Kamervraag 2021Z07085

Het bericht ‘Grapperhaus informeerde Kamer verkeerd over dode informant’ en de brief van de Inspectie Justitie en Veiligheid d.d. 16 april 2021 aan de korpschef

Ingediend 28 april 2021
Beantwoord 26 mei 2021 (na 28 dagen)
Indiener Lilian Helder (PVV)
Beantwoord door Ferdinand Grapperhaus (minister justitie en veiligheid) (CDA)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid organisatie en beleid politie, brandweer en hulpdiensten recht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z07085.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-2908.html
1. het AD, 26-04-2021 «Grapperhaus informeerde Kamer verkeerd over dode informant».
2. Brief Inspectie Justitie en Veiligheid 16 april 2021 met onderwerp «Vragen over onderzoeken naar het TCI van DLIO»
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Grapperhaus informeerde Kamer verkeerd over dode informant»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Hebt u de brief van de Inspectie Justitie en Veiligheid van 16 april 2021 met onderwerp «Vragen over onderzoeken naar het TCI van DLIO» gelezen?2

    Er is mij een brief van de Inspectie Justitie en Veiligheid (hierna: Inspectie) aan de korpschef met hetzelfde onderwerp bekend van 23 april 2021. Deze is gepubliceerd op de website van de Inspectie. In mijn brief aan uw Kamer van 26 april jl., baseer ik mij op de brief van de Inspectie van 23 april 2021.3

  • Vraag 3
    Klopt het dat de Inspectie hierin concludeert en uitdrukkelijk, zelfs twee keer, bevestigt, dat de Rijksrecherche geen (strafrechtelijk) onderzoek heeft gedaan, hetgeen ook door het Openbaar Ministerie wordt bevestigd?

    De Inspectie concludeert dit ook in de brief van 23 april 2021.

  • Vraag 4
    Erkent u dat u in het Nota-overleg met de commissie Justitie en Veiligheid op 3 februari 2021 op twee mededelingen van bovengetekende, inhoudende dat de betrokken politieagenten niet door de Rijksrecherche zijn gehoord, hebt gezegd: «dit is het Inspectierapport en dat is mijn huiswerk» en «dat moet ik op enig moment respecteren.»?

    Tijdens het notaoverleg politie op 3 februari heb ik mij gebaseerd op de bevindingen van de Inspectie Justitie en Veiligheid, zoals geformuleerd in het eerste deelrapport over de taakuitvoering van twee dienstonderdelen bij de Landelijke Eenheid.4 De bevindingen van de Inspectie zijn voor mij een gegeven.
    Conform het rapport van de Inspectie heb ik gemeld dat de Inspectie interviews heeft gehouden met medewerkers en oud-medewerkers van de DLIO. Tevens heb ik erop gewezen dat de Inspectie met betrekking tot de taakuitvoering van het Team Criminele Inlichtingen (TCI) van de LE in haar rapport concludeert dat het bevoegd gezag en de direct betrokken hernieuwd vertrouwen hebben in het TCI en dat er geen aanleiding is geweest tot nader onderzoek.
    In mijn brief van 26 april jl. heb ik uw Kamer gemeld dat de Inspectie op grond van een eigenstandige reconstructie op procesniveau concludeert dat de Rijksrecherche geen (strafrechtelijk) onderzoek heeft gedaan rondom gebeurtenissen in 2015 en 2019, in tegenstelling tot hetgeen in het Inspectierapport over de DLIO was vermeld.5 Nu is gebleken dat er geen onderzoek heeft plaatsgevonden, heb ik de politie en het OM alsnog verzocht een onafhankelijk feitenonderzoek in te stellen. Ik kan niet vooruitlopen op de uitkomsten van dit onderzoek. Voor zover de vertrouwelijkheid het toelaat, zal ik uw Kamer informeren over de uitkomsten van het onderzoek.

  • Vraag 5
    Bent u het met ons eens dat u, als baas van het Openbaar Ministerie, waar de Rijksrecherche onderdeel van is, vervolgens zelf onderzoek had kunnen en moeten doen in een dergelijke zware zaak, waar de vraag speelt over de dood van twee politie-informanten?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Waarom zijn de betrokken politieagenten, die al sinds 2016 wijzen op structurele misstanden op de werkvloer en bij hun leidinggevenden, niet door de Rijksrecherche gehoord? En zo nee, waarom zijn zij niet gehoord in zo’n zware zaak waar de vraag speelt of er causaal verband is tussen deze misstanden en de dood van twee politie-informanten?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 7
    Klopt het dat de betrokken politieagenten over het gebeuren rondom de politie-informanten moesten zwijgen op last van de betreffende leidinggevende(n) van het Team Criminele Inlichtingen (TCI) en/of de Dienst Landelijke Informatieorganisatie en/of de Landelijke Eenheid?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 8
    En zo ja, bent u het met ons eens dat u door de verantwoordelijken van de Landelijke Eenheid verkeerd, of op zijn minst onvolledig, bent u geïnformeerd?

    De Inspectie heeft op basis van een eigenstandige reconstructie op procesniveau geconcludeerd dat de Rijksrecherche geen (strafrechtelijk) onderzoek heeft gedaan rondom gebeurtenissen in 2015 en 2019. De Inspectie heeft mij desgevraagd laten weten dat zij niet heeft geconstateerd dat de Landelijke Eenheid tijdens het onderzoek naar de DLIO op enig moment informatie heeft achtergehouden.

  • Vraag 9
    Deelt u onze mening dat de Kamer hierdoor ook met een kluitje in het riet is gestuurd, omdat onwelgevallige informatie door de Landelijke Eenheid duidelijk onder de pet is gehouden? Zo ja, gaat u stappen ondernemen tegen de hiervoor verantwoordelijken bij de Landelijke Eenheid en zo ja, welke?

    Zie antwoord vraag 8.

  • Mededeling - 19 mei 2021

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Helder (PVV), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Grapperhaus informeerde Kamer verkeerd over dode informant» en de brief van de Inspectie Justitie en Veiligheid d.d. 16 april 2021 aan de korpschef (ingezonden 28 april 2021) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2021Z07085
Volledige titel: Het bericht ‘Grapperhaus informeerde Kamer verkeerd over dode informant’ en de brief van de Inspectie Justitie en Veiligheid d.d. 16 april 2021 aan de korpschef
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20202021-2908
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Helder over het bericht 'Grapperhaus informeerde Kamer verkeerd over dode informant en de brief van de Inspectie Justitie en Veiligheid d.d. 16 april 2021 aan de korpschef