Stemmen door Nederlanders in het buitenland |
|
Ruben Brekelmans (VVD), Ulysse Ellian (VVD) |
|
Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66), Stef Blok (VVD) |
|
![]() |
Bent u bekend met het feit dat van de naar schatting 1 miljoen Nederlanders in het buitenland 92.772 mensen zich hebben geregistreerd om te kunnen stemmen voor de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021?1
Hoe verklaart u dat slechts circa 9%–10% van de Nederlanders in het buitenland zich heeft geregistreerd om te kunnen stemmen, terwijl het totale opkomstpercentage voor de Tweede Kamerverkiezingen (78,7%) substantieel hoger was?
Bent u bereid om een evaluatie uit te voeren om te onderzoeken welke factoren bijdragen aan de bereidheid van Nederlanders in het buitenland om zich te registreren, welke belemmeringen zij ervaren, en hoe sterk de invloed is van deze factoren en belemmeringen? Bent u bereid te onderzoeken of hierbij sprake is van geografische verschillen?
Bent u bereid om een enquête uit te voeren onder Nederlanders in het buitenland om bovenstaande vragen (bij vraag 2–3) te beantwoorden? Bent u bereid om Nederlandse ambassades en consulaten in te zetten om de deelname aan deze enquête te vergroten?
Bent u bekend met het feit dat van de 92.772 geregistreerde kiezers buiten Nederland, er slechts 63.549 stemmen zijn uitgebracht?
Kiezers die in de permanente registratie staan, vragen geen stempas aan. Zij krijgen van de gemeente Den Haag hun briefstembewijs (de stempas voor kiezers in het buitenland) voor de desbetreffende verkiezing automatisch en rechtstreeks toegezonden. Dat is niet anders dan bij kiezers in Nederland die ook geen stempas aanvragen maar die toegestuurd krijgen.
Kiezers in het buitenland hoeven zich anders dan bij de vorige Tweede Kamerverkiezing, toen de permanente registratie nog niet was ingevoerd, dus niet specifiek te registreren om bij deze Tweede Kamerverkiezing te stemmen.
Bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezing zijn 63.549 briefstemmen uitgebracht. Dat is een opkomst van 68,5% op het totaal aantal geregistreerde kiezers. Het totaal aantal uitgebrachte stemmen ligt hoger: 2.582 kiezers in het buitenland hebben voor deze verkiezing een schriftelijke volmacht aan een kiezer in Nederland gegeven en 1.123 kiezers hebben een kiezerspas aangevraagd om zelf in Nederland te kunnen stemmen. Van de kiezers die per volmacht hebben gestemd en de kiezers die met een kiezerspas hebben gestemd is de opkomst niet na te gaan.
Bij de Tweede Kamerverkiezing van 2017 (vóór de invoering van de permanente registratie) brachten 61.397 kiezers in het buitenland een briefstem uit (76,12%), in 2012 waren dat er 35.898 (74,21%).
Ik ben bereid een enquête te houden onder alle kiezers die zijn opgenomen in de permanente registratie en aan hen te vragen of zij hebben gestemd bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezing en zo nee, waarom niet. Ook ben ik bereid te proberen hierbij te achterhalen of sprake is van geografische verschillen. De uitkomsten van de enquête zal ik u voor het einde van het zomerreces doen toekomen.
Hoe verklaart u het relatief grote verschil tussen de kiezers die een stempas voor het buitenland hebben aangevraagd (92.772) en het aantal stemmen dat daadwerkelijk is uitgebracht (63.549)?
Zie antwoord vraag 5.
Hoeveel stemmen uit het buitenland zijn te laat binnengekomen?
De gemeente Den Haag heeft 1.160 briefstemmen na de wettelijke deadline ontvangen. Deze tellen niet mee bij de opkomst zoals die in het vorige antwoord is vermeld.
Wat waren de belangrijkste redenen dat stemmen uit het buitenland ongeldig waren?
Van de 63.549 uitgebrachte briefstemmen waren er 174 ongeldig (0,27%).
Desgevraagd heeft de gemeente Den Haag laten weten dat de vijf belangrijkste categorieën van ongeldigheid waren: meer dan één kandidaat(nummer) gekozen (49x), geen partij (en een kandidaatnummer) gekozen (32x), de identiteit van de kiezer is te achterhalen (22x), stembiljet wijkt te veel af van voorgeschreven model (14x), meer dan één partij gekozen (10x).
Uit het proces-verbaal van de vooropening blijkt dat 2,8% van de geretourneerde enveloppen terzijde is gelegd. Dit bijvoorbeeld omdat het briefstembewijs ontbrak.4
Waarom kiezers ongeldig of onjuist hebben gestemd en of hierbij sprake is van geografische verschillen valt vanwege het stemgeheim niet na te gaan. In verband met het stemgeheim worden bij de vooropening het briefstembewijs (dit is de stempas voor kiezers in het buitenland) en het briefstembiljet van elkaar gescheiden. Hierdoor is ook het woonland van de kiezer die ongeldig heeft gestemd, niet te achterhalen. Het stemgeheim maakt het ook onmogelijk om aan kiezers te vragen hoe zij hebben gestemd.
Bent u bereid om een evaluatie uit te voeren om te onderzoeken waarom 25.774 geregistreerde kiezers geen geldige stem hebben uitgebracht? Bent u bereid te onderzoeken of hierbij sprake is van geografische verschillen?
Zie antwoord vraag 8.
Bent u bereid om een enquête uit te voeren onder Nederlanders in het buitenland om bovenstaande vragen (bij vraag 6–9) te beantwoorden? Bent u bereid om Nederlandse ambassades en consulaten in te zetten om de deelname aan deze enquête te vergroten?
Zie antwoord 6.
Ik ben bereid een enquête te houden onder de kiezers die zijn opgenomen in de permanente registratie en (bij vraag5 aan hen te vragen of zij hebben gestemd bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezing en zo ja, wanneer en in welk land zij hun briefstem op de post hebben gedaan dan wel hebben afgegeven bij een Nederlandse ambassade. Inzet van Nederlandse ambassades en consulaten voor het uitvoeren van de enquête is niet nodig aangezien de gemeente Den Haag, verantwoordelijk voor de permanente registratie van de Nederlanders in het buitenland, over alle gegevens beschikt om rechtstreeks met de desbetreffende kiezers contact te leggen en aan hen te vragen om deel te nemen aan de enquête. De uitkomsten van de enquête zal ik u voor het einde van het zomerreces doen toekomen.
Zie verder antwoord 8 en 9.
Bent u bekend met het feit dat van de 92.772 geregistreerde kiezers buiten Nederland, er slechts 2.582 gebruik hebben gemaakt van een volmacht?
2.582 van de geregistreerde kiezers hebben een schriftelijke volmacht aangevraagd om een kiezer in Nederland te machtigen. Dat zijn er aanzienlijk minder dan bij de Tweede Kamerverkiezing van 2017 (6.848). Dit is opmerkelijk omdat de gemeente Den Haag de kiezers er bij deze verkiezing juist actief op heeft gewezen dat met name in landen met een minder betrouwbare postbezorging stemmen bij volmacht een uitkomst kan zijn om (tijdig) te kunnen stemmen. Ook de Stichting Nederlanders Buiten Nederland heeft via haar website het advies gegeven om een andere kiezer te machtigen, omdat de internationale post traag kan werken.
In de enquête die ik zal laten uitvoeren zal ook gevraagd worden of is overwogen om een andere kiezer te machtigen en in het geval dat niet is overwogen, waarom niet.
Bent u bereid om een evaluatie uit te voeren om te onderzoeken waarom slechts 2.582 geregistreerde kiezers gebruik hebben gemaakt van een volmacht? Bent u bereid te onderzoeken of hierbij sprake is van geografische verschillen?
Zie antwoord vraag 11.
Bent u bereid om hiervoor een enquête uit te voeren onder Nederlanders in het buitenland om bovenstaande vraag (bij vraag 12) te beantwoorden? Bent u bereid om Nederlandse ambassades en consulaten in te zetten om de deelname aan deze enquête te vergroten?
Zie antwoord vraag 11.
Hoe kijkt het kabinet terug op het stemmen door Nederlanders in het buitenland bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen? Wat zijn de belangrijkste lessen en conclusies?
De evaluatie van de Tweede Kamerverkiezing is nu gaande. In de evaluatie wordt, zoals gebruikelijk ook teruggekeken op de wijze waarop kiezers in het buitenland hebben gestemd. Daarvoor wordt gebruikt gemaakt van gegevens van de gemeente Den Haag. De evaluatie zal voor het zomerreces aan de Tweede Kamer worden toegezonden.
Welke verbeteringen zijn er mogelijk om het aantal stemmen door Nederlanders in het buitenland bij de eerstvolgende Tweede Kamerverkiezingen te vergroten? Hoe groot is het te verwachten effect van ieder van deze verbeteringen?
Zie antwoord vraag 14.
Het bericht dat het kabinet de notulen van de ministerraad die eerder naar de parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag zijn gegaan openbaar maakt. |
|
Geert Wilders (PVV) |
|
Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
|
![]() |
Wat is de reden dat het kabinet de openbaarmaking van de notulen van de ministerraad beperkt tot de notulen die eerder naar de POK zijn gestuurd?1
Het kabinet benadrukt dat het vertrouwelijk beraadslagen in de ministerraad voor de bestuurbaarheid van Nederland op de lange termijn van cruciaal belang is, vanwege de functie van de ministerraad binnen het gehele staatsbestel. De beraadslagingen van de ministerraad vormen binnen dit bestel het schakelpunt tussen de individuele ministeriële verantwoordelijkheid en de collectieve verantwoordelijkheid van het kabinet als geheel. Voor het ordentelijk verloop van besluitvormingsprocessen en voor de kwaliteit van besluiten is het van groot belang dat alle relevante invalshoeken in de beslotenheid van de ministerraad aan de orde kunnen komen. Ten aanzien van de notulen van de ministerraad geldt dat openbaarmaking daarvan tot gevolg zou hebben dat meningen van individuele bewindspersonen naar buiten komen, waardoor de eenheid van het regeringsbeleid in gevaar zou komen. Om deze redenen worden de notulen standaard voorzien van de rubricering staatsgeheim, zeer geheim.
Het eindrapport van de ondervragingscommissie is voor het kabinet aanleiding geweest de meest vergaande politieke consequentie te trekken door het aanbieden van zijn ontslag. Daarmee is het kabinet sedertdien demissionair en heeft het een beperkt politiek mandaat. Het kabinet heeft de opdracht om datgene te doen wat in het belang van het Koninkrijk noodzakelijk is. Dit impliceert in ieder geval dat het demissionaire kabinet al hetgeen nodig is voor de bestrijding van de coronacrisis, de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog, moet kunnen doen. Er is daarom juist nu belang bij bestuurlijke slagkracht voor het demissionaire kabinet op basis van vertrouwen. Het kabinet stelt bovendien vast dat deze informatie reeds met de parlementaire ondervragingscommissie is gedeeld en het kabinet als gezegd naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek van de ondervragingscommissie zijn ontslag heeft aangeboden.
In het licht van dit samenstel van factoren zet het kabinet de zeer uitzonderlijke stap door ten aanzien van de eerder door de parlementaire ondervragingscommissie gevorderde notulen eenmalig af te wijken van de regel dat notulen niet openbaar worden gemaakt. In deze unieke situatie heeft het kabinet unaniem besloten tot openbaarmaking van alle notulen die aan de Parlementaire ondervragingscommissie zijn verstrekt. Het kabinet verstrekt daarbij zowel de geanonimiseerde als de niet-geanonimiseerde notulen, inclusief de P-notulen. Andere dan voorgenoemde notulen worden niet openbaar gemaakt.
Is het kabinet voornemens om ook de P-notulen (persoonlijke notulen) van die betreffende ministerraden openbaar te maken? Zo nee, waarom niet en kunt u per P-notulen (persoonlijke notulen) beargumenteren waarom de inhoud hiervan niet relevant zou zijn?
Zie antwoord vraag 1.
Kunt u een overzicht maken met de data van alle ministerraden vanaf 1 januari 2018 t/m heden waarin is gesproken over de kinderopvangtoeslagaffaire en dat overzicht bij de beantwoording van deze vragen naar de Kamer sturen?
Op de volgende data is tot op heden in de ministerraad gesproken over de kinderopvangtoeslagaffaire:
Kunt u van al die ministerraden van 1 januari 2018 t/m heden, waarin is gesproken over de kinderopvangtoeslagaffaire, de notulen openbaar maken? Zo nee, kunt u per ministerraad waar de kinderopvangtoeslagaffaire is besproken aangeven waarom niet en waarom de inhoud nu niet relevant zou zijn?
Zie antwoord vraag 1.
Kunt u van al die ministerraden van 1 januari 2018 t/m heden, waarin is gesproken over de kinderopvangtoeslagaffaire, de P-notulen (persoonlijke notulen) openbaar maken? Zo nee, kunt u per ministerraad waar de kinderopvangtoeslagaffaire is besproken aangeven waarom niet en waarom de inhoud nu niet relevant zou zijn?
Zie antwoord vraag 1.
Kunt u een overzicht maken met de data van alle ministerraden vanaf 1 november 2019 t/m 1 september 2020 waarin is gesproken over de tijdlijn waar de motie-Omtzigt c.s. om vraagt? Zo nee, waarom niet?
