteren op een overstap naar Microsoft 365?
Kunt u alle documentatie over de risico-afweging die is gemaakt om de keuze voor Microsoft 365 te onderbouwen met de Kamer delen, waaronder de aanvullende afspraken die zijn gemaakt met de leverancier?
Kunt u de gekozen exitstrategie met de Kamer delen? Is negen maanden om over te stappen van de Microsoft 365-omgeving snel genoeg in het geval van een acute stopzetting van de dienstverlening door de leverancier?
Bent u zich ervan bewust dat Amerikaanse bedrijven die gegevens op Europees grondgebied stallen, alsnog moeten voldoen aan surveillanceverplichtingen die volgen vanuit nationale wetgeving, zoals de CLOUD Act en de Foreign Intelligence Surveillance Act?
Is, met inachtneming van vraag 9, het stallen van gegevens op Microsoft-datacentra binnen de Europese Economische Ruimte een legitiem middel om risico’s voor de autonomie en nationale veiligheid weg te nemen?
Kunt u alle documentatie over de afweging die is gemaakt voor de andere drie scenario’s in volledigheid met de Kamer delen?3
Op basis van het onderzoek dat is verricht naar Europese alternatieven, op welke termijn wordt een migratie naar Europese alternatieven mogelijk? Zet u zich actief in om dit te bewerkstelligen?
Waarom bent u slechts voornemens om te migreren naar Europese alternatieven als zij op een vergelijkbaar niveau zitten als Microsoft, als u het belang van digitale autonomie en nationale veiligheid onderschrijft?
In hoeverre bent u bereid om digitale autonomie, kennisbehoud en data- en nationale veiligheid in te leveren ten behoeve van functionaliteit en productiviteit?
Welke delen van het werkproces komen in de Amerikaanse cloud te staan? Komen ook «rulings» van de Belastingdienst, die gevoelige informatie over belastingheffing bevatten, en bedrijfsgevoelige informatie in de Microsoft-omgeving te staan?
Is het migreren van maildiensten naar Microsoft een reden om bepaalde informatie niet binnen de werkomgeving van de Belastingdienst te bespreken, communiceren, of op te slaan?4
Is het risico op weglekken van data naar derden onderzocht? Kan u bewijzen dat er géén risico’s zijn dat gevoelige informatie onbeveiligd wordt uitgewisseld in de nieuwe situatie?
Kunt u toelichten welke primaire processen nog wel in het Nederlandse datacentrum blijven draaien en welke afweging daarbij is gemaakt? Welke beheer- en beveiligingsapplicaties worden verplaatst naar de publieke cloud en waarom vallen deze niet onder primaire processen?
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden en toezeggen dat de Belastingdienst geen onomkeerbare stappen zet totdat deze vragen zijn beantwoord?
              Het besluit van de rechter dat Meta aanbevelingsalgoritmen moet aanpassen | 
          |
              Barbara Kathmann (PvdA) | 
          |
              van Marum , Karremans | 
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Bent u bekend met het bericht «Nederlandse organisatie wint zaak: tijdlijn Facebook en Instagram moet anders»?1
Kunt u toezeggen dat, als het vonnis van de rechter standhoudt, u zal pleiten om de strengere nationale norm voor meer keuzevrijheid in de algoritmes op sociale media als Europese standaard te hanteren?
Deelt u de mening dat niet de rechter, maar de toezichthouder moet afdwingen dat bedrijven als Meta de Europese wet- en regelgeving naleven?
Wat gaat u doen om toezichthouders als de Autoriteit Consument & Markt en de Autoriteit Persoonsgegevens in staat te stellen om proactief toe te zien op de naleving van Europese wet- en regelgeving?
Waarom maakt de Rijksoverheid nog steeds gebruik van online platforms die de Europese wet- en regelgeving niet naleven? Hoe treedt u normerend op tegen de desbetreffende techbedrijven?
Wat doet u om maatschappelijke organisaties, zoals Bits of Freedom, te ondersteunen in hun acties om grote techbedrijven ter verantwoording te roepen?
Bent u bereid om, in zoverre mogelijk, bijstand te verlenen aan maatschappelijke organisaties die juridisch de strijd aan gaan met grote techbedrijven die willens en wetens de wet niet naleven?
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
              TikTok-algoritmes en extremisme | 
          |
              Barbara Kathmann (PvdA) | 
          |
              Karremans , van Marum , Foort van Oosten (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) | 
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Bent u bekend met het artikel «TikTok bezorgt extreemrechtse livestreamers extra publiek om winst te vergroten»?1
Wat is uw reactie op het artikel?
Vindt u het acceptabel dat TikTok, volgens berichtgeving in de NRC, met haar aanbevelingsalgoritmes rechts-extremistische content bevoordeelt?
Vindt u dat elk groot online platform, waaronder TikTok, moet beschikken over een stevig nationaal moderatieteam die vanuit de eigen context content kan beoordelen? Is dit nu op orde?
Welke risico’s ziet u voor de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober 2025 op het gebied van politieke beïnvloeding via ongereguleerde donaties aan online contentmakers?
Vindt u dat donaties aan online contentmakers, die een politieke boodschap uitdragen, beter gereguleerd moeten worden? Ziet u mogelijkheden om dit in de Wet op de politieke partijen (Wpp) op te nemen?
Heeft u geanalyseerd welke risico’s er bestaan op online politieke beïnvloeding voor de aanstaande Kamerverkiezingen? Zo ja, kunt u toelichten welke risico’s er zijn geconstateerd en welke maatregelen u neemt om deze te mitigeren?
Hoe beoordeelt u de radicaliserende werking van online aanbevelingsalgoritmes gebaseerd op online tracking en interactie? Ziet u een verband tussen de werking van deze algoritmes en de toenemende groei van online extremisme die zowel de AIVD2 als NCTV3 constateren?
Ziet u een verband tussen de rellen in Den Haag van 20 september 2025, waar rechts-extremistisch geweld is gepleegd, en de radicaliserende gevolgen van aanbevelingsalgoritmen op sociale media?
Deelt u de mening van de indieners dat online algoritmes die polarisatie, ophef, en haat aanwakkeren, van sociale media een broedplaats maken voor rechts-extremistisch gedachtegoed en daardoor kunnen leiden tot geweld?
Acht u het met de indieners noodzakelijk om de radicaliserende werking van aanbevelingsalgoritmes op sociale media scherper te reguleren?
Bent u van mening dat bedrijven als X, Meta en TikTok genoeg doen om radicalisering en extremisme op hun sociale media platforms aan te pakken?
Welke concrete maatregelen bepleit u in de aankomende Digital Fairness Act (DFA) van de Europese Commissie die de risico’s op radicalisering via aanbevelingsalgoritmes kan mitigeren?
Welke nationale maatregelen kunt u nemen om Nederlandse gebruikers van sociale media te beschermen tegen de radicaliserende werking van online algoritmes?
Bent u bereid de mogelijkheden te onderzoeken of via het consumentenrecht een nationaal verbod op radicaliserende aanbevelingsalgoritmes van grote online platforms gerealiseerd kan worden?
Kunt u deze vragen afzonderlijk en minstens één week voor de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober 2025 beantwoorden?
              De overname van Zivver door een Amerikaans bedrijf | 
          |
              Barbara Kathmann (PvdA) | 
          |
              Karremans , van Marum , Foort van Oosten (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) | 
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Bent u bekend met het bericht ««Strategische blunder»: vertrouwelijke data van Nederlanders in handen van Amerikanen»?1
Wat is uw reactie op dit bericht?
Bent u van mening dat vertrouwelijke data van Nederlanders bij voorkeur in Nederlandse handen moet zijn, dan wel Europese? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Erkent u dat de overname van Zivver door het Amerikaanse bedrijf Kiteworks risico’s meedraagt voor de veiligheid en vertrouwelijkheid van de data die wordt uitgewisseld via deze dienst?
Kunt u uitsluiten dat gegevens die uitgewisseld worden via deze dienst in de Verenigde Staten of Israël terechtkomen? Zo ja, hoe kunt u dat aantonen?
Op welke manier maken overheidsorganisaties en departementen gebruik van Zivver? In hoeverre is de continuïteit van de overheidsdienstverlening afhankelijk van dit bedrijf?
Heeft de Amerikaanse overname van Zivver gevolgen voor het gebruik van deze dienst door Nederlandse overheden? Vindt u het verantwoord om de huidige inzet van Zivver ongewijzigd te laten?
Draagt het blijven gebruiken van Zivver, ook nu het is overgenomen door een Amerikaans bedrijf, bij aan de cyberveiligheid en autonomie van Nederland? Zo ja, kunt u onderbouwen waarom dit geen risico vormt? Zo nee, waarom gebruikt u deze dienst dan alsnog?
Kunt u onafhankelijk aantonen dat Zivver na de overname van een Amerikaans bedrijf een gelijke mate van rechtsbescherming en vertrouwelijkheid waarborgt als voorheen? Zo nee, bent u bereid dit alsnog te onderzoeken en op basis van de uitkomsten het gebruik van deze dienst (her)evalueren?
Vindt u het wenselijk dat een dienst die wordt gebruikt om vertrouwelijke informatie over burgers uit te wisselen valt onder de Amerikaanse CLOUD Act en de Foreign Intelligence Surveillance Act (FISA), die de regering-Trump toegang geeft tot deze data?
Welke maatregelen gaat u op korte termijn nemen om de veiligheid en vertrouwelijkheid van burgerdata beter te waarborgen? Zijn er (Europese) alternatieven voorhanden die u kunt gebruiken in plaats van Zivver?
Beschikt de Rijksoverheid over een eigen infrastructuur om vertrouwelijk te communiceren? Is het mogelijk om op korte termijn de diensten van Zivver in te wisselen voor een eigen alternatief?
Bent u van mening dat overnames van bedrijven als Zivver voortaan getoetst moeten worden op gevolgen voor de (cyber)veiligheid? Bieden de Telecommunicatiewet en de Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames (Wet Vifo) hier al de mogelijkheid voor?
Kunt u verklaren waarom bedrijven die de vertrouwelijke communicatie voor overheden verzorgen niet zijn aangemerkt als vitale infrastructuur, ook als de organisaties die ze gebruiken wel aangemerkt zijn als belangrijk/vitaal/essentieel?
Biedt de Cyberbeveiligingswet of de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten mogelijkheden om niet-Europese overnames van bedrijven als Zivver te voorkomen? Zo nee, vindt u dit wel wenselijk?
Hoe beoordeelt u de betrokkenheid van Israëlische oud-spionnen aan de top van het bedrijf Kiteworks? Is dit voor u een reden om het gebruik van Zivver wel of niet te heroverwegen?
Hoe reageert u op de bevindingen van Follow The Money waaruit blijkt dat informatie verstuurd via Zivver wordt teruggekoppeld naar de servers van het bedrijf? Welke gevolgen heeft dit voor de veiligheid en vertrouwelijkheid van deze informatie?
Kunt u deze vragen los van elkaar en zo snel mogelijk beantwoorden?
              De hack op een lab van Bevolkingsonderzoek Nederland | 
          |
              Barbara Kathmann (PvdA) | 
          |
van Marum , Tieman , Judith Tielen (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) | 
              
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Wat is de stand van zaken omtrent de maatregelen die u aankondigt in uw recente Kamerbrief over het datalek bij het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker?1 Zijn alle gedupeerden van de hack inmiddels op de hoogte dat hun gegevens zijn gelekt?
Ik betreur het dat zoveel mensen in Nederland getroffen zijn door deze hack. Extra erg is het dat niet bekend is of alles nu bekend is. Zo hebben we, zoals ik in mijn brief van 1 september 2025 aan uw Kamer heb laten weten, wij tot onze spijt moeten constateren dat er nog meer deelnemers dan in eerste instantie gedacht, door de hack getroffen zijn.2 Dit gaat om circa 230.000 mensen extra en het is niet uit te sluiten dat het hierbij blijft. In reactie op dit nieuws heeft Bevolkingsonderzoek Nederland (BVO NL) besloten om alle deelnemers van wie gegevens met het betreffende laboratorium zijn gedeeld, te informeren. Dat gaat om 941.000 deelnemers die naar verwachting half september worden geïnformeerd. Onder hen zitten ook de 485.000 mensen van wie al eerder bekend was dat zij waren getroffen door deze hack, en waarvan de meesten in de week van 18 augustus hierover een brief van BVO NL hebben ontvangen. Deze groep ontvangt dus opnieuw een brief. De tweede brief bevat informatie over welke gegevens door BVO NL zijn gedeeld met het laboratorium, hoe misbruik herkend en voorkomen kan worden en waarom BVO NL bepaalde gegevens gebruikt.
In de brief aan uw Kamer van 11 augustus 2025 zijn verschillende maatregelen aangekondigd met als doel de impact van de hack te beperken.3 In de brief van 1 september 2025 zijn de aanvullend getroffen maatregelen beschreven. Het belangrijkste is dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt uit de verschillende onderzoeken naar hoe deze hack heeft kunnen plaatsvinden en op welke wijze verdere maatregelen ter bescherming van dataveiligheid nodig zijn. Zodra relevante uitkomsten van de onderzoeken bekend zijn, zal ik uw Kamer daarover informeren.
Is het duidelijk welke gegevens er van de 485.000 gedupeerden precies buitgemaakt zijn? Gaat u hen direct informeren over welke gegevens per persoon zijn buitgemaakt of al zijn gelekt?
Welke gegevens van de getroffenen van de hack precies bemachtigd zijn, is op individueel niveau nu nog niet te zeggen. Indien hier meer duidelijkheid over komt, wordt bekeken hoe deelnemers hier zo goed mogelijk over geïnformeerd kunnen worden. BVO NL weet inmiddels wel op persoonsniveau welke gegevens er per deelnemer met het laboratorium zijn gedeeld en zal alle getroffenen daarover nader informeren, ook de getroffenen die in de week van 18 augustus al een brief
ontvangen hebben. Deze brieven worden naar verwachting halverwege september verstuurd. Ik heb uw Kamer in mijn brief van 1 september 2025 ook geïnformeerd over welke gegevens door BVO NL met het laboratorium zijn gedeeld.
Hoe borgt u dat de communicatie richting burgers begrijpelijk, meertalig en toegankelijk is? Kunt u bovendien garanderen dat trans- en non-binaire personen die zijn gedupeerd met de juiste of een neutrale aanhef worden aangeschreven?
Er wordt door BVO NL extra aandacht besteed aan de begrijpelijkheid van de brieven die medio september worden verzonden. De signalen en feedback hierover op de brieven die in de week van 18 augustus zijn verzonden, worden meegenomen in deze nieuwe ronde brieven. BVO NL betrekt hierin ook het RIVM. Het RIVM werkt al langer aan het vergroten van de toegankelijkheid van de bevolkingsonderzoeken naar kanker en kan die expertise dus goed inbrengen. Ik heb ook een brief ontvangen van de Nationale ombudsman over informatievoorziening rond de hack. Ik heb deze brief gedeeld met BVO NL, zodat zij met de suggesties en opmerkingen van de ombudsman aan de slag kunnen voor deze nieuwe ronde brieven. Ook ga ik op basis van de brief van de ombudsman in gesprek met de betrokken partijen om samen te bepalen welke aanvullende acties mogelijk zijn.
De brieven van BVO NL worden alleen in het Nederlands opgesteld, omdat BVO NL niet weet wie welke taal spreekt. BVO NL zal de brieven wel in het Nederlands en Engels op hun website plaatsen. Wat betreft de aanhef in de reeds verzonden brieven, geldt dat BVO NL zich realiseert dat de woordkeuze («mevrouw») niet de ervaring en identiteit vertegenwoordigt van iedereen in de doelgroep van het bevolkingsonderzoek. Om die reden wordt voor de nieuwe ronde brieven verkend welke technische mogelijkheden er zijn om de aanhef meer op maat te kiezen. Mocht dit niet mogelijk zijn, zal BVO NL hier op een alternatieve manier aandacht aan besteden in de brief.
Kunt u nader ingaan op de directe gevolgen van het lek voor de gedupeerden? Hoe wordt hun gestolen data vermoedelijk gebruikt?
De grootste risico’s van de hack bij het laboratorium voor burgers zijn phishing en identiteitsfraude.
Door phishing in e-mails, per sms of telefoon kunnen criminelen proberen burgers te verleiden tot het delen van wachtwoorden of geven van informatie. Een andere mogelijkheid is dat door op een link te klikken malware wordt geïnstalleerd op de computer, telefoon of het netwerk. Dit kan leiden tot schade aan IT-systemen, tot spionage of tot nieuwe datadiefstal.
Wanneer criminelen beschikken over persoonsgegevens kunnen ze zich voordoen als iemand anders en identiteitsfraude plegen.
Hoeveel burgers hebben contact opgenomen met het klantcontactcentrum van Bevolkingsonderzoek Nederland? Is er voldoende capaciteit om vragen en zorgen goed af te handelen? Zo niet, bent u bereid hier middelen voor vrij te maken?
Er komen begrijpelijkerwijs veel vragen binnen bij het klantcontactcentrum van BVO NL. Het betreft circa 80 tot 400 telefoontjes per dag, en circa 2.000 ontvangen e-mails in de periode tot en met 1 september 2025. De hoeveelheid vragen op een dag is afhankelijk van de actualiteiten, zoals berichtgeving in de media. De capaciteit bij het klantcontactcentrum is opgeschaald. Er is op dit moment voldoende capaciteit om de vragen aan te kunnen. Het klantcontactcentrum is uitgebreid met een speciale informatielijn (0800-1617) met specialisten op het gebied van crisistelefonie.
Mijn prioriteit is om BVO NL in staat te stellen om de gevolgen van de hack zo goed als mogelijk te beperken voor alle betrokkenen. Op dit moment is er geen zicht op of dit financiële gevolgen heeft voor VWS en/of de uitvoeringsorganisaties.
Welke maatregelen kunnen gedupeerden treffen om zich te beschermen tegen misbruik van hun gegevens? Hoe gaat u direct met hen communiceren om daarin te helpen?
Het advies voor de mensen die een brief van BVO NL hebben gekregen dat hun gegevens onderdeel zijn geweest van de hack bij het laboratorium, is om extra alert te zijn op vreemd gebruik van persoonlijke gegevens. Het gaat dan met name om nepmail, neptelefoontjes, vreemde sms-berichten of misbruik van persoonsgegevens (identiteitsfraude). Op de website van de Rijksoverheid wordt meer informatie gegeven hoe deze situaties herkend kunnen worden en hoe hiervan melding gedaan kan worden. Bij vragen, ongerustheid en/of andere opmerkingen kunnen deelnemers terecht bij het klantcontactcentrum van BVO NL.
Met hoeveel zekerheid kunt u zeggen dat de gestolen gegevens daadwerkelijk niet verder worden verspreid of verkocht? Hoe monitort u de verdere verspreiding van deze gegevens om in kaart te brengen wie de gelekte gegevens mogelijk in handen hebben?
Ik heb geen zekerheid over wat criminelen met de gegevens doen die zij hebben buitgemaakt. Zodra persoonsgegevens eenmaal op het dark web zijn beland, is het in de praktijk bijzonder lastig, zo niet onmogelijk, om deze volledig te laten verwijderen. Het dark web betreft een afgeschermd deel van het internet waar informatie vaak anoniem wordt gedeeld en waar activiteiten lastig tot niet te traceren zijn. Z-CERT heeft aangegeven dat er tijdelijk een deelverzameling is gepubliceerd op het dark web. Deze deelverzameling kan in de periode dat deze online stond, door anderen ingezien of gekopieerd zijn. De gehele dataset die in handen zou zijn gekomen van de hackergroep kan op een later moment ook alsnog door hen misbruikt worden.
Politie en OM doen onderzoek naar de hack bij het laboratorium. Ik hoop dat de daders gevonden worden en de gestolen dataset gewist wordt.
Z-CERT monitort of de data (opnieuw) op het darkweb verschijnt en onderneemt in dat geval actie.
Kunt u aangeven of de verwerkersovereenkomsten2 tussen Bevolkingsonderzoek Nederland en Clinical Diagnostics volledig op orde waren? Bent u bereid deze overeenkomsten (geanonimiseerd) met de Kamer te delen?
Op grond van de AVG is het sluiten van een verwerkersovereenkomst verplicht als een verwerking namens en in opdracht van een verwerkingsverantwoordelijke wordt verricht door een verwerker. Een verwerkersovereenkomst moet in ieder geval afspraken bevatten over de onderwerpen die de AVG voorschrijft. Die onderwerpen betreffen onder meer de aard, het doel en de duur van de verwerking. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) houdt toezicht op de naleving van deze verplichtingen uit de AVG. Indien in dit concrete geval een verplichting bestond om een verwerkingsovereenkomst te sluiten, is het aan de AP om te beoordelen of de inhoud daarvan aan de eisen van de AVG voldoet. De AP is reeds een onderzoek gestart.
Kunt u aangeven of er toezicht is geweest op het technisch voldoen aan minimale beveiligingseisen3 om de basisbeveiliging te borgen? Zo ja, hoe is het bij de hack alsnog verkeerd gegaan? Zo niet, gaat u naleving alsnog verplichten en de organisaties hierbij helpen?
De diverse aspecten waarnaar gevraagd wordt, moeten blijken uit de verschillende lopende onderzoeken naar de hack en het datalek dat daarop volgde.
In het algemeen geldt dat op het gebied van de informatiebeveiliging in de zorg er sectorspecifieke wet- en regelgeving is (onder andere de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg (Wabvpz) en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)). De IGJ is belast met het toezicht op de naleving van die wet- en regelgeving. Zorgorganisaties zijn verantwoordelijk voor de implementatie van technische maatregelen en de controle daarop.
De IGJ heeft mij laten weten dat dit laboratorium nog niet eerder bezocht is in het kader van informatieveiligheid. De IGJ heeft inmiddels aangekondigd onderzoek te doen bij het laboratorium en is voornemens om mede naar aanleiding van dit incident extra aandacht te besteden aan informatiebeveiliging bij medische laboratoria. Risico’s zoals deze blijken uit dit incident, worden eveneens meegenomen in het toezicht bij andere zorgaanbieders en andere zorgsectoren.
