Kamervraag 2016Z09316

Het gebruik van in Nederland geregistreerde postbusfirma’s voor de ontwijking van internationale sancties door het Assad-regime

Ingediend 13 mei 2016
Beantwoord 19 september 2016 (na 129 dagen)
Indiener Sjoerd Sjoerdsma (D66)
Beantwoord door Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA), Lilianne Ploumen (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (PvdA)
Onderwerpen economie handel internationaal organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z09316.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-3567.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het artikel «Shell Compagnies: Helping Assad’s War»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Klopt het dat bedrijven die in Nederland geregistreerd staan of stonden via de in Panama geregistreerde bedrijven Maxima Middle East Trading, Pangates International Corporation en de Abdulkarim Group hebben bijgedragen aan olieleveringen aan het Assad-regime?

    Voor zover bekend is er één Nederlands bedrijf dat in olieproducten heeft gehandeld met Pangates International Corporation en Maxima Middle East Trading, beide gevestigd in de Verenigde Arabische Emiraten. Abdulkarim Group uit Syrië trad daarbij op als tussenpersoon. De handel betrof meerdere transacties in de periode 2012–2013.
    Genoemde feiten zijn al geruime tijd bekend en er is destijds ook over bericht in de media. Het kabinet heeft door de Douane onderzoek laten doen naar in Nederland geregistreerde ondernemingen die genoemd worden in de Panama papers. Daar is geen aanwijzing uit voortgekomen dat er andere Nederlandse bedrijven handelden met Syrië en/of met bovengenoemde entiteiten.

  • Vraag 3
    Heeft u stappen ondernomen tegen deze Nederlandse bedrijven omdat zij via één van de bovengenoemde bedrijven olie hebben geleverd aan het Assad-regime? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

    De Douane heeft uitgebreid onderzoek gedaan. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat Nederlandse bedrijven destijds in strijd hebben gehandeld met de vigerende Europese of Nederlandse sanctiewet- en regelgeving, aangezien destijds de leveringen aan de genoemde eindgebruikers niet verboden waren onder deze sanctiewet- en regelgeving en de geleverde producten naar Syrië geëxporteerd mochten worden. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek van de Douane heeft het Openbaar Ministerie besloten om verder geen stappen te nemen met betrekking tot handhaving of vervolging.

  • Vraag 4
    Was de regering ervan op de hoogte dat de Amerikaanse regering in 2014 de bovengenoemde in Panama geregistreerde bedrijven op hun sanctielijst heeft gezet? Zijn deze bedrijven hierna ook op de Europese sanctielijst gezet? Zo nee, waarom niet?

    Ja, dit was bekend. De VS heeft de entiteiten respectievelijk in juli en december 2014 op hun eigen sanctielijst geplaatst en tegelijkertijd een persbericht gepubliceerd. In oktober 2014 zijn de entiteiten Pangates International Corporation en AbdulKarim Group ook door de Europese Unie op de lijsten bij de EU-sanctieverordening Syrië geplaatst.

  • Vraag 5
    Heeft u specifiek maatregelen genomen jegens het bedrijf Staroil B.V., dat in 2014 door de Amerikaanse regering op de sanctielijst is geplaatst omdat dit bedrijf het Assad regime van olie heeft voorzien? Zo ja, welke maatregelen? Zo nee, waarom niet?2

    Nee, er zijn geen maatregelen genomen tegen dit bedrijf. Uit onderzoek van de Douane bleek dat er geen aanwijzingen zijn dat Europese of Nederlandse sanctiewet- en regelgeving door dit bedrijf was overtreden.

  • Vraag 6
    Welke stappen onderneemt u om zeker te stellen dat in Nederland geregistreerde bedrijven in de toekomst geen banden kunnen onderhouden met bedrijven die gesanctioneerde regimes en/of personen in staat stellen internationale sancties te ontwijken?

    Het kabinet spant zich in om bedrijven goed te informeren over internationale sancties. Er zijn publicaties beschikbaar over handelsmogelijkheden met afzonderlijke sanctielanden (https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ internationale-sancties). De ervaring leert dat bedrijven in Nederland zich over het algemeen goed op de hoogte stellen van sanctiewet en -regelgeving. In het najaar van 2015 heeft de EU de criteria voor het opnemen van personen op de sanctielijst Syrië verruimd om sanctie-ontwijking lastiger te maken. Internationale afstemming van sanctiemaatregelen, ook op handhavingsniveau, met partners binnen en buiten de EU blijft van groot belang. Het kabinet zet daar op in.

  • Vraag 7
    Herinnert u zich uw toezeggingen in het algemeen overleg wapenexportbeleid van 23 mei 2013 om te proberen te achterhalen of uit Nederland naar Syrië geëxporteerde chemische middel Glycol is gebruikt bij de ontwikkeling van chemische wapens? Kunt u aangeven of u hierover opheldering heeft gevraagd bij de Syrische permanente vertegenwoordiger bij de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPWC) in Den Haag? Zo nee, waarom niet?

    De reactie op deze toezegging is opgenomen in Kamerbrief Opvolging Toezeggingen Exportcontrolebeleid (Kamerstuk 22 054, nr. 269) van 9 februari 2016:

  • Mededeling - 6 juni 2016

    Hierbij verzoek ik u om uitstel van beantwoording van de schriftelijke vragen gesteld door het lid Sjoerdsma (D66) over het gebruik van in Nederland geregistreerde postbusfirma’s voor de ontwijking van internationale sancties door het Assad-regime. Deze vragen werden ingezonden op 13 mei 2016 met kenmerk 2016Z09316. Nader onderzoek is nodig om na te gaan of de genoemde firma’s daadwerkelijk internationale sancties hebben overtreden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z09316
Volledige titel: Het gebruik van in Nederland geregistreerde postbusfirma’s voor de ontwijking van internationale sancties door het Assad-regime
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-3567
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Sjoerdsma over Het gebruik van in Nederland geregistreerde postbusfirma’s voor de ontwijking van internationale sancties door het Assad-regime