In de notulen van 15 en 22 november 2019 wordt gesproken over de tijdlijn waar de motie-Omtzigt c.s. (Kamerstuk 35 302, nr. 21) om vraagt. Deze notulen zijn openbaar gemaakt.
Kunt u van al die ministerraden vanaf 1 november 2019 t/m 1 september waar de tijdlijn wordt besproken de notulen openbaar maken? Zo nee, kunt u dan per ministerraad waar de tijdlijn is besproken aangeven waarom niet en waarom de inhoud nu niet relevant zou zijn?
Zie antwoord vraag 6.
Kunt u van al die ministerraden vanaf 1 november 2019 t/m 1 september 2020 waar de tijdlijn is besproken de P-notulen (persoonlijke notulen) openbaar maken? Zo nee, kunt u dan per ministerraad waar de tijdlijn is besproken aangeven waarom niet en waarom de inhoud nu niet relevant zou zijn?
Zie antwoord vraag 6.
Wilt u deze vragen beantwoorden voor maandag 26 april 2021 om 10 uur?
Ja.
De vrij te geven notulen van de ministerraden. |
|
Joost Eerdmans (EénNL) |
|
Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
|
|
Kunt u, nu nog onduidelijk is welke notulen precies openbaar gemaakt zullen worden, de notulen van de ministerraden van 15 en 22 november 2019 over de tijdlijn openbaar maken, en deze maandag naar de Kamer sturen? Zo nee, waarom niet?
Ja. De openbaar gemaakte notulen betreffen ook de notulen van de ministerraden van 15 en 22 november 2019.
Kunt u alle notulen van de ministerraad, die betrekking hebben op de toeslagenaffaire (inclusief de CAF-zaken), openbaar maken, en deze maandag naar de Kamer sturen? Zo nee, waarom niet?
Het kabinet benadrukt dat het vertrouwelijk beraadslagen in de ministerraad voor de bestuurbaarheid van Nederland op de lange termijn van cruciaal belang is, vanwege de functie van de ministerraad binnen het gehele staatsbestel. De beraadslagingen van de ministerraad vormen binnen dit bestel het schakelpunt tussen de individuele ministeriële verantwoordelijkheid en de collectieve verantwoordelijkheid van het kabinet als geheel. Voor het ordentelijk verloop van besluitvormingsprocessen en voor de kwaliteit van besluiten is het van groot belang dat alle relevante invaishoeken in de beslotenheid van de ministerraad aan de orde kunnen komen. Ten aanzien van de notulen van de ministerraad geldt dat openbaarmaking daarvan tot gevolg zou hebben dat meningen van individuele bewindspersonen naar buiten komen, waardoor de eenheid van het regeringsbeleid in gevaar zou komen. Om deze redenen worden de notulen standaard voorzien van de rubricering staatsgeheim, zeer geheim.
Het eindrapport van de ondervragingscommissie is voor het kabinet aanleiding geweest de meest vergaande politieke consequentie te trekken door het aanbieden van zijn ontslag. Daarmee is het kabinet sedertdien demissionair en heeft het een beperkt politiek mandaat. Het kabinet heeft de opdracht om datgene te doen wat in het belang van het Koninkrijk noodzakelijk is. Dit impliceert in ieder geval dat het demissionaire kabinet al hetgeen nodig is voor de bestrijding van de coronacrisis, de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog, moet kunnen doen. Er is daarom juist nu belang bij bestuurlijke slagkracht voor het demissionaire kabinet op basis van vertrouwen. Het kabinet stelt bovendien vast dat deze informatie reeds met de parlementaire ondervragingscommissie is gedeeld en het kabinet als gezegd naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek van de ondervragingscommissie zijn ontslag heeft aangeboden.
In het licht van dit samenstel van factoren zet het kabinet de zeer uitzonderlijke stap door ten aanzien van de eerder door de parlementaire ondervragingscommissie gevorderde notulen eenmalig af te wijken van de regel dat notulen niet openbaar worden gemaakt. In deze unieke situatie heeft het kabinet unaniem besloten tot openbaarmaking van alle notulen die aan de parlementaire ondervragingscommissie zijn verstrekt. Het kabinet verstrekt daarbij zowel de geanonimiseerde als de niet-geanonimiseerde notulen, inclusief de P-notulen. Andere dan voorgenoemde notulen worden niet openbaar gemaakt.
Kunt u alle notulen van de ministerraad die genoemd worden in de RTL Nieuws-publicatie van 21 april 2021 «Geheime notulen: hoe de ministerraad steen en been klaagde over kritische Kamerleden» openbaar maken, en maandag naar de Kamer sturen? Zo nee, welke weigert u te sturen en waarom?
Zie antwoord vraag 2.
Kunt u deze vragen met spoed behandelen en vandaag nog beantwoorden?
Ja.
Het bericht ‘Kabinet maakt vertrouwelijke notulen ministerraad openbaar.’ |
|
Laurens Dassen (Volt) |
|
Wopke Hoekstra (minister financiën) (CDA), Sigrid Kaag (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (D66) |
|
![]() |
Bent u in het spoeddebat over deze stukken op donderdag 29 april aanstaande aanwezig als bewindspersoon of als fractievoorzitter van het CDA?
Tijdens de formatieperiode kan een demissionair bewindspersoon deze functie combineren met het Kamerlidmaatschap, zoals is bepaald in art. 57 lid 3 van de Grondwet. Juist om deze rolzuiverheid te bewaken, kan uw vraag 4 niet worden beantwoord door het kabinet.
Het debat gaat vandaag over de notulen van de ministerraden, die het kabinet op 26 april jl. met uw Kamer heeft gedeeld. De Ministers van Financiën en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking hebben in hun rol als leden van het kabinet aan deze ministerraden deelgenomen. De Minister van Financiën zal vanuit deze rol ook deelnemen aan het debat met uw Kamer. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking is beschikbaar om deel te nemen aan het debat, mocht deze wens vanuit de Kamer bestaan.
Bent u in het spoeddebat over deze stukken op donderdag 29 april aanstaande aanwezig als bewindspersoon of als fractievoorzitter van D66?
Zie antwoord vraag 1.
Hoe reflecteert u op die dubbele petten in de context van de gevoelige inhoud van het nog te voeren spoeddebat alsook tegen de achtergrond van het actuele gesprek over macht en tegenmacht?
Deze mening delen wij niet. Tijdens de formatieperiode kan een demissionair bewindspersoon deze functie combineren met het Kamerlidmaatschap (art. 57 lid 3 Gw). Dit vraagt wel van betrokkenen dat zij expliciteren vanuit welke hoedanigheid zij spreken, en dat zij als Kamerlid in beginsel niet het woord voeren over onderwerpen die binnen hun portefeuille als bewindspersoon vallen.
Kunt u aangeven of u als fractievoorzitter uw fractie zult voorgaan in de voorbereiding van dit debat waarin onder andere hetgeen u in de rol van Minister wist, niet wist of gezegd hebt, onderdeel van bevraging zal zijn?
Kamervragen worden gesteld aan leden van het kabinet. Vragen die zien op de vergaderingen van Kamerfracties, kunnen niet door het kabinet beantwoord worden en moeten gesteld worden in het Kamerdebat.
Deelt u de mening dat deze vermenging van belangen in de context van dit toeslagenschandaal en – mede daaruit voortvloeiend – de ontstane crisissfeer in de relatie parlement–kabinet, in zichzelf het verschil tussen macht en tegenmacht onzichtbaar maakt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke conclusies verbindt u daaraan?
Zie antwoord vraag 3.
De blunder van de verkenner waardoor het vertrouwen in de verkenning voor een nieuw kabinet is beschadigd. |
|
Lilian Marijnissen |
|
Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
|
Hoe luidt de titel of bestandsnaam van de gefotografeerde interne notitie bij het vertrek van verkenner Ollongren?1
Welke bijlagen zijn er bij de gefotografeerde interne notitie? Kunt u die onverwijld naar de Kamer sturen?
Deelt u de mening van de nieuwe verkenners, mevrouw van Ark en meneer Koolmees, tevens leden van uw huidige demissionaire kabinet: «De passage berust volgens onze voorgangers op een inventarisatie vanuit meerdere invalshoeken, waaronder berichten in de media. Daarmee was de interne notitie bedoeld ter voorbereiding op mogelijke onderwerpen in de volgende ronde van gesprekken»? Welke artikelen in de media betrof het? Aangezien de verkenners schrijven «waaronder» berichten in de media, waar was dit dan nog meer op gebaseerd? Kunt u uw antwoord toelichten?2
Heeft u inmiddels met oud-verkenner, en lid van uw huidige demissionaire kabinet, mevrouw Ollongren contact gehad over deze interne notitie? Zo ja, welke invalshoeken en berichten uit de media worden hier bedoeld? Kunt u een opsomming geven?
Heeft u deze interne notitie zelf opgevraagd? Heeft u deze interne notitie gelezen?
Wie heeft deze interne notitie geschreven? In wiens opdracht was dat? Wat was de aanleiding van deze interne notitie?
Zijn ambtenaren van uw ministerie, het Ministerie van Algemene Zaken, betrokken geweest bij de totstandkoming van deze interne notitie?
Wat wordt bedoeld met «positie Omtzigt: functie elders»?
Hoe vaak regelt u voor iemand in de politiek een «functie elders»? Kunt u aangeven hoe dat in zijn werk gaat?
Is er al een lijst gemaakt van mogelijke functies «elders»? Zo ja, kunt u die lijst onverwijld naar de Kamer sturen?
Vindt u het ook ongepast dat er tijdens de verkenning of de formatie van een nieuwe regering op deze manier gesproken wordt over gekozen volksvertegenwoordigers? Kunt u uw antwoord toelichten?
Erkent u dat dit onderdeel is van een cultuur die riekt naar machtspolitiek? Omdat de macht immers lijkt te suggereren dat diegenen die de macht controleren naar «een positie elders» te manoeuvreren zijn?
Erkent u ook dat het ongepast is om de inhoud van de interne notitie in de schoenen van «ijverige ambtenaren» te schuiven? Zo neen, waarom niet?
Hoe vaak heeft u over de positie van individuele volksvertegenwoordigers, niet behorend tot uw eigen partij, gesproken in de afgelopen kabinetten-Rutte? Kunt u uw antwoord toelichten?
Erkent u dat het vertrouwen van partijen en zeker ook van de samenleving ernstig is geschaad door de punten die naar buiten kwamen? Hoe gaat u dit herstellen?
Hoe kwalificeert u het feit dat de interne notitie zichtbaar was, juist in de handen van een demissionair bewindspersoon die ook verantwoordelijk is voor de AIVD? Kunt u uw antwoord toelichten?
Waarom verklaarde u op donderdagavond 25 maart «niemand gaat hier uitleg over geven»? Vanuit welke positie deed u deze uitspraak?»
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór aanstaande woensdag 31 maart?
Het bericht dat een D66-campagnefoto zes voorpagina’s heeft gehaald |
|
Peter Kwint , Lisa Westerveld (GL) |
|
Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU), Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66), Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid, viceminister-president ) (D66) |
|
![]() |
Deelt u de mening dat een duidelijke bronvermelding van essentiële journalistieke waarde is bij fotojournalistiek? Zo nee, waarom niet?1
Het is belangrijk dat duidelijk is hoe een journalistiek item tot stand komt, of dat nu een foto, artikel, video of ander product is. Bronvermelding draagt bij aan de transparantie en bevordert de controleerbaarheid van de nieuwsverslaglegging. Bronvermelding en het belang ervan wordt onderschreven in redactiestatuten en in de Code voor de journalistiek van het Genootschap van Hoofdredacteuren.2
Wat is uw mening over de wenselijkheid van politieke controle over journalistieke beelden?
Journalistieke onafhankelijkheid is een groot goed en een sterke pijler van onze democratische samenleving, waarin journalisten als een gedegen tegenmacht van politiek en overheid fungeren. Het is van belang dat deze onafhankelijkheid gerespecteerd wordt.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het invoeren van minimumtarieven in de journalistieke sector naar aanleiding van de aangenomen motie Kwint cs, die al in december 2019 is aangenomen? Wat voor stappen zijn er sindsdien ondernomen en wat is het resultaat daarvan?2
Zoals aangekondigd in mijn brief over de arbeidsmarkt in de mediasector die ik op 19 november 2020 aan uw Kamer heb gestuurd4, zijn er vorig jaar veel gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers uit de mediasector over onder andere minimumtarieven. De uitkomsten van deze gesprekken leverden een overzicht van uitdagingen en positieve ontwikkelingen op, net als verbanden en overeenkomsten met de arbeidsmarkt in de culturele en creatieve sector en de arbeidsmarkt in den brede.
Rond het verschijnen van de brief is de Fair Practice Code Goed Opdrachtgeverschap Publieke Omroepen in werking getreden, waarin bindende afspraken zijn vastgelegd over de betaling van freelancers.5 Publieke omroepen kunnen dus niet zonder meer afwijken van deze tariefafspraken. Momenteel lopen er gesprekken tussen de NVJ en de Mediafederatie over tarieven voor freelancers en het toewerken naar een fair practice code voor het uitgeverijbedrijf, waarbij de fair practice code bij de publieke omroepen als een basis kan dienen.6
Deelt u de mening dat de invoering van een vrijblijvende fair practice-code niet het gewenste effect heeft als dergelijke praktijken blijven bestaan? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 3.