Daarnaast geldt dat de Minister van Justitie en Veiligheid het wetsvoorstel Cyberbeveilingswet (Cbw) op 2 juni 2025 aanhangig heeft gemaakt in uw Kamer. Dit wetsvoorstel zal, indien beide Kamers der Staten-Generaal daarmee instemmen, ook gaan gelden voor zorgaanbieders in Nederland die voldoen aan de eisen voor wat betreft de omvang van de organisatie. Deze zorgaanbieders en zorgketenorganisaties krijgen met de Cbw een zorgplicht met betrekking tot informatieveiligheid. Deze zorgplicht geldt ook voor uitbestede diensten. Daarnaast komt er een incidentmeldplicht richting de toezichthouder IGJ en richting Z-CERT, die ondersteuning geeft aan en een actieve waarschuwingsdienst opzet voor deze zorg- en zorgketenorganisaties (met name op het gebied van scanning en dreigingsanalyse). Voornoemde meldplicht aan de IGJ en Z-CERT bestaat in de huidige situatie nog niet. Ook de handhavingsmogelijkheden onder de Cbw gaan verder dan onder de Wabvpz.
Bent u bereid om de NEN 7510, ISAE 3000 en vergelijkbare standaarden standaard op te nemen in de inkoopeisen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport? Ziet u dit als een noodzakelijke stap om beter inzicht te krijgen in de cyberveiligheid van betrokken organisaties?
Ja. Het Ministerie van VWS hanteert bij de inkoop en uitbesteding van ICT-diensten het rijksbrede normenkader voor informatiebeveiliging, de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). De BIO is gebaseerd op internationale standaarden, zoals ISO/IEC 27001 en ISO/IEC 27002 en bevat specifieke aanvullende overheidsmaatregelen.
Voor leveranciers die persoonsgegevens verwerken geldt aanvullend de norm NEN 7510. Deze norm is wettelijk verankerd in de zorgsector en kan door VWS contractueel worden verlangd van leveranciers die dergelijke gegevens verwerken.
Daarnaast wordt bij contracteren, waar passend, gevraagd om assurance-rapportages, bijvoorbeeld de ISAE 3000 of SOC-rapporten, waarmee leveranciers aantoonbaar maken dat zij de gestelde beveiligingsmaatregelen in de praktijk hebben ingericht en effectief laten functioneren.
In lijn met de aankomende Cyberbeveiligingswet (implementatie van NIS2) en de BIO 2.0 wordt leveranciersmanagement verder versterkt, onder meer door het stellen van expliciete eisen aan ketenbeveiliging, incidentmeldingen en onafhankelijke toetsing. Hiermee wordt geborgd dat VWS zijn verantwoordelijkheid neemt voor de beveiliging van uitbestede processen en de bescherming van gegevens in de zorg- en Rijkscontext.
Welke concrete eisen gaat u stellen aan dataminimalisatie en -retentie bij bevolkingsonderzoeken en laboratoria, zoals tokenisatie, pseudonomisering en kortere bewaartermijnen?
Het is van groot belang dat bij de verwerking van bijzondere persoonsgegevens zoals medische persoonsgegevens, aan de wettelijke vereisten wordt voldaan. Het gaat in ieder geval om de beginselen inzake de verwerking van persoonsgegevens die zijn neergelegd in artikel 5 AVG (o.a. rechtmatigheid, transparantie, doelbinding en het principe van dataminimalisatie). Aanvullende (informatiebeveiligings)normen gelden ingeval van verwerking van persoonsgegevens met een hoog risico voor rechten en vrijheden van burgers. Het is aan de organisatie die verantwoordelijk is voor verwerking van persoonsgegevens (de verwerkingsverantwoordelijke) om aan te tonen dat zij voldoet aan de toepasselijke normen en uiteindelijk aan de AP om te beoordelen of dat het geval is (geweest). Dat geldt dus ook voor bevolkingsonderzoeken en laboratoria.
Wanneer verwacht u de uitkomsten van de aangekondigde onderzoeken door Bevolkingsonderzoek Nederland, de RIVM en de Autoriteit Persoonsgegevens? Welke duidelijkheid moeten deze onderzoeken verschaffen?
BVO NL laat verschillende onderzoeken uitvoeren met als doel om:
Zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 1 is het belangrijk dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt op basis van de verschillende onderzoeken. Op dit moment is er nog geen precieze planning te geven. Op het moment dat dat wel het geval is, zal uw Kamer daarover geïnformeerd worden. Ook de AP en de IGJ kunnen nog niet aangeven wanneer hun onderzoeken gereed zijn, omdat niet te voorzien is wat ze tegenkomen en waar nader onderzoek naar nodig is.
Hoe zorgt u ervoor dat organisaties leren van de hack en de uitkomsten van alle onderzoeken worden gebruikt om de bescherming van persoonsgegevens bij essentiële organisaties feitelijk te verbeteren? Via welke structuren gaat u deze kennisuitwisseling faciliteren?
Digitale veiligheid vormt een essentieel aandachtspunt vormt voor de gehele maatschappij. In (bestuurlijke) gesprekken met partners uit het veld wordt dataveiligheid door het Ministerie van VWS actief onder de aandacht gebracht. In het zorgveld zijn een aantal manieren om te leren van incidenten:
Heeft u meer organisaties geïdentificeerd die op eenzelfde manier kwetsbaar zijn voor een hack van zo’n ordegrootte? Welke concrete maatregelen neemt u om hun cyberveiligheid in orde te brengen zodat een soortgelijk datalek niet meer kan gebeuren?
Ik heb op dit moment geen signalen dat andere organisaties ook kwetsbaar zijn voor een hack zoals bij dit laboratorium heeft plaatsgevonden. Zorgaanbieders zijn in de eerste plaats zelf wettelijk verantwoordelijk voor hun informatieveiligheid en het voorkomen van datalekken. Dat neemt niet weg dat ik me ook inzet voor het verkleinen van de risico's en de impact hiervan. Dit doe ik door te zorgen voor meer bewustwording met het programma informatieveilig gedrag in de zorg, duidelijke normen en kaders te stellen en door hulpmiddelen aan te bieden om deze te implementeren. Daarnaast biedt Z-CERT gespecialiseerde ondersteuning aan zorgaanbieders. Z-CERT monitort continu de systemen die benaderbaar zijn via het internet van de bij hen aangesloten zorgaanbieders en informeert deze zorgaanbieders over mogelijke risico’s in hun cyberbeveiliging. Daarnaast adviseert Z-CERT zorg- en zorgketenorganisaties over maatregelen die de cyberweerbaarheid verhogen en stelt adviezen hiervoor op hun website beschikbaar. Zo zijn onder meer de tien belangrijkste maatregelen tegen ransomwaredreiging op hun website geplaatst.
Kunt u deze vragen los van elkaar en zo snel mogelijk beantwoorden?
De vragen zijn zo snel als mogelijk beantwoord.
              De explosieve stijging van fraude met visa en phishing | 
          |
              Barbara Kathmann (PvdA), Songül Mutluer (PvdA) | 
          |
David van Weel (minister justitie en veiligheid, minister asiel en migratie) , van Marum | 
              
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Bent u bekend met het bericht: «Fraude met visa explodeert, Nederlandse vakantiegangers al voor tienduizenden euro’s opgelicht: hier moet je op letten»? (De Telegraaf, 23 juli)
Ja.
Hoeveel meldingen van fraude bij visumaanvragen zijn er tot nu toe gedaan? In hoeveel gevallen ging dit om phishing?
Uit navraag bij de Fraudehelpdesk blijkt dat er in het jaar 2024 12 meldingen over fraude met visumaanvragen zijn geregistreerd. Deze meldingen hadden betrekking op valse websites waarop zogenaamd een visum aangeschaft kon worden. In de eerste helft van 2025 kreeg de Fraudehelpdesk 189 meldingen, waarvan 154 melders aangaven financieel te zijn gedupeerd. Ook het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude (CMI) heeft meldingen met betrekking tot fraude met visumaanvragen ontvangen. In 2024 ging het om 89 meldingen en in 2025 tot en met juli om 353 meldingen. Zowel de Fraudehelpdesk als het CMI schrijven de toename van het aantal meldingen toe aan de invoering (sinds 2 april 2025) van de verplichte ETA voor het Verenigd Koninkrijk, hoewel er ook andere typen visa tussen de meldingen zitten.
Er is op dit moment geen duidelijk verband te leggen tussen het aantal meldingen en in hoeveel gevallen hier sprake is van phishing. Phishing is een werkwijze die wordt ingezet door criminelen om bijvoorbeeld oplichting en fraude te plegen. Daarnaast wordt in het geval van een melding niet altijd aangegeven of het om phishing gaat. Er zijn meldingen over (valse) websites waarbij tussenpartijen te veel geld vragen voor het verzorgen van (kostenloze) visumaanvragen, maar vervolgens wel daadwerkelijk een geldig visum toesturen. Daarnaast zijn er meldingen waarbij melders denken dat zij een visumaanvraag doen en gegevens opgeven waarna er (soms meerdere keren) geld van hun creditcard wordt afgeschreven, maar er geen visum(aanvraag) wordt ontvangen.
Hoe verhoudt het aantal gemelde gevallen via de Fraudehelpdesk zich tot officiële aangiften bij politie en meldingen bij visumverlenende instanties?
Er zijn op dit moment geen betrouwbare cijfers beschikbaar over het aantal aangiften over visumverstrekking bij de politie, noch over de verhouding van het aantal meldingen bij andere instanties dan de politie. Fraude met visa wordt net als phishing niet als aparte categorie geregistreerd en is daarmee niet eenvoudig uit het politiesysteem te halen. In de Veiligheidsagenda 2023–2026 zijn streefnormen voor de politie afgesproken omdat de groei van gedigitaliseerde criminaliteit moet worden geremd.1 Hier valt ook de bestrijding van online fraude onder. Er is geen centrale registratie van meldingen van visumverlenende instanties (zoals ambassades). Als mensen met deze vorm van fraude geconfronteerd worden, roep ik hen op aangifte te doen bij de politie.
Wat is de rol van reizigers-adviesportals en luchtvaartmaatschappijen in het informeren over officiële visumkanalen? Wordt er samengewerkt om nepwebsites actief te signaleren?
Op de website www.nederlandwereldwijd.nl kan men het reisadvies van het land van bestemming lezen ter voorbereiding op de reis. Op de landenpagina staat een kopje met «Hoe bereid ik mijn reis voor?». Onder dit kopje staat onder andere uitgelegd of een visum nodig is en waar deze aangevraagd kan worden (met een link naar een officiële website). Op www.nederlandwereldwijd.nl wordt op alle Schengenvisum aanvraagpagina’s en inreisvisum aanvraagpagina’s het volgende geadviseerd: «Voorkom onnodige kosten en maak zelf uw afspraak. Maak geen afspraak bij een tussenpersoon.»
Desgevraagd geeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan dat op de aanvraagpagina’s van sommige landen nog een extra waarschuwing staat. Als een ambassade bijvoorbeeld signaleert dat er veel fraude plaatsvindt in een bepaald land, dan wordt de informatie aangevuld. Zo is er onlangs door de ambassade in Turkije verzocht om toe te voegen dat de klant geen tolk via een tussenpersoon moet regelen.
Zo nu en dan plaatsen ook Nederlandse ambassades in diverse landen op eigen initiatief voorlichting of waarschuwingen op hun social mediakanalen. Zo heeft de Nederlandse ambassade in India onlangs op haar Instagram en Facebook account een waarschuwing geplaatst voor fraude met visa, alsook een verwijzing naar de officiële website.
Wat doet u om online fraude via phishing te voorkomen en te bestrijden, onder andere bij visumaanvragen? Zijn deze maatregelen effectief gebleken?
In oktober 2024 zijn de Ministeries van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties gestart met de meerjarige publiekscampagne «Laat je niet interneppen», om Nederlanders te wapenen tegen verschillende vormen van online oplichting, waaronder phishing. In de campagne komen de diverse signalen en overtuigingstechnieken aan bod, die online criminelen gebruiken en krijgen mensen handelingsperspectief mee om online oplichting te kunnen herkennen. Uit het meest recente campagne-effectonderzoek blijkt onder meer dat mensen zich meer waakzaam voelen als gevolg van de campagne en dat Nederlanders het belangrijk vinden dat de Rijksoverheid op dit onderwerp campagne voert, maar dat (nog) niet meer mensen zich beter in staat voelen de signalen en overtuigingstechnieken te herkennen.2 De aanbevelingen uit het campagne-effectonderzoek zullen worden meegenomen bij de volgende flight van de campagne in september 2025.
Naast bewustwordingscampagnes werkt de Nederlandse overheid aan de doorontwikkeling van het Register Internetdomeinen overheid zodat burgers in dat register bij twijfel een snelle check kunnen doen of websites van de Nederlandse overheid zijn of niet. Het Register is te raadplegen via https://organisaties.overheid.nl/domeinen. Bij twijfel over de echtheid van websites kan bovendien contact worden opgenomen met de gratis Digihulplijn (Bereikbaar via telefoon en chat op 0800 - 1508). Ook loopt een impactonderzoek naar de haalbaarheid van invoering van een uniforme domeinnaamextensie voor websites van de overheid, te beginnen bij de Rijksoverheid. Een uniforme domeinnaamextensie zoals .gov.nl of .overheid.nl maakt in één keer duidelijk dat de overheid afzender is van een website en is, mits consequent toegepast, makkelijk te communiceren richting het publiek.
Daarnaast voert mijn ministerie de regie op de integrale aanpak van online fraude.3 De integrale aanpak online fraude heeft als doel om meerjarig gezamenlijk de krachten te bundelen, de onderlinge informatiepositie te verstevigen, het kennisniveau te verhogen, te weten en te doen wat werkt om sneller, flexibeler en effectiever op te kunnen treden tegen online fraude teneinde het aantal slachtoffers te verminderen. Partners in deze publiek-private samenwerking zijn onder andere de politie, het Openbaar Ministerie, VNO-NCW/MKB Nederland, de Consumentenbond, de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), COIN, Thuiswinkel.org, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Ministerie van Economische Zaken enhet Ministerie van Financiën. Het jaarbericht en het actieplan voor 2025 zijn in juni jl. door mijn ambtsvoorganger aan uw Kamer toegezonden.4
Hoeveel gevallen van phishing zijn er jaarlijks in Nederland? Welk aandeel van de gevallen van online oplichting betreft phishing?
Bij de politie wordt phishing niet als een apart delict geregistreerd en daarom zijn hier geen precieze cijfers over te delen. Dit komt omdat phishing vaak een middel is om verschillende soorten criminaliteit te kunnen plegen.
Wel blijkt uit de Veiligheidsmonitor 2024 van het Centraal Bureau voor de Statistiek dat krap 1 procent van de mensen in 2024 zich slachtoffer noemt van phishing. Bij 17 procent van de slachtoffers ging het om wangirifraude: de dader probeert het slachtoffer te laten terugbellen naar (dure) betaalnummers. Verder kreeg 12 procent te maken met beleggingsfraude en eenzelfde deel werd slachtoffer van bankspoofing, waarbij de oplichter zich voordoet als een bankmedewerker. Nepboetes of nepfacturen werden door 11 procent van de slachtoffers genoemd. Vriend-in-nood-fraude, waarbij iemand geld betaalde aan een zogenaamde bekende (via een nepbericht of voice cloning), en nepacties troffen respectievelijk 9 en 6 procent van de slachtoffers. De andere vormen van phishing werden door 4 procent of minder genoemd.5
Bent u bekend met Belgische phishing-schild, het BAPS-Systeem, waarmee in 2024 zo’n 1,6 miljoen verdachte links zijn gedetecteerd en omzeild op basis van meldingen van burgers?1
Ja.
Kunt u nader toelichten wat het doel en de reikwijdte is van de pilot met een Anti-Phishing Shield (APS) die u heeft aangekondigd in deze zomer?2 Welke partijen zijn hier bij betrokken?
Het doel van de pilot is de effectiviteit van het Anti-Phishing Shield (APS) in kaart brengen. Op basis van de resultaten van de pilot wordt beoordeeld of een structureel APS in Nederland wenselijk is.
De pilot wordt uitgevoerd door het Nationaal Cyber Security Center in samenwerking met KPN en is gericht op een beperkte klantengroep van KPN. Deze groep heeft zich op vrijwillige basis via opt-in aangemeld voor de dienst Veilig browsen van KPN. Dit is een malwarefilter dat ervoor zorgt dat apparaten veilig online gaan. De denial list (een lijst van bronnen die als onveilig of verdacht zijn aangemerkt) uit deze APS-pilot wordt hierin verwerkt. Hiermee sluit de pilot aan bij de maatregelen die KPN al neemt binnen de bestaande, versterkte beveiliging voor KPN-klanten. De pilot wordt op een later moment mogelijk uitgebreid met meerdere partijen uit de telecomsector.
Wanneer verwacht u de uitkomsten van deze pilot? Koppelt u deze terug aan de Kamer met een voorstel voor vervolgstappen?
De pilot is eind juli 2025 gestart en duurt zes maanden. De pilot wordt tussentijds en na afloop geëvalueerd. Op basis hiervan wordt een advies voor een eventuele landelijke uitrol uitgebracht. U wordt in de volgende Kamerbrief over de integrale aanpak van cybercrime geïnformeerd over het vervolg van het APS.
Op welke manier is de Autoriteit Consument & Markt als toezichthouder betrokken bij de pilot? Hoe gaat u tegemoetkomen aan zorgen over netneutraliteit?
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) is als onafhankelijke toezichthouder niet actief betrokken bij de pilot. In een eerder stadium is het APS met de ACM besproken. De pilot vindt plaats binnen de geldende wettelijke kaders. Uitgangspunt bij netneutraliteit is dat de internetaanbieder de toegang tot het internet niet mag beperken, vanwege het recht op open toegang tot het internet. Hierbij gelden in het kader van de Europese netneutraliteitsverordening enkele uitzonderingsmogelijkheden. Zo mag een internet serviceprovider wél beperkingen opleggen indien – en slechts zolang – dit nodig is om de integriteit en de veiligheid van het netwerk van de eindgebruikers te beschermen. Er dient daarbij een afweging gemaakt te worden over wanneer en onder welke omstandigheden dergelijke beperkingen noodzakelijk zijn. Binnen de pilot is het aan de deelnemende partijen om na te gaan of hun werkwijze in lijn is met de regels inzake netneutraliteit. Zie ook het antwoord op vraag 8.
Wat doet u nog meer om slachtoffers van phishing te voorkomen? Hoe stimuleert u commerciële oplossingen om verdachte websites te blokkeren, met respect voor netneutraliteit?
Binnen de integrale aanpak cybercrime bestaan er meerdere initiatieven en worden in samenwerking met de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, en Economische Zaken voorlichtingscampagnes gehouden om ervoor te zorgen dat mensen zich kunnen beschermen tegen phishing. Enkele voorbeelden hiervan zijn de campagnes «Laat je niet interneppen» over online oplichting, «Dubbel beveiligd is dubbel zo veilig» over tweefactorauthenticatie, en «Doe je updates» over het uitvoeren van updates op slimme apparaten. Hierover bent u in de afgelopen Kamerbrief integrale aanpak cybercrime geïnformeerd.
Ik sta in beginsel positief tegenover commerciële oplossingen die mensen tegen online criminaliteit beschermen. Ook dergelijke oplossingen dienen te worden uitgevoerd binnen de geldende wet- en regelgeving.
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden?
Ja.
              De hackaanval op het Openbaar Ministerie, aan de demissionaire Minister van Justitie en Veiligheid en de demissionaire Staatssecretaris voor Digitalisering | 
          |
              Barbara Kathmann (PvdA), Songül Mutluer (PvdA) | 
          |
van Marum , David van Weel (minister justitie en veiligheid, minister asiel en migratie) | 
              
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Bent u bekend met het bericht: «Digitale werkomgeving OM inderdaad gehackt, onderzoek moet uitwijzen welke informatie is gestolen»?1
Ja.
Wat werd aangetroffen in de eerste scans van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) waaruit bleek dat onbevoegden de systemen van het Openbaar Ministerie (OM) zijn binnengedrongen?
Op 17 juli jl. berichtte ik u dat het OM uit voorzorg de interne systemen had losgekoppeld van het internet. Het NCSC heeft met gerichte scans gezocht naar kwetsbare of mogelijk gecompromitteerde systemen. Een analyse van de OM-omgevingen heeft reden gegeven om aan te nemen dat er gebruik is gemaakt van deze mogelijke kwetsbaarheid. Het NCSC heeft daarop het OM geïnformeerd en geadviseerd om nader onderzoek te verrichten. Inmiddels is een eerste technisch en forensisch onderzoek uitgevoerd.2 Tot op heden zijn er geen aanwijzingen dat data (strafvorderlijk of anderszins) is gemanipuleerd of weggehaald. Verder onderzoek vindt nog plaats.
Bent u op de hoogte van het soort gegevens dat mogelijk is ingezien of buitgemaakt door onbevoegden? Heeft u gericht maatregelen genomen op basis van deze informatie?
Zoals aangegeven in de beantwoording van vraag 2 is zijn er tot op heden geen aanwijzingen dat data (strafvorderlijk of anderszins) is gemanipuleerd of weggehaald. Er wordt nog nader onderzoek gedaan. Over het lopende strafrechtelijk onderzoek kan ik u gedurende dat onderzoek geen mededelingen doen.
Zijn er aanwijzingen dat persoonsgegevens van medewerkers, zoals e-mailadressen, inloggegevens, telefoonnummers of privéadressen, zijn buitgemaakt of ingezien door onbevoegden?
Zie antwoord vraag 3.
