Kamervraag 2023Z00473

De betrokkenheid van het ministerie van Justitie en Veiligheid en de DJI bij de zaak Engel

Ingediend 18 januari 2023
Beantwoord 6 maart 2023 (na 47 dagen)
Indiener Wybren van Haga (BVNL)
Beantwoord door Franc Weerwind (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (D66)
Onderwerpen criminaliteit openbare orde en veiligheid organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z00473.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1745.html
1. Bron onderhands meegezonden.
2. Bron onderhands meegezonden.
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de zaak Engel (dossiernummer 10-043746-22)?

    Ja.

  • Vraag 2
    Bent u op de hoogte gehouden van het onderzoek van het Openbaar Ministerie (OM) en de rechtszaak? Zo ja, waarom1?

    Nee, ik ben niet op de hoogte gehouden van dit onderzoek.

  • Vraag 3
    Is er in deze procedure een conceptdagvaarding gedeeld met Justis? Zo ja, waarom?

    Justis behandelt aanvragen voor een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) namens de Minister voor Rechtsbescherming. Ik ga er daarom vanuit dat u met deze vraag doelt op een VOG-aanvraag. Over specifieke VOG-aanvragen doe ik geen uitspraken. Een VOG-beoordeling verloopt via een vaste procedure, die ik hieronder verder toelicht. Hierbij wordt eerst getoetst aan een objectief criterium, en vervolgens aan het subjectieve criterium. Voor het zorgvuldig nemen van een beslissing kan door Justis daarnaast nadere informatie bij het OM worden opgevraagd over (lopende) strafzaken. Dit in navolging van artikel 36, lid 3 van de Wjsg.
    Binnen het objectieve criterium wordt allereerst beoordeeld of de justitiële gegevens op naam van de aanvrager in het Justitieel Documentatie Systeem, wanneer de gedragingen die aan de gegevens ten grondslag liggen herhaald zouden worden, een belemmering vormen voor het doel waarvoor de VOG is aangevraagd, gelet op het risico voor de samenleving. Als voldaan wordt aan het objectieve criterium, oftewel er is sprake van relevante strafbare feiten binnen de terugkijktermijn, wordt de aanvraag getoetst aan het subjectieve criterium.
    Bij de subjectieve beoordeling wordt afgewogen of er omstandigheden zijn die aanleiding geven om toch over te gaan tot afgifte van de VOG. Bij die afweging worden in elk geval betrokken: de hoeveelheid antecedenten, de strafrechtelijke afdoening daarvan en hoelang geleden de strafbare feiten zijn gepleegd. Daarbij wordt beoordeeld of het belang van de aanvrager bij het verkrijgen van de gevraagde VOG zwaarder dient te wegen dan het risico voor de samenleving.

  • Vraag 4
    Werd er een instructie gegeven om op 23 maart 2022 de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) op basis van deze dagvaarding af te wijzen? Zo ja, waarom?

    Ik doe geen uitspraken over de inhoud van specifieke VOG-aanvragen. Een VOG-beoordeling vindt altijd plaats volgens de beschreven procedure in het antwoord op vraag 3. Binnen het proces van de VOG-beoordeling is geen ruimte voor eventuele beïnvloeding of instructies door derden. Dit geldt voor alle VOG-aanvragen.

  • Vraag 5
    Heeft u bij de rechtbank een verzoek tot geheimhouding van een of meerdere stukken gedaan?2 Zo ja, waarom?

    Over een specifieke procedure doe ik geen uitspraak. Ik kan wel uitleggen hoe de algemene procedure eruitziet. Een VOG-aanvrager kan een beroepsprocedure starten om een weigering van een VOG te laten toetsen door de bestuursrechter. Voor een beroepsprocedure moeten alle relevante stukken worden ingebracht door de betrokken partijen. Bij het indienen van de stukken kunnen beide partijen op grond van artikel 8:29 van de Awb de rechtbank verzoeken om een stuk onder geheimhouding in te brengen. Dit houdt in dat uitsluitend de rechtbank kennis mag nemen van het desbetreffende stuk. Justis maakt zeer terughoudend gebruik van deze mogelijkheid, maar kan genoodzaakt zijn om zo’n verzoek in te dienen als zij een stuk heeft ontvangen van het Openbaar Ministerie over een openstaande strafzaak. Het verzoek tot geheimhouding wordt door de rechtbank beoordeeld of kan tussentijds worden ingetrokken door de verzoeker. Als de rechtbank het verzoek afwijst of het verzoek wordt tussentijds ingetrokken, dan kan het desbetreffende stuk alsnog worden vrijgegeven aan de andere procespartij.

  • Vraag 6
    Waarom werd het document uiteindelijk toch vrij gegeven?

    Zie antwoord vraag 5.

  • Vraag 7
    Is het gebruikelijk dat stukken van het OM op deze manier worden gedeeld met andere diensten?

    Door het meenemen van een openstaande strafzaak in de VOG-beoordeling bemoeit het ministerie zich niet met de lopende strafzaak. In het kader van de VOG-beoordeling geldt dat in artikel 36, lid 1 van de Wjsg staat dat de Minister alle justitiële gegevens bij de beoordeling kan betrekken. Voor een goede en volledige oordeelsvorming in het kader van de VOG vallen daar ook openstaande strafzaken onder. Deze zaken worden enkel voor de beoordeling van de VOG-aanvraag betrokken. De strafzaak staat geheel los van de VOG-beoordeling. De VOG-beoordeling betreft een bestuursrechtelijke procedure, er wordt daarin geen oordeel gegeven over de (on)schuld van de betrokkene. Door het meenemen van een openstaande strafzaak in de VOG-beoordeling bemoeit het ministerie zich dan ook niet met de lopende strafzaak.

  • Vraag 8
    Is het gebruikelijk dat het ministerie zich op deze wijze bemoeit met zaken die nog voor de rechter moeten worden gebracht?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 9
    Waarom mocht het Kamerlid Van Haga niet op bezoek bij Engel in de Penitentiaire Inrichting (PI) Hoogvliet?

    Op 28 maart 2022 heeft de directeur van de PI Rotterdam, locatie Hoogvliet, het lid Van Haga per mail laten weten dat hij van harte welkom is in de inrichting om een aldaar verblijvende gedetineerde te bezoeken. Daarbij is randvoorwaardelijk dat de gedetineerde hiertoe het initiatief neemt. De directeur heeft hem geïnformeerd dat hij, als lid van de Tweede Kamer, volgens de Penitentiaire beginselenwet behoort tot de groep van geprivilegieerd bezoek en toegang heeft tot de gedetineerde op de in de huisregels vastgestelde tijd en plaats (art. 38.7 PBW).

  • Vraag 10
    Bent u het eens dat deze beslissing verkeerd was, gelet op art. 68 en 70 van de Grondwet die resulteren in art. 37.1b Penitentiaire beginselenwet: de geprivilegieerde status van Kamerleden?

    Zie antwoord vraag 9.

  • Vraag 11
    Is er contact geweest tussen het ministerie en de directie van PI Hoogvliet? Zo ja, waarom?

    Nee, er is geen contact geweest met tussen de directie van de PI en het ministerie.

  • Mededeling - 8 februari 2023

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over de betrokkenheid van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de DJI bij de zaak Engel (ingezonden 18 januari 2023) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z00473
Volledige titel: De betrokkenheid van het ministerie van Justitie en Veiligheid en de DJI bij de zaak Engel
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-1745
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de betrokkenheid van het ministerie van Justitie en Veiligheid en de DJI bij de zaak Engel