Kunt u ingaan op de positie van freelance fotojournalisten en het effect van de coronacrisis op hun werk en inkomen? Zo nee, waarom niet?
Discussies over de positie van freelance (foto)journalisten waren actueel voor de crisis en zijn van blijvend belang om ook tijdens en na de crisis gevoerd te worden.
De coronacrisis heeft effect op alle sectoren in Nederland. Voor de mediasector betekende dat een teruggang in advertentie-inkomsten, waar vooral de regionale en lokale media het negatieve effect van voelen. Met name aan het begin van de crisis zagen (foto)journalisten opdrachten opdrogen, kregen zij minder werk aangeboden en moesten zij soms noodgedwongen (tijdelijk) ander werk doen. Tegelijkertijd is de behoefte aan nieuws, en daarmee aan het werk van (foto)journalisten, enorm groot tijdens deze crisis. Dit is ook te zien in een toestroom aan (digitale) abonnees, dat heeft bijgedragen aan goede jaarcijfers voor verschillende uitgeverijen.7
Om de lokale mediasector te ondersteunen, heeft het kabinet in totaal € 35 mln. vrijgemaakt voor het Tijdelijke Steunfonds voor Lokale Informatievoorziening, om de informatievoorziening ten tijde van de coronacrisis te continueren. Deze steun kunnen lokale mediapartijen ook gebruiken voor opdrachten aan freelance (foto)journalisten.
Ook in de culturele en creatieve sector zijn steunmaatregelen opgezet, onder andere via het steunfonds rechtensector (steunpakket 1 en 3), de leningen van C+O voor ondernemingen (incl. zelfstandigen) en extra steun voor zelfstandigen vanuit het programma PPO (steunpakket 2).8 Tot slot konden freelance (foto)journalisten ook gebruik maken van de generieke steunmaatregelen van de overheid, zoals de TOZO en de TOGS.
Zou nieuw leiderschap op het ministerie uitkomst kunnen bieden?
Er zijn de afgelopen jaren stappen gezet in het toewerken naar een betere arbeidsmarktpositie van (foto)journalisten, waar de eerder genoemde fair practice code bij de publieke omroepen een van is, en waarbij de gesprekken over een code bij het uitgeverijbedrijf een positieve ontwikkeling zijn. Ook de bredere culturele en creatieve sector kent positieve ontwikkelingen ten aanzien van de arbeidsmarktpositie van werkenden in deze sectoren. De mediasector is ook betrokken bij deze ontwikkelingen en kan hierop aansluiten.
Een nep-bijeenkomst die draagvlak moest suggereren |
|
Martin Bosma (PVV) |
|
Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
|
![]() |
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Amsterdam manipuleerde bij participatie-bijeenkomst over draagvlak komst theater»?1
Ja.
Hoe beoordeelt u deze manipulatie bezien in uw streven werk te maken van de integriteit van het decentraal bestuur?
Ik hecht veel waarde aan integriteit van decentraal bestuur. Manipulatie in participatietrajecten in gemeenten is onaanvaardbaar. De in het artikel gesignaleerde kwestie moet echter bezien worden door de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam. Binnen de bestuurlijke verhoudingen van onze gedecentraliseerde rechtsstaat past dat decentrale bestuurders in eerste instantie door de voor hen relevante democratisch gekozen organen aangesproken worden en niet vanuit Den Haag. Uit het artikel maak ik op dat in verband met deze zaak de oppositie in de gemeenteraad een spoeddebat heeft aangevraagd. Het is aan de gemeente Amsterdam nu en in eerste instantie aan de gemeenteraad om dit onderwerp te bespreken met het college van burgemeester en wethouders. Dat neemt niet weg dat ik mij als Minister van BZK en hoeder van het democratisch bestuur verantwoordelijk voel voor goed lokaal bestuur en met gemeenten in gesprek treed wanneer dat nodig is.
Dragen toneelstukjes, die worden opgevoerd om draagvlak te suggereren, bij aan het vertrouwen van burgers in de democratie?
Het oordeel over het verloop en de toedracht van dit specifieke participatieproces is een lokale aangelegenheid. In algemene zin heb ik in mijn brief van 22 maart jl. over de versterking en vernieuwing van de democratie2 aangegeven dat participatie van inwoners belangrijk is voor de kwaliteit en draagvlak van besluitvorming en beleid in het lokale bestuur. Belangrijke uitgangspunt voor succesvolle participatie is dat er een representatieve deelname is van burgers, ondernemers en maatschappelijke partijen en dat zij ook daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen. Het programma Democratie in Actie (DiA) ondersteunt gemeenten bij versterking en vernieuwing van democratie en bestuur. Daarbij zijn ook instrumenten ontwikkeld en is ondersteuning beschikbaar voor gemeenten om werk te maken van participatie, bijvoorbeeld met burgerfora en het uitdaagrecht.
Op welke manier gaat u zich verstaan met de D66-bestuurder Ronald Maier? Dient deze regisseur van slechte toneelstukken af te treden? Of wilt u hem voordragen voor een Gouden Kalf?
Het is aan het lokale bestuur en met name aan de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam om hierop te reageren op basis van de uitkomsten van het openbaar debat in de gemeenteraad.
Valt deze poppenkast onder uw «right to challenge», waarover u in Kamerdebatten hoog opgaf en beloofde met een wet te komen, maar waarvan de Kamer nooit meer iets heeft vernomen?
Het uitdaagrecht is het recht van ingezetenen en lokale maatschappelijke partijen om een verzoek bij het gemeentebestuur in te dienen om de feitelijke uitvoering van een gemeentelijke taak over te nemen, als zij denken deze taak bijvoorbeeld beter uit te kunnen voeren. Inmiddels hebben ongeveer 143 gemeenten voornemens uitgesproken om te gaan werken met het uitdaagrecht of hebben dit opgenomen in beleidsplannen, beleidskaders, gemeentelijke websites of een gemeentelijke verordening.3 Daarbij bied ik gemeenten desgewenst ondersteuning via het samenwerkingsprogramma Democratie in Actie. Een voorbeeld van een uitdaging betreft de overname van het beheer van het Seringenpark in Aalsmeer door de Werkgroep Behoud Seringenpark, met als doelstelling voor hetzelfde budget het groenonderhoud in het park te verbeteren. Het participatietraject met betrekking tot theater de Meervaart betreft een gesprek met inwoners over ruimtelijke inpassing van het nieuwe gebouw van het theater. Het gaat hier daarom niet om een vorm van uitdaagrecht.
Ik heb tot slot recentelijk in mijn brief van 22 maart jl. aan uw Kamer bericht dat het wetsvoorstel Versterking participatie op decentraal niveau in voorbereiding is en dat het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State verwerkt wordt. Met dit wetsvoorstel wil het kabinet decentrale overheden stimuleren om bij verordening heldere kaders voor burgers en volksvertegenwoordigers te scheppen.
Het nog altijd veel te hoge aantal afgekeurde poststemmen |
|
Ronald van Raak |
|
Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
|
Deelt u de opvatting dat ruim 4 procent ongeldige stemmen bij het briefstemmen veel te hoog is, zoals in Doetinchem ook na de genomen maatregelen nog altijd het geval is?1
Er zijn diverse redenen waarom een briefstem terzijde moet worden gelegd (wat iets anders is dan een briefstembiljet ongeldig verklaren; zie daarover verderop in dit antwoord).
Zoals ik in mijn brief aan uw Kamer van dinsdag 16 maart jl. heb laten weten, heb ik alle gemeenten verzocht om de briefstembureaus te vragen om, wanneer de retourenvelop uitsluitend een briefstembiljetenvelop bevat, deze envelop te openen, om te bezien of daarin een stempluspas zit. Als dat het geval is, en de stempluspas blijkt geldig te zijn, dan hoeft de briefstem niet terzijde te worden gelegd. Gelet op de signalen die ik van gemeenten heb ontvangen, verwacht ik dat daarmee het aantal terzijdeleggingen betekenisvol zal dalen.
Verder heb ik de gemeenten eerder gevraagd om hun briefstembureaus te vragen om, wanneer de retourenvelop een briefstembiljet bevat plus een briefstembiljetenvelop die te dun is om een briefstembiljet te kunnen bevatten, de briefstembiljetenvelop te openen, in de veronderstelling dat deze de stempluspas bevat. Als dat het geval is, en de stempluspas blijkt geldig te zijn, dan hoeft de briefstem niet terzijde te worden gelegd.
Voor andere terzijdeleggingen zijn goede redenen. In gevallen waarin ofwel het briefstembiljet ofwel de stempluspas ontbreekt, kan de briefstem niet meetellen. Als het briefstembiljet ontbreekt, is er geen stem uitgebracht. Als de stempluspas ontbreekt, kan het stembureau niet controleren of de kiezer kiesgerechtigd is. Ook in het stemlokaal zal het stembureau een kiezer die geen stempas bij zich heeft, niet toelaten tot de stemming. Dat een envelop zonder een stempluspas in dat geval terzijde wordt gelegd, is uiteraard ook een belangrijke waarborg tegen het uitbrengen van meer dan één stem door een kiezer. De kiezer die geen stempluspas heeft meegestuurd, en zich dat tijdig realiseert, kan overigens met zijn stempluspas alsnog stemmen (in het stemlokaal, of door een briefstembiljet af te halen bij de gemeente en met dat briefstembiljet en de stempluspas alsnog een briefstem af te geven bij een afgiftepunt).
Ook als de stempluspas niet echt is, of als het nummer van de stempluspas voorkomt in het register van ongeldige stempassen (ROS), is terzijdelegging naar mijn overtuiging de enige optie.
Tot ongeldigheid van een stem kan pas besloten worden bij het tellen van de stembiljetten. Een stem is ongeldig als die is uitgebracht op een ander stembiljet dan bij of krachtens de kieswetgeving mag worden gebruikt (artikel N 7, tweede lid, van de Kieswet); voorts is ongeldig de stem die niet als blanco wordt aangemerkt, maar waarbij de kiezer op het stembiljet niet, door het geheel of gedeeltelijk rood maken van het witte stipje in een stemvak, op ondubbelzinnige wijze heeft kenbaar gemaakt op welke kandidaat hij zijn stem uitbrengt, of waarbij op het stembiljet bijvoegingen zijn geplaatst waardoor de kiezer kan worden geïdentificeerd (artikel N 7, derde lid, van de Kieswet).
Welke maatregelen bent u bereid te nemen om dit percentage alsnog flink te verlagen en veel meer poststemmen wél te laten meetellen?
Zie antwoord vraag 1.
Bent u bereid deze vragen voor woensdag 17 maart 21:00u te beantwoorden?
Ja.
Honderden bewoners van de Rotterdamse wijken Bloemhof en de Afrikaanderwijk die niet kunnen stemmen vanwege ontbrekende stempassen |
|
Tunahan Kuzu (DENK) |
|
Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
|
![]() |
Bent u op de hoogte van de berichtgeving over honderden bewoners van de Rotterdamse wijken Bloemhof en de Afrikaanderwijk, die niet kunnen stemmen vanwege ontbrekende stempassen?1
Ja.
Klopt het dat deze kiezers in het vooruitzicht werd gesteld om alsnog een stempas te ontvangen, maar dat dit in veel gevallen niet gebeurd is?
Ik heb navraag laten doen bij de gemeente Rotterdam. Daaruit is mij gebleken dat een postbezorger van PostNL een deel van zijn post niet heeft bezorgd, waaronder 195 stempassen bestemd voor kiesgerechtigden in drie straten. Naar aanleiding van signalen vanuit de politiek, bewoners en de wijkraad Bloemhof heeft de burgemeester van Rotterdam opdracht gegeven om in de wijk waar volgens genoemde signalen geen stempassen zijn bezorgd, mensen actief te wijzen op de mogelijkheid om een vervangende stempas aan te vragen. Van de 195 kiesgerechtigden aan wie de stempas niet was bezorgd, hebben 68 kiezers van die mogelijkheid gebruikgemaakt. Nadat de postzak alsnog is aangetroffen, is de achtergehouden stempas bij de overige 127 kiezers nabezorgd. Alle kiezers die het betrof zijn dus alsnog in staat gesteld om hun stem uit te brengen. Ik deel de mening dat het onaanvaardbaar is dat een postbezorger (een deel van) zijn post niet bezorgt.
Overigens heeft de burgemeester van Rotterdam aan de gemeenteraad laten weten dat hij de gemeentesecretaris de opdracht heeft gegeven om een formeel extern onderzoek naar de gang van zaken te verrichten2.
Om hoeveel kiezers gaat het, die nu niet in staat zullen zijn om hun stem uit te brengen?
Zie antwoord vraag 2.
Welke gevolgen heeft dit volgens u voor de legitimiteit en de geldigheid van de verkiezingen?
Zie antwoord vraag 2.
Deelt u de mening dat dit een onaanvaardbare gang van zaken is?
Zie antwoord vraag 2.
Is het waar dat een postbezorger van PostNL deze stempassen heeft achtergehouden? Wat is hier inmiddels over bekend?
Zie antwoord vraag 2.
Klopt het dat er door de burgemeester aangifte is gedaan van verduistering? Op welke manier wordt vervolg gegeven aan deze aangifte?