Wordt er onderzocht welke gevolgen deze hackaanval kunnen hebben voor de digitale en fysieke veiligheid van OM-medewerkers, met name zij die betrokken zijn bij zware strafzaken ten aanzien van ondermijnende criminaliteit? Zo nee, bent u bereid dit wel te doen?
Tot op heden zijn er geen aanwijzingen dat data (strafvorderlijk of anderszins) is gemanipuleerd of weggehaald. Verder onderzoek vindt nog plaats.
Zijn er aanwijzingen dat persoonsgegevens van getuigen of slachtoffers zijn buitgemaakt of ingezien door onbevoegden? Wat doet u om hun veiligheid te waarborgen?
Zie antwoord vraag 5.
Is er een (voorlopige) risicoanalyse gemaakt en worden er op basis daarvan al maatregelen genomen om kwetsbaarheden af te dekken, naast het offline halen van het OM?
Er zijn maatregelen genomen om kwetsbaarheden af te dekken. Inmiddels gaat het OM stapsgewijs weer online. Dit proces moet zorgvuldig worden ingericht, met versterkte monitoring en detectie, omdat misbruik nooit helemaal kan worden uitgesloten.3
Welke overheidsorganisaties maken nog meer gebruik van Citrix-software die dezelfde kwetsbaarheid bevat? Welke maatregelen nemen zij om mogelijke hackaanvallen te onderzoeken en zo nodig hun systemen veilig te stellen, gezien u in de brief van 23 juli j.l. schrijft dat het NCSC heeft geadviseerd dat alle organisaties die deze software gebruiken mogelijk misbruik moeten onderzoeken (Kamerstuk 26 643, nr. 1377)?
Het NCSC heeft alle organisaties die Citrix NetScaler ADC en Citrix NetScaler Getaway gebruiken opgeroepen om onderzoek te doen naar mogelijk gebruik en misbruik van de kwetsbaarheden, ook als de kwetsbaarheden reeds zijn verholpen middels de update. CIO Rijk heeft deze casuïstiek en het handelingsperspectief van het NCSC bij alle departementen middels meerdere CISO-briefings onder de aandacht gebracht, met het dringende advies dit op te volgen.
Het NCSC vervult een coördinerende rol in de informatie-uitwisseling door continu informatie samen te brengen en te delen, zodat organisaties zelf in staat zijn aanvullend onderzoek te verrichten. Binnen de juridische kaders verstrekt het NCSC informatie als duiding, handelingsperspectieven en beveiligingsadviezen via verschillende netwerken en (openbare) kanalen aan zowel publieke als private organisaties.
Ik kan alleen ingaan op de organisaties die onder mijn departement vallen en verwijs daarvoor onder meer naar de Kamerbrieven van 17 juli jl.4 en van 12 augustus jl.5
Hoe wordt actuele en relevante informatie uit het onderzoek van het OM gedeeld met andere organisaties die mogelijk ook zijn getroffen door een hackaanval? Bent u bereid deze informatie ook proactief met commerciële partijen te delen?
Zie antwoord vraag 8.
Hoe worden ketenpartners waar de systemen van het OM mee zijn geïntegreerd betrokken bij deze operatie? Ontvangen zij ook steun voor het onderzoeken van eigen systemen of om belemmeringen in hun werk te voorkomen?
De gehele afsluiting van het OM van het internet had impact op het OM zelf en alle samenwerkingspartners. Door alle betrokkenen is dagelijks hard gewerkt om de ontstane knelpunten en effecten zoveel mogelijk op te lossen, met als doel de impact zoveel mogelijk beperken en de mogelijke risico’s mitigeren. Over de impact op de strafrechtketen heb ik u op 12 augustus jl. geïnformeerd.6
Is het mogelijk om het herstel van de OM-systemen sneller te laten verlopen dan de verwachte wekenlange operatie? Zo ja, bent u bereid capaciteit vrij te maken om dit te versnellen?
Op basis van de onderzoeksresultaten van het technisch en forensisch onderzoek – en het naarmate het offline zijn van het OM langer duurt, steeds zwaarwegender belang van het goed functioneren van de strafrechtketen en de impact daarvan op de maatschappij – heeft het College van procureurs-generaal het besluit genomen dat het verantwoord en wenselijk is om het OM weer in fasen online te laten gaan. Over deze stapsgewijze livegang van het OM heb ik uw Kamer op 4 augustus geïnformeerd.7
Wat zijn de praktische gevolgen van het offline halen van de systemen voor OM-medewerkers en lopende strafzaken? Is de organisatie voldoende uitgerust om taken analoog of met back-up systemen volwaardig op te pakken?
Medewerkers van het OM konden alleen inloggen op kantoorlocaties, waren niet per mail bereikbaar en er was sprake van een beperkte functionaliteit van de systemen.8 In de periode dat het OM geheel offline was kon er geen enkele digitale informatie van en naar het OM worden gestuurd. Dit raakten alle ketenpartners in en rondom de strafrechtketen. Het OM en ketenpartners stelden werkprocessen vast om proces(stukken) per post, fysiek of door andere organisaties dan het OM aan te leveren. Daarnaast had het OM speciale aandacht voor het informeren van slachtoffers en hun gemachtigden. Dit toont de inventiviteit, enorme inzet en bereidheid om samen te werken in de strafrechtketen. Over de verdere impact op de organisaties in en rondom de strafrechtketen heb ik u op X augustus geïnformeerd.9
Worden verdachten, advocaten, rechters en andere betrokkenen in de keten actief geïnformeerd over de gevolgen die zij mogelijk ondervinden?
Het OM heeft Q&A’s geplaatst op de eigen website met daarin de veelgestelde vragen op een rij voor de advocatuur, inclusief een apart overzicht voor slachtofferadvocatuur en daarnaast voor slachtoffers. Ook is informatie over de telefonische bereikbaarheid van het OM opgenomen.10 Deze overzichten worden steeds bijgewerkt. Ook op de website van de Rechtspraak is een overzicht met veelgestelde vragen te vinden over de invloed die de IT-problemen bij het OM kunnen hebben op lopende strafzaken.11 Het CJIB en Slachtofferhulp Nederland (SHN) geven op hun websites aan dat de situatie bij het OM gevolgen heeft voor de eigen werkzaamheden en dat – ook met de gegeven alternatieve oplossingen – als gevolg daarvan slachtoffers in bepaalde gevallen mogelijk minder goed geïnformeerd en/of proactief ondersteund kunnen worden.12
Wanneer is er sprake van genoeg zekerheid om (delen van) het interne systeem weer online te brengen? Hoe voorkomt u dat er uit haast onvoldoende voorzorg wordt genomen, zolang niet precies bekend is wat de ernst van de hack is?
Zoals reeds aan uw Kamer gemeld, zijn er tot op heden er geen aanwijzingen dat data (strafvorderlijk of anderszins) is gemanipuleerd of weggehaald. Op 4 augustus jl. heb ik u geïnformeerd over het stapsgewijs weer online gaan van de systemen van het OM.13 Dit proces wordt zorgvuldig ingericht met versterkte monitoring en detectie. Ik heb het OM verzocht om bij deze gefaseerde livegang in afstemming met de keten te bezien welke essentiële processen met prioriteit weer gedigitaliseerd doorgang moeten vinden.
Hoe draagt u bij aan het zo snel mogelijk inzicht krijgen van de gevolgen en het veilig online brengen van de het interne OM-netwerk? Stelt u hiervoor extra capaciteit beschikbaar?
Zie antwoord vraag 14.
Is de Autoriteit Persoonsgegevens betrokken bij deze operatie? Kunt u hen nauw betrekken zodat er snel gehandeld kan worden als blijkt dat persoonsgegevens ingezien of buitgemaakt zijn?
De Autoriteit Persoonsgegevens is reeds door het OM en JIO ingelicht over de situatie. Waar nodig wordt vanzelfsprekend nauw contact onderhouden met de Autoriteit Persoonsgegevens.
Heeft u contact gehad met Citrix over de kwetsbaarheid in hun software? Kan de leverancier bijdragen aan een oplossing voor het OM?
Ja, met Citrix is regelmatig contact over de kwetsbaarheden en oplossingen hiervoor.
Kunt u, zo nodig vertrouwelijk, de Kamer informeren over de interne toelichting die is gegeven aan het OM en bekend is bij het NRC?
Ik acht het niet opportuun om in te gaan op mediaberichtgeving over interne communicatie binnen het OM. Het is aan het OM om daar al dan niet op te reageren. Voor het overige verwijs ik naar de Kamerbrieven die uw Kamer over dit onderwerp zijn toegestuurd.
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en spoedig beantwoorden, en indien mogelijk betrekken bij de eerstvolgende update over de situatie?
Waar relevant zijn antwoorden samengevoegd om herhaling te voorkomen.
              De nieuwe voorwaarden van WeTransfer om data van gebruikers te gebruiken voor verkoop en het trainen van AI | 
          |
              Barbara Kathmann (PvdA) | 
          |
van Marum , Karremans | 
              
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Bent u bekend met het bericht «WeTransfer haalt gebruik bestanden voor AI-training stilletjes uit voorwaarden»?1
Ja, hier ben ik mee bekend.
Bent u bekend met de nieuwe gebruiksvoorwaarden van WeTransfer, een dienst waar veel mensen gebruik van maken om grote hoeveelheden data te delen met elkaar?
Ja, hier ben ik mee bekend. Overigens heeft WeTransfer zelf de eerdere berichtgeving hierover weersproken2.
Is bij u bekend wat de gevolgen zijn van de nieuwe gebruiksvoorwaarden voor de consumenten-, privacy- en auteursrechten van gebruikers, die mogelijk worden geschonden als WeTransfer rechten krijgt over de data van gebruikers? Indien dit niet bekend bij u is, kunt u om een zienswijze vragen van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) en/of de Autoriteit Persoonsgegevens (AP)?
Voor mogelijke schending van consumenten- en privacyrecht is het niet aan de regering, maar aan de gebruikers om zich tot de toezichthoudende autoriteit te wenden. Voor zover het de naleving betreft van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), nu WeTransfer B.V. haar hoofdzetel heeft in Amsterdam. Met betrekking tot de naleving van het consumentenrecht kan een melding worden gedaan bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Er is geen toezichthouder voor de naleving van het auteursrecht. Als de voorwaarden die aan de inroepbaarheid van de uitzondering op het auteursrecht (neergelegd in artikel 15o van de Auteurswet) zijn geschonden (zie hierover nader het antwoord het vraag3 en de maker geen toestemming voor het gebruik van zijn werk heeft verleend, dan is sprake van een auteursrechtinbreuk. De maker kan een procedure bij de civiele rechter starten en daarin bijvoorbeeld een verbod en schadevergoeding vorderen.
Is het trainen van AI-modellen op grote hoeveelheden data van gebruikers door techbedrijven, zoals mogelijk het geval is bij WeTransfer en eerder al het geval was bij Meta,2 toegestaan binnen de Nederlandse en Europese wet- en regelgeving? Welke beperkingen kent deze praktijk?
Het trainen van AI-modellen met data van gebruikers is onder bepaalde voorwaarden toegestaan. Het Europese Comité voor gegevensbescherming (EDPB), waarin de Europese toezichthouders samenwerken, heeft op 18 december 2024 een advies aangenomen over het gebruik van persoonsgegevens bij het ontwikkelen en in gebruik nemen van AI-modellen.5 Uit dat advies van de EDPB volgt dat een verwerkingsverantwoordelijke een gerechtvaardigd belang (artikel 6, eerste lid onder f AVG) kan hebben bij het gebruik van persoonsgegevens voor de ontwikkeling van een AI-model. Daarbij noemt de EDPB diverse voorwaarden voor het gebruik van deze grondslag bij het verwerken van persoonsgegevens ten behoeve van het ontwikkelen of inzetten van een AI-model. Een van die voorwaarden is dat uit een belangenafweging moet blijken dat het gebruik van persoonsgegevens noodzakelijk is en dat hetzelfde doel niet kan worden bereikt met, bijvoorbeeld, geanonimiseerde gegevens. In deze afweging spelen de redelijke verwachtingen van de betrokkenen een belangrijke rol. Bij het vaststellen daarvan dient onder meer rekening te worden gehouden met de context van de verwerking en de informatie die de verwerkingsverantwoordelijke aan de betrokkene aanbiedt. De verwerkingsverantwoordelijke kan daarbij op de concrete omstandigheden van het geval toegespitste maatregelen nemen om de impact van de verwerking op de belangen van de betrokkengebruikers te mitigeren. Daarbij speelt de toegang tot rechten van betrokkenen onder de AVG een rol, zoals het recht op inzage en het recht op bezwaar. De toezichthouder beoordeelt uiteindelijk of (en zo ja: welke) stappen moeten worden ondernomen tegen een vorm van verwerking.
In het geval AI-modellen worden getraind met auteursrechtelijk beschermde werken, geldt het volgende regime. De AI-verordening bepaalt dat het trainen van generatieve AI een vorm van tekst- en datamining is. Artikel 15o van de Auteurswet bepaalt dat het maken van een reproductie van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst ten behoeve van tekst- en datamining onder bepaalde voorwaarden niet als inbreuk op het auteursrecht op het werk wordt beschouwd.6 Een reproductie van een werk mag zonder toestemming van de maker van het werk worden gemaakt, mits: (1) degene die de tekst- en datamining verricht rechtmatig toegang heeft tot het werk en (2) het auteursrecht door de maker of zijn rechtverkrijgenden niet uitdrukkelijk op passende wijze is voorbehouden. De reproductie mag slechts bewaard blijven zolang dat nodig is voor tekst- en datamining en moet daarna worden verwijderd.
Tot slot heeft de Europese Commissie op 10 juli 2025 de General-Purpose AI Code of Practice (GPAI-CoP) heeft gepubliceerd7. Deze (vrijwillige) gedragscode bundelt de belangrijkste uitgangspunten voor aanbieders in drie thematische hoofdstukken. Ook transparantie en auteursrecht maken daarvan onderdeel uit.
Bent u van mening dat het beschikbaar stellen van gegevens voor doorverkoop en AI-trainingsdoeleinden ten alle tijden een goed geïnformeerde en individuele keuze voor gebruikers moet zijn?
In zijn algemeenheid merk ik op dat, zoals gezegd onder antwoord 4, de AVG ruimte biedt om – ook zonder toestemming van de betrokkene – op basis van de verwerkingsgrondslag «gerechtvaardigd belang» persoonsgegevens te verwerken. Of deze grondslag in een concrete situatie kan worden ingeroepen, wordt bepaald door de omstandigheden van het geval. De beoordeling daarvan komt (zoals toegelicht bij antwoord8 niet toe aan de regering en is aan de toezichthoudende autoriteit. Zij kan daartoe handhaven, advies verstrekken, samenwerken met andere toezichthoudende autoriteiten en klachten behandelen over een inbreuk op de bescherming van persoonsgegevens. Zij toetst of sprake is van strijdigheid met de Europese gegevensbeschermingsregels.
Artikel 15o van de Auteurswet schrijft, in het voetspoor van de EU-richtlijn auteursrecht in de digitale eengemaakte markt, voor dat het auteursrecht door de maker uitdrukkelijk op passende wijze kan worden voorbehouden zoals door middel van machinaal leesbare middelen bij een online ter beschikking gesteld werk (opt-out). Uit overweging 18 van de voornoemde richtlijn blijkt dat de rechthebbenden specifiek de rechten om reproducties te maken en opvragingen te verrichten ten behoeve van tekst- en datamining op passende wijze kunnen voorbehouden. Bij content die online voor het publiek beschikbaar is gesteld, moet het voorbehouden van die rechten enkel als passend worden beschouwd indien hierbij machinaal leesbare middelen worden gebruikt, waaronder metagegevens en de voorwaarden van een website of een dienst. In andere gevallen dan online gebruik kan het passend zijn om rechten voor te behouden met behulp van andere middelen, zoals contractuele overeenkomsten of een eenzijdige verklaring.
Welke mogelijkheden heeft u om, nationaal of Europees, het afstaan van gegevens voor doorverkoop en AI-trainingsdoeleinden altijd een «opt-in» te maken? Zijn daartoe aanpassingen nodig van het consumentenrecht?
Een dergelijke «opt-in» zou veronderstellen dat de onderhavige verwerkingsvorm alleen rechtmatig is wanneer deze op toestemming van de gebruikers berust. Zoals ik in antwoorden 4 en 5 aangaf, kan onder omstandigheden ook de verwerkingsgrondslag «gerechtvaardigd belang» worden ingeroepen. Daarvoor weegt mee of de verwerkingsverantwoordelijke voldoende maatregelen heeft genomen om de impact van een gegevensverwerking op de belangen van betrokkenen te beperken. Het bieden van een onvoorwaardelijke «opt-out» kan volgens het eerdergenoemde advies van de EDPB worden beschouwd als een maatregel die de controle van individuen over de verwerking van hun persoonsgegevens versterkt.9 In artikel 4 van de Europese richtlijn auteursrecht in de digitale eengemaakte markt10 is ook gekozen voor een opt-out in plaats van een opt-in systeem. De AI-verordening haakt daarbij aan en bouwt daarop voort. De voornoemde richtlijn wordt volgend jaar onder het gezag van de Europese Commissie geëvalueerd.
Bent u bereid om in gesprek te gaan met WeTransfer, een Nederlands bedrijf, om helderheid te krijgen over de gevolgen van de nieuwe voorwaarden en een garantie te krijgen dat data gewoon van de gebruikers blijft?
Dat zou een taak van de onafhankelijke toezichthouder zijn, indien deze dat opportuun vindt. In het stelsel van de AVG is het aan verwerkingsverantwoordelijken om verplichtingen na te leven, aan de betrokkenen om rechten uit te oefenen en is het toezicht bij onafhankelijke instanties belegd. Deze onafhankelijkheid vind ik belangrijk en ik wil dit dan ook niet doorkruisen.
Kunt de vragen afzonderlijk van elkaar en vóór 8 augustus, wanneer de nieuwe gebruiksvoorwaarden ingaan, beantwoorden?
De vragen zijn afzonderlijk en zo snel mogelijk beantwoord.
              De uitspraken van minister van Justitie en Veiligheid over de afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten | 
          |
              Jesse Six Dijkstra (NSC), Barbara Kathmann (PvdA) | 
          |
van Marum , David van Weel (minister justitie en veiligheid, minister asiel en migratie) | 
              
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Zijn uw uitspraken in de uitzending van Goedenavond Nederland op maandag 14 juli jl.,1 over de afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten, representatief voor het kabinetsstandpunt?
Hoewel gechargeerd, is het zo dat de Europese cloudmarkt niet goed functioneert. Zie verder het antwoord op vraag 2.
Wat bedoelde u precies met de uitspraak: «We hebben geen Europese cloudbedrijven»? In welke zin zit Nederland in een «hele ongemakkelijke positie tegenover de grote techbedrijven»?
Vier grote niet-Europese bedrijven domineren op dit moment wereldwijd de markt voor openbare cloudinfrastructuur2: Amazon, Microsoft, Google Cloud Platform en het Chinese Alibaba (vooral actief op de Chinese markt). De Nederlandse markt lijkt in grote lijnen op de Europese markt, met dominante posities voor met name de Amerikaanse aanbieders Amazon en Microsoft. Daarnaast zijn er nog een aantal andere Europese partijen actief, die relatief jong en klein zijn op de markt voor clouddiensten. De ACM verwacht dat de consolidatie in de markt voor clouddiensten verder doorzet als gevolg van onder meer schaalvoordelen en netwerkeffecten.3 Het is voor kleinere spelers moeilijk om effectief met grote geïntegreerde aanbieders te concurreren. Nederlandse bedrijven en consumenten zijn als afnemers van clouddiensten grotendeels afhankelijk van grote technologiebedrijven uit de VS. De toenemende consolidatie in combinatie met overstapdrempels (er is sprake van vendor lock-in) en gebrekkige dataportabiliteit en cloudinteroperabiliteit vergroten deze afhankelijkheid.
Noopt de hele ongemakkelijke positie van Nederland tegenover de grote techbedrijven niet tot het nemen van maatregelen om op zo kort mogelijke termijn de afhankelijkheid af te bouwen?
Het onderwerp «Strategische Autonomie» heeft uitgebreid aandacht van de Rijksoverheid. Onder andere middels de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA) en de in het vierde kwartaal verwachte Visie digitale autonomie en soevereiniteit overheid.
Het afbouwen van afhankelijkheden nemen wij momenteel mee in de herziening van het Rijksbreed cloudbeleid, maar ook in de overheidsbrede visie voor digitale autonomie en soevereiniteit van de overheid, en in de IT-sourcingstrategie Rijk. Ook zet het kabinet zich in voor een verkenning naar een soevereine overheidscloud als alternatief voor public clouddiensten voor de (rijks)overheid, conform de motie Kathmann.4
Deze voorziening moet de kloof overbruggen voor digitale dienstverlening waarvoor het gebruik van public cloud onwenselijk is, bijvoorbeeld vanwege de gevoeligheid van gegevens of wanneer ongewenste afhankelijkheden vermeden moeten worden.
Afhankelijkheden zijn echter niet te voorkomen en zijn ook niet altijd ongewenst. Het is van belang om op case-by-case basis zorgvuldig afwegingen te maken, om te bepalen waar en op welke wijze risicovolle strategische afhankelijkheden waar nodig voorkomen kunnen worden. Dit speelt op meer gebieden dan alleen cloud.
Kunt u bondig het kabinetsstandpunt over digitale autonomie toelichten? Op welke manier is het Ministerie van Justitie en Veiligheid verantwoordelijk voor het vergroten van de digitale autonomie?
De Verenigde Staten is en blijft een belangrijke bondgenoot, niet op de laatste plaats voor onze welvaart en veiligheid. Nederland zet zich er daarom voor in dat we als EU blijven samenwerken en optrekken met de VS, maar tegelijkertijd zelf verantwoordelijkheid nemen en ook eensgezind met de EU optrekken waar het onze kernbelangen betreft. Het kabinet is het wel met u eens dat een te grote afhankelijkheid van één of enkele marktpartijen ongewenst is. In de afweging welke data we in eigen beheer dan wel in de public cloud verwerken, moeten strategische afhankelijkheden én marktconcentraties worden meegewogen.
