Kamervraag 2019Z15281

Kosten, die voortvloeien uit de aanwezigheid van (niet- westerse) allochtonen in Nederland

Ingediend 19 juli 2019
Beantwoord 22 oktober 2019 (na 95 dagen)
Indieners Geert Wilders (PVV), Sietse Fritsma (PVV), Emiel van Dijk (PVV)
Beantwoord door Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66), Raymond Knops (staatssecretaris binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen immigratie migratie en integratie
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2019Z15281.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-465.html
  • Vraag 1
    Herinnert u zich de antwoorden van uw ambtsvoorganger op de Kamervragen van het lid Fritsma van 10 jaar geleden – 17 juli 2009 – over de kosten die voortvloeien uit de aanwezigheid van (niet-westerse) allochtonen in Nederland? Bent u bereid deze vragen nu wel van een gedegen inhoudelijk en financieel antwoord te voorzien?

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u aangeven welk deel van de inzet van de politie, en andere BZK- gerelateerde onderdelen als de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), wordt aangewend voor (niet westerse) allochtonen, gelet op het aandeel van deze groep in de bevolking en de oververtegenwoordiging van deze groep in criminaliteit, terreur(dreiging) en overlast e.d.?

    De politie maakt geen onderdeel uit van het Ministerie van BZK, maar valt onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van JenV. Voor een goede uitvoering van de wettelijke taken van de politie is het bijhouden van de politie-inzet per bevolkingsgroep geen vereiste. Dit wordt dan ook niet gedaan. Gegevens over de kosten van de inzet van politie ten aanzien van burgers met een (niet-westerse) migratieachtergrond, zijn niet voorhanden.
    Op basis van Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) 2017 doet de AIVD-onderzoek naar personen die door de doelen die zij nastreven, dan wel door hun activiteiten aanleiding geven tot het ernstige vermoeden dat zij een gevaar vormen voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde. De AIVD kijkt dus naar de doelen en activiteiten van een persoon. De verwerking van persoonsgegevens wegens iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, lidmaatschap van een vakvereniging, gezondheid en seksuele leven vindt niet plaats (Wiv 2017 artikel 19 lid 3). Daarom is een dergelijk overzicht niet beschikbaar.

  • Vraag 3
    Kunt u aangeven wat de weerslag hiervan is in de kosten die hierdoor ten aanzien van (niet- westerse) allochtonen worden gemaakt?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Kunt u aangeven welk deel van de inzet van de overige BZK-programma’s, zoals diversiteit en arbeidsmarktgerelateerde programma’s, wordt aangewend voor (niet-westerse) allochtonen?

    Een inclusieve organisatie met divers samengestelde teams is een van de focuspunten van het Strategisch Personeelsbeleid Rijk (SPB) 2025. Voor het goed functioneren van de overheid is de samenkomst van verschillende perspectieven, achtergronden, oriëntaties en kennis een belangrijke randvoorwaarde, omdat meer variatie in visies en oplossingen resulteert in meer creativiteit en innovatie, betere resultaten en beter beleid. Dit betekent dat werken in divers samengestelde teams en in een inclusieve organisatiecultuur wordt bevorderd.
    Daarnaast is in het Strategisch Personeelsbeleid Rijk 2025 aandacht voor het Rijk als aantrekkelijk werkgever, door het profileren van de Rijksoverheid op de arbeidsmarkt. In het kader van het SPB is een aantal acties gericht op arbeidsmarktbeleid en diversiteit en inclusie afgesproken die deels door Ministeries afzonderlijk en deels rijksbreed worden uitgevoerd. Van de afgesproken acties is er geen die zich uitsluitend richt op mensen met een (niet-westerse) migratieachtergrond.

  • Vraag 5
    Kunt u aangeven welke kosten hiermee gemoeid zijn?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Kunt u aangeven welke omvang het provinciefonds heeft, en welk deel hiervan geoormerkt is voor beleid ten aanzien van (niet-westerse) allochtonen, en welk deel hiervan daadwerkelijk besteed wordt voor beleid(-sprogramma’s) gericht op (niet-westerse) allochtonen?

    In onderstaande tabel is opgenomen hoeveel middelen er via het provinciefonds wordt verdeeld.
    * 2014–2018 op basis van jaarverslagen, 2019–2023 voorlopige stand 1e suppletoire provinciefonds
    Het provinciefonds betreffen de algemene middelen van provincies. De middelen zijn niet geoormerkt voor een bepaald doel. Uit de begrotingen en rekeningen van provincies is het niet mogelijk gegevens te halen die betrekking hebben op burgers met een (niet-westerse) migratieachtergrond.