Ja, de burgemeester heeft aangifte gedaan van verduistering. Van het Openbaar Ministerie heb ik vernomen dat de postbezorger is ontboden op het politiebureau en vervolgens is aangehouden. Het Openbaar Ministerie heeft na onderzoek geconcludeerd er geen sprake is van opzet op verkiezingsfraude en het verduisteren van stempassen. Het Openbaar Ministerie heeft de zaak daarom geseponeerd en de verdachte heengezonden.
Welke rol en verantwoordelijkheid ziet u hierin voor de gemeente Rotterdam?
De burgemeester is verantwoordelijk voor het verstrekken van een stempas aan alle kiesgerechtigden binnen de gemeente (artikel J 7 van de Kieswet).
Waarom zijn de stempassen niet opnieuw verstuurd toen aan het licht kwam dat deze stempassen nooit op hun bestemming zijn aangekomen?
Zoals blijkt uit mijn antwoord op de vragen 2 t/m 6, heeft de burgemeester van Rotterdam opdracht gegeven om in de wijk waar geen stempassen zijn bezorgd, mensen actief te wijzen op de mogelijkheid om een vervangende stempas aan te vragen. Van de 195 kiesgerechtigden aan wie de stempas niet was bezorgd, hebben 68 kiezers van die mogelijkheid gebruikgemaakt. Bij de overige 127 kiezers is de door de postbezorger achtergehouden stempas alsnog nabezorgd.
Waarom heeft de gemeente Rotterdam hierin geen proactieve houding aangenomen?
Zie antwoord vraag 9.
Welke actie kunt u ondernemen om te waarborgen dat iedereen alsnog zijn stem kan uitbrengen?
Zoals blijkt uit mijn antwoord op de vragen 2 t/m 6, zijn alle kiezers die het betrof alsnog in staat gesteld om hun stem uit te brengen.
Kunt u deze vragen vanwege het spoedeisende karakter vandaag nog beantwoorden? Zo nee, waarom niet?
Ja.
Aanhoudende berichten over ongeldige briefstemmen |
|
Attje Kuiken (PvdA) |
|
Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
|
![]() |
Kent u het bericht «Ministerie erkent problemen met briefstemmen»?1
Ja.
Hoe groot is inmiddels het aandeel ongeldige briefstemmen per gemeente precies?
De briefstembureaus verantwoorden het aantal terzijdeleggingen in hun proces-verbaal van vooropening. Nadat in een gemeente de telling van de stemmen is afgerond, maakt de burgemeester de processen-verbaal van alle (brief)stembureaus openbaar op de gemeentelijke website. Op basis van deze processen-verbaal kan het totaalaantal terzijdeleggingen en ongeldige stemmen worden bepaald. Ik beschik nu dus niet over cijfers over het totaalaantal terzijdeleggingen of ongeldige stemmen.
Deelt u de mening dat, gezien het feit dat het aantal ongeldige stemmen heel groot is, dat duidt op onduidelijkheid over het stemproces per brief? Zo ja, gaat u dan maximale coulance betonen en alles op alles zetten om die stemmen alsnog mee te kunnen laten stellen? Zo nee, waarom niet?
Als de kiezers de uitleg lezen die bij de briefstembescheiden is gevoegd, en deze toepassen, zou het stemmen per brief goed moeten gaan. Op basis van de eerste signalen blijkt ook dat meer dan 90% van de kiezers de briefstem op de juiste manier heeft uitgebracht. Dat neemt niet weg dat het stemmen per brief een nieuw proces is voor de kiezers die in Nederland wonen; zij moeten daaraan dus wennen. Bij de introductie van een nieuw proces bestaat de kans dat er fouten optreden. Overigens is de kans op fouten bij briefstemmen in algemene zin groter dan bij het stemmen in het stemlokaal. In bijvoorbeeld Oostenrijk, waar briefstemmen al langer mogelijk is, is het percentage ongeldige stemmen ongeveer 4% en in het Verenigd Koninkrijk bij de introductie ook circa 4%. Zoals elke verkiezing zal ook de Tweede Kamerverkiezing worden geëvalueerd. In die evaluatie zal ook het briefstemproces goed worden bekeken, mede voor het geval een volgend kabinet zou willen overwegen om met briefstemmen verder te gaan.
Zijn medewerkers van stembureaus inmiddels afdoende geïnstrueerd over hoe zijn moeten omgaan met ongeldige stemmen? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, op welke korte termijn gaat dat wel gebeuren?
Ja, de briefstembureaus beschikken over een handleiding voor de vooropening en het tellen van de briefstemmen. Ik heb aanvullend een nieuwe «Factsheet terzijdelegging» beschikbaar gesteld aan alle gemeenten2, die de werkwijze bevat waarover ik uw Kamer op dinsdag 16 maart jl. heb geïnformeerd3. De briefstembureaus beschikken daarmee over afdoende instructies om de vooropening en de telling van de briefstemmen te kunnen uitvoeren. Aanvullend kunnen gemeenten 24 uur per dag terecht bij een telefonische hotline van het Ministerie van BZK.
Wat is er gebeurd of wat gebeurt er met de eerste 400.000 briefstemmen die PostNL ontving waarvan 2,5 procent ongeldig is verklaard? Wat was de aard van de fouten? Hoeveel van die fouten zijn hersteld of worden nog hersteld?
Zoals ik heb geschreven in mijn brief aan uw Kamer van 10 maart jl.4, is uit informatie van PostNL gebleken dat ca. 2,5% van de kiezers niet de voorgeadresseerde retourenvelop in de brievenbus stopt, maar de enveloppe waarop staat «Deze envelop is alleen voor het briefstembiljet». Deze briefstembiljetenveloppe is niet geadresseerd. Ik heb met PostNL de afspraak gemaakt dat PostNL deze briefstembiljetenveloppen verdeelt over 25 gemeenten, en bij hen bezorgt. De werkwijze waarover ik u in mijn Kamerbrief van 16 maart jl. heb geïnformeerd, leidt ertoe dat de briefstembureaus van deze 25 gemeenten deze enveloppen hebben voorgeopend. Het is waarschijnlijk dat de meeste aangetroffen stempluspassen van andere gemeenten zullen zijn. Als blijkt dat in de envelop een stempluspas en een briefstembiljet zit en de stempluspas is van een andere gemeente, dan wordt gepoogd die briefstem nog bij die gemeente te bezorgen.
In hoeverre lost het alsnog toestaan, dat enveloppen waarin vermoedelijk zowel de stempas als het stembiljet zitten, geopend en toch meegeteld mogen worden, het probleem met ongeldige briefstemmen op? Welke deel van de ongeldige briefstemmen kan daardoor toch meegeteld worden?
Gelet op de signalen die ik van gemeenten heb ontvangen, verwacht ik dat daarmee het aantal terzijdeleggingen betekenisvol zal dalen. Niet is na te gaan welk deel van de oorspronkelijk terzijde gelegde briefstemmen hiermee alsnog kan worden meegeteld.
Zijn er naast het feit dat stembiljetten en stempassen samen in een enveloppe zijn gedaan nog meer problemen met het briefstemmen geconstateerd waardoor een deel van de stemmen ongeldig moet worden verklaard? Zo ja, welke problemen zijn dit en welk deel van de stemmen betreft dit? En hoe worden deze problemen alsnog opgelost?
In gevallen waarin ofwel het briefstembiljet ofwel de stempluspas ontbreekt, kan de briefstem niet meetellen, en moet deze terzijde worden gelegd. Als het briefstembiljet ontbreekt, is er geen stem uitgebracht. Als de stempluspas ontbreekt, kan het stembureau niet controleren of de kiezer kiesgerechtigd is. Dat een envelop in dat geval terzijde wordt gelegd is uiteraard ook een belangrijke waarborg tegen fraude met losse briefstembiljetten. Ook in het stemlokaal zal het stembureau een kiezer die geen stempas bij zich heeft, niet toelaten tot de stemming. De kiezer die geen stempluspas heeft meegestuurd, en zich dat tijdig realiseert, kan overigens met zijn stempluspas alsnog stemmen (in het stemlokaal, of door een briefstembiljet af te halen bij de gemeente en met dat briefstembiljet en de stempluspas alsnog een briefstem af te geven bij een afgiftepunt). Ook als de stempluspas niet echt is, of als het nummer van de stempluspas voorkomt in het register van ongeldige stempassen (ROS), is terzijdelegging naar mijn overtuiging de enige optie.
Gaat u ervoor zorgen dat alle ongeldige stemmen geregistreerd worden per stembureau, evenals de reden daarvoor? Hoe gaat u dat doen?
Ja, de briefstembureaus verantwoorden het aantal terzijdeleggingen in hun proces-verbaal van vooropening, inclusief de reden van terzijdelegging. En in het proces-verbaal van de telling wordt het aantal ongeldige briefstemmen opgenomen.
Gaat u ervoor zorgen dat alle ongeldige stemmen worden bewaard, en geen enkele stem wordt weggegooid? Op welke wijze gaat u dat doen?
Het briefstembureau doet de retourenveloppen die terzijde worden gelegd in een of meer pakken, die het vervolgens verzegelt (artikel 23d van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19). De burgemeester bewaart de pakken, samen met alle andere verpakte en verzegelde stembescheiden, tot drie maanden nadat over de toelating van de gekozenen is beslist. Daarna worden de verzegelde pakken vernietigd (artikel N 12, vierde lid, van de Kieswet).
Vreest u dat het hoge aandeel ongeldige stemmen invloed heeft op de verkiezingsuitslag? Zo nee, kunt u dat onderbouwen?
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 7 heb opgemerkt, is terzijdelegging van briefstemmen in sommige gevallen de enige optie, namelijk als de stempluspas of het briefstembiljet ontbreekt, als de stempluspas niet echt is, of als het volgnummer daarvan voorkomt in het ROS. Nadat het centraal stembureau de uitslag heeft vastgesteld, besluit het vertegenwoordigend orgaan (de Tweede Kamer) over de geldigheid van de verkiezing. De Tweede Kamer heeft in dat verband de bevoegdheid om desgewenst een onderzoek te doen naar de terzijde gelegde briefstemmen (en de reden voor terzijdelegging), en daartoe de verzegelde pakken met stembescheiden te openen. De wet maakt het niet mogelijk dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onderzoek doet naar wat de invloed op de uitslag zou zijn als terzijde gelegde stembiljetten niet terzijde zouden zijn gelegd.
Bent u bereid om precies te analyseren wat de invloed op de uitslag zou zijn als de ongeldige stemmen wel geldig waren? Zo nee, waarom acht u dat niet relevant
Zie antwoord vraag 10.
Kunt u deze vragen zo snel mogelijk en in ieder geval voor het einde van deze week beantwoorden?
Ja.
De aanpassing van de procedure omtrent het geldig verklaren en het tellen van binnengekomen briefstemmen. |
|
Gerrit-Jan van Otterloo (50PLUS) |
|
Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
|
![]() |
Hoe verhouden zich de foutpercentages die nu bij briefstemmen zijn opgetreden tot die welke de afgelopen keren bij het briefstemmen vanuit het buitenland zijn vastgesteld?
De procedure voor het stemmen per brief door kiezers van 70 jaar en ouder is gebaseerd op de procedure die geldt voor de Nederlanders die vanuit het buitenland mogen stemmen, maar is op een aantal onderdelen anders.
Zowel de kiezers in het buitenland als de kiezers van 70 jaar en ouder die in Nederland wonen, hebben de stempas en het stembiljet gescheiden van elkaar ontvangen. Een verschil is dat de kiezers in het buitenland de 2 enveloppen die nodig zijn om te kunnen stemmen per brief, tegelijk met de stempas hebben ontvangen; de kiezers van 70 jaar en ouder hebben deze 2 enveloppen gelijktijdig met het stembiljet gekregen. De reden voor dit verschil is dat de kiezers in het buitenland hun stembiljet per mail kunnen ontvangen en ook met een (heel) ander stembiljet stemmen dan het stembiljet dat door de kiezers in Nederland wordt gebruikt. Verder moeten de kiezers in het buitenland hun stempas ondertekenen én een kopie van een geldig paspoort of identiteitsbewijs meesturen. De kopie van het paspoort of identiteitskaart is bij de kiezers in het buitenland nodig om het bezit van Nederlanderschap aan te tonen. Dat gold niet voor de kiezers van 70 jaar en ouder die bij de Tweede Kamerverkiezing per post mochten stemmen.
De briefstembescheiden voor de kiezers van 70 jaar en ouder zijn in december 2020 in zogenoemde focusgroepen getest. Het rapport daarvan heeft de Tweede Kamer op 12 januari ontvangen.1
Is er sprake geweest van het enkel kopiëren van genoemde procedure, of zijn er testen uitgevoerd onder de doelgroep teneinde mogelijke problemen te signaleren en aanpassingen door te voeren?
Zie antwoord vraag 1.
Is er in de testfase rekening gehouden met de diversiteit van de groep, bijvoorbeeld voor wat betreft opleidingsniveau, laaggeletterdheid en verminderd begripsvermogen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Zie antwoord vraag 1.
Welk deel van de formeel «fout» uitgebrachte stemmen kan als gevolg van deze procedurele aanpassing alsnog meetellen en welk aantal stemmen kan nu als nog als geldig worden aangemerkt?