Voor een overzicht van de verdere Nederlandse inzet op Europees niveau omtrent cloudsoevereiniteit verwijzen wij u graag door naar het recent gepubliceerde non-paper «Versterken van cloudsoevereiniteit van overheden».5
JenV is, net als andere departementen, medeverantwoordelijk voor de digitale autonomie en specifiek voor de digitale autonomie binnen het eigen verantwoordelijkheidsdomein.
Wat is het kabinetsstandpunt over een Europese digitale taks voor Amerikaanse techbedrijven? Hoort dit wat u betreft tot de mogelijkheden voor een Europese reactie op de aangekondigde Amerikaanse importheffingen? Acht u dit in het belang van Nederland?
Op 21 augustus jl. hebben de EU en de VS een gemeenschappelijke verklaring met handelsafspraken gepubliceerd.6 In navolging daarvan heeft de EU de inwerkingtreding van de op 24 juli jl. vastgestelde rebalancerende maatregelen jegens de VS tot februari 2026 opgeschort.7 Voorlopig is van een Europese tegenmaatregel naar aanleiding van de verhoogde Amerikaanse importheffingen dus geen sprake. Tegelijkertijd valt het niet uit te sluiten dat de Europese rebalancerende maatregelen jegens de VS in de toekomst alsnog in werking treden of dat toekomstige ontwikkelingen aanleiding geven tot voorstellen voor nieuwe vormen van rebalancerende maatregelen. Het kabinet zal voorstellen daartoe te zijner tijd op hun eigen merites beoordelen.
Kunt u toezeggen dat ook het Ministerie van Justitie en Veiligheid zich zal inspannen voor het vergroten van de digitale autonomie van Nederland, onder andere door zelf meer Europese alternatieve digitale diensten af te nemen, in lijn met alle aangenomen Kamermoties?2
Het Ministerie van JenV zet, onder coördinatie van het Ministerie van BZK in op het herziening van het Rijksbreed cloudbeleid, de overheidsbrede visie voor digitale autonomie en soevereiniteit van de overheid en de IT-sourcingstrategie Rijk. Zie verder het antwoord op vraag 3.
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden?
Er heeft departementale afstemming plaatsgevonden en zowel het Ministerie van Justitie en Veiligheid als het Ministerie van Binnenlandse zaken is akkoord met de beantwoording van deze vragen.
Bent u bekend met het artikel «In de strijd tegen deepfakes krijgen Denen copyright op eigen gezicht en stem»?
Ja.
Deelt u de opvatting van de stichting Stop Online Shaming dat de politie, justitie en de Autoriteit Persoonsgegevens «blijkbaar niet de capaciteit en prioriteit [hebben] om partijen en personen die dit uploaden en verspreiden aan te pakken»?
Het kabinet erkent de grote impact die bepaalde deepfakes en online misbruik hebben op slachtoffers. Effectieve handhaving en bescherming van slachtoffers zijn van groot belang. De beleidsreactie op het rapport «Online seksueel geweld» van 21 maart 20252 zal ik u in het najaar doen toekomen, hierin wordt onder meer gereflecteerd op de capaciteit en prioriteit van onder andere de politie, het OM, de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) voor de problematiek rondom online misbruik.
Het is daarnaast belangrijk om te benoemen dat het in de praktijk helaas soms lastig is om effectief op te treden tegen deepfake porno, omdat aanbieders van deepfake-websites vaak niet transparant zijn over hun identiteit of hun vertegenwoordiging binnen de EU. Dit bemoeilijkt het vaststellen van de juiste verantwoordelijke partij en daarmee de handhaving. Ook blijkt dat wanneer de identiteit van deze partijen wel te achterhalen is, zij niet in Nederland, of zelfs niet in de EU, gevestigd zijn, wat handhaving bemoeilijkt.
Wat vindt u ervan dat de stichting Stop Online Shaming geregeld zaken aanvoert bij grote techbedrijven, maar dat deze bedrijven weigeren mee te werken?
Grote techbedrijven hebben de verantwoordelijkheid om zich te houden aan geldende wet- en regelgeving en daarmee illegale inhoud tegen te gaan. Op grond van de Digitale Services Act (DSA) rust op zeer grote online platforms en zeer grote online zoekmachines de verantwoordelijkheid om illegale inhoud op hun diensten tegen te gaan en systeemrisico’s te mitigeren, onder meer door het voor gebruikers van de platforms mogelijk te maken om illegale inhoud op eenvoudige wijze te melden.
Zeer grote online platforms en zoekmachines zijn daarnaast verplicht jaarlijks een risicobeoordeling uit te voeren om systeemrisico’s, zoals schadelijke deepfakes, te identificeren. Indien relevante risico’s aanwezig zijn, dan moeten zij passende maatregelen nemen om deze te beperken, zoals aanpassingen in diensten, de interface, algemene voorwaarden, moderatieprocedures en/of algoritmes. Indien een platform systematisch nalaat om adequaat op meldingen te reageren, kunnen nationale toezichthouders of de Europese Commissie daarop handhaven, bijvoorbeeld door boetes op te leggen. Daarnaast hebben gebruikers de mogelijkheid om, naast het doorlopen van de interne klachtenafhandelingsprocedure bij een aanbieder, een gerechtelijke procedure te starten.
Dat organisaties burgers vertegenwoordigen of ondersteunen, kan in het algemeen bijdragen aan de effectieve handhaving van gebruikersrechten onder de Digitaledienstenverordening (hierna: de DSA) en aan een betere rechtsbescherming in de digitale omgeving.
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat grote techbedrijven hun verantwoordelijkheid gaan nemen om mensen te beschermen tegen online grensoverschrijdend gedrag, zoals het verspreiden van pornografische deepfakes?
Het kabinet is zich bewust van de enorme impact die online grensoverschrijdend gedrag, zoals het verspreiden van pornografische deepfakes, kan hebben op slachtoffers. Zoals gemeld in mijn antwoord op vraag 3 beoogt de DSA de verspreiding van illegale inhoud en systeemrisico’s aan te pakken. Dat betreft vaak ook deepfake-pornobeelden, omdat die veelal illegaal zijn en dus onder toepassingsbereik van de DSA vallen.3 Onder meer de verantwoordelijke onafhankelijke toezichthouders kunnen optreden tegen bedrijven die bijdragen aan de creatie of verspreiding van dergelijk materiaal.
Daarnaast vindt er vanuit mijn departement en onder andere het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties regelmatig overleg plaats met techbedrijven. Om de brede dialoog over online content te ondersteunen, is in 2023 – onder neutraal voorzitterschap van ECP4 – een overlegplatform opgericht waarin publieke en private partijen uitdagingen en ontwikkelingen op het gebied online contentmoderatie uitwisselen. Daarnaast ondersteunt het Ministerie van Justitie en Veiligheid het meldpunt Helpwanted van stichting Offlimits, om het voor burgers eenvoudiger te maken om hulp te zoeken en melding te doen van illegale content met als doel om dit snel verwijderd te krijgen. Offlimits onderhoudt contacten met platformen en heeft op 15 juli jl. de status van betrouwbare flagger toegewezen gekregen door de ACM. Hiermee is haar rol in het signaleren en melden van illegale inhoud geformaliseerd onder de DSA.
Welke juridische grondslag is er in Nederland om ongewenste deepfakes aan te pakken? In hoeverre is de bestaande auteursrechtwetgeving hiervoor geschikt?
Het Nederlandse recht biedt een breed scala aan instrumenten om ongewenste deepfakes aan te pakken, zowel civiel-, straf- als bestuursrechtelijk.5 Bij verwerking van persoonsgegevens in deepfakes, zoals gezichtskenmerken of stem, is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van toepassing. Zo verbiedt de AVG het maken en verspreiden – buiten de huiselijke sfeer – van deepfakes waarin persoonsgegevens zijn verwerkt zonder een verwerkingsgrondslag. In de praktijk is daardoor een deepfake die zonder toestemming is gemaakt, zeker als daarin gevoelige (bijvoorbeeld seksuele) content is te zien, strijdig met de AVG. De betrokkene kan een klacht indienen bij de AP wanneer het gaat om (deepfake)content waarbij onrechtmatig persoonsgegevens zijn verwerkt.
Het toepassen van deepfake-technologie kan onder omstandigheden een onrechtmatige daad vormen. Dit zal standaard het geval zijn bij publicatie van pornografische deepfakes die zonder toestemming zijn vervaardigd, maar kan bijvoorbeeld ook het geval zijn bij de imitatie van stemmen. Ook uit de regeling van het portretrecht in de Auteurswet volgt dat publicatie van een portret dat niet in opdracht is gemaakt (zoals bij deepfakes veelal het geval zal zijn) niet geoorloofd is als een redelijk belang van de geportretteerde zich tegen de openbaarmaking verzet (artikel 21 Auteurswet).
De DSA verplicht online platforms om het melden van illegale inhoud, zoals ongeoorloofde deepfakes, mogelijk te maken.6 Als zij vervolgens geen actie ondernemen op zulke meldingen dan kunnen zij er, mits aan de overige voorwaarden daarvoor is voldaan, zelf aansprakelijk voor worden gesteld. Als een platform structureel tekortschiet in de afhandeling van dit soort meldingen, kunnen daarnaast toezichthouders daar tegen optreden, bijvoorbeeld middels het opleggen van een boete. De DSA geeft gebruikers bovendien het recht om een klacht te kunnen indienen bij platformen, en in sommige gevallen kunnen gebruikers naar een onafhankelijke geschilbeslechtingscommissie om besluiten van platformen aan te vechten. Zoals toegelicht bij het antwoord op vraag 4, zijn zeer grote online platformen en zeer grote online zoekmachines op grond van de DSA verder verplicht om de systeemrisico’s die kunnen voortvloeien uit de verspreiding van kunstmatig gegenereerde of gemanipuleerde content, zoals deepfakes, te identificeren en te beperken. De transparantieverplichtingen uit de AI-verordening7 vereenvoudigen de opsporing van dergelijke, kunstmatig gegenereerde, content en het AI-systeem daarachter.
Het strafrecht, met onder meer artikel 254ba Sr (Wet seksuele misdrijven, in werking getreden per 1 juli 2024), stelt het zonder instemming maken of verspreiden van seksueel beeldmateriaal strafbaar, ongeacht of dit door een persoon of AI is vervaardigd. Ook andere strafrechtelijke bepalingen, zoals doxing (art. 285d Sr) en smaad/laster (art. 261 Sr), kunnen van toepassing zijn.
Gaat u naar Deens voorbeeld het auteursrecht uitbreiden door mensen copyright te geven op hun uiterlijk en stem, en grote techbedrijven aansprakelijk stellen voor het weghalen van ongewenste deepfakes?
Het Nederlandse recht biedt voldoende mogelijkheden voor juridische (civiele) vervolgstappen, strafrechtelijke vervolging en bestuursrechtelijke handhaving. Eerder werd door mijn ambtsvoorganger en de toenmalig Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van de uitkomst van onderzoeken van het WODC geconstateerd dat het wettelijk kader voldoende mogelijkheden biedt om het onwenselijke gebruik van deepfaketechnologie te adresseren.8 Zoals hiervoor genoemd kunnen online platforms onder voorwaarden al aansprakelijk worden gesteld als zij geen medewerking verlenen aan het verwijderen van illegale content.
Recentelijk werd voor wat betreft pornografische deepfakes in het eerder genoemde rapport «Online seksueel geweld» geconcludeerd dat het bestrijden van online seksueel misbruik niet wordt belemmerd door een gebrek aan regelgeving.9 Hier komt bij dat het auteursrecht in de kern bedoeld is om de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst in staat te stellen het werk te (laten) exploiteren. Introductie van een auteursrecht op iets dat op zichzelf beschouwd geen creatieve prestatie is (een stem of beeltenis) en dat tot doel heeft openbaarmaking te voorkomen, staat daar haaks op. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ziet dan ook geen aanleiding om over te gaan tot aanpassing van wetgeving.
              Hoe het demissionaire kabinet omgaat met de keuze voor mailcommunicatie in eigen beheer | 
          |
              Jesse Six Dijkstra (NSC), Barbara Kathmann (PvdA) | 
          |
Judith Uitermark (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (NSC), David van Weel (minister justitie en veiligheid, minister asiel en migratie) | 
              
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Bent u bekend met het bericht «Demissionair de cloud in denderen: doe het niet»?1
Ja.
Wat geeft de rijksoverheid in totaal uit aan Microsoft-producten?2
In het notaoverleg «Wolken aan de horizon» d.d. 2 juni jl. is reeds toegezegd aan de Tweede Kamer een overzicht te bieden van de gecontracteerde hoeveelheid aanbestedingen die uiteindelijk door de ministeries via SLM Rijk goedgekeurd zijn. Dit onderzoek loopt.
Wanneer moeten alle departementen en overheidsorganisaties uiterlijk besluiten of zij wel of niet hun mailverkeer en gegevens in eigen beheer gaan nemen als de ondersteuning van Microsoft Exchange afloopt op 14 oktober 2025?
Departementen zijn zelf verantwoordelijk om te bepalen welke afwegingen zij maken rondom cloudgebruik. Dit dient plaats te vinden op basis van een gedegen risicoanalyse en het nemen van passende maatregelen. Zij nemen hierover besluiten binnen hun eigen mandateringsregelingen.
Hoewel de technische ondersteuning van bepaalde versies van Exchange stopt op 14 oktober 2025, heeft de leverancier al een nieuwere on-premise versie gelanceerd die wel ondersteund wordt.3
Feitelijk is de situatie dat alleen voor Microsoft Exchange 2016 en Microsoft Exchange 2019 vanaf 14 oktober 2025 geen support of beveiligingsupdates meer geleverd worden.
Ook zonder de door de leverancier aanbevolen upgrade door te voeren, zal de maildienst niet per 14 oktober ophouden met functioneren en gaat de maildienst ook niet automatisch uit eigen beheer. Voor blijvend betrouwbaar functioneren van de maildienst is een upgrade door Microsoft beschikbaar gesteld. Deze is bekend bij de dienstverleners van de Rijksoverheid.
Heeft de demissionaire status van het kabinet gevolgen voor besluitvorming van departementen over het wel of niet in beheer nemen van mailverkeer en gegevens?
Lopend beleid mag ten tijde van een demissionair kabinet worden uitgevoerd. Er zijn op dit moment bovendien geen zaken op digitaal terrein controversieel verklaard.
Welke departementen en organisaties zijn nu van plan om mailverkeer en gegevens in eigen beheer te nemen, welke hebben besloten dit niet te doen en welke moeten het besluit nog nemen?
Ten behoeve van de beantwoording van deze vraag is een uitvraag bij de grootste ICT-dienstverleners van de Rijksoverheid gedaan. Voor alle departementen geldt dat beheer van mailverkeer en gegevens nu en na 14 oktober volledig binnen een eigen on-premise omgeving plaatsvindt, behoudens de Ministeries van Economische Zaken (EZ), Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) en Klimaat en Groene Groei (KGG), waar -ook na 14 oktober- sprake is van een hybride situatie.
Ook bij een groot aantal uitvoeringsorganisaties als DUO, Rijkswaterstaat en Dienst Justitiële Inrichtingen vindt beheer van mailverkeer en gegevens nu en na 14 oktober volledig binnen een eigen on-premise omgeving plaats. Dit geldt ook voor de Belastingdienst, Toeslagen en de Douane. Wel heeft de Belastingdienst in het Jaarplan 2025, dat uw Kamer op 11 december 2024 heeft ontvangen, aangegeven dat de Belastingdienst voornemens is om in 2025 de kantoorautomatisering naar Microsoft365 te migreren. De implementatie van de migratie is op dit moment nog niet gestart. De applicaties binnen de primaire processen voor de heffing en inning blijven draaien in hun huidige on-premise omgeving, op door de Belastingdienst zelf beheerde servers. De Belastingdienst volgt de recente (geo)politieke ontwikkelingen en doorloopt, in afstemming met CIO Rijk, een zorgvuldig besluitvormingstraject. Zodra er een definitief besluit is genomen, zal uw Kamer hierover worden geïnformeerd.
Kunt u, in het licht van de recente sancties richting het Internationaal Strafhof, aangeven of mailverkeer en gegevens binnen de justitiële keten in Nederland vanaf 14 oktober 2025 in eigen beheer blijven?3
Het kabinet is zich ervan bewust dat afhankelijkheid van een klein aantal techaanbieders voor digitale diensten zorgt voor risico's op het vlak van o.a. concurrentiepositie, digitale open strategische autonomie en continuïteit van dienstverlening. Om deze risico’s te mitigeren wordt in het kader van onder meer de vernieuwing van het cloudbeleid voor de (rijks)overheid gekeken naar mogelijkheden om cloudtechnologie op verantwoorde wijze in te zetten.
Ook binnen de Justitiële keten bestaat aandacht voor deze risico’s en maken organisaties in overleg met hun ICT-leverancier passende keuzes om deze te mitigeren. Zo wordt bij de Hoge Raad de email verzonden, ontvangen en opgeslagen op servers die in eigen beheer zijn en verbiedt het cloudbeleid van de rechtspraak het gebruik van de cloud voor primaire processystemen. Voor de bedrijfsvoering maakt de Rechtspraak gebruik van Microsoft Exchange Online.
De Amerikaanse sancties tegen het Internationaal Strafhof zijn een specifieke maatregel voor een specifieke situatie en hebben geen inhoudelijke koppeling met onze nationale ICT-infrastructuur.
Wat zijn de politie, het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Rechtspraak en de Hoge Raad van plan te doen vanaf 14 oktober 2025? Worden deze organisaties eveneens kwetsbaar voor Amerikaanse sancties?
Zie antwoord vraag 6.
Kunt u bevestigen dat het Shared Service Center ICT (SSC-ICT) de migratie van 57.000 werkplekken van ambtenaren naar de Microsoft-cloud definitief niet doorzet en mailverkeer en gegevens zelf blijft beheren?
U bent per Kamerbrief reeds geïnformeerd over de geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland, waaronder de migratie van de werkplekken van SSC-ICT.5
Bent u bereid om, in lijn met de vele aangenomen Kamermoties die de digitale soevereiniteit van de overheid aanjagen, ervoor te zorgen dat alle departementen en overheidsorganisaties het goede voorbeeld van SSC-ICT volgen en gegevens in eigen beheer houden?
Departementen zijn zelf verantwoordelijk om te bepalen welke afwegingen zij maken rondom cloudgebruik. Dit dient plaats te vinden op basis van een gedegen risicoanalyse en het nemen van passende maatregelen. Zij nemen hierover besluiten binnen hun eigen mandateringsregelingen.
Kunt u toezeggen dat u en uw collega’s geen onomkeerbare stappen zullen zetten die de digitale afhankelijkheid van de Verenigde Staten (VS) doen toenemen, tenzij de Kamer anders besluit?
De Verenigde Staten is en blijft een belangrijke bondgenoot, niet op de laatste plaats voor onze welvaart en veiligheid. Nederland zet zich er daarom voor in dat we als EU blijven samenwerken en optrekken met de VS, maar tegelijkertijd moeten we als EU zelf meer verantwoordelijkheid nemen en ook eensgezind optrekken waar het onze kernbelangen betreft. Ik ben het wel met u eens dat een te grote afhankelijkheid van één of een enkele marktpartij(en) ongewenst is. In de afweging welke data we in eigen beheer dan wel in de public cloud verwerken, moeten strategische afhankelijkheden én marktconcentraties worden meegewogen.
Dit nemen wij momenteel mee in de aanscherping van het rijksbreed cloudbeleid, maar ook in de beleidskaders voor digitale autonomie en soevereiniteit van de overheid, en in de IT-sourcingstrategie Rijk. Ook zet ik mij deze kabinetsperiode in voor het realiseren van een soevereine overheidscloud als alternatief voor public clouddiensten. Deze voorziening moet de kloof overbruggen voor digitale dienstverlening waarvoor het gebruik van public cloud onwenselijk is, bijvoorbeeld vanwege de gevoeligheid van gegevens of wanneer ongewenste afhankelijkheden vermeden moeten worden.
Afhankelijkheden zijn echter niet te voorkomen en zijn ook niet altijd ongewenst. Het is van belang om op case-by-case basis zorgvuldige afwegingen te maken, om te bepalen waar en op welke wijze risicovolle strategische afhankelijkheden waar nodig voorkomen kunnen worden. Dit speelt op meer gebieden dan alleen cloud.
Het onderwerp «Strategische Autonomie» heeft uitgebreid aandacht van de Rijksoverheid. Onder andere middels de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA) en de medio dit jaar verwachte Visie digitale autonomie en soevereiniteit Overheid.
Bent u bereid om departementen en organisaties te helpen om mailverkeer en gegevens in eigen beheer te houden vanaf 14 oktober 2025, zodat de strategische afhankelijkheid van de VS niet groeit?
Zie de beantwoording van vraag 10. Voor het overgrote deel van de departementen en organisaties geldt dat zij dit al in eigen beheer hebben. De afweging om dit wel of niet zo te houden, is een departementale verantwoordelijkheid. De departementen nemen hierover besluiten binnen hun eigen mandateringsregelingen. CIO Rijk faciliteert het uitvoeren van goede risicoanalyses met beleid en handreikingen.
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en minstens één week voor het zomerreces beantwoorden?
De Kamervragen zijn zo spoedig mogelijk beantwoord.
              De groeiende afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten | 
          |
              Jesse Six Dijkstra (NSC), Barbara Kathmann (PvdA) | 
          |
Eddy van Hijum (minister sociale zaken en werkgelegenheid, minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA), Zsolt Szabó (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) | 
              
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Bent u bekend met het bericht: «Overheidsorganisaties blijven in de Amerikaanse cloud, ondanks zorgen in de Tweede Kamer»?1 Bent u tevens bekend met het feit dat de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof onlangs de toegang tot Microsoft-diensten is ontzegd op laste van de Amerikaanse regering?
