Kamervraag 2016Z12406

Verzekeraar Ennia op de Antillen

Ingediend 20 juni 2016
Beantwoord 1 september 2016 (na 73 dagen)
Indiener Ronald van Raak (SP)
Beantwoord door Jeroen Dijsselbloem (minister financiën) (PvdA), Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen bestuur de nederlandse antillen en aruba economie financieel toezicht financiën overige economische sectoren
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z12406.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-3392.html
  • Vraag 1
    Klopt het dat volgens een rapport van De Nederlandsche Bank uit 2015 over Ennia Caribe het resort Mullet Bay op Sint-Maarten is ingebracht voor 240 miljoen Antilliaanse gulden?1

    Als gezegd heeft Ennia haar zetel in Curaçao en valt daarmee onder het prudentieel toezicht van de CBCS. Voor zover bij DNB toezichtinformatie beschikbaar is over Ennia, geldt dat DNB op grond van artikel 1:20 van de Wfm BES een geheimhoudingsplicht heeft. Dat betekent ook dat ik als systeemverantwoordelijk Minister van DNB geen toezichtinformatie ontvang over individuele financiële instellingen. Om die redenen beschik ik niet over informatie om deze vragen te kunnen beantwoorden.

  • Vraag 2
    Of klopt het dat, zoals Ennia zelf beweert, het genoemde resort is ingebracht voor 571 miljoen gulden en getaxeerd zou zijn op 771 miljoen?2

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Wat is volgens uw inschatting een reële huidige waarde van Mullet Bay?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 4
    Deelt u de volgens «Het Financieele Dagblad» door De Nederlandsche Bank getrokken conclusie over mogelijke conflicten van belangen binnen Ennia? Zo ja, wat gaat u daar aan doen?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 5
    Deelt u de conclusie dat «balletje-balletje» is gespeeld met geld tussen Ennia Leven (eigenaar Hushang Ansary), Mullet Bay (Ansary) en S&S (Ansary)? Deelt u de conclusie dat dit tot een in de verzekeringsindustrie ongekend concentratierisico leidt?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 6
    Deelt u de opvatting van de CEO dat Ennia financieel gezond is?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 7
    Deelt u de conclusie van extern account KPMG dat Ennia financieel en organisatorisch gezond is?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 8
    Sinds wanneer worden de jaarrekeningen door het externe accountantsbureau KPMG geaudit?

    Uit het publiek beschikbare jaarverslag van Ennia («financial highlights» zoals via de website van Ennia vindbaar) maak ik op dat Ennia in ieder geval is geaudit door KPMG in de jaren 2010 tot en met 2014. Ik beschik niet over informatie over audits en het accountantsbureau in de periode voorafgaand aan 2010.

  • Vraag 9
    Welke mogelijkheden hebben gedupeerde Ennia-cliënten, mocht blijken dat de externe accountant de boeken van Ennia niet adequaat controleert?

    Zie in dit verband mijn antwoorden op de vragen 1, 2, 3, 5, 8 en 9 van de leden De Vries en Bosman (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3409). Gedupeerde cliënten zouden Ennia of de betrokken accountant – indien deze zijn taak niet naar behoren heeft uitgevoerd – in rechte kunnen betrekken. Hoe precies, hangt af van het toepasselijke recht. Het Burgerlijk Wetboek BES kent in ieder geval de mogelijkheid om een actie op grond van een onrechtmatige daad in te stellen (Burgerlijk Wetboek Boek 6, Artikel 162 e.v.).

  • Vraag 10
    Wie was eindverantwoordelijk voor de screening van de persoon Hushang Ansary, toen deze rond 2005 zijn intrede deed in de financiële wereld in de voormalige Nederlandse Antillen?3

    Ten tijde van het land Nederlandse Antillen (tot 10 oktober 2010) was de Bank Nederlandse Antillen (BNA), de rechtsvoorganger van de CBCS, verantwoordelijk voor het toezicht op financiële instellingen op alle eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk, uitgezonderd Aruba. Aangenomen kan worden dat de BNA op grond van de Nederlands-Antilliaanse landsverordeningen ter regulering van de financiële sector verantwoordelijk was voor de screening van bestuurders en houders van een gekwalificeerde deelname in een financiële instelling te Curaçao. Voor de BNA ben ik niet verantwoordelijk geweest; welke rol de BNA had en hoe zij haar verantwoordelijkheid nam, is mij niet bekend. DNB had destijds geen formele toezichtrol in het land Nederlandse Antillen.

  • Vraag 11
    Welke rol had de Bank Nederlandse Antillen (BNA) destijds in deze screening en hoe is deze verantwoordelijkheid genomen?

    Zie antwoord vraag 10.

  • Vraag 12
    Welke rol had De Nederlandsche Bank (DNB) destijds in deze screening en hoe is deze verantwoordelijkheid genomen?

    Zie antwoord vraag 10.

  • Vraag 13
    Welke rol had het Ministerie van Financiën in Nederland destijds in deze screening en hoe is deze verantwoordelijkheid genomen?

    Het Nederlands Ministerie van Financiën had en heeft geen rol bij de toetsing van bestuurders van financiële ondernemingen in het Koninkrijk der Nederlanden, dus niet in het Europese deel van Nederland, niet op de BES-eilanden en ook niet in de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De Minister van Financiën is verantwoordelijk voor de betrokken regelgeving en houdt toezicht op afstand op de toezichthouders onder zijn verantwoordelijkheid. Dat wil zeggen dat ik mij niet meng in individuele toezichtbeslissingen, waaronder individuele toetsingen.

  • Vraag 14
    Hoe kunt u de bezorgde klanten van Ennia op Aruba, Bonaire, Curaçao en Sint-Maarten verzekeren dat De Nederlandse Bank in samenwerking met de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten adequaat toeziet op deze verzekeraar?

    Zie in dit verband mijn antwoorden op de vragen 1, 2, 3, 5, 8 en 9 van de leden De Vries en Bosman (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3409).

  • Vraag 15
    Hoe kunt u garanderen dat de mensen op Aruba, Bonaire, Curaçao en Sint Maarten volledig en zonder zorg verzekerd kunnen zijn van hun polissen en pensioenen? Zo nee, welke mogelijkheden staan hen ter beschikking om de verzekeraar, de externe accountant en hun toezichthouders aan te spreken?

    Zie antwoord vraag 9.

  • Mededeling - 8 juli 2016

    Hierbij deel ik u mede dat ik de door de leden De Vries (VVD), Bosman (VVD) en Van Raak (SP) gestelde vragen over verzekeraar Ennia op de Antillen (ingezonden op resp. 17 mei en 20 mei jl., met kenmerk Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3121 en 2016Z12406), niet binnen de door u gestelde termijn kan beantwoorden. De beantwoording van deze Kamervragen vergt nadere afstemming. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z12406
Volledige titel: Verzekeraar Ennia op de Antillen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-3392
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Raak over verzekeraar Ennia op de Antillen