Ingediend | 21 mei 2024 |
---|---|
Beantwoord | 17 juni 2024 (na 27 dagen) |
Indieners | Gijs Tuinman (BBB), Joost Eerdmans (EénNL) |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (minister defensie) (D66) |
Onderwerpen | bestuur defensie internationaal parlement |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z08590.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1998.html |
Ja.
Het verwerven van goederen en diensten is onderworpen aan (Europese) aanbestedingsregelgeving, namelijk de Aanbestedingswet 2012 (AW2012) en de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied (ADV). Beide wetten bevatten uitzonderingsbepalingen en laten onverlet dat een beroep kan worden gedaan op artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) als aan de voorwaarden daarvoor wordt voldaan.
Er wordt nu ook gekeken in hoeverre aanpassingen nodig zijn van de nationale en Europese aanbestedingsregelgeving om te voorzien in de gereedstelling van de Krijgsmacht voor optreden in het kader van diens eerste hoofdtaak, nl. het verdedigen van het eigen grondgebied en dat van onze bondgenoten. Dat geldt in het bijzonder voor de inkoop van civiele goederen en diensten, omdat de AW2012 minder uitzonderingen heeft die geschikt zijn voor gereedstelling en ook nationale koppen bevat. De ADV bevat geen nationale koppen, voor aanpassing van de ADV zal in beginsel de Europese Richtlijn moeten worden gewijzigd.
Het zo laag mogelijk houden van de administratieve lasten heeft constante aandacht. Zoals eerder toegezegd aan de leden Valstar (VVD) en Dassen (Volt)3 wordt de Kamer hier voor de zomer over geïnformeerd.
Het vinden van het goede evenwicht tussen een verantwoorde besteding van overheidsgeld, snelheid en rechtmatigheid is de opgave van Defensie bij de inkoop van het juiste product. Dit betekent ook dat we waar het gaat om de toepassing van de aanbestedingsregels scherper moeten gaan kijken naar het vinden van ruimte. We zien bij de inkoop voor Oekraïne dat daar snellere resultaten mogelijk zijn.
Tegelijkertijd blijft het hoe dan ook nodig om controleerbaar vast te leggen hoe Defensie overheidsgeld besteedt. Dit geldt ook als Defensie gebruik maakt van uitzonderingen, artikel 346 VWEU of de escalatieprocedure voor onrechtmatige inkopen.
Defensie werkt aan het vasthouden en bijstellen van dit goede evenwicht afhankelijk van het te verwerven product.
Defensie doet geen uitspraken over de frequentie van het toepassen van artikel 346 lid 1 sub b VWEU, dit vanwege de bescherming van het veiligheidsbelang waar artikel 346 lid 1 sub b VWEU voor wordt toegepast.
De aanbestedingsstrategie wordt per project bekeken. Er is geen standaard uitgangspunt, zodat voor elk materieelproject de meest geschikte weg kan worden bewandeld. Daarnaast beoogt Defensie het oude mantra van beste product, voor de beste prijs los te laten en laat de factor tijd en herkomst van het product – bij voorkeur Europees of Nederlands – zwaarder meewegen. Dit draagt ook bij aan de ambitie van meer standaardisatie en interoperabiliteit van systemen en materieel in Europa. Hier over is uw Kamer recent geïnformeerd4.
Ja, de mogelijkheid bestaat dat Defensie in de huidige geopolitieke omstandigheden meer dan voorheen een beroep op de uitzondering van artikel 346 VWEU zal doen. Dit kan als aan alle criteria voor de toepassing van dit artikel wordt voldaan. Deze afweging wordt voor elke aanschaf afzonderlijk gemaakt en vastgelegd.
Defensiematerieel is vaak complex materieel. De inkoopregelgeving is maar een onderdeel van alles wat komt kijken bij de aanschaf van defensiematerieel. Daarnaast is er ook andere regelgeving die van toepassing kan zijn. Te denken valt aan gebieden zoals beveiliging en veiligheid, kwaliteit, arbo en milieu om maar een paar zaken te noemen. Het is niet aan te geven welke exacte regelgeving het meeste bijdraagt aan de complexiteit, omdat dit per aankoop kan verschillen.
Zoals eerder toegezegd aan de leden Valstar (VVD) en Dassen (Volt)5 wordt de Kamer hier voor de zomer over geïnformeerd.