Ja.
Kunt u bevestigen dat het UWV en de SVB, die BNR met vijftien andere overheidsorganisaties onder de loep heeft genomen,2 de overstap naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners niet heroverwegen? Zo ja, kunt u dit besluit onderbouwen?
Het Kabinet is het met de indieners eens dat zorgvuldige afwegingen bij cloudmigraties van groot belang zijn. Daarom moeten volgens het huidige beleid al een reeks van aspecten afgewogen worden. Onderdelen van de Rijksdienst zijn verplicht het Rijksbreed cloudbeleid 2022 te volgen. Hierin wordt reeds aandacht besteed aan de risico’s rondom marktconcentratie. Zbo’s zijn niet verplicht het Rijksbreed cloudbeleid te volgen, maar het wordt hen wel aangeraden. Daarnaast zijn zbo’s verplicht – op basis van de Kaderwet zbo’s – om op de voet van de ter zake voor de Rijksdienst geldende voorschriften maatregelen te nemen.
De continuïteit van de dienstverlening, nationale veiligheid en publieke waarden zijn daar verdere voorbeelden van. Ook dienen beveiligingsmaatregelen genomen te worden en risicoanalyses geactualiseerd te worden wanneer daar aanleiding toe is. In de herziening van het rijksbreed cloudbeleid wordt tevens aandacht besteed aan het verder beperken van afhankelijkheid van enkele leveranciers, de zogeheten marktconcentratie- en continuïteitsrisico’s.
Ja. SZW (inclusief de Nederlandse Arbeidsinspectie), UWV en de SVB volgen de geopolitieke ontwikkelingen en de reacties vanuit de Tweede Kamer en de demissionair Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties nauwgezet. De herziening van het rijksbreed cloudbeleid zal leiden tot een herziening van het eigen cloudbeleid. Aan de hand van het herziene beleid worden de keuzes voor digitale middelen geëvalueerd. Voor de UWV en SVB geldt dat zij niet vallen onder het rijkscloudbeleid, maar wel de belangrijke elementen uit het rijkscloudbeleid overnemen in hun eigen cloudbeleid.
Welke processen, registers, (mail)communicatiediensten en/of organisatieonderdelen die onder uw verantwoordelijkheid vallen, zijn op dit moment reeds ondergebracht in de cloud van Amerikaanse dienstverleners?
Voor de beantwoording limiteren wij ons tot het gebruik van materieel public cloudgebruik. Materieel public cloudgebruik is gebruik van public clouddiensten ten behoeve van het uitvoeren van de primaire taak van een organisatie. Met andere woorden, voor de organisatie is die (cloud)dienst van wezenlijk belang.
Voor SZW geldt dat er geen processen, registers, (mail)communicatiediensten en/of organisatieonderdelen zijn ondergebracht in de public cloud van Amerikaanse dienstverleners. SZW maakt wel gebruik van een aantal softwareleveranciers die applicaties als SaaS (Software as a Service) oplossing leveren en daarbij gebruik maken van Amerikaanse clouddienstverleners. Dit betreft diverse nuttige tools, websites en een tiental toepassingen ter ondersteuning van processen voor de primaire taak van de organisatie. Verder maakt SZW gebruik van de rijkswerkplek, inclusief communicatiediensten, die door SSC-ICT (BZK) wordt geleverd.
UWV maakt gebruik van dienstverlening van Microsoft volgens de afspraken van SLM (Strategisch Leveranciersmanagement) Microsoft Rijk voor kantoorautomatisering. Daarnaast wordt er voor enkele niet-primaire processen gebruik gemaakt van ondersteunende software van een Amerikaanse leverancier.
De SVB gebruikt in beperkte mate clouddiensten voor primaire processen waar het risicoprofiel dat toestaat. Voor de secundaire processen wordt gebruik gemaakt van clouddiensten voor publicatieprocessen, communicatiediensten, samenwerkingsprocessen, datawarehouse-/ business intelligenceprocessen, en IT-systeemontwikkelprocessen.
Kunt u een overzicht geven van de geplande en voorgenomen migraties naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners, daar waar het uw departement, het UWV, de SVB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag betreft?
Ten behoeve van de Kamerbrief van 22 november 20243 is een uitvraag gedaan bij alle departementen ten behoeve van een overzicht van alle geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland. Het Ministerie van Defensie is daarin buiten beschouwing gelaten omdat zij buiten de scope van het Rijksbreed cloudbeleid vallen. Dit neemt niet weg dat Defensie wel gebruik maakt van clouddiensten. De departementen zijn zelf verantwoordelijk voor de implementatie van het cloudbeleid en daarom is het hun eigen afweging en invulling over wat zij onder (materiële) cloudmigraties verstaan.
Voor dit overzicht verwijst het Kabinet naar de Kamerbrief over geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland van 22 november jl.
SZW heeft geen geplande of voorgenomen migratie naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners, zoals ook gecommuniceerd in de kamerbrief van november vorig jaar.
UWV maakt gebruik van verschillende Microsoft clouddiensten, waarbij een traject richting het gebruik van een vernieuwd CRM (Customer Relationship Management)-systeem voor toepassing binnen de dienstverlening van UWV zich in implementatie bevindt. Ook heeft UWV onlangs een aanbesteding voor een nieuwe ERP (Enterprise Resource Planning)-systeem gepubliceerd. Cloudgebruik vormt hierin een belangrijk uitgangspunt.
De SVB voorziet op dit moment geen grootschalige nieuwe migraties naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners. Wel wordt op dit moment ingezet op Azure cloud voor de uitwijkvoorziening voor de kleine regeling van Verzetsstrijders en oorlogsslachtoffers (V&O). Er wordt daarnaast voortgebouwd op het bestaande gebruik van Microsoft 365 en Azure, binnen de kaders van het centrale Rijkscontract. Hiertoe is de SVB genoodzaakt omdat er geen alternatieven in infrastructuur zijn.
Kunt u illustreren wat de directe gevolgen zouden zijn voor de continuïteit van de processen, dienstverlening en dataopslag binnen uw departement, het UWV, de SVB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag, wanneer deze de toegang tot Amerikaanse digitale dienstverlening zouden worden ontzegd, zowel op dit moment als na de geplande en voorgenomen migraties? Welke merkbare gevolgen zou dit hebben voor Nederlandse burgers en voor de samenleving? Hoe gaat u ervoor zorgen dat die risico’s gemitigeerd worden?
De Verenigde Staten is en blijft een belangrijke bondgenoot, niet op de laatste plaats voor onze welvaart en veiligheid. Nederland zet zich er daarom voor in dat we als EU blijven samenwerken en optrekken met de VS, maar tegelijkertijd zelf verantwoordelijkheid nemen en ook eensgezind met de EU optrekken waar het onze kernbelangen betreft. Het kabinet is het wel met u eens dat een te grote afhankelijkheid van één of enkele marktpartijen ongewenst is. In de afweging welke data we in eigen beheer dan wel in de public cloud verwerken, moeten strategische afhankelijkheden én marktconcentraties worden meegewogen.
Dit nemen wij momenteel mee in de herziening van het Rijksbreed cloudbeleid, maar ook in de beleidskaders voor digitale autonomie en soevereiniteit van de overheid, en in de IT-sourcingstrategie Rijk. Ook zet het Kabinet zich in voor een verkenning naar een soevereine overheidscloud als alternatief voor public clouddiensten.
Deze voorziening moet de kloof overbruggen voor digitale dienstverlening waarvoor het gebruik van public cloud onwenselijk is, bijvoorbeeld vanwege de gevoeligheid van gegevens of wanneer ongewenste afhankelijkheden vermeden moeten worden.
Afhankelijkheden zijn echter niet te voorkomen en zijn ook niet altijd ongewenst. Het is van belang om op case-by-case basis zorgvuldig afwegingen te maken, om te bepalen waar en op welke wijze risicovolle strategische afhankelijkheden waar nodig voorkomen kunnen worden. Dit speelt op meer gebieden dan alleen cloud.
Het onderwerp «Strategische Autonomie» heeft uitgebreid aandacht van de Rijksoverheid. Onder andere middels de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA) en de medio dit jaar verwachte Visie digitale autonomie en soevereiniteit overheid.
Voor SZW geldt dat de gevolgen van eventuele uitval van de dienstverlening hoogstwaarschijnlijk te ondervangen is door een andere werkwijze waarbij de impact voor de burgers en samenleving klein is. Ook is binnen SZW een programma digitale weerbaarheid gestart om dergelijke risico’s verder te mitigeren.
UWV is voor de continuïteit van zijn dienstverlening afhankelijk van IT-dienstverleners. Om mogelijke problemen te ondervangen zijn in het kader van Business Continuity Management samen met SZW, ketenpartners en leveranciers crisisplannen opgesteld om essentiële bedrijfsprocessen te blijven uitvoeren, ondanks externe afhankelijkheden. In het licht van de toegenomen aandacht voor digitale weerbaarheid heeft UWV zijn inzet op Business Continuity Management geïntensiveerd.
Voor de SVB geldt dat de informatiesystemen voor de uitvoering van de verschillende wetten en regelingen zelf niet in de publieke cloud draaien, met uitzondering van de kleinschalige regeling V&O. Een abrupte ontzegging van toegang tot Amerikaanse clouddiensten raakt wel essentiële ondersteunende processen zoals e-mail, samenwerking (via Teams), documentuitwisseling, ontwikkelomgevingen, web portalen en securitymonitoring en leidt daarmee tot verstoring in de dienstverlening. Bovendien wordt een deel van de communicatiestructuur getroffen. De huidige regelingen worden met het kernsysteem buiten de cloud uitgevoerd.
Kunt u onderbouwen wat Amerikaanse wetgeving, zoals de CLOUD Act en de Foreign Intelligence Surveillance Act, in het ergste geval betekent voor de vertrouwelijkheid van de data die uw departement, het UWV, de SVB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag hebben opgeslagen in de cloud van Amerikaanse dienstverleners? Wat zou het gevolg zijn voor Nederlandse burgers en de samenleving wanneer al deze data tezamen in handen van een statelijke actor zou belanden?
Diverse landen kennen wet- en regelgeving met extraterritoriale werking die medewerking aan veiligheidsdiensten verplicht, zoals de CLOUD Act in de VS. Dergelijke wet- en regelgeving kan, in bepaalde gevallen mogelijk leiden tot ongewenste toegang tot Nederlandse gegevens wanneer dit conflicteert met regelgeving als de AVG. Op basis van het advies van GreenbergTraurig kan echter geconcludeerd worden dat in het geval van de CLOUD Act het risico klein is.4
Ongeacht de wijze van verkrijging, is het in ieder geval onwenselijk dat alle data tezamen in handen van een statelijke actor kunnen belanden. Om dit te voorkomen kent het huidige Cloudbeleid al diverse regels omtrent de typen data die in de public cloud verwerkt mogen worden. In de herziening van het Cloudbeleid wordt ook hier aandacht aan besteed.
SZW volgt het rijkscloudbeleid, waarin altijd een risicoafweging wordt gemaakt. Op dit moment is geen sprake van opslag van bijzondere persoonsgegevens in de public cloud van Amerikaanse dienstverleners buiten de Europese Economische Ruimte (EER).
Ook UWV volgt, hoewel niet verplicht voor zbo’s, het Rijksbrede cloudbeleid en bijbehorende voorwaarden met bijbehorende risicoafweging voor gebruik van clouddiensten. Opslag en verwerking van persoonsgegevens vindt plaats conform geldende privacy-vereisten uit de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). UWV hanteert binnen het primaire proces als beleidsuitgangspunt dat persoonsgegevens in zaakdossiers verwerkt worden. Op dit moment worden voor zover UWV bekend zaakdossiers enkel binnen de EER verwerkt.
De SVB is zich bewust van de risico’s die voortvloeien uit Amerikaanse wetgeving. Daarom worden binnen publieke clouddiensten van Amerikaanse aanbieders géén bijzondere persoonsgegevens verwerkt. Bij het gebruik van Azure kiest de SVB expliciet voor datacenters binnen de EU, conform het principe van datalokalisatie. De continuïteit van de dienstverlening is maatschappelijk relevant, wat aanleiding is voor zorgvuldige inzet van digitale infrastructuur en leveranciersbinding.
Heeft u migraties naar digitale diensten van Amerikaanse techgiganten stopgezet of heroverwogen naar aanleiding van de aangenomen motie-Kathmann c.s.3 die hiertoe oproept?
Bij iedere migratie naar de Public Cloud moet zorgvuldig overwogen worden of de migratie leidt tot risico’s. Er zijn migraties heroverwogen naar aanleiding van onder meer de motie Kathmann. Met bijvoorbeeld als gevolg dat verwerking van data alleen binnen de EER plaatsvindt.
Zie verder vraag 2.
SZW, UWV en de SVB kijken heel zorgvuldig naar de risico’s, en hebben geen migraties stopgezet of heroverwogen naar aanleiding van de motie.
Hoe geven uw departement, het UWV, de SVB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag voorts invulling aan de aangenomen motie-Six Dijkstra c.s.4 die oproept om als doelstelling te hanteren dat de continuïteit van digitale overheidsdienstverlening niet rechtstreeks afhankelijk is van partijen uit de Verenigde Staten?
SZW, UWV en de SVB volgen de geopolitieke ontwikkelingen en de reacties vanuit de Tweede Kamer en de demissionair Minister van BZK nauwgezet. Dit zal leiden tot een herziening van het rijkscloudbeleid en daarmee ook aanscherping van het eigen cloudbeleid van SZW, UWV en de SVB en strikte toetsing op elke voorgenomen uitbreiding.
Kunt u toezeggen dat de afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten binnen uw departement, het UWV, de SVB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag niet verder zal toenemen, en dat het bevorderen van de strategische autonomie van Nederland en / of Europa het uitgangspunt is bij elk besluit omtrent digitale diensten dat onder uw gezag genomen wordt?
Zie vraag 5.
Bij het antwoord op vraag 5 zijn de overwegingen uiteengezet. SZW volgt het herziene rijksbrede cloudbeleid.
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden vóór het notaoverleg over de initiatiefnota «Wolken aan de horizon»5 van 2 juni a.s.?
De verzending heeft zo spoedig mogelijk plaatsgevonden.
              De groeiende afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten | 
          |
              Jesse Six Dijkstra (NSC), Barbara Kathmann (PvdA) | 
          |
Eppo Bruins (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (NSC), Zsolt Szabó (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) | 
              
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Bent u bekend met het bericht: «Overheidsorganisaties blijven in de Amerikaanse cloud, ondanks zorgen in de Tweede Kamer»?1
Ja.
Bent u tevens bekend met het feit dat de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof onlangs de toegang tot Microsoft-diensten is ontzegd op laste van de Amerikaanse regering?
Ja.
Kunt u bevestigen dat Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), die Business News Radio (BNR) met zestien andere overheidsorganisaties onder de loep heeft genomen, de overstap naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners niet heroverweegt? Zo ja, kunt u dit besluit onderbouwen?2
Het Kabinet is het met de indieners eens dat zorgvuldige afwegingen bij cloudmigraties van groot belang zijn. Daarom moeten volgens het huidige beleid al een reeks van aspecten afgewogen worden. Onderdelen van de Rijksdienst zijn verplicht het Rijksbreed cloudbeleid 2022 te volgen. Hierin wordt reeds aandacht besteed aan de risico’s rondom marktconcentratie. Zbo’s zijn niet verplicht het Rijksbreed cloudbeleid te volgen, maar het wordt hen wel aangeraden. Daarnaast zijn zbo’s verplicht – op basis van de Kaderwet zbo’s – om op de voet van de ter zake voor de Rijksdienst geldende voorschriften maatregelen te nemen.
De continuïteit van de dienstverlening, nationale veiligheid en publieke waarden zijn daar verdere voorbeelden van. Ook dienen beveiligingsmaatregelen genomen te worden en risicoanalyses geactualiseerd te worden wanneer daar aanleiding toe is. In de herziening van het rijksbreed cloudbeleid wordt tevens aandacht besteed aan het verder beperken van afhankelijkheid van enkele leveranciers, de zogeheten marktconcentratie- en continuïteitsrisico’s.
Het Ministerie van OCW volgt de ontwikkelingen en de reacties vanuit de Tweede Kamer, de Staatssecretaris Digitalisering (BZK) en CIO Rijk nauwgezet. Dit zal leiden tot een herziening van het Rijkscloudbeleid en het OCW Cloudbeleid wat na de zomer wordt verwacht. Het OCW Cloudbeleid is een afgeleide van het Rijkscloudbeleid en vertaalt dit beleid naar de OCW specifieke situatie. Aan de hand daarvan zal OCW de keuzes die OCW (inclusief DUO) heeft gemaakt en nog gaat maken evalueren/heroverwegen.
Welke processen, registers, (mail)communicatiediensten en/of organisatieonderdelen, die onder uw verantwoordelijkheid vallen, zijn op dit moment reeds ondergebracht in de cloud van Amerikaanse dienstverleners?
Voor de beantwoording limiteren wij ons tot het gebruik van materieel public cloudgebruik. Materieel public cloudgebruik is gebruik van public clouddiensten ten behoeve van het uitvoeren van de primaire taak van een organisatie. Met andere woorden, voor de organisatie is die (cloud)dienst van wezenlijk belang.
Binnen het Ministerie van OCW zijn geen primaire processen of registers ondergebracht in de cloud van Amerikaanse dienstverleners. Wel is de werkplek van OCW afhankelijk van Amerikaanse producten. Overheidsdata die met behulp van Amerikaanse producten, zoals die van Microsoft, worden geproduceerd, zijn voornamelijk in de eigen OCW-infrastructuur opgeslagen. OCW heeft de keus voor de Amerikaanse producten destijds zorgvuldig afgewogen tegen het huidige Rijkscloudbeleid en OCW Cloudbeleid en die keus voldoet dan ook aan dit beleid.
Hiernaast wordt op korte termijn binnen het Ministerie van OCW een klantcontactsysteem (Microsoft Dynamics 365) gebruikt door DUO welke ondergebracht is in de cloud van een Amerikaanse dienstverlener.
Met inachtneming van de reactie op de moties van 18 maart 20253, wordt nu extra aandacht besteed aan bijvoorbeeld concrete exit-strategieën.
Kunt u een overzicht geven van de geplande en voorgenomen migraties naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners, daar waar het uw departement, DUO en andere overheidsorganisaties onder uw gezag betreft?
Ten behoeve van de Kamerbrief van 22 november 20244is een uitvraag gedaan bij alle departementen ten behoeve van een overzicht van alle geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland. Het Ministerie van Defensie is daarin buiten beschouwing gelaten omdat zij buiten de scope van het Rijksbreed cloudbeleid vallen. Dit neemt niet weg dat Defensie wel gebruik maakt van clouddiensten. De departementen zijn zelf verantwoordelijk voor de implementatie van het cloudbeleid en daarom is het hun eigen afweging en invulling over wat zij onder (materiële) cloudmigraties verstaan.
Voor dit overzicht verwijst het Kabinet naar de Kamerbrief over geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland van 22 november jl.
In bovengenoemde kamerbrief heeft OCW aangegeven bezig te zijn met het verder implementeren van (cloud) functionaliteiten van de werkplek. Op dit moment is de implementatie nog in onderzoek en zijn geen besluiten genomen.
Kunt u illustreren wat de directe gevolgen zouden zijn voor de continuïteit van de processen, dienstverlening en dataopslag binnen uw departement, DUO en andere overheidsorganisaties onder uw gezag, wanneer deze de toegang tot Amerikaanse digitale dienstverlening zouden worden ontzegd, zowel op dit moment als na de geplande en voorgenomen migraties?
De Verenigde Staten is en blijft een belangrijke bondgenoot, niet op de laatste plaats voor onze welvaart en veiligheid. Nederland zet zich er daarom voor in dat we als EU blijven samenwerken en optrekken met de VS, maar tegelijkertijd zelf verantwoordelijkheid nemen en ook eensgezind met de EU optrekken waar het onze kernbelangen betreft. Het kabinet is het wel met u eens dat een te grote afhankelijkheid van één of enkele marktpartijen ongewenst is. In de afweging welke data we in eigen beheer dan wel in de public cloud verwerken, moeten strategische afhankelijkheden én marktconcentraties worden meegewogen.
Dit nemen wij momenteel mee in de aanscherping van het Rijksbreed cloudbeleid, maar ook in de beleidskaders voor digitale autonomie en soevereiniteit van de overheid, en in de IT-sourcingstrategie Rijk. Ook zet het Kabinet zich deze kabinetsperiode in voor het realiseren van een soevereine overheidscloud als alternatief voor public clouddiensten.
Deze voorziening moet de kloof overbruggen voor digitale dienstverlening waarvoor het gebruik van public cloud onwenselijk is, bijvoorbeeld vanwege de gevoeligheid van gegevens of wanneer ongewenste afhankelijkheden vermeden moeten worden.
Afhankelijkheden zijn echter niet te voorkomen en zijn ook niet altijd ongewenst. Het is van belang om op case-by-case basis zorgvuldig afwegingen te maken, om te bepalen waar en op welke wijze risicovolle strategische afhankelijkheden waar nodig voorkomen kunnen worden. Dit speelt op meer gebieden dan alleen cloud.
Het onderwerp «Strategische Autonomie» heeft uitgebreid aandacht van de Rijksoverheid. Onder andere middels de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA) en de medio dit jaar verwachte Visie digitale autonomie en soevereiniteit overheid.
Bij ontzegging van gebruik van niet-Europese producten zal de ICT van vrijwel alle primaire processen en de werkplek-omgeving niet meer beschikbaar zijn. Daarmee kan OCW de digitale dienstverlening niet meer garanderen. OCW zal dan zo snel mogelijk alternatieven moeten implementeren. Dit zal veel tijd kosten. Dit geldt voor vrijwel alle overheidsorganisaties.