Op basis van de processen-verbaal van de vooropening die de gemeentelijke briefstembureaus hebben opgesteld, en die ook zijn gepubliceerd door de gemeenten, is niet precies te bepalen hoeveel terzijdeleggingen zijn voorkomen door de aanpassing van de werkwijze.
Is met deze maatregel het percentage ongeldige stemmen weer gereduceerd tot «normaal» niveau? Zo niet, welk percentage respectievelijk welke aantallen ongeldig uitgebrachte stemmen resteren nu nog?
Het aantal ongeldige stemmen is door het centraal stembureau (in casu de Kiesraad) in het kader van de uitslagvaststelling bepaald. Dat percentage bedraagt 0,29%.
Het aantal terzijdezeggingen bij de vooropening is alleen te achterhalen door de door de briefstembureaus opgestelde processen-verbaal van vooropening te bekijken. Ten behoeve van de evaluatie van de Tweede Kamerverkiezing heeft het Ministerie van BZK de op het internet gepubliceerde processen-verbaal van ca. 160 gemeenten bekeken. Daaruit kan worden opgemaakt dat bij deze gemeenten het gemiddelde percentage terzijdeleggingen iets meer dan 4% is.
PostNL heeft ca. 33.000 ongeadresseerde briefstembiljetenveloppen in de brievenbussen aangetroffen. De briefstembiljetenveloppen waren niet geadresseerd, omdat die envelop niet bedoeld is om de briefstem te zenden aan het briefstembureau van de gemeente. PostNL heeft die ongeadresseerde enveloppen bezorgd bij 25 gemeenten. Conform de werkwijze die op dinsdag 16 maart jl. is doorgevoerd, inhoudende dat de briefstembureaus de briefstembiljetenveloppen mochten openen om na te gaan of daar de stempluspas in zat, zijn deze ongeadresseerde enveloppen geopend. Slechts in een zeer gering deel van de 33.000 enveloppen, waarschijnlijk niet meer dan enkele procenten, zat niet alleen een briefstembiljet maar ook een stempluspas. Deze zijn waar mogelijk alsnog bij de juiste gemeente bezorgd. De enveloppen met uitsluitend het briefstembiljet zijn terzijde gelegd. Als ook deze terzijdeleggingen worden meegerekend, komt het gemiddelde uit op iets meer dan 6%.
Aangetekend moet worden dat het onmogelijk is om te achterhalen of de kiezers die hun briefstembiljet in de ongeadresseerde briefstembiljet hebben opgestuurd ook nog separaat, in de geadresseerde retourenvelop, de stempluspas hebben opgestuurd. Waar dat is gebeurd, treedt een dubbeltelling aan terzijdeleggingen op. Evenmin is te achterhalen of kiezers die hun briefstembiljet in de ongeadresseerde briefstembiljetenvelop hebben opgestuurd, met hun stempluspas zijn gaan stemmen in het stemlokaal of een onderhandse volmacht aan een andere kiezer hebben gegeven. Al deze onzekerheden brengen mee dat het percentage terzijdeleggingen niet nauwkeurig bepaald kan worden. De beste aanname die gedaan kan worden op basis van het beschikbare materiaal, is dat het percentage terzijdeleggingen waarschijnlijk ligt tussen de 4% en de 6%.
Overigens is de kans op fouten bij briefstemmen in algemene zin groter dan bij het stemmen in het stemlokaal. In bijvoorbeeld Oostenrijk, waar briefstemmen al langer mogelijk is, is het percentage ongeldige stemmen ongeveer 4%, en bij de laatste verkiezing 5,7%, en in het Verenigd Koninkrijk bij de introductie ook ca. 4%. Nederlanders in het buitenland kunnen ook al sinds langer per brief stemmen. Bij de kiezers in het buitenland is het percentage terzijdeleggingen bij deze Tweede Kamerverkiezing 2,8% geweest.
Zijn er nog andere fouten die vaker dan gemiddeld gemaakt worden door briefstemmers? Zo ja, welke?
Zie antwoord vraag 5.
Onder verwijzing naar uw brief waarin u de stand van zaken aangaf tot en met de op woensdag 10 maart bij PostNL binnengekomen brieven en waarn u sprak over een percentage van 2,5%, is dat percentage briefstemmen ingeleverd in een enveloppe zonder antwoordnummer ongewijzigd gebleven dan wel hoger of lager geworden?
Zie antwoord vraag 5.
Wat vindt u van het voorstel om, conform de nu gewijzigde instructies voor de afhandeling van briefstemmen en stemkaarten in eenzelfde enveloppe, deze stembiljetten (die formeel niet te bezorgen zijn, maar wel herkenbaar als envelop met stembiljet) naar het Centrale stembureau in Den Haag te transporteren, en die daar op dezelfde wijze conform de gewijzigde instructie tezamen met de stemmen uit het buitenland te tellen?
Ik ga ervan uit dat de vragensteller met «het centraal stembureau in Den Haag» doelt op het briefstembureau van de gemeente Den Haag dat de stemmen telt die zijn uitgebracht door de kiezers in het buitenland. De wet schrijft voor dat een briefstem die is uitgebracht in een bepaalde gemeente, alleen kan worden geteld door een briefstembureau van die gemeente. Alleen dat briefstembureau kan immers controleren of het nummer van de stempluspassen van de briefstemmers voorkomt in het door de burgemeester vastgestelde register van ongeldige stempassen.
Is inmiddels waterdicht geregeld dat stembrieven met het foutieve gemeentelijke adres toch bij het juiste stembureau belanden?
Zie antwoord vraag 5.
Op welke wijze administreert en verantwoordt PostNL de verwerkte stemmen vanaf het moment van ophalen bij de brievenbussen tot aan het moment dat deze dagelijks in verzegelde zakken worden afgeleverd bij de gemeenten?
PostNL heeft een proces ingericht voor de bezorging van de briefstemmen die in de brievenbussen zijn aangetroffen. Op verzoek van de Tweede Kamer heb ik aan PostNL gevraagd om verdere details over dit proces en over de door PostNL uit te voeren audit bekend te maken. Ik heb op 12 januari de Tweede Kamer bericht over het antwoord van PostNL op dit verzoek2, inhoudende dat PostNL een operationele audit uitvoert op de inrichting van het zgn. «dedicated proces» en de waarborgen, en dat de hoge mate van bedrijfsvertrouwelijkheid en de inzichten in de processen en waarborgen, het, met het oog op een betrouwbaar briefstemproces, niet mogelijk en wenselijk is dit openbaar te delen. PostNL is echter bereid om in een vertrouwelijke bijeenkomst een nadere toelichting te geven over dit proces en de waarborgen, indien deze behoefte leeft bij de leden van de Tweede Kamer.
Op welke wijze kunnen de gemeenten respectievelijk het centraal stembureau er zeker van zijn dat alle voor die gemeente bestemde biljetten ook daadwerkelijk ontvangen en verwerkt zijn?
Zie antwoord vraag 10.
Hoe heeft PostNL, naast het opbergen in beveiligde ruimten, de verzekering kunnen geven dat de procedures het kwijtraken van stembiljetten niet toelaten ofwel hoe wordt gecontroleerd dat alle geposte stembrieven ook daadwerkelijk zijn afgeleverd?
Zie antwoord vraag 10.
Kunt u deze vragen uiterlijk drie dagen voor het vaststellen van de definitieve uitslag (op maandag 29 maart) beantwoorden?
Het beantwoorden van deze vragen uiterlijk drie dagen voor het vaststellen van de definitieve uitslag is helaas niet gelukt.
Het bericht dat veel poststemmen ongeldig zijn |
|
Ronald van Raak |
|
Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
|
Deelt u de mening dat het slecht is voor het vertrouwen in de democratie als mensen hun stem hebben uitgebracht maar deze ongeldig is verklaard door een kleine fout?1
Elke stem die niet kan worden meegeteld, terwijl de kiezer wel een geldige stempluspas en een geldig briefstembiljet heeft teruggestuurd, is er één te veel. Daarom heb ik gelijk na het ontvangen van de signalen van de gemeenten actie ondernomen en voorlichting gevraagd aan de Raad van State en advies aan de Kiesraad.
Bent u bereid toe te zeggen dat de stemmen waarbij zowel de stempas als het stembiljet in 1 enveloppe zijn verstuurd alsnog mee te tellen, tenzij ze om een andere reden ongeldig zijn? Zo nee, waarom niet?
Ja. Ik heb de Tweede Kamer op 16 maart jl. een brief geschreven en daarin aangegeven dat de volgende procedurele werkwijze gevolgd gaat worden.
Deze werkwijze is daarna aan de gemeenten gestuurd die deze werkwijze zullen toepassen. Daarmee gaan dus geen stemmen verloren van kiezers die in hun retourenvelop een briefstembiljetenvelop hebben gestopt met daarin de stempluspas en het briefstembiljet.
Kunt u deze vragen voor woensdag 17 maart 21.00 beantwoorden? Zo nee, waarom niet?
Ja.
De problemen met briefstemmen |
|
Attje Kuiken (PvdA) |
|
Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
|
![]() |
Kent u het bericht «Voorlopig resultaat eerste gemeente: veel problemen met poststemmen»?1
Ja.
Over welke signalen naast die uit de gemeente Bernheze beschikt u over het aantal ongeldige poststemmen? Welk percentage poststemmen kan er naar schatting ongeldig zijn?
In mijn brief van 16 maart jl. heb ik de Tweede Kamer bericht dat gemeenten mij hebben laten weten dat briefstembureaus bij de vooropening constateren dat in een deel van de retourenveloppen geen stempluspas te zien is. Er zit in de enveloppen wel een briefstembiljetenvelop. Het is mogelijk dat de kiezer daarin zijn stempluspas heeft gestopt. Naar aanleiding van deze signalen heb ik advies aan de Kiesraad en voorlichting aan de Afdeling advisering van de Raad van State gevraagd. Zowel de Raad van State als de Kiesraad hebben mij gisteravond laten weten ruimte te zien voor de volgende procedurele werkwijze:
Deze werkwijze is vanmorgen aan de gemeenten gestuurd die deze werkwijze zullen toepassen. Daarmee gaan dus geen stemmen verloren van kiezers die in hun retourenvelop een briefstembiljetenvelop hebben gestopt met daarin de stempluspas en het briefstembiljet.
Deelt u de mening dat als een substantieel van de poststemmen ongeldig blijkt te zijn, dat een indicatie is dat de procedure van het stemmen per post toch te gecompliceerd is? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
Deelt u de mening dat als het aantal ongeldige poststemmen verhoudingsgewijs veel hoger is dan het normale aantal ongeldige stemmen dat het dan niet aanvaardbaar is dat dat deel van de stemmen verloren gaat?
Zie antwoord vraag 2.
Deelt u de mening indien een poststem ongeldig is omdat de stempas en het stembiljet in dezelfde envelop zaten dat het belang van het meetellen van een dergelijke stem in dit uitzonderlijke geval groter is dan het stemgeheim? Zo ja, gaat u alsnog toestemming geven om deze stemmen toch mee te laten tellen? Zo nee, waarom niet?
Zie antwoord vraag 2.
De onafhankelijkheid van de organisatie die de beveiliging van de verkiezingssoftware heeft onderzocht |
|
Thierry Baudet (FVD) |
|
Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
|
![]() |
Bent u ervan op de hoogte dat de Kiesraad de beveiliging van de software die wordt gebruikt bij het vaststellen van de verkiezingsuitslag en het berekenen van de zetelverdeling (OSV2020) heeft laten onderzoeken door de organisatie Hackdefense1? Wanneer en op welke wijze bent u hiervan op de hoogte geraakt?
Ja. Het Ministerie van BZK is door de Kiesraad begin oktober 2020 geïnformeerd over het rapport dat Hackdefense had gemaakt met betrekking tot de versie van de ondersteunende software verkiezingen (OSV2020) die gebruikt ging worden bij de herindelingsverkiezingen van november 2020. Dat rapport heeft de Kiesraad op 19 oktober 2020 openbaar gemaakt op de website www.kiesraad.nl. Ik heb daar melding van gemaakt in mijn reactie op het rapport van de Stichting Tegen Hackbare Verkiezingen op 19 november 20202.
Bent u ervan op de hoogte dat Hackdefense B.V. één bestuurder heeft, namelijk QCSEC B.V., waarvan de heer K. de enig aandeelhouder is? Wanneer en op welke wijze bent u hiervan op de hoogte geraakt?
Nee, hier ben ik naar aanleiding van uw vragen van op de hoogte gesteld.
Bent u ervan op de hoogte dat de heer K. actief lid en politicus is van D66? Wanneer en op welke wijze bent u hiervan op de hoogte geraakt?
Nee, hier ben ik naar aanleiding van uw vragen van op de hoogte gesteld.
Bent u ervan op de hoogte dat de heer K. zich in het verleden meermaals zeer provocerend en vijandig heeft uitgelaten over FvD2 respectievelijk de PVV3? Hoe beoordeelt u deze uitlatingen?
Nee, hier ben ik naar aanleiding van uw vragen van op de hoogte gesteld. Het is niet aan mij om deze uitlatingen te beoordelen.
Wat vindt u ervan dat de beveiliging van de verkiezingssoftware uitsluitend is onderzocht door een organisatie die onder volledige zeggenschap staat van een actief lid en politicus van D66, terwijl u als bewindspersoon die lid is van D66 verantwoordelijk bent voor het stelsel van eerlijke en transparante verkiezingen?
