Kamervraag 2018Z14603

Turkse weekendscholen

Ingediend 13 augustus 2018
Beantwoord 16 november 2018 (na 95 dagen)
Indiener Jasper van Dijk
Beantwoord door Wouter Koolmees (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (D66)
Onderwerpen basisonderwijs onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z14603.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20182019-648.html
  • Vraag 1
    Is het waar dat de Turkse overheid in verschillende landen bezig is met het opzetten van weekendscholen, waaronder in Nederland?1

    Vorig jaar heeft de Turkse overheid het project «Anadolu weekendscholen» gestart. Binnen dit project kunnen weekendscholen buiten Turkije een subsidie krijgen van de Turkse overheid voor het aanbieden van Turkse taal- en cultuurlessen. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft de Nederlandse zorgen over Turkse weekendscholen besproken met zijn Turkse collega. De Turkse Minister van Buitenlandse Zaken heeft in dit gesprek toegezegd dat Turkije maximale transparantie met betrekking tot dit project voor weekendscholen nastreeft en relevante informatie over deze weekendscholen met Nederland zal delen.

  • Vraag 2
    Vindt u het aanvaardbaar dat de Turkse overheid deze lessen in Nederland gaat financieren? Welke voorwaarden verbindt u daaraan?

    Nederland is een open en vrije samenleving. De vrijheden van vereniging en van vergadering zoals vastgelegd in onze Grondwet zijn een groot goed. Het staat landen vrij om behoud van de eigen taal en cultuur te stimuleren in het buitenland. In veel gevallen betalen landen daaraan mee en zijn ze daar ook helder over. Nederland doet dit ook.
    Op dit moment heeft het kabinet geen volledig zicht op de aard en omvang van het informeel onderwijs op onder andere weekendscholen die zich richten op taal, cultuur en religie, omdat weekendscholen geen scholen zijn in de zin van de onderwijswetgeving. Dit houdt bijvoorbeeld in dat de Inspectie van het Onderwijs hier geen wettelijke bevoegdheden heeft. Het is daarom ook niet mogelijk om dit soort informeel onderwijs te verbieden. Het staat iedere burger vrij om hun kinderen buiten de onderwijstijd informeel onderwijs te laten volgen.
    Wat het kabinet niet wenselijk vindt, is onderwijs dat de integratie in Nederland belemmert of antidemocratische opvattingen stimuleert. Het kabinet vindt het van belang dat in ons land alle mensen meedoen in de samenleving; informeel onderwijs zou dat niet in de weg moeten staan.
    De Minister van Buitenlandse Zaken heeft de Nederlandse zorgen over Turkse weekendscholen ook gedeeld met zijn Turkse collega, onder andere tijdens de gesprekken met zijn Turkse collega op 3 en 4 oktober jl. De Turkse Minister van Buitenlandse Zaken heeft in dit gesprek toegezegd dat Turkije maximale transparantie met betrekking tot dit project voor weekendscholen nastreeft en alle relevante informatie over deze weekendscholen met Nederland zal delen.

  • Vraag 3
    Zijn de lessen er inderdaad «op gericht om de identiteit en cultuur van jonge Turken die in het buitenland wonen te behouden en om de banden te versterken met het vaderland»? Deelt u de mening dat dit niet bijdraagt aan de integratie in Nederland?
  • Vraag 4
    Hoeveel aanvragen zijn er al gedaan om deze lessen in Nederland te kunnen geven? Gaat u dit bijhouden en de Kamer hiervan op de hoogte houden?

    De Turkse Minister van Buitenlandse Zaken heeft in het gesprek met de Minister van Buitenlandse Zaken toegezegd dat Turkije maximale transparantie met betrekking tot dit project voor weekendscholen nastreeft en relevante informatie over deze weekendscholen met Nederland zal delen. Er is actief contact met Turkije hierover gezocht en het contact hierover loopt nog steeds. De schatting van de Turkse overheid is dat er tot nu toe circa 15 subsidieaanvragen vanuit Nederland zijn gedaan.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat dit soort onderwijs «niet via de Turkse overheid» georganiseerd moet worden omdat het «niet goed is voor de integratie in Nederland»? Zo nee, waarom niet? Hoe voorkomt u dat «onze kinderen als speelbal» worden gebruikt door Turkije?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 6
    Hoe voorkomt u dat de weekendscholen de integratie belemmeren of antidemocratische opvattingen bevorderen? Gaat u de lessen controleren? Zo nee, hoe gaat u dit achterhalen?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat de weekendscholen geen instrument mogen zijn van «de lange arm van Turkije»? Bent u bereid te onderzoeken op welke wijze u dat kunt tegengaan?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 8
    Bent u bereid het lesprogramma van de weekendscholen te onderzoeken, opdat u weet of de lesinhoud in lijn is met de Nederlandse Grondwet? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 9
    Erkent u dat beïnvloeding van Nederlandse kinderen door ondemocratische regimes moet worden bestreden? Zo ja, wat gaat u hiertegen ondernemen?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Mededeling - 4 september 2018

    Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van de leden De Graaf, Beertema en Wilders (allen PVV), de leden Becker en Heerema (beiden VVD) en het lid Van Dijk (SP) over «Turkije gaat weekendscholen financieren in Nederland» niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is, omdat de beantwoording nadere interdepartementale afstemming vergt.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2018Z14603
Volledige titel: Turkse weekendscholen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20182019-648
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over Turkse weekendscholen