Welke merkbare gevolgen zou dit hebben voor Nederlandse burgers en voor de samenleving?
Zie vraag 6.
Hoe gaat u ervoor zorgen dat die risico’s gemitigeerd worden?
Zie vraag 6.
Kunt u onderbouwen wat Amerikaanse wetgeving, zoals de CLOUD Act en de Foreign Intelligence Surveillance Act, in het ergste geval betekent voor de vertrouwelijkheid van de data die uw departement, DUO en andere overheidsorganisaties onder uw gezag hebben opgeslagen in de cloud van Amerikaanse dienstverleners?
Diverse landen kennen wet- en regelgeving met extraterritoriale werking die medewerking aan veiligheidsdiensten verplicht, zoals de CLOUD Act in de VS. Dergelijke wet- en regelgeving kan, in bepaalde gevallen mogelijk leiden tot ongewenste toegang tot Nederlandse gegevens wanneer dit conflicteert met regelgeving als de AVG. Op basis van het advies van GreenbergTraurig kan echter geconcludeerd worden dat in het geval van de CLOUD Act het risico klein is.5
Ongeacht de wijze van verkrijging, is het in ieder geval onwenselijk dat alle data tezamen in handen van een statelijke actor kunnen belanden. Om dit te voorkomen kent het huidige Cloudbeleid al diverse regels omtrent de typen data die in de public cloud verwerkt mogen worden. In de herziening van het Cloudbeleid wordt ook hier aandacht aan besteed.
Wat zou het gevolg zijn voor Nederlandse burgers en de samenleving wanneer al deze data tezamen in handen van een statelijke actor zou belanden?
Zie vraag 9.
Heeft u migraties naar digitale diensten van Amerikaanse techgiganten stopgezet of heroverwogen naar aanleiding van de aangenomen motie van het lid Kathmann c.s. die hiertoe oproept?3
Bij iedere migratie naar de public cloud moet zorgvuldig overwogen worden of de migratie leidt tot risico’s. Er zijn migraties heroverwogen naar aanleiding van onder meer de motie Kathmann. Met bijvoorbeeld als gevolg dat verwerking van data alleen binnen de EER plaatsvindt.
Zie verder vraag 2.
Hoe geven uw departement, DUO en andere overheidsorganisaties onder uw gezag voorts invulling aan de aangenomen motie van het lid Six Dijkstra c.s. die oproept om als doelstelling te hanteren dat de continuïteit van digitale overheidsdienstverlening niet rechtstreeks afhankelijk is van partijen uit de Verenigde Staten?4
Zie vraag 5.
Deze doelstelling wordt gehanteerd bij inrichting van de digitale dienstverlening.
OCW volgt de ontwikkelingen en de reacties vanuit de Tweede Kamer, de Staatssecretaris Digitalisering en CIO Rijk nauwgezet. De geopolitieke ontwikkelingen en de moties in de Tweede Kamer leiden binnen OCW al tot een andere risico-inschatting van aanbieders en levering van ICT-producten en -diensten.
Kunt u toezeggen dat de afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten binnen uw departement, DUO en andere overheidsorganisaties onder uw gezag niet verder zal toenemen, en dat het bevorderen van de strategische autonomie van Nederland en/of Europa het uitgangspunt is bij elk besluit omtrent digitale diensten dat onder uw gezag genomen wordt?
OCW maakt voor al haar technologiekeuzes een weloverwogen afweging op basis van kaders vanuit beleid, risico’s en bedrijfsbehoeften. Het te herziene rijksbrede cloudbeleid is voor OCW hierin van grote waarde om toekomstige keuzes vorm te geven. OCW zal strategische autonomie van Nederland en Europa bevorderen.
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden vóór het notaoverleg over de initiatiefnota «Wolken aan de horizon» van 2 juni 2025?5
De verzending heeft zo spoedig mogelijk plaatsgevonden.
              De groeiende afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten | 
          |
              Jesse Six Dijkstra (NSC), Barbara Kathmann (PvdA) | 
          |
Zsolt Szabó (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie), Barry Madlener (PVV) | 
              
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Bent u bekend met het bericht: «Overheidsorganisaties blijven in de Amerikaanse cloud, ondanks zorgen in de Tweede Kamer»1? Bent u tevens bekend met het feit dat de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof onlangs de toegang tot Microsoft-diensten is ontzegd op laste van de Amerikaanse regering?
Ja.
Kunt u bevestigen dat Rijkswaterstaat, die BNR met zestien andere overheidsorganisaties onder de loep heeft genomen,2 de overstap naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners niet heroverweegt? Zo ja, kunt u dit besluit onderbouwen?
Het Kabinet is het met de indieners eens dat zorgvuldige afwegingen bij cloudmigraties van groot belang zijn. Daarom moeten volgens het huidige beleid al een reeks van aspecten afgewogen worden. Onderdelen van de Rijksdienst zijn verplicht het Rijksbreed cloudbeleid 2022 te volgen. Hierin wordt reeds aandacht besteed aan de risico’s rondom marktconcentratie. Zbo’s zijn niet verplicht het Rijksbreed cloudbeleid te volgen, maar het wordt hen wel aangeraden. Daarnaast zijn zbo’s verplicht – op basis van de Kaderwet zbo’s – om op de voet van de ter zake voor de Rijksdienst geldende voorschriften maatregelen te nemen.
De continuïteit van de dienstverlening, nationale veiligheid en publieke waarden zijn daar verdere voorbeelden van. Ook dienen beveiligingsmaatregelen genomen te worden en risicoanalyses geactualiseerd te worden wanneer daar aanleiding toe is. In de herziening van het rijksbreed cloudbeleid wordt tevens aandacht besteed aan het verder beperken van afhankelijkheid van enkele leveranciers, de zogeheten marktconcentratie- en continuïteitsrisico’s.
Sinds december 2023 geldt er bij Rijkswaterstaat een cloud freeze. Dit betekent dat het uitgangspunt is dat er geen data, e-mail en applicaties naar de publieke cloud gaan. In oktober 2024 heeft Rijkswaterstaat de nieuwe ICT Strategie 2025–2030 vastgesteld. Bij RWS geldt het beleid dat missie-kritische systemen en bedrijfskritische systemen niet in de publieke cloud worden geplaatst.
Welke processen, registers, (mail)communicatiediensten en/of organisatieonderdelen die onder uw verantwoordelijkheid vallen, zijn op dit moment reeds ondergebracht in de cloud van Amerikaanse dienstverleners?
Voor de beantwoording limiteren wij ons tot het gebruik van materieel public cloudgebruik. Materieel public cloudgebruik is gebruik van public clouddiensten ten behoeve van het uitvoeren van de primaire taak van een organisatie. Met andere woorden, voor de organisatie is die (cloud)dienst van wezenlijk belang.
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat maakt voor kantoortoepassingen onder andere gebruik van Microsoft 365 diensten (videoconferencing en voor een klein deel van de organisatie ook e-mail). Data blijven daarbij zoveel als enigszins mogelijk opgeslagen in eigen datacenters (bestanden, document management, samenwerkfunctionaliteit). Dit zijn diensten die worden aangeboden door Shared Service Centers (SSC’s) van de Rijksoverheid. Voor een aantal onderzoekstoepassingen en een aantal websites wordt gebruik gemaakt van clouddiensten op Microsoft Azure en Amazon Webservices (AWS). Voor deze diensten die nu in de cloud bij Amerikaanse dienstverleners zijn ondergebracht worden de afhankelijkheden verder onderzocht om maatregelen te kunnen treffen conform cloudbeleid en implementatiekader.
Kunt u een overzicht geven van de geplande en voorgenomen migraties naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners, daar waar het uw departement, Rijkswaterstaat en andere overheidsorganisaties onder uw gezag betreft?
Ten behoeve van de Kamerbrief van 22 november 20243is een uitvraag gedaan bij alle departementen ten behoeve van een overzicht van alle geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland.4 Het Ministerie van Defensie is daarin buiten beschouwing gelaten omdat zij buiten de scope van het Rijksbreed cloudbeleid vallen. Dit neemt niet weg dat Defensie wel gebruik maakt van clouddiensten. De departementen zijn zelf verantwoordelijk voor de implementatie van het cloudbeleid en daarom is het hun eigen afweging en invulling over wat zij onder (materiële) cloudmigraties verstaan.
Voor dit overzicht verwijst het Kabinet naar de Kamerbrief over geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland van 22 november jl.
Er zijn bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat geen nieuwe migraties gepland sinds de Kamerbrief over geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland van 22 november jl.
Verschillende ZBO’s hebben een sourcing strategie waar Amerikaanse cloudleveranciers een rol in spelen. Zij zijn niet gehouden aan het Rijksbreed cloudbeleid maar geven wel aan gebruik van het IenW cloudbeleid, waarin de regelingen van het Rijksbreed cloudbeleid en Implementatiekader zijn opgenomen.
Kunt u illustreren wat de directe gevolgen zouden zijn voor de continuïteit van de processen, dienstverlening en dataopslag binnen uw departement, Rijkswaterstaat en andere overheidsorganisaties onder uw gezag, wanneer deze de toegang tot Amerikaanse digitale dienstverlening zouden worden ontzegd, zowel op dit moment als na de geplande en voorgenomen migraties? Welke merkbare gevolgen zou dit hebben voor Nederlandse burgers en voor de samenleving? Hoe gaat u ervoor zorgen dat die risico’s gemitigeerd worden?
De Verenigde Staten is en blijft een belangrijke bondgenoot, niet op de laatste plaats voor onze welvaart en veiligheid. Nederland zet zich er daarom voor in dat we als EU blijven samenwerken en optrekken met de VS, maar tegelijkertijd zelf verantwoordelijkheid nemen en ook eensgezind met de EU optrekken waar het onze kernbelangen betreft. Het kabinet is het wel met u eens dat een te grote afhankelijkheid van één of enkele marktpartijen ongewenst is. In de afweging welke data we in eigen beheer dan wel in de public cloud verwerken, moeten strategische afhankelijkheden én marktconcentraties worden meegewogen.
Dit nemen wij momenteel mee in de herziening van het Rijksbreed cloudbeleid, maar ook in de beleidskaders voor digitale autonomie en soevereiniteit van de overheid, en in de IT-sourcingstrategie Rijk. Ook zet het Kabinet zich in voor een verkenning naar een soevereine overheidscloud als alternatief voor public clouddiensten.
Deze voorziening moet de kloof overbruggen voor digitale dienstverlening waarvoor het gebruik van public cloud onwenselijk is, bijvoorbeeld vanwege de gevoeligheid van gegevens of wanneer ongewenste afhankelijkheden vermeden moeten worden.
Afhankelijkheden zijn echter niet te voorkomen en zijn ook niet altijd ongewenst. Het is van belang om op case-by-case basis zorgvuldig afwegingen te maken, om te bepalen waar en op welke wijze risicovolle strategische afhankelijkheden waar nodig voorkomen kunnen worden. Dit speelt op meer gebieden dan alleen cloud.
Het onderwerp «Strategische Autonomie» heeft uitgebreid aandacht van de Rijksoverheid. Onder andere middels de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA) en de medio dit jaar verwachte Visie digitale autonomie en soevereiniteit overheid.
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat neemt, net als andere departementen, diverse ICT-producten en diensten af van verschillende IT-leveranciers, waaronder Amerikaanse. Indien de toegang tot deze diensten wordt ontzegd heeft dit impact op de continuïteit van een aantal processen en dienstverlening. Naar aanleiding van de geopolitieke ontwikkelingen zet het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, samen met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in op het aanscherpen van het Rijksbreed cloudbeleid, de beleidskaders voor digitale autonomie en soevereiniteit van de overheid en de IT-sourcingstrategie Rijk. Ook zet het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, naast het verder onderzoeken van afhankelijkheden en het verder doorontwikkelen van bestaande exit-strategieën, samen met BZK in op het realiseren en in gebruik nemen van een soevereine overheidscloud als alternatief voor public clouddiensten.
Kunt u onderbouwen wat Amerikaanse wetgeving, zoals de CLOUD Act en de Foreign Intelligence Surveillance Act, in het ergste geval betekent voor de vertrouwelijkheid van de data die uw departement, Rijkswaterstaat en andere overheidsorganisaties onder uw gezag hebben opgeslagen in de cloud van Amerikaanse dienstverleners? Wat zou het gevolg zijn voor Nederlandse burgers en de samenleving wanneer al deze data tezamen in handen van een statelijke actor zou belanden?
Diverse landen kennen wet- en regelgeving met extraterritoriale werking die medewerking aan veiligheidsdiensten verplicht, zoals de CLOUD Act in de VS. Dergelijke wet- en regelgeving kan, in bepaalde gevallen mogelijk leiden tot ongewenste toegang tot Nederlandse gegevens wanneer dit conflicteert met regelgeving als de AVG. Op basis van het advies van GreenbergTraurig kan echter geconcludeerd worden dat in het geval van de CLOUD Act het risico klein is.5
Ongeacht de wijze van verkrijging, is het in ieder geval onwenselijk dat alle data tezamen in handen van een statelijke actor kunnen belanden. Om dit te voorkomen kent het huidige Cloudbeleid al diverse regels omtrent de typen data die in de public cloud verwerkt mogen worden. In de herziening van het Cloudbeleid wordt ook hier aandacht aan besteed.
Heeft u migraties naar digitale diensten van Amerikaanse techgiganten stopgezet of heroverwogen naar aanleiding van de aangenomen motie-Kathmann c.s.3 die hiertoe oproept?
Bij iedere migratie naar de Public Cloud moet zorgvuldig overwogen worden of de migratie leidt tot risico’s. Er zijn migraties heroverwogen naar aanleiding van onder meer de motie Kathmann. Met bijvoorbeeld als gevolg dat verwerking van data alleen binnen de EER plaatsvindt.
Zie verder vraag 2.
In lijn met de I-strategie van IenW en de ICT Strategie 2025–2030 van Rijkswaterstaat, ligt de focus op de bouw van een soevereine overheidscloud in eigen datacenter(s).
Hoe geven uw departement, Rijkswaterstaat en andere overheidsorganisaties onder uw gezag voorts invulling aan de aangenomen motie-Six Dijkstra c.s.4 die oproept om als doelstelling te hanteren dat de continuïteit van digitale overheidsdienstverlening niet rechtstreeks afhankelijk is van partijen uit de Verenigde Staten?
Zie vraag 5.
Kunt u toezeggen dat de afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten binnen uw departement, Rijkswaterstaat en andere overheidsorganisaties onder uw gezag niet verder zal toenemen, en dat het bevorderen van de strategische autonomie van Nederland en/of Europa het uitgangspunt is bij elk besluit omtrent digitale diensten dat onder uw gezag genomen wordt?
Zie vraag 5.
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden vóór het notaoverleg over de initiatiefnota «Wolken aan de horizon» (Kamerstuk 36 574) van 2 juni a.s.?
De verzending heeft zo spoedig mogelijk plaatsgevonden.
              De groeiende afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten | 
          |
              Barbara Kathmann (PvdA), Jesse Six Dijkstra (NSC) | 
          |
Struycken , David van Weel (minister justitie en veiligheid, minister asiel en migratie) , Marjolein Faber (PVV), Zsolt Szabó (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) | 
              
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Bent u bekend met het bericht: «Overheidsorganisaties blijven in de Amerikaanse cloud, ondanks zorgen in de Tweede Kamer» (BNR, 20 mei 2025)? Bent u tevens bekend met het feit dat de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof onlangs de toegang tot Microsoft-diensten is ontzegd op laste van de Amerikaanse regering?
Ja.
Kunt u bevestigen dat de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), die BNR met veertien andere overheidsorganisaties onder de loep heeft genomen,1 de overstap naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners niet heroverwegen? Zo ja, kunt u dit besluit onderbouwen?
Het Kabinet is het met de indieners eens dat zorgvuldige afwegingen bij cloudmigraties van groot belang zijn. Daarom moeten volgens het huidige beleid al een reeks van aspecten afgewogen worden. Onderdelen van de Rijksdienst zijn verplicht het Rijksbreed cloudbeleid 2022 te volgen. Hierin wordt reeds aandacht besteed aan de risico’s rondom marktconcentratie. Zbo’s zijn niet verplicht het Rijksbreed cloudbeleid te volgen, maar het wordt hen wel aangeraden. Daarnaast zijn zbo’s verplicht – op basis van de Kaderwet zbo’s – om op de voet van de ter zake voor de Rijksdienst geldende voorschriften maatregelen te nemen.
De continuïteit van de dienstverlening, nationale veiligheid en publieke waarden zijn daar verdere voorbeelden van. Ook dienen beveiligingsmaatregelen genomen te worden en risicoanalyses geactualiseerd te worden wanneer daar aanleiding toe is. In de herziening van het rijksbreed cloudbeleid wordt tevens aandacht besteed aan het verder beperken van afhankelijkheid van enkele leveranciers, de zogeheten marktconcentratie- en continuïteitsrisico’s.
Welke processen, registers, (mail)communicatiediensten en / of organisatieonderdelen die onder uw verantwoordelijkheid vallen, zijn op dit moment reeds ondergebracht in de cloud van Amerikaanse dienstverleners?
Voor de beantwoording limiteren wij ons tot het gebruik van materieel public cloudgebruik. Materieel public cloudgebruik is gebruik van public clouddiensten ten behoeve van het uitvoeren van de primaire taak van een organisatie. Met andere woorden, voor de organisatie is die (cloud)dienst van wezenlijk belang.
Op dit moment wordt er zeer beperkt gebruik gemaakt van clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners.
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid maakt voor de digitale werkplek gebruik van Microsoft 365-diensten. Deze worden niet in de online (cloud) variant afgenomen, maar als lokaal geïnstalleerde applicaties op de desktop (bij managed laptops) of als centrale applicaties via het OverheidsDataCenter (ODC) bij Citrix-werkplekken. Bestanden die in deze applicaties worden gemaakt, worden opgeslagen op de lokale schijf en/of op het ODC. Deze diensten worden conform de rijksbrede kaders ingezet, met een inrichting die specifiek is afgestemd op de beveiligings- en privacy vereisten van het Ministerie van JenV. Microsoft Teams wordt enkel gebruikt voor videoconferencing en chat.
Alle gebruikte digitale voorzieningen worden voortdurend gemonitord en waar nodig aangepast op basis van actuele dreigingen en technologische ontwikkelingen.
Kunt u een overzicht geven van de geplande en voorgenomen migraties naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners, daar waar het uw departement, de DJI, de IND, het CJIB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag betreft?
Ten behoeve van de Kamerbrief van 22 november 20242 is een uitvraag gedaan bij alle departementen ten behoeve van een overzicht van alle geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland.3 Het Ministerie van Defensie is daarin buiten beschouwing gelaten omdat zij buiten de scope van het Rijksbreed cloudbeleid vallen. Dit neemt niet weg dat Defensie wel gebruik maakt van clouddiensten. De departementen zijn zelf verantwoordelijk voor de implementatie van het cloudbeleid en daarom is het hun eigen afweging en invulling over wat zij onder (materiële) cloudmigraties verstaan.
Voor dit overzicht verwijst het Kabinet naar de Kamerbrief over geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland van 22 november jl.
Momenteel loopt de vernieuwing van de oude werkplekvoorzieningen van o.a. DJI, IND en CJIB naar een toekomstige moderne werkplek voorziening. Hierin wordt het gebruik van MS365 inclusief de online producten als Teams-online onderzocht en worden de opties tussen on-premise en cloudvoorzieningen vergeleken.
Het Ministerie van JenV participeert tevens in het interdepartementale programma Beter Samenwerken (BSW) waarin het beoogde gebruik van MS Teams in de werkomgeving wordt heroverwogen.
De herziening van het rijksbreed cloudbeleid geeft aanleiding tot het te zijner tijd, conform Rijksbeleid, aanscherpen en aanpassen van het departementale cloudbeleid. In de tussentijd heeft het Ministerie van JenV een aanvullende tijdelijke Bestuurlijke Beleidslijn Cloud voor het Ministerie van Justitie en Veiligheid en Ministerie van Asiel en Migratie vastgesteld, waarin voorgenomen migraties moeten worden heroverwogen. Deze tijdelijke beleidslijn is van kracht zolang het nieuwe Rijks cloudbeleid nog niet is vastgesteld.
Kunt u illustreren wat de directe gevolgen zouden zijn voor de continuïteit van de processen, dienstverlening en dataopslag binnen uw departement, de DJI, de IND, het CJIB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag, wanneer deze de toegang tot Amerikaanse digitale dienstverlening zouden worden ontzegd, zowel op dit moment als na de geplande en voorgenomen migraties? Welke merkbare gevolgen zou dit hebben voor Nederlandse burgers en voor de samenleving? Hoe gaat u ervoor zorgen dat die risico’s gemitigeerd worden?
De Verenigde Staten is en blijft een belangrijke bondgenoot, niet op de laatste plaats voor onze welvaart en veiligheid. Nederland zet zich er daarom voor in dat we als EU blijven samenwerken en optrekken met de VS, maar tegelijkertijd zelf verantwoordelijkheid nemen en ook eensgezind met de EU optrekken waar het onze kernbelangen betreft. Het kabinet is het wel met u eens dat een te grote afhankelijkheid van één of enkele marktpartijen ongewenst is. In de afweging welke data we in eigen beheer dan wel in de public cloud verwerken, moeten strategische afhankelijkheden én marktconcentraties worden meegewogen.
Dit nemen wij momenteel mee in de herziening van het Rijksbreed cloudbeleid, maar ook in de beleidskaders voor digitale autonomie en soevereiniteit van de overheid, en in de IT-sourcingstrategie Rijk. Ook zet het kabinet zich in voor een verkenning naar een soevereine overheidscloud als alternatief voor public clouddiensten.
