Kamervraag 2019Z20532

De vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voor het jaar 2020

Ingediend 29 oktober 2019
Beantwoord 5 november 2019 (na 7 dagen)
Indiener Michel Rog (CDA)
Beantwoord door Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU)
Onderwerpen onderwijs en wetenschap organisatie en beleid sociale zekerheid werkloosheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z20532.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-625.html
  • Vraag 1
    Kunt u ons een overzicht verstrekken van het aantal leraren en overig onderwijspersoneel dat een bovenwettelijke werkloosheidsuitkering ontvangt, onderverdeeld naar de sectoren primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs?

    Primair onderwijs
    2017
    2018
    Aantal WW
    6.085
    4.772
    Aantal aansluitende uitkering
    3.597
    4.288
    Uitgaven WW
    128,1
    115,5
    Uitgaven Bovenwettelijk1
    103
    134
    Bron: UWV/BZK, WW plus en Participatiefonds.
    inclusief uitgaven aan aanvulling op de WW en Ziektewet, loonsuppletie bij volledige werkhervatting in een lager betaalde baan en premies voor pensioen en arbeidsongeschiktheid.
    Voortgezet onderwijs
    2017
    2018
    Aantal WW
    2.435
    2.202
    Aantal aansluitende uitkering
    1.225
    1.294
    Uitgaven WW
    52,6
    52,5
    Uitgaven Bovenwettelijk1
    40,3
    44,8
    Bron: UWV/BZK, WW plus en DUO.
    inclusief uitgaven aan aanvulling op de WW en Ziektewet, loonsuppletie bij volledige werkhervatting in een lager betaalde baan en premies voor pensioen en arbeidsongeschiktheid.
    Middelbaar beroepsonderwijs
    2017
    2018
    Aantal WW
    1.111
    926
    Aantal aansluitende uitkering
    370
    367
    Uitgaven WW
    16,8
    16,0
    Uitgaven Bovenwettelijk1
    11,3
    11,1
    Bron: UWV/BZK, MBO-Raad en WW plus.
    inclusief uitgaven aan aanvulling op de WW en Ziektewet, loonsuppletie bij volledige werkhervatting in een lager betaalde baan en premies voor pensioen.

  • Vraag 2
    Kunt u ons een overzicht verstrekken van de totale som geld die gemoeid is met de bovenwettelijke werkloosheidsuitkering, onderverdeeld naar de sectoren primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Kunt u ons op hoofdlijnen de aard van de bovenwettelijke werkloosheidsrechten schetsen, onderverdeeld naar de sectoren primair onderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs?

    Hieronder is schematisch de maximale duur van de wettelijke en bovenwettelijke werkloosheidsregeling weergegeven inclusief de aansluiting op de AOW. De WW uitkering is, net als in de meeste sectoren, volledig bovenwettelijk gerepareerd in de cao’s van de weergegeven onderwijssectoren. De duur van de WW uitkering, de gerepareerde WW, en de aansluitende uitkering is gerelateerd aan het arbeidsverleden.
    De WW wordt bovenwettelijk aangevuld. De hoogte van de uitkering betreft de eerste 6 maanden van de werkloosheid 75% en daarna 70% van de ongemaximeerde berekeningsgrondslag (laatstgenoten salaris).
    Tijdens de aansluitende uitkering bedraagt de hoogte van de uitkering 70% van de gemaximeerde berekeningsgrondslag (voor po en vo ligt deze grondslag rond het maximum van schaal LD, voor het mbo bij het maximum van schaal LC).
    De extra aansluitende uitkering, bedoeld om reeds lopende uitkeringen te overbruggen in verband met de stijging van de AOW leeftijd, kent een verlaagde berekeningsgrondslag naar 186% van het wettelijk minimumloon (WML). In het primair onderwijs bedraagt de hoogte van de extra aansluitende uitkering 65% van deze verlaagde berekeningsgrondslag en in vo en mbo 70%.
    sector
    openbaar
    bijzonder
    Aansluiting op AOW
    po
    WW+ ASU: 12 jaar vanaf 55 jr.1
    38 maanden WW + max. 34 maanden ASU (vanaf 1–1- 2020, daarvoor: 38 maanden)
    WW + ASU: 8 jaar voor AOW leeftijd (referte 12 jr.) (vanaf 1-1-2020, daarvoor: 10 jaar)
    vo
    WW+ ASU: 12 jaar vanaf 55 jr.1
    38 maanden WW + max. 34 maanden ASU
    WW + ASU: 10jaar voor AOW leeftijd (referte 15 jr.)
    mbo
    38 maanden WW + max. 34 maanden ASU
    WW + ASU: 10 jaar voor AOW leeftijd (referte 15 jr.)
    onderscheid openbaar en bijzonder vervalt in 2020. Vanaf dat moment geldt de regeling die onder «bijzonder» onderwijs vermeld staat.

  • Vraag 4
    Kunt u deze vragen voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van het Ministerie van OCW beantwoorden?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2019Z20532
Volledige titel: De vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voor het jaar 2020
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20192020-625
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Rog over de vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voor het jaar 2020