De Kiesraad heeft, zoals blijkt uit het antwoord op vraag 7, een Europese aanbesteding uitgevoerd. De betreffende opdracht is conform de aanbestedingsregels in de markt gezet. Het Ministerie van BZK heeft geen betrokkenheid gehad bij de onderzoeken en/of testen die de Kiesraad heeft laten uitvoeren.
Erkent u dat door deze gang van zaken de schijn van belangenverstrengeling, partijdigheid en/of afhankelijkheid is ontstaan? Zo nee, waarom niet?
De Kiesraad heeft conform de aanbestedingsregels gehandeld. Zoals blijkt uit het ambtsbericht van de Kiesraad (zie antwoord op vraag 7) heeft de Kiesraad de uitgebrachte aanbiedingen beoordeeld op basis van vooraf vastgestelde criteria.
Zijn door de Kiesraad ook offertes opgevraagd bij, of gesprekken gevoerd met andere organisaties voordat de opdracht aan Hackdefense gegund werd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke argumenten zijn doorslaggevend geweest om met Hackdefense in zee te gaan?
Ik heb de Kiesraad gevraagd om uiteen te zetten hoe de Kiesraad te werk is gegaan bij het aanbesteden van de betreffende opdracht. Het ambtsbericht dat ik daarover van de Kiesraad heb ontvangen treft u als bijlage bij deze antwoorden aan.5
In het ambtsbericht is naar mijn mening duidelijk aangegeven welke aanbestedingsprocedure de Kiesraad gevolgd heeft.
Bent u of iemand van het ministerie op enige wijze betrokken geweest bij de totstandkoming van het besluit van de Kiesraad om de opdracht aan Hackdefense te gunnen?
Conform de aanbestedingsregels heeft UBR/HIS6 de Kiesraad begeleidt bij de Europese aanbesteding. De Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) is een multidisciplinaire uitvoerder op het gebied van bedrijfsvoering binnen het Rijk en is zodoende betrokken bij alle Europese aanbestedingstrajecten van het Rijk.
Er is geen andere betrokkenheid van het Ministerie van BZK geweest bij de aanbesteding en het vervolg daarop.
Zijn er ooit formele of informele contacten geweest tussen de Kiesraad en het ministerie over Hackdefense, in welke context dan ook? Zo ja, kunt u een overzicht verstrekken van deze contacten met een duiding van de aard en inhoud daarvan?
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 8 heeft UBR|HIS betrokkenheid gehad bij de Europese aanbesteding van de Kiesraad.
De Kiesraad heeft (zie ook het antwoord op vraag 1) begin oktober 2020 het Ministerie van BZK geïnformeerd over het rapport dat Hackdefense had gemaakt met betrekking tot de versie van OSV die gebruikt ging worden bij de herindelingsverkiezingen van november 2020. In de weken daarna heeft de Kiesraad aan het Ministerie van BZK gemeld dat Hackdefense ook de TK-versie versie van OSV2020 zou gaan onderzoeken.
Bent u bereid om in overleg met de Kiesraad met spoed (dus vóór 15 maart 2021) een second opinion aan te vragen over de beveiliging van de verkiezingssoftware, bij een organisatie die kennelijk onafhankelijk en onpartijdig is? Zo nee, waarom niet?
De OSV is in opdracht van de Kiesraad ontwikkeld en wordt door de Kiesraad beheerd en onderhouden. Het is de Kiesraad die in dat kader onderzoeken en testen laat uitvoeren. Naar mijn mening heeft de Kiesraad voor het laten uitvoeren van dergelijke onderzoeken gehandeld conform de geldende aanbestedingsregels.
Wilt u deze vragen uiterlijk op 12 maart a.s. en afzonderlijk van elkaar beantwoorden?
De vragen zijn afzonderlijk beantwoord. De vragen zijn ingediend op 12 maart jl. en konden dus niet op 12 maart beantwoord worden. De vragen zijn zo snel als dat kon beantwoord.
De artikelen ‘Frankrijk stelt regionale verkiezingen drie maanden uit’ en ‘Spaansgezinde socialisten groeien flink maar separatisten behouden meerderheid’ |
|
Gerrit-Jan van Otterloo (50PLUS) |
|
Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
|
![]() |
Kent u de berichten «Frankrijk stelt regionale verkiezingen drie maanden uit» en «Spaansgezinde socialisten groeien flink maar separatisten behouden meerderheid»?1 2
Ja.
Hoe oordeelt u over het bericht dat regionale verkiezingen in Frankrijk drie maanden zijn opgeschoven in verband met de coronapandemie?
Sinds het uitbreken van de coronapandemie hebben een groot aantal landen voor de vraag gestaan of verkiezingen konden worden georganiseerd danwel uitgesteld zouden moeten worden. Het International Institute for Democracy and Electoral Assistance (International IDEA) heeft begin februari 2021 hierover een rapport uitgebracht (Global overview of COVID-19: Impact on elections)3. Landen maken eigen afwegingen over het houden van verkiezingen en de organisatie daarvan. Dat kan verschillende achtergronden hebben, waaronder het wettelijk kader dat in de betreffende landen geldt voor het organiseren van verkiezingen.
Welke parallellen ziet u tussen de situatie in Frankrijk en die in Nederland?
Zie antwoord vraag 2.
Welke concrete criteria hanteert u om te beoordelen of de Nederlandse verkiezingen al dan niet veilig kunnen plaatsvinden?
Bij de totstandkoming van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 heb ik opgemerkt dat de algemene maatregelen die nodig zijn om de verspreiding van het virus te bedwingen er niet toe mogen leiden dat de waarborgen van het verkiezingsproces, zoals de toegankelijkheid, controleerbaarheid en transparantie zo in het gedrang komen, dat niet meer op een goede manier invulling is te geven aan die waarborgen.4 Dat is op dit moment niet het geval. De verkiezing wordt op een veilige manier georganiseerd. Voor het doorgaan van de verkiezing wordt dus niet gekeken naar een x-aantal besmettingen of een x-aantal ic-opnames.
Hoe oordeelt u over het bericht dat, in het politiek zeer gemotiveerde Catalonië, de opkomst bij regionale verkiezingen ruim 22,5 procentpunt lager lag dan bij de vorige verkiezingen?
Zie antwoord vraag 2.
Zou u het in vraag 5 genoemde percentage acceptabel vinden, als (verwachte of werkelijke) terugloop in het opkomstpercentage ten opzichte van de vorige keer?
In opdracht van het Ministerie van BZK heeft het bureau I&O inmiddels twee metingen uitgevoerd waarin is gevraagd of kiezers van plan zijn te gaan stemmen bij de komende Tweede Kamerverkiezing. Uit deze metingen komt dat meer dan 80% van de kiezers zeggen dat van plan te zijn. Er blijkt uit deze onderzoeken dat er vertrouwen is in de maatregelen die in de stemlokalen worden genomen om het stemmen veilig te laten verlopen. Ik memoreer dat ook de opkomst bij de herindelingsverkiezingen van november 2020 niet lager was dan gebruikelijk voor die verkiezingen.
Welk verschil in opkomstpercentage (ten opzichte van de vorige verkiezingen) zou u acceptabel vinden voor de Tweede Kamerverkiezingen?
Zie antwoord vraag 6.
Heeft de regering een uiterste datum waarop zij uiterlijk het besluit tot uistel wil nemen, nu zij stelt dat nog tot een week voor de verkiezingen besloten kan worden deze uit te stellen?
Er is geen enkele reden om te denken dat de Tweede Kamerverkiezing niet kan doorgaan in maart. Alles wordt eraan gedaan om de verkiezing op een veilige manier te organiseren voor alle kiezers en stembureauleden.
Deze week ontvangt de Tweede Kamer een brief met de laatste stand van zaken met betrekking tot de organisatie van de verkiezing. Daarin informeer ik de Kamer over de uitkomsten van het laatste onderzoek dat heeft plaatsgevonden onder kiezers en het resultaat van de enquête onder gemeenten over het aantal stemlokalen.
De challenge ‘Gezocht: Ontwikkel een tool waarbij het beantwoorden van Kamervragen verbeterd en versneld wordt’ |
|
Harry van der Molen (CDA) |
|
Bas van 't Wout (minister economische zaken) (VVD), Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
|
![]() |
Hebt u kennisgenomen van de challenge «Gezocht: Ontwikkel een tool waarbij het beantwoorden van Kamervragen verbeterd en versneld wordt»?1
Ja.
is het waar dat het bedoelde project gericht is op de digitale ondersteuning bij beantwoording van Kamervragen?
Ja, het gaat hierbij om een project in het kader van de Startup in Residence-challenge waarbij gezocht wordt naar de ontwikkeling van een hulptool voor de beantwoording van Kamervragen.
Kunt u deze constatering «De reeds bestaande zoekmachines helpen, maar het doorzoeken hiervan neemt nog steeds veel tijd in beslag: er zijn heel veel (niet secuur genoeg gefilterde) resultaten, bestanden moeten integraal gedownload en vervolgens handmatig doorzocht worden.» nader toelichten?
Er zijn veel openbare bronnen voor gestelde en eerder beantwoorde Kamervragen. Zo staan op www.officielebekendmakingen.nl alle verstuurde Kamerbrieven, Kamervragen, commissieverslagen etc. Over sommige onderwerpen worden veel Kamervragen gesteld en daarom ben ik altijd op zoek naar manieren om de beantwoording van Kamervragen beter en sneller te doen. Het doorzoeken van de beschikbare informatie (ongeveer 3 miljoen documenten) neemt veel tijd in beslag. Het zou een verbeterslag betekenen als het terugvinden van benodigde informatie gerichter, beter en ook sneller kan. Dat komt ook de consistentie en daarmee de kwaliteit van de beantwoording ten goede.
Deelt u de mening dat het bedoelde project een vorm van symptoombestrijding is? Zo nee, waarom niet?
Deze mening deel ik niet. De insteek van dit project is om met de beschikbare informatietechnologie de beantwoording van Kamervragen te verbeteren. De ICT-middelen kunnen ervoor zorgen dat informatie simpelweg sneller toegankelijk wordt. Dat leidt naar verwachting tot een betere beantwoording van de Kamervragen.
Hebt u over het geconstateerde probleem in de informatievoorziening aan het parlement overleg gevoerd met het parlement zelf? Zo ja, wanneer en bij welke gelegenheid? Zo nee, waarom niet?
Het is belangrijk om te onderstrepen dat het idee voor deze hulptool niet voortkomt uit een concreet geconstateerd probleem in de informatievoorziening aan het parlement door het departement: dit project komt voort uit de ambitie om de beantwoording van Kamervragen sneller en beter te doen met behulp van ICT middelen. Met name als er op een onderwerp regelmatig Kamervragen worden gesteld, is het van belang voor de consistentie en volledigheid van de beantwoording om ook de eerdere beantwoording te kunnen terugzoeken. Dit was mede de aanleiding om een project via Startup in Residence in te zetten. Dit hulpmiddel kan daarmee mogelijk behulpzaam zijn bij de informatieverstrekking aan het parlement. Over dit specifieke hulpmiddel is niet gesproken met het parlement.
Duidt de zin «Idealiter zou de tool reeds beantwoorde Kamervragen, begrotingsvragen en Kamerbrieven «scannen» en hieruit een nieuwe set Kamervragen beantwoorden met behulp van reeds met de Kamer gedeelde informatie.» op het begin van een nieuwe informatiebubbel of gescripte antwoorden (vgl. chatbots)?
Nee. Er is geen sprake van een chatbot. Bij chatbots is er over het algemeen sprake van geautomatiseerde antwoorden en algoritmes die zelflerend zijn. Voor de beantwoording van de Kamervragen wordt een voorstel gedaan door een medewerker van het departement aan de bewindspersoon die verantwoordelijk is voor de beantwoording van de Kamervragen. De hulptool beoogt de reeds beschikbare informatie beter en sneller toegankelijk te maken voor medewerkers. Ik wijs er voor de volledigheid op dat de hulptool thans wordt onderzocht en zich in de pre-pilotfase bevindt. Bij de beantwoording van Kamervragen is het noodzakelijk om reeds verstuurde Kamerstukken te betrekken. Dit wordt momenteel handmatig gedaan. De hulptool beoogt dit proces te vereenvoudigen en daarmee mogelijk tijd besparen.
Deelt u de mening dat de oorzaak van het probleem ook zou kunnen zijn, dat de transparantie of de proactieve informatievoorziening van het ministerie te wensen overlaat, waardoor Kamerleden steeds vragen moet stellen? Zo nee, waarom niet?
Nee. Het departement hanteert een actieve en transparante informatievoorziening naar de Tweede Kamer. Dit mag de Kamer ook te allen tijde van een bewindspersoon verwachten. De inspanningen van de bewindspersoon zijn hier ook op gericht en de bewindspersoon kan hiertoe ook ter verantwoording worden geroepen door het parlement.
Deelt u de mening dat de oorzaak van het probleem ook zou kunnen zijn, dat ambtenaren sneller rouleren en daardoor minder inhoudelijk en institutioneel geheugen hebben? Zo nee, waarom niet?