Deze voorziening moet de kloof overbruggen voor digitale dienstverlening waarvoor het gebruik van public cloud onwenselijk is, bijvoorbeeld vanwege de gevoeligheid van gegevens of wanneer ongewenste afhankelijkheden vermeden moeten worden.
Afhankelijkheden zijn echter niet te voorkomen en zijn ook niet altijd ongewenst. Het is van belang om op case-by-case basis zorgvuldig afwegingen te maken, om te bepalen waar en op welke wijze risicovolle strategische afhankelijkheden waar nodig voorkomen kunnen worden. Dit speelt op meer gebieden dan alleen cloud.
Het onderwerp «Strategische Autonomie» heeft uitgebreid aandacht van de Rijksoverheid. Onder andere middels de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA) en de medio dit jaar verwachte Visie digitale autonomie en soevereiniteit overheid.
De genoemde risico’s kunnen gemitigeerd worden door verschillende acties te ondernemen. Zo kan via Strategisch Leveranciersmanagement Rijk (SLM Rijk) de contractuele afspraken met de Amerikaanse leveranciers worden aangescherpt. Daarnaast is SLM Rijk voornemens een contractueel framework voor Europese alternatieven te realiseren; momenteel loopt er een Data Protection Impact Assessment (DPIA) op de clouddiensten van Stackit, een Duitse cloudprovider.
Een te grote afhankelijkheid van één of een enkele marktpartij is ongewenst. In de afweging welke data we in eigen beheer verwerken en wat in de public cloud moeten risicovolle strategische afhankelijkheden én marktconcentraties worden meegewogen.
Kunt u onderbouwen wat Amerikaanse wetgeving, zoals de CLOUD Act en de Foreign Intelligence Surveillance Act, in het ergste geval betekent voor de vertrouwelijkheid van de data die uw departement, de DJI, de IND, het CJIB en en andere overheidsorganisaties onder uw gezag hebben opgeslagen in de cloud van Amerikaanse dienstverleners? Wat zou het gevolg zijn voor Nederlandse burgers en de samenleving wanneer al deze data tezamen in handen van een statelijke actor zou belanden?
Diverse landen kennen wet- en regelgeving met extraterritoriale werking die medewerking aan veiligheidsdiensten verplicht, zoals de CLOUD Act in de VS. Dergelijke wet- en regelgeving kan, in bepaalde gevallen mogelijk leiden tot ongewenste toegang tot Nederlandse gegevens wanneer dit conflicteert met regelgeving als de AVG. Op basis van het advies van GreenbergTraurig kan echter geconcludeerd worden dat in het geval van de CLOUD Act het risico klein is.4
Ongeacht de wijze van verkrijging, is het in ieder geval onwenselijk dat alle data tezamen in handen van een statelijke actor kunnen belanden. Om dit te voorkomen kent het huidige Cloudbeleid al diverse regels omtrent de typen data die in de public cloud verwerkt mogen worden. In de herziening van het Cloudbeleid wordt ook hier aandacht aan besteed.
SLM Rijk voert met regelmatig DPIA’s uit op de diensten van Microsoft, Google Cloud en AWS en heeft daarbij ook specifiek gekeken naar internationale doorgifte van persoonsgegevens (er is een zogeheten Data Transfer Impact Assessment (DTIA) uitgevoerd). Hierbij is rekening gehouden met de mogelijkheid dat gegevens toegankelijk zijn voor de Amerikaanse overheid op basis van met de AVG conflicterende Amerikaanse wetgeving.
Heeft u migraties naar digitale diensten van Amerikaanse techgiganten stopgezet of heroverwogen naar aanleiding van de aangenomen motie-Kathmann c.s. (Kamerstuk 26 643, nr. 1315) die hiertoe oproept?
Bij iedere migratie naar de Public Cloud moet zorgvuldig overwogen worden of de migratie leidt tot risico’s. Er zijn migraties heroverwogen naar aanleiding van onder meer de motie Kathmann. Met bijvoorbeeld als gevolg dat verwerking van data alleen binnen de EER plaatsvindt.
Zie verder vraag 2 en 4.
Hoe geven uw departement, de DJI, de IND, het CJIB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag voorts invulling aan de aangenomen motie-Six Dijkstra c.s. (Kamerstuk 6643, nr. 1320) die oproept om als doelstelling te hanteren dat de continuïteit van digitale overheidsdienstverlening niet rechtstreeks afhankelijk is van partijen uit de Verenigde Staten?
Het Ministerie van JenV zet, onder coördinatie van het Ministerie van BZK in op het herziening van het Rijksbreed cloudbeleid, de beleidskaders voor digitale autonomie en soevereiniteit van de overheid en de IT-sourcingstrategie Rijk. Momenteel worden mogelijkheden verkent die als alternatief kunnen worden ingezet om de continuïteit niet enkel afhankelijk te laten zijn van partijen uit de VS.
Kunt u toezeggen dat de afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten binnen uw departement, de DJI, de IND, het CJIB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag niet verder zal toenemen, en dat het bevorderen van de strategische autonomie van Nederland en / of Europa het uitgangspunt is bij elk besluit omtrent digitale diensten dat onder uw gezag genomen wordt?
Het Ministerie van JenV en AenM zijn op dit moment bezig met een heroverweging, zie antwoorden op vraag 2, 4 en 8.
Het bevorderen van de strategische autonomie van Nederland en / of Europa staat vol op het netvlies. Het is in deze fase echter niet haalbaar en mogelijk om op korte termijn te realiseren. Ook zal het gepaard gaan met aanzienlijke kosten en realisatie inspanningen.
Om die reden zal afhankelijkheid van Amerikaanse Techgiganten vooralsnog blijven bestaan.
Kunt u de Autoriteit Persoonsgegevens, als onafhankelijke autoriteit, vragen of zij bereid is om zelfstandig te reageren op vragen 2, 4, 5, 6, 8 en 9?
Ik heb uw verzoek doorgeleid naar de Autoriteit Persoonsgegevens.
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden vóór het notaoverleg over de initiatiefnota «Wolken aan de horizon» (Kamerstuk 36 574) van 2 juni a.s.?
De verzending heeft zo spoedig mogelijk plaatsgevonden.
              De groeiende afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten | 
          |
              Jesse Six Dijkstra (NSC), Barbara Kathmann (PvdA) | 
          |
Tjebbe van Oostenbruggen (NSC), Eelco Heinen (minister financiën, minister economische zaken) (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie), Zsolt Szabó (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) | 
              
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Bent u bekend met het bericht: «Overheidsorganisaties blijven in de Amerikaanse cloud, ondanks zorgen in de Tweede Kamer»1? Bent u tevens bekend met het feit dat de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof onlangs de toegang tot Microsoft-diensten is ontzegd op laste van de Amerikaanse regering?
Ja.
Kunt u bevestigen dat DNB, die BNR met vijftien andere overheidsorganisaties onder de loep heeft genomen2, de overstap naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners niet heroverweegt? Zo ja, kunt u dit besluit onderbouwen?
Het kabinet is het met de indieners eens dat zorgvuldige afwegingen bij cloudmigraties van groot belang zijn. Daarom moeten volgens het huidige beleid al een reeks van aspecten afgewogen worden. Onderdelen van de Rijksdienst zijn verplicht het rijksbreed cloudbeleid 2022 te volgen. Hierin wordt reeds aandacht besteed aan de risico’s rondom marktconcentratie. Zbo’s zijn niet verplicht het rijksbreed cloudbeleid te volgen, maar het wordt hen wel aangeraden. Daarnaast zijn zbo’s verplicht – op basis van de Kaderwet zbo’s – om op de voet van de ter zake voor de Rijksdienst geldende voorschriften maatregelen te nemen.
De continuïteit van de dienstverlening, nationale veiligheid en publieke waarden zijn daar verdere voorbeelden van. Ook dienen beveiligingsmaatregelen genomen te worden en risicoanalyses geactualiseerd te worden wanneer daar aanleiding toe is. In de herziening van het rijksbreed cloudbeleid wordt tevens aandacht besteed aan het verder beperken van afhankelijkheid van enkele leveranciers, de zogeheten marktconcentratie- en continuïteitsrisico’s.
DNB valt als zbo niet onder het rijksbrede of departementale cloudbeleid. DNB geeft aan dat de risico's verbonden met de clouddiensten in een continu proces worden gemonitord en dat op basis van een integrale risicoafweging passende maatregelen worden genomen. Op basis van de huidige risicoafweging en businesscase ziet DNB voor de korte tot middellange termijn geen noodzaak tot heroverweging. Wel onderzoekt DNB voor hoog-kritische systemen exit/fallbackscenario's en back-up van data.
Welke processen, registers, (mail)communicatiediensten en / of organisatieonderdelen die onder uw verantwoordelijkheid vallen, zijn op dit moment reeds ondergebracht in de cloud van Amerikaanse dienstverleners?
Voor de beantwoording limiteren wij ons tot het gebruik van materieel public cloudgebruik. Materieel public cloudgebruik is gebruik van public clouddiensten ten behoeve van het uitvoeren van de primaire taak van een organisatie. Met andere woorden, voor de organisatie is die (cloud)dienst van wezenlijk belang.
Het Ministerie van Financiën maakt in lijn met het huidige rijksbrede cloudbeleid beperkt gebruik van clouddiensten, waarbij er sprake kan zijn van Amerikaanse aanbieders. Dit ter ondersteuning van de bedrijfsvoeringsprocessen, en in beperkte gevallen als onderdeel van het primaire proces van de uitvoering. Zo maakt de Douane gebruik van Microsoft Azure ter ondersteuning van het keuzeproces binnen het toezicht op grensoverschrijdend goederenverkeer, wat onderdeel is van het primaire proces. Voor alle toepassingen geldt dat risico’s rond afhankelijkheden en gegevensbescherming zorgvuldig worden meegewogen.
Kunt u een overzicht geven van de geplande en voorgenomen migraties naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners, daar waar het uw departement, DNB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag betreft?
Ten behoeve van de Kamerbrief van 22 november 20243is een uitvraag gedaan bij alle departementen ten behoeve van een overzicht van alle geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland. Het Ministerie van Defensie is daarin buiten beschouwing gelaten omdat zij buiten de scope van het rijksbreed cloudbeleid vallen. Dit neemt niet weg dat Defensie wel gebruik maakt van clouddiensten. De departementen zijn zelf verantwoordelijk voor de implementatie van het cloudbeleid en daarom is het hun eigen afweging en invulling over wat zij onder (materiële) cloudmigraties verstaan.
Voor dit overzicht verwijst het kabinet naar de Kamerbrief over geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland van 22 november jl.
In het Jaarplan 2025 Belastingdienst dat uw Kamer op 11 december 2024 heeft ontvangen4, is aangegeven dat de Belastingdienst voornemens is om in 2025 de kantoorautomatisering naar Microsoft365 te migreren. De implementatie van de migratie is op dit moment nog niet gestart. De applicaties binnen de primaire processen voor de heffing en inning blijven draaien in hun huidige on-premise omgeving, op door de Belastingdienst zelf beheerde servers. De Belastingdienst volgt de recente (geo)politieke ontwikkelingen en doorloopt, in afstemming met CIO Rijk, een zorgvuldig besluitvormingstraject. Zodra er een definitief besluit is genomen, zal uw Kamer hierover worden geïnformeerd.
De Domeinen Roerende Zaken maakt per medio 2024 gebruik van Microsoft365. Deze stap is gezet, nadat de benodigde compliantie op het gebied van informatiebeveiliging en privacy was geborgd.
Na zorgvuldige heroverweging van risico’s, kosten en benefits gaat DNB door met de reeds voorgenomen migraties naar clouddiensten. DNB voorziet op dit moment geen grootschalige nieuwe migraties.
AFM heeft reeds een migratie gepland van Sharepoint naar Sharepoint online. Daarnaast zijn er geen nieuwe migraties gepland.
Kunt u illustreren wat de directe gevolgen zouden zijn voor de continuïteit van de processen, dienstverlening en dataopslag binnen uw departement, DNB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag, wanneer deze de toegang tot Amerikaanse digitale dienstverlening zouden worden ontzegd, zowel op dit moment als na de geplande en voorgenomen migraties? Welke merkbare gevolgen zou dit hebben voor Nederlandse burgers en voor de samenleving? Hoe gaat u ervoor zorgen dat die risico’s worden gemitigeerd?
De Verenigde Staten is en blijft een belangrijke bondgenoot, niet op de laatste plaats voor onze welvaart en veiligheid. Nederland zet zich er daarom voor in dat we als EU blijven samenwerken en optrekken met de VS, maar tegelijkertijd zelf verantwoordelijkheid nemen en ook eensgezind met de EU optrekken waar het onze kernbelangen betreft. Het kabinet is het wel met u eens dat een te grote afhankelijkheid van één of enkele marktpartijen ongewenst is. In de afweging welke data we in eigen beheer dan wel in de public cloud verwerken, moeten strategische afhankelijkheden én marktconcentraties worden meegewogen.
Dit nemen wij momenteel mee in de herziening van het rijksbreed cloudbeleid, maar ook in de beleidskaders voor digitale autonomie en soevereiniteit van de overheid, en in de IT-sourcingstrategie Rijk. Ook zet het Kabinet zich in voor een verkenning naar een soevereine overheidscloud als alternatief voor public clouddiensten.
Deze voorziening moet de kloof overbruggen voor digitale dienstverlening waarvoor het gebruik van public cloud onwenselijk is, bijvoorbeeld vanwege de gevoeligheid van gegevens of wanneer ongewenste afhankelijkheden vermeden moeten worden.
Afhankelijkheden zijn echter niet te voorkomen en zijn ook niet altijd ongewenst. Het is van belang om op case-by-case basis zorgvuldig afwegingen te maken, om te bepalen waar en op welke wijze risicovolle strategische afhankelijkheden waar nodig voorkomen kunnen worden. Dit speelt op meer gebieden dan alleen cloud.
Het onderwerp «Strategische Autonomie» heeft uitgebreid aandacht van de Rijksoverheid. Onder andere middels de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA) en de medio dit jaar verwachte Visie digitale autonomie en soevereiniteit overheid.
Het Ministerie van Financiën neemt, net als andere departementen, diverse ICT-producten en diensten af van verschillende IT-leveranciers, waaronder Amerikaanse. Indien de toegang tot deze diensten wordt ontzegd heeft dit impact op de continuïteit van een aantal processen en dienstverlening. Bij voorgenomen cloudmigraties wordt daarom een exit-strategie opgesteld en een zorgvuldig besluitvormingstraject doorlopen. Elke ICT-oplossing (of deze nu wordt ingekocht of intern ontwikkeld) brengt een zekere mate van afhankelijkheid van leveranciers met zich mee. Ook bij on-premise oplossingen geldt dat bij het wegvallen van bijvoorbeeld Microsoft- of Apple-ondersteuning, cruciale functionaliteit kan uitvallen. Dit onderstreept dat het hier niet alleen een cloudvraagstuk betreft, maar in de kern een licentie- en leveranciersafhankelijkheidsvraagstuk is.
Belastingdienst, Douane en Toeslagen onderzoeken verder hoe samenwerking met de markt kan bijdragen aan een toekomstbestendige IT-inrichting. De domeinarchitectuur fungeert hierbij als richtinggevend kader. Uitgangspunt is het benutten van marktstandaarden, borging van kerncompetenties en heldere verantwoordelijkheidsverdeling. Dit draagt bij aan een wendbare, betrouwbare en toekomstvaste informatievoorziening, passend binnen de eisen en kaders van publieke dienstverlening.
DNB volgt, net als veel andere publieke en financiële instellingen in Europa, de ontwikkelingen over dataopslag in de cloud op de voet en zal beleid indien nodig aanscherpen. DNB onderzoekt binnen het Eurosysteem de mogelijkheden om de afhankelijkheid van Amerikaanse IT-leveranciers te verkleinen en implementeert waar nodig oplossingen om de risico’s te mitigeren.
Ook AFM geeft aan de ontwikkelingen uit de markt en vanuit de Rijksoverheid nauwgezet te volgen. AFM geeft daarnaast aan dat haar cloudprovider eraan werkt om Europa juridisch los te koppelen van Amerikaanse regelgeving. Indien nodig zal AFM haar beleid op basis hiervan aanpassen.
Kunt u onderbouwen wat Amerikaanse wetgeving, zoals de CLOUD Act en de Foreign Intelligence Surveillance Act in het ergste geval betekent voor de vertrouwelijkheid van de data die uw departement, DNB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag hebben opgeslagen in de cloud van Amerikaanse dienstverleners? Wat zou het gevolg zijn voor Nederlandse burgers en de samenleving wanneer al deze data tezamen in handen van een statelijke actor zou belanden?
Diverse landen kennen wet- en regelgeving met extraterritoriale werking die medewerking aan veiligheidsdiensten verplicht, zoals de CLOUD Act in de VS. Dergelijke wet- en regelgeving kan, in bepaalde gevallen mogelijk leiden tot ongewenste toegang tot Nederlandse gegevens wanneer dit conflicteert met regelgeving als de AVG. Op basis van het advies van GreenbergTraurig kan echter geconcludeerd worden dat in het geval van de CLOUD Act het risico klein is.5
Ongeacht de wijze van verkrijging, is het in ieder geval onwenselijk dat alle data tezamen in handen van een statelijke actor kunnen belanden. Om dit te voorkomen kent het huidige Cloudbeleid al diverse regels omtrent de typen data die in de public cloud verwerkt mogen worden. In de herziening van het Cloudbeleid wordt ook hier aandacht aan besteed.
Heeft u migraties naar digitale diensten van Amerikaanse techgiganten stopgezet of heroverwogen naar aanleiding van de aangenomen motie-Kathmann c.s. [Kamerstuk 26 643-1315] die hiertoe oproept?
Bij iedere migratie naar de Public Cloud moet zorgvuldig overwogen worden of de migratie leidt tot risico’s. Er zijn migraties heroverwogen naar aanleiding van onder meer de motie Kathmann. Met bijvoorbeeld als gevolg dat verwerking van data alleen binnen de EER plaatsvindt.
Zie verder vraag 2.
Het Ministerie van Financiën handelt conform rijksbrede kaders en EU-wetgeving. Leveranciers kunnen uitsluitend worden uitgesloten wanneer zij niet voldoen aan het bestek of als er een juridische grondslag is. Banden met de Amerikaanse overheid vormen op zichzelf geen uitsluitingsgrond onder de EU-aanbestedingsregels. Tegelijkertijd is de IT-afhankelijkheid van Amerikaanse bedrijven groot. Onafhankelijkheid op korte termijn is dan ook niet realistisch.
Risico’s kunnen worden beheerst via contractuele afspraken en een goed uitgewerkte exit-strategie. Het onderhouden van werkbare relaties met Amerikaanse leveranciers blijft daarbij essentieel.
Zie verder vraag 2.
Hoe geven uw departement, DNB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag voorts invulling aan de aangenomen motie-Six Dijkstra c.s. [Kamerstuk 6643-1320] die oproept om als doelstelling te hanteren dat de continuïteit van digitale overheidsdienstverlening niet rechtstreeks afhankelijk is van partijen uit de Verenigde Staten?
Het Ministerie van Financiën onderschrijft het belang van continuïteit en weerbaarheid in de digitale dienstverlening. Er wordt daarom, op basis van risicoafwegingen, rekening gehouden met het effect op de continuïteit door eventuele strategische afhankelijkheid van leveranciers ongeacht het land waar de leverancier is gevestigd. Zoals geschetst in de Kamerbrief over uitvoering ontraden aangenomen moties debat migraties overheids-ICT naar het buitenland van 7 april jl., vereist digitale soevereiniteit een evenwichtige benadering waarbij samenwerking met strategische partners wordt gecombineerd met het versterken van de Europese en nationale regie over digitale infrastructuur. Het Ministerie van Financiën erkent daarnaast het belang van de ontwikkeling van een soevereine overheidscloud als onderdeel van een breder pakket aan maatregelen binnen het huidige rijkscloudbeleid en de IT-sourcingstrategie Rijk.
DNB en AFM hebben cloudbeleid opgesteld met eisen waar de systemen die worden gebruikt aan moeten voldoen, onder meer op het gebied van privacy en informatiebeveiliging, certificering en geldende Europese en Nederlandse wet- en regelgeving. Zo is er isolatie van gegevens en gegevensverwerking, en moeten de gegevens binnen de EER gehost zijn.
Kunt u toezeggen dat de afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten binnen uw departement, DNB en andere overheidsorganisaties onder uw gezag niet verder zal toenemen en dat het bevorderen van de strategische autonomie van Nederland en/of Europa het uitgangspunt is bij elk besluit omtrent digitale diensten dat onder uw gezag wordt genomen?
Zie vraag 5.
Kunt u de AFM, als onafhankelijke autoriteit, vragen of zij bereid is om zelfstandig te reageren op vragen 2, 4, 5, 6, 8 en 9?
Ik, de Minister van Financiën, heb de AFM geraadpleegd voor de beantwoording van de aan haar gerichte vragen. Hetzelfde geldt voor de vragen gericht aan DNB.
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden vóór het notaoverleg over de initiatiefnota «Wolken aan de horizon» [Kamerstuk 36 574] van 2 juni 2025?
De verzending heeft zo spoedig mogelijk plaatsgevonden.
              De groeiende afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten | 
          |
              Jesse Six Dijkstra (NSC), Barbara Kathmann (PvdA) | 
          |
Judith Uitermark (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (NSC), Zsolt Szabó (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie) | 
              
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Bent u bekend met het bericht: «Overheidsorganisaties blijven in de Amerikaanse cloud, ondanks zorgen in de Tweede Kamer»1? Bent u tevens bekend met het feit dat de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof onlangs de toegang tot Microsoft-diensten is ontzegd op laste van de Amerikaanse regering?
Ja.
