Kamervraag 2021Z00234

De tijdelijke Bbz-compensatieregeling

Ingediend 8 januari 2021
Beantwoord 22 maart 2021 (na 73 dagen)
Indiener Marijke van Beukering-Huijbregts (D66)
Beantwoord door Hans Vijlbrief (staatssecretaris financiën) (D66), Bas van 't Wout (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen economie ondernemen organisatie en beleid sociale zekerheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2021Z00234.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20202021-2077.html
  • Vraag 1
    Hoeveel gedupeerde ondernemers hebben een beroep gedaan op de tijdelijke compensatieregeling besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) die afliep op 1 juli 2020 en komt dit aantal overeen met het verwachtte aantal aanvragen?

    Er hebben 1169 personen een beroep gedaan op deze compensatieregeling die beperkt was tot personen die in de jaren 2014, 2015 en 2016 gedupeerd waren. De grove inschatting was dat 1000–1500 personen per jaar ervoor in aanmerking zouden kunnen komen. Over 2014, 2015 en 2016 zou het dus om in totaal 3000–4500 personen kunnen gaan.
    Uiteindelijk hebben minder personen compensatie aangevraagd dan vooraf begroot en bedraagt het totaalbedrag dat aan gedupeerde ondernemers is uitgekeerd circa € 2,8 miljoen, inclusief rente. De middelen die gemoeid waren met de compensatie waren geraamd op € 5,1 mln per jaar en de uitvoeringskosten op € 0,6 mln per jaar. Voor de regeling was in totaal circa € 15,3 miljoen voor de compensatie begroot en € 1,8 miljoen aan uitvoeringskosten.

  • Vraag 2
    Hoeveel middelen waren begroot voor deze regeling en is het bedrag volledig benut?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Is u bekend dat de groep gedupeerde Bbz-ondernemers uit de periode 2010–2014 niet in aanmerking komt voor de compensatieregeling Bbz?

    Ja, dat is bekend. Met de tijdelijke compensatieregeling Bbz 2014–2016 is uitvoering gegeven aan een door uw Kamer unaniem aangenomen motie1 om door de problematiek van het zogenoemde «papieren inkomen» gedupeerde ondernemers voor de jaren 2014, 2015 en 2016 te compenseren. Met de keuze om de compensatieregeling uitsluitend voor de berekeningsjaren 2014, 2015 en 2016 te laten gelden, sloot het kabinet aan bij de hiervoor genoemde motie.
    In die motie werd ook aangegeven dat de Nationale ombudsman in 2014 vroeg om op korte termijn tot een structurele oplossing te komen voor de problematiek met betrekking tot het papieren inkomen. Deze structurele oplossing is pas per 1 januari 2017 doorgevoerd en geldt enkel voor de berekeningsjaren vanaf 2017. De tussenliggende berekeningsjaren kwamen om die reden in aanmerking voor compensatie.

  • Vraag 4
    Is deze groep op een andere wijze gecompenseerd of ondersteund?

    Bekend is dat veel gemeenten deze ondernemers destijds hebben ondersteund via de bijzondere bijstand. Gemeenten hebben zelf aangegeven dat zij dit hebben gedaan, maar precieze (cijfermatige) informatie over het aantal gemeenten die dat hebben gedaan en om hoeveel gevallen dat gaat is niet beschikbaar.

  • Vraag 5
    Zijn er andere regelingen waar deze gedupeerde ondernemers een beroep op kunnen doen?

    Afgezien van de mogelijkheden van een (persoonlijke) betalingsregeling en de bijzondere bijstand zijn er geen specifieke regelingen waar deze ondernemers gebruik van kunnen maken ter zake van de nadelen voor hun recht op toeslagen als gevolg van het «papieren inkomen».

  • Vraag 6
    Op welke wijze hebben gemeenten deze groep ondernemers ondersteund?

    Veel gemeenten hebben deze groep ondernemers, zoals hierboven ook is aangegeven, ondersteund door het geven van bijzondere bijstand.

  • Vraag 7
    In hoeverre bent u van mening dat deze groep gedupeerde ondernemers net als andere gedupeerde ondernemers in aanmerking had moeten komen voor de tijdelijke compensatieregeling en/of andere ondersteuning en kunt u die positie toelichten?

    Zoals in het antwoord op vraag 3 is aangegeven, is met de tijdelijke compensatieregeling Bbz 2014–2016 uitvoering gegeven aan een daarover door de Tweede Kamer aangenomen motie. De overweging van de Kamer om deze compensatieregeling te beperken tot de jaren 2014, 2015 en 2016 was dat- nadat de Nationale ombudsman aandacht had gevraagd voor de problematiek van het «papieren inkomen» bij het Bbz – het tot 2017 heeft geduurd voordat het kabinet hiervoor een structurele oplossing heeft geboden.
    De tijdelijke compensatieregeling Bbz 2014–2016 is – na verlenging van deze compensatieregeling met nog een extra half jaar op verzoek van de Tweede Kamer – per 1 juli 2020 beëindigd. Uitbreiding van deze regeling is nu niet meer mogelijk. Indien ook verzoeken van voor 2014 gecompenseerd moeten worden, zou dat betekenen dat een nieuwe (wettelijke) compensatieregeling getroffen moet worden.
    Het debat over de tijdelijke compensatieregeling, de dilemma’s en de belangenafweging heeft destijds publiek plaatsgevonden in de Tweede Kamer. Mijn ministerie is samen met het Ministerie van Financiën, gemeenten en Belastingdienst graag bereid de onderliggende dilemma’s van juridische en uitvoeringstechnische aard toe te lichten in een technische briefing aan de Tweede Kamer. De Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane heeft in debat met de Eerste Kamer op 23 februari jl. aangegeven, in overleg met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, te gaan onderzoeken of een compensatieregeling voor situaties die zich hebben voorgedaan voor 2014 mogelijk is. Ik zal dit samen met de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane oppakken.

  • Vraag 8
    Bent u bereid om te onderzoeken of en hoeveel gedupeerden gebruik zouden willen maken van de compensatieregeling als de regeling wordt uitgebreid voor deze groep?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Mededeling - 9 februari 2021

    Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van het lid Beukering-Huijbregts (D66) over de compensatieregeling Bbz niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is omdat voor de beantwoording nog een aantal zaken wordt uitgezocht en dit nog niet is afgerond.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2021Z00234
Volledige titel: De tijdelijke Bbz-compensatieregeling
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20202021-2077
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Beukering-Huijbregts over de tijdelijke Bbz-compensatieregeling