Kamervraag 2021Z13828

Het sluiten van de grenzen in Groot-Brittannië voor de invoer van pootgoed uit de Europese Unie

Ingediend 16 juli 2021
Beantwoord 24 september 2021 (na 70 dagen)
Indiener Jan Klink (VVD)
Beantwoord door Sigrid Kaag (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (D66)
Onderwerpen internationaal landbouw organisatie en beleid planten
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z13828.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-217.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Britten sluiten grenzen voor pootgoed uit EU»?1

    Ja, ik ben bekend met dit bericht.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat een einde aan de wederzijdse import en export van aardappelpootgoed als gevolg van de Brexit schadelijk is voor zowel Nederland, de Europese Unie als het Verenigd Koninkrijk? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke mogelijkheden ziet u om in de toekomst alsnog tot afspraken te komen en wat gaat u daar aan doen in bilaterale contacten met het Verenigd Koninkrijk en in EU-verband?

    Ik deel uw mening dat een einde aan de wederzijdse import en export van aardappelpootgoed als gevolg van Brexit nadelig is voor de handel en de teelt in zowel de EU als in het VK. Het in stand houden van wederzijdse markttoegang voor aardappelpootgoed is niet zozeer een technische kwestie, maar vooral een gevolg van een politieke keuze. Volgens EU wet- en regelgeving is onbelemmerde markttoegang voor pootaardappelen vanuit een derde land is alleen mogelijk indien dat derde land zich blijvend committeert aan de fytosanitaire regels van de EU voldoet, dus ook als deze over een bepaalde tijd zouden wijzigen («dynamic alignment»). Het VK wenst zicht niet te committeren aan dergelijke afspraken en heeft als reactie de import van pootaardappelen uit de EU aan banden gelegd. Hierdoor is van wederzijdse markttoegang voor pootaardappelen geen sprake meer. Het is voor Nederland op grond van de Europese plantgezondheidsregelgeving niet mogelijk om bilateraal met het VK tot andere afspraken te komen. De oplossing zal gevonden moeten worden tussen de EU en het VK. Zowel de Europese Commissie als het VK zijn op de hoogte van de wens van NL dat er een oplossing wordt gevonden voor deze situatie. Onlangs heeft Nederland de Europese Commissie nogmaals gewezen op het belang van wederzijdse markttoegang voor aardappelpootgoed.

  • Vraag 3
    Hoe groot is de schade aan Nederlandse telers, hun coöperaties en handelshuizen?

    Officiële statistieken van intra-EU handel worden niet bijgehouden. De consequentie hiervan is dat de intra-EU handelsstromen van vóór Brexit niet in officiële cijfers bekend zijn omdat het VK onderdeel was van de interne markt. De cijfers die bij ons bekend zijn schattingen en zijn afkomstig van de Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO). Daaruit blijkt dat de EU naar schatting jaarlijks ca. 25.000 tot 30.000 ton aardappelpootgoed naar het VK exporteerde en een vergelijkbare hoeveelheid werd jaarlijks vanuit het VK geïmporteerd in de EU. Het is niet bekend wat de impact van het wegvallen van deze goederenstromen is voor Nederlandse bedrijven.

  • Vraag 4
    Welke mogelijkheden ziet u om schade te mitigeren, bijvoorbeeld door te helpen bij het aanboren van nieuwe markten?

    In gesprek met de sector is aangegeven dat zij gebruik kunnen maken van de reeds bestaande faciliteiten die er vanuit RVO zijn voor het aanboren van nieuwe markten. Zo kan het bedrijfsleven gebruik maken van de Brexitvouchers die RVO aanbiedt waarmee advies kan worden verkregen over alternatieve markten. Daarnaast worden momenteel de mogelijkheden verkend om vanuit de Brexit Adjustment Reserve te voorzien in een Brexit-gerelateerd internationaliseringsprogramma voor getroffen bedrijven. Daarnaast is er vanuit het Ministerie van LNV voortdurende inzet op het openen van nieuwe markten en openhouden van bestaande markten door de teams voor fytosanitaire markttoegang derde landen. Dit gebeurt in nauwe afstemming met de sectororganisatie NAO.

  • Vraag 5
    Welke activiteiten heeft u hiervoor al ondernomen, en welke zijn nog voorzien?

    Zie 4.

  • Vraag 6
    Op welke manier trekt u hier samen op met de sector?

    LNV onderhoudt via de reguliere LNV Brexit stakeholderbijeenkomsten en gesprekken met de sector nauw contact over de gevolgen van Brexit en de Brexit Adjustment Reserve. Zie ook 4.

  • Vraag 7
    Kan het Brexit Adjustment Reserve ingezet worden om de schade te compenseren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier?

    Vanuit de Brexit Adjustment Reserve (BAR) kan het bedrijfsleven tegemoet worden gekomen in kosten die gemaakt zijn ten behoeve van aanpassing aan de nieuwe situatie als gevolg van Brexit (zie de Kamerbrief van d.d. 30 april 2021). Middelen uit de BAR zullen langs drie verschillende sporen worden ingezet, in afstemming met belanghebbenden: 1) regeling(en) voor het algemene bedrijfsleven, 2) specifieke regeling(en) voor de visserijsector en 3) vergoeding van publieke kosten gemaakt door decentrale overheden en het Rijk. Deze sporen worden momenteel uitgewerkt. Dit is via Kamerbrieven, LNV Brexit stakeholderbijeenkomsten en gesprekken met de sector aan de sector gecommuniceerd.

  • Vraag 8
    Wilt u de Kamer zo spoedig mogelijk informeren over de reactie en de genomen maatregelen van het kabinet op dit dossier?

    Met de antwoorden op de vragen hierboven vertrouw ik erop u voldoende te hebben geïnformeerd.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2021Z13828
Volledige titel: Het sluiten van de grenzen in Groot-Brittannië voor de invoer van pootgoed uit de Europese Unie
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20212022-217
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Klink over het sluiten van de grenzen in Groot-Brittannië voor de invoer van pootgoed uit de Europese Unie