De huidige informatievoorziening is complex en er is sprake van een veelvoud aan openbare bronnen. Dat betekent dat het vaak een tijdrovend proces is om de diverse bronnen te ontsluiten en te bestuderen. Deze hulptool beoogt uitsluitend de beantwoording van Kamervragen te vereenvoudigen en openbare informatie beter toegankelijk te maken voor medewerkers, zodat wijzigende omstandigheden, zoals bijvoorbeeld roulatie van medewerkers, de kwaliteit van de beantwoording zo min mogelijk beïnvloedt.
Deelt u de mening dat alle gebruikers van parlementaire informatie er baat bij zouden hebben als dit door middel van digitale ondersteuning beter ontsloten en gestructureerd zou worden? Zo ja, op welke wijze draagt u daaraan bij?
Op de website www.officielebekendmakingen.nl worden de parlementaire publicaties alsmede het Staatsblad, de Staatscourant en het Tractatenblad gepubliceerd. De beide Kamers van de Staten-Generaal zijn verantwoordelijk voor de inhoud en structurering van de Kamerstukken. De andere publicaties vallen onder de verantwoordelijkheid van resp. de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Justitie en Veiligheid en Buitenlandse Zaken. De samenwerking bij de publicatie komt voort uit de overtuiging dat de toegankelijkheid van de betrokken informatie wordt gediend met het op één plaats en in onderling verband ontsluiten van wet- en regelgeving en de parlementaire geschiedenis hiervan. De productie van de publicaties is daartoe in een gezamenlijke raamovereenkomst opgedragen aan één marktpartij waarbij elke opdrachtgever binnen de Staat via een deelovereenkomst de details van de eigen publicatie bepaalt. De opdrachtgevers maken gezamenlijke afspraken over de standaards die bij de publicaties worden gehanteerd teneinde een samenhangende publicatie mogelijk te maken.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beheert de website www.officielebekendmakingen.nl in overleg met de andere betrokkenen. In verband met het binnen afzienbare tijd aflopen van de genoemde overeenkomst zal op korte termijn overleg worden gevoerd over de vervanging hiervan. Hierbij zal ook de vraag aan de orde komen of verbeteringen in structurering van de documenten wenselijk en mogelijk zijn.
Openbaarmaking van alle documenten die betrekking hebben op “Build Back Better” |
|
Thierry Baudet (FVD) |
|
Mark Rutte (minister-president , minister algemene zaken) (VVD) |
|
![]() |
Kunt u er zorg voor dragen dat alle documenten (waaronder in elk geval, doch niet uitsluitend, interne memo’s, notities, e-mails, aantekeningen, gespreksverslagen, notulen, etc.), die berusten bij de overheid, waarin de term «Build Back Better» wordt gebruikt of die daar betrekking op hebben, openbaar worden gemaakt? Zo nee, waarom niet?
U verzoekt mij om alle documenten die berusten bij de overheid waarin de term «Build Back Better» (BBB) wordt gebruikt of die daar betrekking op hebben, openbaar te maken. Ik wijs u allereerst op mijn brief van 3 maart 2021 waarin ik een toelichting geef op de oorsprong en definitie van «Build Back Better», zie Kamerstuk 33 625, nr. 327. Hieronder zal ik, per categorie documenten uit de periode van 1 januari 2020 t/m 4 februari 2021 waarover het Ministerie van Algemene Zaken beschikt, ingaan op uw vraag.
De term «Build Back Better» komt een aantal keer voor in brieven die aan uw Kamer zijn gestuurd en al openbaar zijn. Het gaat om de volgende brieven (volledigheidshalve vindt u deze in de bijlagen):1
Kamerbrief inzake beantwoording van de vragen van het TK-lid Krol inzake «Build Back Better», d.d. 3 maart 2021, Kamerstuk 33 625, nr. 327
Kamerbrief van de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het vierde Nederlandse Nationale Actieplan 1325 betreffende de implementatie van Resolutie 1325 van Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, d.d. 16 december 2020, Kamerstuk 34 952, nr. 190
Kamerbrief van de Minister van Buitenlandse Zaken over Nederlandse Polaire Strategie 2021–2025 «Beslagen ten ijs» d.d. 18 december 2020, Kamerstuk 35 570 V, nr. 65
Kamerbrief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat, bijlage Klimaatnota 2020 d.d. 30 oktober 2020, Kamerstuk 32 813, nr. 609
Kamerbrief van de Minister van Financiën inzake Nota over de toestand van ’s rijks financiën, d.d. 15 september 2020, Kamerstuk 35 570
Kamerbrief van de Minister van Buitenlandse Zaken inzake Homogene Groep Internationale Samenwerking 2021 (HGIS-nota 2021), ontvangen 15 september 2020, Kamerstuk 35 571, nr. 1
Kamerbrief van de Minister van Buitenlandse Zaken inzake Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2021, d.d. 15 september 2020, Kamerstuk 35 570 XVII, nr. 2
Kamerbrief van de Ministers van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking inzake Inzet van het Koninkrijk der Nederlanden voor de 75e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, d.d. 14 september 2020, Kamerstuk 26 150, nr. 186
Kamerbrief van de Ministers voor Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking en van Economische Zaken en Klimaat inzake Internationale Klimaatafspraken d.d. 3 juli 2020, Kamerstuk 31 793, nr. 194
In de ministerraad zijn documenten geagendeerd geweest waarin de term «Build Back Better» voorkomt. Hieronder treft u een overzicht met de desbetreffende passages:
Ministerraad (MR) / Rijksministerraad (RMR)
Relevant document en passage
RMR, 9 oktober 2020
Herziene versie DG-conclusies voor de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden tijdens de vergaderingen van het International Monetary and Financial Committee (IMFC) en het Development Committee (DC) op 15 en 16 oktober
...
Vanwege de onzekerheid en uiteenlopende effecten van de crisis, lopen de herstelpaden tussen sectoren en tussen landen uiteen. Nederland heeft daarom bij de voorjaarsvergadering in april jl. erop ingezet dat de steunpakketten en -maatregelen zo worden vormgegeven dat landen sterker uit de crisis te komen, in lijn met het Building Back Better principe voor groen en inclusief economische herstel.
...
In de ministerraad staat wekelijks een overzicht met punten buitenlands beleid op de agenda. In dit overzicht wordt een aantal keer de term BBB gebruikt. Hieronder heb ik een overzicht opgenomen met de betreffende passages:
Datum ministerraad
Relevante passage
2 oktober 2020
5. Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN)
Deelname van het Koninkrijk aan de 75e (virtuele) AVVN zag er deze week als volg uit:
....
MP Aruba verzorgde op 30 september de keynote speech op het event van de Internationale Federatie van het Rode Kruis, gericht op «Building Back Better and Climate Adaptation»
...
12 juni 2020
2. Preventie, respons en mitigatie van COVID-19 in ontwikkelingslanden
...
Op 8 juni vond de Raad Buitenlandse Zaken/ Ontwikkelingssamenwerking plaats waar werd gesproken over de uitvoering van de EU wereldwijde COVID-19 respons. Het totale Team Europe pakket bestaande uit bijdragen van EU, EU-lidstaten en Europese instellingen, bedraagt inmiddels EUR 36 miljard. Minister Kaag benadrukte het belang van focus op Afrika en lage inkomenslanden en multilaterale samenwerking. Daarnaast hield ze een pleidooi voor versterking van sociale vangnetten en «Building Back Better»; we moeten ons richten op het herstel van inclusieve en duurzame economieën.
...
24 april 2020
2. Preventie, respons en mitigatie van COVID-19 in ontwikkelingslanden
...
In het licht van de Coronacrisis worden de grootste economische stimuleringspakketten voorbereid sinds de Overeenkomst van Parijs. Het komende half jaar ligt het accent van de klimaatdiplomatie internationaal op het bepleiten van groen economisch herstel onder het motto build back better. Zowel in multilateraal verband als in bilaterale contacten zet het kabinet in op duurzame en Parijs-conforme economische stimulering. Ook de EU kan hier een leidende rol spelen.
...
17 april 2020
2. Preventie, respons en mitigatie van COVID-19 in ontwikkelingslanden
...
Het blijft van belang dat Nederland blijft benadrukken dat een whole-of-community approach nodig is en er aandacht moet zijn voor de continuering van essentiële gezondheidszorg (inclusief routinematige vaccinatie van individuen) alsmede inzetten op «building back better». De Ebola-crisis liet immer hogere additionele sterftecijfers zien door andere gezondheidsproblemen dan door Ebola zelf.
...
In de CoCo zijn documenten besproken waarin de term «Build Back Better» voorkomt. Hieronder een overzicht met de desbetreffende passages:
CoCo
Relevant document en passage
6 oktober 2020
Conclusies van de CoCo, nr 41
...
Nederland pleit voor strategische betrokkenheid van de EU bij de regio waar het Koninkrijk deel van uitmaakt. Een regio die op veel vlakken gelijkgezind is en waarmee we op basis van gedeelde waarden gezamenlijk in multilateraal kader op kunnen trekken. De EU moet op een duurzame en inclusieve manier bijdragen aan Building Back Better na COVID-19; Nederland steunt daarbij de «green recovery» benadering van de Europese Commissie, inclusief samenwerking op het gebied van klimaat en milieu, en met aandacht voor de handelsrelaties.
...
De Coördinatie Commissie concludeerde dat Nederland zal pleiten voor strategische betrokkenheid van de EU bij Latijns-Amerika en de Cariben, waarbij de EU moet bijdragen aan Building Back Better na COVID-19 in lijn met de «green recovery» benadering van de Europese Commissie, en met aandacht voor de handelsrelaties.
...
22 september 2020
Conclusies van de CoCo, nr 41
...
...
In de ACC-19 is een document besproken waarin de term «Build Back Better» voorkomt. Hieronder een overzicht met de desbetreffende passage:
ACC-19
Relevant document en passage
9 juli 2020
Dashboard aanpak COVID-19
...
Verenigd Koninkrijk: Premier Johnson heeft een «New Deal» gepresenteerd ter waarde van 5 miljard pond. Het economisch herstelplan voorziet onder andere in investeringen in ziekenhuizen, infrastructuur, gevangenissen, rechtbanken, scholen en de retail-sector. «Build back better, build back greener, build back faster and to do that at the pace that this moment requires», aldus Johnson, die met de injectie een breuk forceert in overheidsbeleid na 10 jaar bezuinigingen en minimale staatsbemoeienis.
...
De term «Build Back Better» komt een aantal keer voor in voorbereidende notities (gespreksfiches) ten behoeve van gesprekken met vertegenwoordigers van andere landen.
Vertrouwelijkheid van gesprekken met internationale vertegenwoordigers, is cruciaal voor het goed functioneren van het internationale diplomatieke verkeer en het is niet in lijn daarmee dergelijke aantekeningen openbaar te maken. Om die reden treft u niet de complete notities aan, maar een overzicht van de desbetreffende passages waarin de term «BBB» voorkomt.
Datum
Internationale gesprekspartner en relevante passage
27 januari 2021
President Indonesië Joko Widodo
...
Dutch companies remain committed to Indonesian market, and really want to push through after State Visit, despite COVID-19. Last fall, NL had a virtual trade mission to ASEAN (IDN, MAL, VIET, THAI). Followed up on water, waste and agriculture. Sectors that are also crucial for «building back better» after the pandemic.
...
30 november 2020
Minister-President Vietnam Nguyen Phuc
...
Your Dutch partners are eager to help rethink international value chains as well as local investments in (public) infrastructure, to make them more crisis-proof and sustainable («building back better»).
20 november 2020
SG Verenigde Naties António Guterres
...
[Klimaat] Steun uitspreken Building Back Better &Greener. Dank voor bevestiging deelname aan Climate Adaptation Summit op 25 januari '21.
...
Building back better and greener from this crisis requires an integrated and coherent multilateral approach and a UN that is fit for purpose. The impact of UN-reforms have shown promising results during COVID. You and your team can count on our full support in the next steps.
...
SGVN heeft ook veel oog voor het belang van inclusief groen herstel (Building Back Better), omdat keuzes die op korte termijn gemaakt worden t.a.v. mondiale investeringen in economisch herstel in verregaande mate zullen bepalen of de Parijs doelen haalbaar zijn.
...
26 augustus 2020
Staatsraad en Minister van Buitenlandse Zaken WANG Yi
...
NL wil steunpakketten en -maatregelen die nu worden vormgegeven door de EU, multilaterale instellingen en andere partners beïnvloeden en eigen programmering en beleid gericht inzetten om sterker uit de crisis te komen (Building Back Better-agenda)
Nederland heeft op 25 januari jl. de Climate Adaptation Summit georganiseerd. Daarvoor zijn door mij vertegenwoordigers van diverse landen uitgenodigd. Zowel in de uitnodiging als in de bedankbrief komt de term «Build Back Better» voor. Omdat de tekst van de uitnodigingen en de bedankbrieven naar alle genodigden nagenoeg identiek is, volsta ik met het verstrekken van één afschrift van beide documenten.
