Kamervraag 2022Z18749

Het bericht 'Minister Kaag en haar stichting in de fout met eigen anti-witwasregels'

Ingediend 6 oktober 2022
Beantwoord 31 januari 2023 (na 117 dagen)
Indiener Olaf Ephraim (FVD)
Beantwoord door Sigrid Kaag (viceminister-president , minister financiën) (D66)
Onderwerpen bestuur financieel toezicht financiën rijksoverheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2022Z18749.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-1414.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Minister Kaag en haar stichting in de fout met eigen anti-witwasregels»?1

    Ja, ik ben bekend met dit bericht.

  • Vraag 2
    Hoe kan het dat de Minister niet is geregistreerd als de UBO (ultimate beneficial owner) van haar eigen stichting en in plaats daarvan drie onafhankelijke bestuurders aangewezen zijn als uiteindelijk belanghebbende?

    Naar aanleiding van berichtgeving in de media heb ik een notarieel advies gevraagd over de bij wet voorgeschreven UBO-registratie. Op grond van dit advies en gelet op de relevante wet- en regelgeving met bijbehorende parlementaire toelichting is de conclusie dat ik niet kwalificeer als UBO van de door mij opgerichte stichting. De bestuurders van de stichting zijn aan te merken als UBO en zijn terecht als zodanig geregistreerd vanaf 31 december 2021. Hieronder licht ik dit toe.
    Het doel van het registreren van de UBO van een juridische entiteit is het tegengaan van financieel-economische criminaliteit, zoals witwassen van geld en terrorismefinanciering. Door registratie ontstaat transparantie over wie de uiteindelijk belanghebbende van een onderneming of rechtspersoon is. Het betreft de natuurlijke persoon die, al dan niet achter de schermen, zeggenschap heeft over een onderneming of rechtspersoon. De verplichting tot het doen van de UBO-registratie is door de wetgever neergelegd bij de juridische entiteiten zelf. De UBO heeft op grond van de wet een medewerkingsverplichting om te zorgen dat de juridische entiteit de gegevens heeft om de registratie te kunnen voldoen.
    Zoals ik aan uw Kamer heb gemeld, heb ik mijn financiële en zakelijke belangen, conform het geldende beleid zoals is neergelegd in de brief van 20 december 2002, op afstand geplaatst door het in beheer te geven aan een stichting (beheerstichting).1 Slechts het beheer van de vermogensbestanddelen wordt op grond van een beheersovereenkomst door de beheerstichting verzorgd. De vermogensbestanddelen zelf zijn niet overgedragen aan de beheerstichting, waardoor het eigendom, en rekening en risico bij mij blijven. Het recht op de financiële vruchten blijft ook bij mij. Voor zover financiële en zakelijke belangen in registers moeten worden opgenomen, ben ik daarin ook opgenomen als eigenaar, waardoor de transparantie gewaarborgd is.
    Ik heb – en dat is ook het beoogde doel – geen zeggenschap binnen de stichting, behoudens het goedkeuringsrecht als het bestuur van de stichting zou willen besluiten tot statutenwijziging of ontbinding van de stichting. Een en ander is vastgelegd in de statuten van de stichting en de beheersovereenkomst die is gesloten tussen mij en de stichting.
    De beheersstichting vormt geen (eigen) vermogen. Als er geen vermogen is, kan ook niet uitgekeerd worden. In het geval wel vermogen zou worden gevormd, dan geldt ook nog het wettelijke verbod voor een stichting tot uitkering van vermogen aan onder andere de oprichter. Het eventuele vermogen kan dan ook niet aan mij worden uitgekeerd.
    Op grond van de wet zijn dan ook, in de hierboven geschetste situatie, de bestuurders aan te wijzen als UBO van de beheersstichting.
    Volledigheidshalve voeg ik het externe juridisch advies van de notarissen toe als bijlage bij deze antwoorden.

  • Vraag 3
    Was de Minister er niet van op de hoogte dat het verplicht is voor alle bedrijven en stichtingen om eerlijk op te geven wie de uiteindelijk belanghebbende (UBO) is?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat u al een tijd hamert op dat bij dit soort constructies altijd duidelijk moet zijn wie de uiteindelijk belanghebbende is?

    Transparantie van juridische entiteiten en de UBO’s die hier achter zitten is een belangrijk middel in het voorkomen en opsporen van financieel economische criminaliteit. Het UBO-register levert hier een belangrijke bijdrage in.

  • Vraag 5
    Hoe heeft het dan kunnen gebeuren dat de Minister zich hier zelf niet aan gehouden heeft?

    Zoals ik in antwoord op de vragen 2 en 3 heb aangegeven ben ik niet aan te merken als UBO van de door mij opgerichte stichting op grond van geldende wet- en regelgeving.

  • Vraag 6
    Ben u bekent met dat op het niet correct naleven van de UBO-wetgeving het Bureau Economische Handhaving van de Belastingdienst, dat onder het Ministerie van Financiën valt, een boete of last onder dwangsom kan opleggen van 22.500 euro?

    Ja. Bureau Economische Handhaving (BEH) kan verschillende sancties opleggen, waaronder een boete van maximaal EUR 22.500 of een last onder dwangsom in redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang.
    Als een juridische entiteit zijn UBO nog niet geregistreerd heeft, dan wel niet juist of onvolledig, zal de Kamer van Koophandel contact opnemen met de juridische entiteit in kwestie om deze in de gelegenheid te stellen dit te corrigeren. Indien geen correctie volgt, zal de Kamer van Koophandel dit doorgeven aan BEH. Na ontvangst van een dergelijk bericht zal BEH eveneens contact opnemen met de desbetreffende juridische entiteit om alsnog te zorgen voor een wijziging, aanvulling dan wel inschrijving. Na ontvangst van de brief van het BEH heeft de juridische entiteit twee weken de tijd om de inschrijving alsnog in orde te maken. Na deze periode is de organisatie in overtreding en kan er door het BEH een boete of een last onder dwangsom opgelegd worden.2

  • Vraag 7
    Wordt dat in dezen gedaan of is de mogelijkheid tot correctie toegepast? Indien het laatste, krijgen burgers die wellicht ook een dergelijke vergissing gemaakt hebben, ook clementie?

    Zoals ik hierboven heb toegelicht, is er geen sprake van een onjuiste of onvolledige registratie en is derhalve ook geen aanleiding voor correctie of aanvulling.

  • Mededeling - 7 november 2022

    Op 6 oktober jl. heeft het lid Ephraim (groep Van Haga) schriftelijke vragen gesteld over het bericht «Minister Kaag en haar stichting in de fout met eigen anti-witwasregels» (kenmerk 2022Z18749). De schriftelijke vragen kunnen niet binnen de door u gestelde termijn worden beantwoord, omdat voor de beantwoording nadere interdepartementale afstemming vereist is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2022Z18749
Volledige titel: Het bericht 'Minister Kaag en haar stichting in de fout met eigen anti-witwasregels'
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-1414
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Ephraim over het bericht 'Minister Kaag en haar stichting in de fout met eigen anti-witwasregels