Kunt u bevestigen dat Logius, die BNR met zestien andere overheidsorganisaties onder de loep heeft genomen, de overstap naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners niet heroverweegt?2 Zo ja, kunt u dit besluit onderbouwen?
Het Kabinet is het met de indieners eens dat zorgvuldige afwegingen bij cloudmigraties van groot belang zijn. Daarom moeten volgens het huidige beleid al een reeks van aspecten afgewogen worden. Onderdelen van de Rijksdienst zijn verplicht het Rijksbreed cloudbeleid 2022 te volgen. Hierin wordt reeds aandacht besteed aan de risico’s rondom marktconcentratie. Zbo’s zijn niet verplicht het Rijksbreed cloudbeleid te volgen, maar het wordt hen wel aangeraden. Daarnaast zijn zbo’s verplicht – op basis van de Kaderwet zbo’s3 – om op de voet van de ter zake voor de Rijksdienst geldende voorschriften maatregelen te nemen.
De continuïteit van de dienstverlening, nationale veiligheid en publieke waarden zijn daar verdere voorbeelden van. Ook dienen beveiligingsmaatregelen genomen te worden en risicoanalyses geactualiseerd te worden wanneer daar aanleiding toe is.4 In de herziening van het rijksbreed cloudbeleid wordt tevens aandacht besteed aan het verder beperken van afhankelijkheid van enkele leveranciers, de zogeheten marktconcentratie- en continuïteitsrisico’s.
Logius maakt voor het exploiteren van haar voorzieningen gebruik van een eigen platform dat wordt gehost in datacentra van de Rijksoverheid. Daarbij geldt dat Logius de Generieke Digitale Infrastructuur levert aan de Digitale Overheid. Logius maakt voor het exploiteren van onze voorzieningen dus geen gebruik van Amerikaanse Clouddiensten en heeft ook geen plannen daartoe. Een heroverweging is daarmee niet aan de orde.
Welke processen, registers, (mail)communicatiediensten en / of organisatieonderdelen die onder uw verantwoordelijkheid vallen, zijn op dit moment reeds ondergebracht in de cloud van Amerikaanse dienstverleners?
Voor de beantwoording limiteren wij ons tot het gebruik van materieel public cloudgebruik. Materieel public cloudgebruik is gebruik van public clouddiensten ten behoeve van het uitvoeren van de primaire taak van een organisatie. Met andere woorden, voor de organisatie is die (cloud)dienst van wezenlijk belang.
Op dit moment wordt er zeer beperkt gebruik gemaakt van clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners. De werkplekken maken gebruik van kantoorsoftware waarbij de dataopslag in de eigen overheidsdatacenters plaats vindt.
Kunt u een overzicht geven van de geplande en voorgenomen migraties naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners, daar waar het uw departement, Logius en andere overheidsorganisaties onder uw gezag betreft?
Ten behoeve van de Kamerbrief van 22 november 20245 is een uitvraag gedaan bij alle departementen ten behoeve van een overzicht van alle geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland. Het Ministerie van Defensie is daarin buiten beschouwing gelaten omdat zij buiten de scope van het Rijksbreed cloudbeleid vallen. Dit neemt niet weg dat Defensie wel gebruik maakt van clouddiensten. De departementen zijn zelf verantwoordelijk voor de implementatie van het cloudbeleid en daarom is het hun eigen afweging en invulling over wat zij onder (materiële) cloudmigraties verstaan.
Voor dit overzicht verwijst het Kabinet naar de Kamerbrief over geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland van 22 november jl.
In november 2024 zijn drie geplande en voorgenomen migraties naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners aan de kamer gemeld.
Eerder is de kamer geïnformeerd over de ontwikkeling van werkplekdienstverlening van SSC-ICT (DWR 2.0) en het beperken van de cloud afhankelijkheid bij het opslaan van data. Documenten en e-mails van de gebruikers van de DWR werkplek blijven vooralsnog opgeslagen in het datacenter van SSC-ICT.
Binnen het interdepartementale programma Beter Samenwerken (BSW) wordt het beoogde gebruik van MS Teams in de werkomgeving heroverwogen en worden alternatieven onderzocht.
De in november genoemde aanbesteding van het Rijksvastgoedbedrijf is afgerond en gegund aan een Europese dienstverlener.
Er zijn sinds november geen nieuwe geplande of voorgenomen migraties van materieel public cloudgebruik aangemeld.
Kunt u illustreren wat de directe gevolgen zouden zijn voor de continuïteit van de processen, dienstverlening en dataopslag binnen uw departement, Logius en andere overheidsorganisaties onder uw gezag, wanneer deze de toegang tot Amerikaanse digitale dienstverlening zouden worden ontzegd, zowel op dit moment als na de geplande en voorgenomen migraties? Welke merkbare gevolgen zou dit hebben voor Nederlandse burgers en voor de samenleving? Hoe gaat u ervoor zorgen dat die risico’s gemitigeerd worden?
De Verenigde Staten is en blijft een belangrijke bondgenoot, niet op de laatste plaats voor onze welvaart en veiligheid. Nederland zet zich er daarom voor in dat we als EU blijven samenwerken en optrekken met de VS, maar tegelijkertijd zelf verantwoordelijkheid nemen en ook eensgezind met de EU optrekken waar het onze kernbelangen betreft. Het kabinet is het wel met u eens dat een te grote afhankelijkheid van één of enkele marktpartijen ongewenst is. In de afweging welke data we in eigen beheer dan wel in de public cloud verwerken, moeten strategische afhankelijkheden én marktconcentraties worden meegewogen.
Dit nemen wij momenteel mee in de herziening van het Rijksbreed cloudbeleid, maar ook in de beleidskaders voor digitale autonomie en soevereiniteit van de overheid, en in de IT-sourcingstrategie Rijk. Ook zet het kabinet zich in voor een verkenning naar een soevereine overheidscloud als alternatief voor public clouddiensten.
Deze voorziening moet de kloof overbruggen voor digitale dienstverlening waarvoor het gebruik van public cloud onwenselijk is, bijvoorbeeld vanwege de gevoeligheid van gegevens of wanneer ongewenste afhankelijkheden vermeden moeten worden.
Afhankelijkheden zijn echter niet te voorkomen en zijn ook niet altijd ongewenst. Het is van belang om op case-by-case basis zorgvuldig afwegingen te maken, om te bepalen waar en op welke wijze risicovolle strategische afhankelijkheden waar nodig voorkomen kunnen worden. Dit speelt op meer gebieden dan alleen cloud.
Het onderwerp «Strategische Autonomie» heeft uitgebreid aandacht van de Rijksoverheid. Onder andere middels de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA) en de na het zomerreces verwachte Visie digitale autonomie en soevereiniteit overheid.
De directe gevolgen voor de digitale dienstverlening van BZK organisaties als Logius en RvIG zijn beperkt. Deze organisaties maken voor de dataopslag en uitvoering van de primaire processen geen gebruik van digitale diensten van Amerikaanse dienstverleners.
Zoals bij vraag 4 beantwoord, zijn er geen directe gevolgen voor de huidige en toekomstige werkplekdiensten van SSC-ICT door de genomen mitigerende maatregelen. Bij langdurige ontzegging van toegang tot de dienstverlening kunnen wel problemen ontstaan wanneer bijvoorbeeld de geldigheid van licenties niet verlengd kan worden.
Kunt u onderbouwen wat Amerikaanse wetgeving, zoals de CLOUD Act en de Foreign Intelligence Surveillance Act, in het ergste geval betekent voor de vertrouwelijkheid van de data die uw departement, Logius en andere overheidsorganisaties onder uw gezag hebben opgeslagen in de cloud van Amerikaanse dienstverleners? Wat zou het gevolg zijn voor Nederlandse burgers en de samenleving wanneer al deze data tezamen in handen van een statelijke actor zou belanden?
Diverse landen kennen wet- en regelgeving met extraterritoriale werking die medewerking aan veiligheidsdiensten verplicht, zoals de CLOUD Act in de VS. Dergelijke wet- en regelgeving kan in bepaalde gevallen mogelijk leiden tot ongewenste toegang tot Nederlandse gegevens wanneer dit conflicteert met regelgeving als de AVG. Op basis van het advies van GreenbergTraurig kan echter geconcludeerd worden dat in het geval van de CLOUD Act het risico klein is.6
Ongeacht de wijze van verkrijging, is het in ieder geval onwenselijk dat alle data tezamen in handen van een statelijke actor kunnen belanden. Om dit te voorkomen kent het huidige Cloudbeleid al diverse regels omtrent de typen data die in de public cloud verwerkt mogen worden. In de herziening van het Cloudbeleid wordt ook hier aandacht aan besteed.
Heeft u migraties naar digitale diensten van Amerikaanse techgiganten stopgezet of heroverwogen naar aanleiding van de aangenomen motie-Kathmann c.s. die hiertoe oproept?3
Bij iedere migratie naar de Public Cloud moet zorgvuldig overwogen worden of de migratie leidt tot risico’s. Er zijn migraties heroverwogen naar aanleiding van onder meer de motie Kathmann. Met bijvoorbeeld als gevolg dat verwerking van data alleen binnen de EER plaatsvindt.
Zie verder vraag 2.
Er zijn geen lopende migraties naar digitale diensten van Amerikaanse techgiganten.
Hoe geven uw departement, Logius en andere overheidsorganisaties onder uw gezag voorts invulling aan de aangenomen motie-Six Dijkstra c.s. die oproept om als doelstelling te hanteren dat de continuïteit van digitale overheidsdienstverlening niet rechtstreeks afhankelijk is van partijen uit de Verenigde Staten?4
Zie vraag 5.
Deze doelstelling wordt al gehanteerd bij inrichting van de digitale dienstverlening.
Kunt u toezeggen dat de afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten binnen uw departement, Logius en andere overheidsorganisaties onder uw gezag niet verder zal toenemen, en dat het bevorderen van de strategische autonomie van Nederland en / of Europa het uitgangspunt is bij elk besluit omtrent digitale diensten dat onder uw gezag genomen wordt?
Zie vraag 5.
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden vóór het notaoverleg over de initiatiefnota «Wolken aan de horizon» van 2 juni a.s.?5
De verzending heeft zo spoedig mogelijk plaatsgevonden.
              De groeiende afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten | 
          |
              Jesse Six Dijkstra (NSC), Barbara Kathmann (PvdA) | 
          |
Zsolt Szabó (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie), Dirk Beljaarts (PvdV) | 
              
            
          |
| 
              
                
                   | 
          |
Bent u bekend met het bericht: «Overheidsorganisaties blijven in de Amerikaanse cloud, ondanks zorgen in de Tweede Kamer» (BNR, 20 mei 2025)? Bent u tevens bekend met het feit dat de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof onlangs de toegang tot Microsoft-diensten is ontzegd op laste van de Amerikaanse regering?
Ja.
Kunt u bevestigen dat de KvK, het CBS en de RVO, die BNR met veertien andere overheidsorganisaties onder de loep heeft genomen,1 de overstap naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners niet heroverwegen? Zo ja, kunt u dit besluit onderbouwen?
Het Kabinet is het met de indieners eens dat zorgvuldige afwegingen bij cloudmigraties van groot belang zijn. Daarom moeten volgens het huidige beleid al een reeks van aspecten afgewogen worden. Onderdelen van de Rijksdienst zijn verplicht het Rijksbreed cloudbeleid 2022 te volgen. Hierin wordt reeds aandacht besteed aan de risico’s rondom marktconcentratie. Zbo’s zijn niet verplicht het Rijksbreed cloudbeleid te volgen, maar het wordt hen wel aangeraden. Daarnaast zijn zbo’s verplicht – op basis van de Kaderwet zbo’s – om op de voet van de ter zake voor de Rijksdienst geldende voorschriften maatregelen te nemen.
De continuïteit van de dienstverlening, nationale veiligheid en publieke waarden zijn daar verdere voorbeelden van. Ook dienen beveiligingsmaatregelen genomen te worden en risicoanalyses geactualiseerd te worden wanneer daar aanleiding toe is. In de herziening van het rijksbreed cloudbeleid wordt tevens aandacht besteed aan het verder beperken van afhankelijkheid van enkele leveranciers, de zogeheten marktconcentratie- en continuïteitsrisico’s.
Genoemde partijen volgen het rijkscloudbeleid. Periodieke heroverweging is hier geen onderdeel van. Op het moment dat situaties daar aanleiding toe geven wordt er naar gekeken. Maar ook dan zijn er beleidsmatige beperkingen (aanbestedingsregelgeving, lopende contracten etc.). In het eerdere debat inzake migraties van overheids-ICT naar het buitenland dd. 13 maart jl. over dit onderwerp heeft de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering aangegeven «niet alle cloudmigraties terug te willen draaien en wel een (her)overweging toe te willen passen bij nieuwe cloudmigraties.»
Welke processen, registers, (mail)communicatiediensten en / of organisatieonderdelen die onder uw verantwoordelijkheid vallen, zijn op dit moment reeds ondergebracht in de cloud van Amerikaanse dienstverleners?
Voor de beantwoording limiteren wij ons tot het gebruik van materieel public cloudgebruik. Materieel public cloudgebruik is gebruik van public clouddiensten ten behoeve van het uitvoeren van de primaire taak van een organisatie. Met andere woorden, voor de organisatie is die (cloud)dienst van wezenlijk belang.
Binnen het Departement en de daaronder ressorterende organisatieonderdelen wordt conform de mogelijkheden van het rijkscloudbeleid gebruik gemaakt van clouddienstverleners. Onder de afspraken van SLM rijk betreft dit diensten van Amerikaanse dienstverleners Microsoft en Amazon Web Services.
Voor de werkplek maakt het departement van EZ gebruik van MS365 in de public cloud van Microsoft.
Kunt u een overzicht geven van de geplande en voorgenomen migraties naar clouddiensten van Amerikaanse dienstverleners, daar waar het uw departement, de KvK, het CBS, de RVO en andere overheidsorganisaties onder uw gezag betreft?
Ten behoeve van de Kamerbrief van 22 november 20242is een uitvraag gedaan bij alle departementen ten behoeve van een overzicht van alle geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland. Het Ministerie van Defensie is daarin buiten beschouwing gelaten omdat zij buiten de scope van het Rijksbreed cloudbeleid vallen. Dit neemt niet weg dat Defensie wel gebruik maakt van clouddiensten. De departementen zijn zelf verantwoordelijk voor de implementatie van het cloudbeleid en daarom is het hun eigen afweging en invulling over wat zij onder (materiële) cloudmigraties verstaan.
Voor dit overzicht verwijst het Kabinet naar de Kamerbrief over geplande en voorgenomen cloudmigraties van overheids-ICT naar het buitenland van 22 november jl.
Eerder voorgenomen migraties worden nader beschouwd, rekening houdend met de herziening, mede o.b.v. de aangenomen Kamermoties, van het Rijksbreed cloudbeleid. In de recent departementaal besloten cloudstrategie zijn hiervoor aanvullende en aangescherpte criteria vastgesteld.
Er wordt gewerkt aan een generiek MS Azure platform voor data verwerking. Het gebruik wordt heroverwogen.
De voorgenomen migratie van de Oracle ERP-oplossing naar Oracle Fusion, is heroverwogen met als voorlopig resultaat dat dit binnen de EER gehost gaat worden met extra risicogaranties en -afspraken.
Kunt u illustreren wat de directe gevolgen zouden zijn voor de continuïteit van de processen, dienstverlening en dataopslag binnen uw departement, de KvK, het CBS, de RVO en andere overheidsorganisaties onder uw gezag, wanneer deze de toegang tot Amerikaanse digitale dienstverlening zouden worden ontzegd, zowel op dit moment als na de geplande en voorgenomen migraties? Welke merkbare gevolgen zou dit hebben voor Nederlandse burgers en voor de samenleving? Hoe gaat u ervoor zorgen dat die risico’s gemitigeerd worden?
De Verenigde Staten is en blijft een belangrijke bondgenoot, niet op de laatste plaats voor onze welvaart en veiligheid. Nederland zet zich er daarom voor in dat we als EU blijven samenwerken en optrekken met de VS, maar tegelijkertijd zelf verantwoordelijkheid nemen en ook eensgezind met de EU optrekken waar het onze kernbelangen betreft. Het kabinet is het wel met u eens dat een te grote afhankelijkheid van één of enkele marktpartijen ongewenst is. In de afweging welke data we in eigen beheer dan wel in de public cloud verwerken, moeten strategische afhankelijkheden én marktconcentraties worden meegewogen.
Dit nemen wij momenteel mee in de herziening van het Rijksbreed cloudbeleid, maar ook in de beleidskaders voor digitale autonomie en soevereiniteit van de overheid, en in de IT-sourcingstrategie Rijk. Ook zet het Kabinet zich in voor een verkenning naar een soevereine overheidscloud als alternatief voor public clouddiensten.
Deze voorziening moet de kloof overbruggen voor digitale dienstverlening waarvoor het gebruik van public cloud onwenselijk is, bijvoorbeeld vanwege de gevoeligheid van gegevens of wanneer ongewenste afhankelijkheden vermeden moeten worden.
Afhankelijkheden zijn echter niet te voorkomen en zijn ook niet altijd ongewenst. Het is van belang om op case-by-case basis zorgvuldig afwegingen te maken, om te bepalen waar en op welke wijze risicovolle strategische afhankelijkheden waar nodig voorkomen kunnen worden. Dit speelt op meer gebieden dan alleen cloud.
Het onderwerp «Strategische Autonomie» heeft uitgebreid aandacht van de Rijksoverheid. Onder andere middels de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA) en de medio dit jaar verwachte Visie digitale autonomie en soevereiniteit overheid.
Het niet meer kunnen gebruiken van dienstverlening door Amerikaanse leveranciers zou op dit moment tot onoverkomelijke verstoring kunnen leiden van de dienstverlening. Daarom wordt door het departement actief meegewerkt aan de pilot voor het inzetten van «Mijn Bureau« als een van de mogelijke alternatieven. Bovendien worden er in Europees verband (Eurocloud) mogelijkheden onderzocht.
Voor het opvangen van piekmomenten in de dienstverlening blijft het belangrijk om snel te kunnen op- en afschalen. NL/EU alternatieven worden onderzocht.
Kunt u onderbouwen wat Amerikaanse wetgeving, zoals de CLOUD Act en de Foreign Intelligence Surveillance Act, in het ergste geval betekent voor de vertrouwelijkheid van de data die uw departement, de KvK, het CBS, de RVO en andere overheidsorganisaties onder uw gezag hebben opgeslagen in de cloud van Amerikaanse dienstverleners? Wat zou het gevolg zijn voor Nederlandse burgers en de samenleving wanneer al deze data tezamen in handen van een statelijke actor zou belanden?
Diverse landen kennen wet- en regelgeving met extraterritoriale werking die medewerking aan veiligheidsdiensten verplicht, zoals de CLOUD Act in de VS. Dergelijke wet- en regelgeving kan, in bepaalde gevallen mogelijk leiden tot ongewenste toegang tot Nederlandse gegevens wanneer dit conflicteert met regelgeving als de AVG. Op basis van het advies van GreenbergTraurig kan echter geconcludeerd worden dat in het geval van de CLOUD Act het risico klein is.3
Ongeacht de wijze van verkrijging, is het in ieder geval onwenselijk dat alle data tezamen in handen van een statelijke actor kunnen belanden. Om dit te voorkomen kent het huidige Cloudbeleid al diverse regels omtrent de typen data die in de public cloud verwerkt mogen worden. In de herziening van het Cloudbeleid wordt ook hier aandacht aan besteed.
Heeft u migraties naar digitale diensten van Amerikaanse techgiganten stopgezet of heroverwogen naar aanleiding van de aangenomen motie-Kathmann c.s. (Kamerstuk 26 643, nr. 1315) die hiertoe oproept?
Bij iedere migratie naar de Public Cloud moet zorgvuldig overwogen worden of de migratie leidt tot risico’s. Er zijn migraties heroverwogen naar aanleiding van onder meer de motie Kathmann. Met bijvoorbeeld als gevolg dat verwerking van data alleen binnen de EER plaatsvindt.
Zie verder vraag 2.
Ja, de voorgenomen migratie van de Oracle ERP-oplossing naar Oracle Fusion, is heroverwogen met als voorlopig resultaat dat dit binnen de EER gehost gaat worden met extra risicogaranties en -afspraken.
Hoe geven uw departement, de KvK, het CBS, de RVO en andere overheidsorganisaties onder uw gezag voorts invulling aan de aangenomen motie-Six Dijkstra c.s. (Kamerstuk 26 643, nr. 1320) die oproept om als doelstelling te hanteren dat de continuïteit van digitale overheidsdienstverlening niet rechtstreeks afhankelijk is van partijen uit de Verenigde Staten?
Zie vraag 5.
Kunt u toezeggen dat de afhankelijkheid van Amerikaanse techgiganten binnen uw departement, de KvK, het CBS, de RVO en andere overheidsorganisaties onder uw gezag niet verder zal toenemen, en dat het bevorderen van de strategische autonomie van Nederland en / of Europa het uitgangspunt is bij elk besluit omtrent digitale diensten dat onder uw gezag genomen wordt?
Departementaal is er een aangescherpte cloudstrategie vastgesteld, binnen de kaders van het huidige Rijksbreed cloudbeleid, met daarin aanvullende criteria die ondersteunen in het bevorderen van de strategische autonomie en waar dat mogelijk is zich richten op het beperken van de afhankelijkheid van enkele aanbieders.
Kunt u de ACM, als onafhankelijke autoriteit, vragen of zij bereid is om zelfstandig te reageren op vragen 2, 4, 5, 6, 8 en 9?
Ja, ik ben bereid dat te doen en heb dat inmiddels aan de ACM gevraagd. De ACM geeft aan dit zo snel mogelijk te beantwoorden.
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden vóór het notaoverleg over de initiatiefnota «Wolken aan de horizon» (Kamerstuk 36 574) van 2 juni a.s.?
De verzending heeft zo spoedig mogelijk plaatsgevonden.