Daarnaast heb ik enkele uitnodigingen ontvangen waarin de term «Build Back Better» voorkomt of waar in mijn reactie deze term wordt vermeld. Het gaat om de volgende documenten:
Uitnodiging van de president van Korea Moon Jae-in voor deelname aan de tweede P4G Summit over klimaatverandering op 30 en 31 mei 2021, brief van 26 november 2020
Videoboodschap voor de Renewable Energy Investors Meet and Expo (RE-INVEST) in India, opgenomen op 25 november 2020
Uitnodiging van de Minister-President van Bangladesh Seikh Hasina voor deelname aan de Climate Vulnerable Forum Leaders Event tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 7 oktober 2020, brief van 28 september 2020
Uitnodiging van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties António Guterres, de Minister-President van Canada Justin Trudeau en de Minister-President van Jamaica Andrew Holness voor deelname aan de (vervolg)bijeenkomst «Financing the 2030 agenda for Sustainable Development in de Era of COVID-19» op 28 september 2020, uitnodiging zonder datum
Uitnodiging van GLOBSEC voor deelname aan de GLOBSEC 2020 Bratislava Forum op 7 en 8 oktober 2020, brief van 6 juli 2020
Videoboodschap «Financing for Development in the Era of COVID-19 and Beyond» op 28 mei 2020 op uitnodiging van de de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties António Guterres, de Minister-President van Canada Justin Trudeau en de Minister-President van Jamaica Andrew Holness,
In de volgende documenten, die niet hierboven zijn genoemd, wordt ook de term «Build Back Better» vermeld.
Ideeën van de European Round Table for Industry (ERT) m.b.t. bijdrage aan Green Deal, brief van 4 december 2020
Bedankbrief aan Prof. Klaus Schwab (WEF) voor toesturen van het boek «COVID-19: The Great Reset», d.d. 26 november 2020
Persbericht m.b.t. 75e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties: digitale deelname Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima en Minister-President Rutte, september 2020
Brief van UNICEF inzake aanbieding rapport Coronacrisis en kinderen en jongeren in Nederland, gedateerd 8 juni 2020
Zoals in de brief van 3 maart 2021 reeds is aangegeven staat het begrip BBB in internationale concept BBB al langer voor een gangbare benadering van een crisisrespons na een (natuur)ramp. Zo komt de term een aantal keer voor in stukken uit 2017 en 2018 inzake de wederopbouw van Sint Maarten veroorzaakt door de orkaan Irma. Er wordt vanuit gegaan dat uw verzoek juist ziet op het begrip BBB in de context van de COVID-19 pandemie. Om die reden heb ik deze stukken verder buiten beschouwing gelaten.
Het bericht dat tien procent van de mensen overweegt niet te gaan stemmen in verband met het coronavirus. |
|
Ronald van Raak |
|
Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66) |
|
Maakt u zich ook grote zorgen over het aantal mensen dat zegt niet te gaan stemmen vanwege het coronavirus? Zo nee, waarom niet?1
Ik vind het van belang dat zoveel mogelijk mensen kunnen stemmen bij de Tweede Kamerverkiezing. Daar zijn ook de maatregelen op gericht die zijn genomen in de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19. In mijn brief van 27 januari over «Stand van zaken voorbereiding Tweede Kamerverkiezing» is uw Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van een onderzoek dat in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), is uitgevoerd. Daarin is onderzocht op welke wijze kiezers bij de komende Tweede Kamerverkiezingen denken hun stem uit te gaan brengen. 81% van de Nederlanders van 18 jaar en ouder is zeker van plan te gaan stemmen. 14% geeft aan waarschijnlijk wel te gaan stemmen. 5% geeft aan (waarschijnlijk) niet te gaan stemmen of het nog niet te weten (57 respondenten), waarbij 22% daarvan (13 respondenten) het coronavirus als reden noemt.
De uitkomsten van dit onderzoek zullen worden benut in de communicatie(campagnes) van het Ministerie van BZK en zijn uiteraard belangrijk voor de gemeentelijke communicatie richting kiezers (o.a. met het oog op verwachte piekmomenten). Zoals bijvoorbeeld uit het onderzoek van I&O Research blijkt, is goede communicatie over maatregelen in het stemlokaal belangrijk.
Bent u bereid alsnog coronaproof «stemstraten« mogelijk te maken, zodat alle mensen altijd veilig kunnen stemmen? Zo nee, waarom niet?
In de nota naar aanleiding van het verslag bij de wijziging van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-192 en in het plenaire debat met uw Kamer van 17 december jl. heb ik aangegeven dat het algemene coronabeleid is dat mensen met corona-klachten thuis moeten blijven en niet naar buiten moeten gaan. Gelet daarop vind ik niet dat er stemlokalen moeten worden ingericht voor kiezers die covid-klachten hebben.
Hoeveel gemeenten willen op dit moment minder stembureaus inrichten dan bij de vorige verkiezingen?
In de brief over «Stand van zaken voorbereiding Tweede Kamerverkiezing» van 27 januari jl. is uw Kamer geïnformeerd over een tweede peiling die is uitgevoerd naar de stand van zaken rond het aantal stemlokalen en stembureauleden. Deze peiling is door 315 gemeenten ingevuld en bevat de stand van zaken op dit moment. Door 40 gemeenten is de peiling niet ingevuld, maar is er wel contact geweest met het ondersteuningsteam stemlokalen.
Mijn beeld op basis van deze peiling en van het aanvullend contact van het ondersteuningsteam stemlokalen met de gemeenten die de peiling niet invulden, is dat het aantal stemlokalen op dit moment zeker op peil blijft ten opzichte van de vorige Tweede Kamerverkiezing (in 2017 waren dat er circa 9.300). Het beeld is dat in totaal op 15, 16 en 17 maart ruim 11.000 stemlokalen beschikbaar zullen zijn. Op woensdag 17 maart worden nu circa 9.250 stemlocaties verwacht (waarvan sommige meerdere stembureaus kennen). De meeste gemeenten komen met de stemlokalen op maandag en dinsdag erbij in totaal over drie dagen hoger uit dan het aantal lokalen in 2017. Een relatief klein aantal gemeenten verwacht nu minder stemlokalen beschikbaar te hebben dan bij de verkiezing in 2017, waarvan 3% een verschil heeft van meer dan 5 locaties.
Er zijn incidentele signalen van enkele gemeenten binnengekomen dat voorziene stemlocaties moeten afvallen c.q. worden teruggetrokken, bijvoorbeeld omdat de locatie nodig is als vaccinatielocatie. Het ondersteuningsteam biedt in zo’n geval suggesties aan voor vervangende locaties. Over het geheel genomen is het beeld over de beschikbaarheid van de stemlokalen positief.
Ik ben er geen voorstander van alle gemeenten te verplichten een stemstraat in te richten. Immers is het stemmen in een stemlokaal, vanwege alle genomen maatregelen, ook corona-proof.
Het is aan de gemeente om te bepalen of er behoefte aan is om een stemstraat te realiseren. In de peiling geven 62 van de 315 gemeenten die de peiling hebben ingevuld aan dat zij gebruik gaan maken van tenten en/of portacabins. 41 gemeenten die de peiling hebben ingevuld zullen een drive-through stembureau inrichten.
Bent u bereid elke gemeente te verplichten stemstraten zoals in de gemeente Noordenveld in te richten? Zo nee, waarom niet?2
Zie antwoord vraag 3.
Het bericht dat het kabinet het vaccininstituut Intravacc alsnog wilverkopen |
|
Maarten Hijink , Henk van Gerven |
|
Tamara van Ark (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD) |
|
Waarom gaat u alsnog over tot de verkoop van het vaccininstituut Intravacc, terwijl er grote behoefte is aan het produceren van vaccins in Nederland? Kunt u uw antwoord toelichten?1
In de kamerbrief d.d. 17 december 20202 heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn besluit om Intravacc voorlopig (voor maximaal 2 jaar) onder te brengen in een beleidsdeelneming onder VWS, waarbij alle aandelen in handen van de Staat zijn. Er is op dit moment dan ook geen sprake van een besluit tot het verkopen van vaccininstituut Intravacc. Zoals aangegeven in de kamerbrief is de coronapandemie en de extra noodzaak van het borgen van publieke belangen rond vaccinontwikkeling, aanleiding om de definitieve verkoop uit te stellen en de BV voorlopig in handen van de Staat te houden. De intentie blijft Intravacc op termijn op afstand te plaatsen mét behoud van de borging van de publieke belangen; hier wordt eind 2021 door het volgende kabinet een nadere afweging over gemaakt.
Daarbij wil ik aangeven dat Intravacc zich richt op het ontwikkelen van prototype vaccins. Deze kandidaat vaccins worden vervolgens verkocht of onder licentie overgedragen aan vaccinproductie en distributie bedrijven (farmaceutische industrie). Intravacc produceert zelf geen vaccins.
Waarom neemt u de beslissing voor de verkoop van Intravacc middenin de coronapandemie, terwijl Nederland afhankelijk is van het buitenland als het gaat om geneesmiddelenvoorzieningen? Kunt u uw antwoord toelichten?
De afweging of de aandelen van Intravacc in handen van de Staat blijven, geheel of gedeeltelijk, laat ik over aan het nieuwe kabinet. Intravacc speelt vooral een internationale rol als vaccininstituut. Zoals genoemd bij vraag 1 produceert Intravacc geen vaccins en staat het in die zin los van de geneesmiddelenvoorziening in Nederland.
Waarom zijn volgens u de activiteiten van Intravacc op termijn niet houdbaar binnen de spelregels van een ambtelijke organisatie? Kunt u uw antwoord toelichten?
De positionering als onderdeel van het kerndepartement VWS was enkel bedoeld als een tijdelijke overgangssituatie, nadat al besloten was om Intravacc te verzelfstandigen. U bent over het besluit om Intravacc te verzelfstandigen in december 2016 geïnformeerd. U bent vervolgens op de hoogte gehouden van de vervolgstappen in dat proces.
Op wat voor wijze moet de koper vergaande garanties bieden om het Nederlands belang bij vaccinontwikkeling te waarborgen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Zoals bij vraag 1 is beantwoord, is op dit moment geen sprake van het verkopen van Intravacc.
Hoe verhoudt de beslissing van het kabinet om Intravacc te verkopen zich met de aangenomen motie van de leden Marijnissen en Heerma over een voorstel voor versterking en uitbreiding van de productie van geneesmiddelen, vaccins en beschermingsmateriaal?2
Zoals bij vraag 1 en 2 is beantwoord, is er op dit moment niet door het kabinet besloten om Intravacc te verkopen.
Een documentaire over D66-lijsttrekker Kaag tijdens de verkiezingscampagne |
|
Martin Bosma (PVV) |
|
Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU) |
|
![]() |
Heeft u kennisgenomen van het bericht «NPO pakt uit: lange film over «premierskandidaat» Sigrid Kaag»?1
Ja.
Waarom brengt de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) een uren durende reclamespot van een politicus, vlak voor de Tweede Kamerverkiezingen?
De omroepen zijn redactioneel onafhankelijk en zelf verantwoordelijk voor hun media-aanbod. De NPO is verantwoordelijk voor de plaatsing en coördinatie van het media-aanbod. De onafhankelijkheid van de publieke omroep is een groot goed. Vanuit mijn positie als Minister voor media is het niet aan mij om hierover te oordelen.
Bestaat er een relatie tussen deze reclamespot voor D66 en het feit dat de voorzitter van de NPO een sympathisant is van D66 en dat de directeur van de VPRO een voormalig campagneleider is van D66?
De omroepen zijn redactioneel onafhankelijk en zelf verantwoordelijk voor hun media-aanbod. In het geval van de documentaire «van Beiroet tot het Binnenhof» is sprake van een onafhankelijke maker.
Herinnert u zich de documentaire Jesse, die vlak voor de verkiezingen zou worden uitgezonden door de NPO, maar op het laatste moment werd teruggetrokken?
Ja. BNNVARA heeft destijds besloten de documentaire niet uit te zenden omdat de maker van de documentaire een jaar lang in dienst was van GroenLinks. Hoewel de onafhankelijke positie van de documentaire volgens BNNVARA gewaarborgd was, wilde BNNVARA geen twijfel laten ontstaan over de onafhankelijkheid van de publieke omroep. In het geval van de documentaire «van Beiroet tot het Binnenhof» is sprake van een onafhankelijke maker. D66 heeft geen betrokkenheid bij of invloed gehad op de documentaire.
Hoe verhoudt zich deze zendtijd voor politieke partijen tot de Mediawet, in het bijzonder tot artikel 2.1.2, waar staat dat deze «evenwichtig, pluriform, gevarieerd en kwalitatief hoogstaand is en zich tevens kenmerkt door een grote verscheidenheid naar vorm en inhoud»»?
Het is aan het Commissariaat voor de Media om te toetsen of het media-aanbod in overeenstemming is met de Mediawet. Dat toezicht vindt altijd achteraf plaats om censuur te voorkomen.
Waarom betaalt het Nederlands Filmfonds deze reclamespot? Is het een taak van een culturele subsidieclub dit te financieren?
Het Filmfonds is een zelfstandig bestuursorgaan en is op geen enkele wijze politiek beïnvloedbaar in haar selectiekeuzes. De film van Shuchen Tan is geselecteerd voor het samenwerkingsproject Teledoc door een commissie van het Filmfonds en de NPO op haar kwalitatief sterke regievisie. Het is een onafhankelijke auteursdocumentaire over de persoon Sigrid Kaag, die door de maakster vele jaren is gevolgd. Het draaiproces van de documentaire was al lang begonnen (en dus ook toegekend en gefinancierd) voordat Kaag lijsttrekker werd. Het is bedoeld als een portret zoals er vaker portretten worden gemaakt.
Valt deze gift in natura onder campagnefinanciering door de NPO, VPRO en het Filmfonds?
Zie antwoord vraag 6.