Kamervraag 2016Z12051

De mishandeling van vluchtelingen door de Libische kustwacht

Ingediend 15 juni 2016
Beantwoord 24 augustus 2016 (na 70 dagen)
Indieners Sjoerd Sjoerdsma (D66), Linda Voortman (GL)
Beantwoord door Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA), Klaas Dijkhoff (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen immigratie migratie en integratie recht staatsrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z12051.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-3293.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «EU dreigt medeplichtig te worden aan mishandelen migranten in Libië»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Is er sprake van enige multilaterale of bilaterale vorm van afspraken waar Nederland direct of indirect bij betrokken is, waaruit voortvloeit dat door de Libische kustwacht tegengehouden migranten in Libië worden gedetineerd?

    De Nederlandse regering acht het van groot belang dat mensenlevens op zee worden gered2 en de omstandigheden verbeteren waarin migranten zich bevinden. De Libische kustwacht speelt daarbij een belangrijke rol en heeft dringend ondersteuning nodig. Daarom steunt Nederland een project van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) dat gericht is op het faciliteren van vrijwillige terugkeer van kwetsbare migranten, het beter uitrusten en trainen van de kustwacht voor het redden van migranten op zee, en het inrichten van drie opvangcentra aan de Libische kust voor migranten die gered zijn door de kustwacht (bijv. geschikte sanitaire voorzieningen en medisch onderzoek). Door laatstgenoemde inzet wil IOM met Nederlands geld de eerste opvang van migranten verbeteren. Met het opknappen van drie centra voor eerste opvang zullen minder migranten onmiddellijk worden doorgestuurd naar reguliere detentiecentra.
    Voor afspraken op EU-niveau zie beantwoording vragen 3, 4, 7 en 8 hieronder.

  • Vraag 3
    Klopt het dat operatie Sophia, de EU-missie in de Middellandse Zee, een actieve bijdrage levert aan de financiering, training en operationalisering van de Libische kustwacht? Zo ja, is de EU daarmee niet mede verantwoordelijk voor de mensenrechtenschendingen die door de Libische kustwacht volgens Amnesty International worden aangericht?

    De Libische kustwacht is verantwoordelijk voor reddingsoperaties binnen de territoriale wateren van Libië. Daar werden alleen al in de laatste week van mei 3.600 mensen gered.
    In zijn brief van 21 mei 2016 heeft de Voorzitter van de Libische Presidentschapsraad, premier al-Serraj, de EU verzocht om assistentie bij de training van de Libische kustwacht. In reactie hierop besloot de EU op 23 mei jl. het mandaat van haar maritieme missie NAVFORMED Sophia uit te breiden. Op 20 juni jl. stemde de Raad Buitenlandse Zaken in met aanpassing van het betreffende Raadsbesluit, mede met verwijzing naar resolutie 2292 van de Veiligheidsraad, onder gelijktijdige verlenging van het mandaat. De commandant van Sophia is vervolgens in samenspraak met de Libische autoriteiten aan de slag gegaan om de behoeften van de kustwacht (curriculum, methodes, locaties) in kaart te brengen. De operationele fase (financiering, training) is nog niet ingegaan.
    Nederland zal zich inzetten voor bespreking van de internationale mensenrechtennormen met de Libische autoriteiten en voor opneming ervan in het curriculum van de trainingen.

  • Vraag 4
    Zijn door de EU afspraken gemaakt over mensenrechtenwaarborgen door de Libische kustwacht in de ruil voor de steun die door de EU wordt gegeven? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    Hoe reflecteert u op het handelen van de Libische kustwacht zoals omschreven door Amnesty International, waarbij in gevallen het leven van migranten in gevaar werd gebracht om maar te voorkomen dat zij uit Libië zouden ontsnappen? Hoe beoordeelt u het beeld dat uit de berichtgeving naar voren komt, dat de Libische kustwacht zorg draagt voor de detentie van deze migranten op het vaste land, alwaar zij vervolgens mishandeld worden?

    De berichtgeving bevestigt dat de situatie van migranten in Libië zorgelijk is en dat verbetering dringend nodig is. Uit de bevindingen van het Amnesty-rapport volgt dat een strategie op verschillende terreinen noodzakelijk is: aanpakken van smokkelroutes, faciliteren van vrijwillige terugkeer, verbeteren van omstandigheden in Libië en, indien de oversteek toch wordt gewaagd, redden van mensenlevens op zee. Nederland zet zich er, veelal in EU-kader, voor in dat op genoemde terreinen actie wordt ondernomen.
    Door internationale organisaties, waaronder IOM, worden verschillende initiatieven genomen om specifiek de situatie van migranten in Libië te verbeteren. Mede in het kader van het door Nederland gefinancierde project (zie beantwoording vraag 2) voeren IOM en haar lokale counterparts met grote regelmaat werkbezoeken uit aan detentiecentra in Libië. Daarnaast bespreekt IOM met de Libische kustwacht en het Directorate for Combatting Illegal Migration (DCIM, verantwoordelijk voor de situatie van migranten in detentiecentra) hoe de levensomstandigheden van migranten kunnen worden verbeterd. IOM organiseert ook trainingen voor personeel van de Libische kustwacht en het DCIM, waarbij aandacht wordt besteed aan mensenrechten.
    Naast deze werkbezoeken geven IOM en andere hulporganisaties voedselhulp, medische zorg en kleding aan migranten die worden vastgehouden. Er is een zogeheten Detention Taskforce in Tunis die tweewekelijks vergadert en ten doel heeft de levensomstandigheden in detentiecentra te verbeteren en bescherming van de rechten van migranten te bevorderen. O.a. IOM, UNSMIL, UNHCR, UNICEF, en Danish Refugee Council maken deel uit van deze groep.
    Ondanks de ontplooide initiatieven worden de mogelijkheden om de opvang van migranten in Libië duurzaam te verbeteren momenteel bemoeilijkt door de instabiliteit in het land. Om die reden blijft de internationale gemeenschap intensief inzetten op het bevorderen van een effectieve eenheidsregering en herstel van de openbare orde in Libië, wat moet leiden tot een situatie waarin ook migranten beter geholpen kunnen worden.

  • Vraag 6
    Welke consequenties heeft de berichtgeving van Amnesty International voor het kabinetsbeleid ten aanzien van het maken van afspraken met Libië over het tegenhouden van migranten?

    Zie antwoord vraag 5.

  • Vraag 7
    Bent u bereid de autoriteiten in Libië, voor zover daar over kan worden gesproken, aan te spreken op de berichtgeving van Amnesty International? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 8
    Welke consequenties heeft de berichtgeving van Amnesty International voor de EU-steun aan de Libische kustwacht?

    Zie antwoord vraag 3.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z12051
Volledige titel: De mishandeling van vluchtelingen door de Libische kustwacht
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-3293
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Voortman en Sjoerdsma over mishandeling van migranten door de Libische kustwacht