  • Vraag 7
    Kunt u aangeven welke omvang het gemeentefonds heeft, en welk deel hiervan geoormerkt is voor beleid ten aanzien van (niet-westerse) allochtonen, en welk deel hiervan daadwerkelijk besteed wordt voor beleid(-sprogramma’s) gericht op (niet-westerse) allochtonen?

    In onderstaande tabel is opgenomen hoeveel middelen er via het gemeentefonds wordt verdeeld.
    * 2014–2018 op basis van jaarverslagen, 2019–2023 voorlopige stand 1e suppletoire gemeentefonds.
    Het gemeentefonds betreft algemene middelen van gemeenten. De middelen zijn niet geoormerkt voor een bepaald doel. Over de omvang van de bestedingen door gemeenten aan programma’s voor Nederlanders met een (niet-westerse) migratieachtergrond hebben wij geen informatie.
    Daarnaast wordt sinds 2008 via het gemeentefonds een aantal decentralisatie uitkeringen van vakdepartementen gedaan, waarbij bepaalde groepen (waaronder burgers met een (niet-westerse) migratieachtergrond) in de verdeling een rol hebben gespeeld. De Minister van BZK en Staatssecretaris van Financiën zijn verantwoordelijk voor de verdeling van de uitkeringen. De vakministers zijn inhoudelijk verantwoordelijk. Het gaat om de volgende uitkeringen:
    Bedragen zijn in duizenden euro’s

  • Vraag 8
    Kunt u voorts aangeven in welke mate het werk van (lokaal) bestuur / gemeenten / gemeentelijke basisadministraties toeziet op (niet-westerse) allochtonen en hoe dit zich vertaalt in kosten die voor deze groep worden gemaakt?

    Gemeenten hebben, als autonome bestuurslaag, zelf het beste inzicht in de inspanningen die zij verrichten in het kader van Basisregistratie Personen (BRP) en zij leggen daar lokaal verantwoording over af. Op voorhand valt niet te stellen dat er meer werk en/of kosten zijn verbonden aan de registratie van een burger met een (niet-westerse) migratieachtergrond dan van een burger zonder migratieachtergrond. De tijd en kosten hangen af van veel uiteenlopende factoren zoals gezinssamenstelling, gezagsverhoudingen, verhuisbewegingen en de mate waarin uittreksels worden opgevraagd.

  • Vraag 9
    Hoe verhouden bedoelde kosten zich tot de opbrengsten die bedoelde groep oplevert op het terrein van BZK?

    Van opbrengsten voor de begroting van BZK is geen sprake. Voor wat betreft de kosten wordt verwezen naar bovenstaande antwoorden.

  • Vraag 10
    Welke gegevens heeft u betrokken bij de bepaling van het aandeel van niet- westerse allochtonen in de bevolking en de oververtegenwoordiging van deze groep in criminaliteit en overlast e.d.?

    Voor de beantwoording verwijs ik u naar de antwoorden van de Minister en Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming. (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 466)

  • Vraag 11
    Kunt u de kosten uitsplitsen naar: dit jaar, de afgelopen 5 jaar, en (geprognotiseerd) het komende jaar en de komende 5 jaar?

    Zie het antwoord op vraag 7.

  • Vraag 12
    Indien de hier gevraagde kosten niet exact zijn vast te stellen: wat is hier de reden van en kunt u in ieder geval een reële schatting maken? Zo neen, waarom niet?

    Voor het antwoord op deze vraag wordt verwezen naar de begeleidende brief (Kamerstuk 30 573, nr. 176).

  • Mededeling - 9 september 2019

    Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van de leden Wilders, Fritsma en Emiel van Dijk (allen PVV) over de kosten van personen met een (westerse of niet-westerse) migratieachtergrond op verschillende beleidsterreinen (2019Z15278) niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is. De afstemming ten behoeve van de beantwoording van de vragen kost meer tijd. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen. Deze uitstelbrief verzend ik mede namens de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, van Economische Zaken en Klimaat, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voor Medische Zorg en Sport, van Defensie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Infrastructuur en Waterstaat en van Financiën en de Staatsecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Defensie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Financiën en van Infrastructuur en Waterstaat.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2019Z15281
Volledige titel: Kosten, die voortvloeien uit de aanwezigheid van (niet- westerse) allochtonen in Nederland
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20192020-465
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Wilders, Fritsma en Emiel van Dijk over kosten, die voortvloeien uit de aanwezigheid van (niet-westerse) allochtonen in Nederland