Kamervraag 2016Z04074

Bedreigingen van raadsleden

Ingediend 29 februari 2016
Beantwoord 11 april 2016 (na 42 dagen)
Indiener Manon Fokke (PvdA)
Beantwoord door Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD), Ronald Plasterk (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (PvdA)
Onderwerpen bestuur gemeenten recht strafrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z04074.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2247.html
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Hoe gaan raadsleden om met agressie, bedreiging en geweld»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Hoe verhouden de cijfers over bedreigingen van raadsleden, zoals die uit het onderzoek van het Periklesinstituut naar voren komen, zich tot de cijfers van Raadslid.nu en de cijfers waar u over beschikt?

    De diverse onderzoeken verschillen methodologisch zodanig dat de uitkomsten zich moeilijk laten vergelijken. De vragenlijst in het onderzoek van Raadslid.Nu heeft bijvoorbeeld betrekking op de voorafgaande zes maanden, de monitor Agressie en geweld openbaar bestuur2 op de voorafgaande 12 maanden en het Periklesonderzoek op de gehele periode dat men raadslid is. Het is aannemelijk dat de hoogte van het slachtofferschap onder raadsleden in deze onderzoeken (respectievelijk 7%, 20% en 26%) voor een deel is bepaald door deze verschillen in perioden waarop de vragenlijsten betrekking hebben. Bovendien zijn cijfers verkregen door middel van belevingsonderzoek met betrekking tot een korte recente periode betrouwbaarder dan die over een langere periode in een verder verleden.

  • Vraag 3
    Deelt u het beeld dat de afgelopen jaren meer raadsleden bedreigd worden? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

    Uit de monitor Agressie en geweld openbaar bestuur 2014 blijkt dat het slachtofferschap van agressie en geweld onder raadsleden tussen 2012 en 2014 is afgenomen van 36% naar 20%3. Dit jaar wordt wederom een dergelijke monitor uitgevoerd. Het is verklaarbaar dat – vanwege het huidige maatschappelijke debat rond de verhoogde asielinstroom – het percentage slachtoffers zal zijn toegenomen. Dit kan uiteraard ook samenhangen met een toegenomen bewustwording bij de doelgroep. De nieuwe cijfers worden voor de zomer verwacht. U wordt hier zo spoedig mogelijk over geïnformeerd.

  • Vraag 4
    Komt de conclusie van het Periklesinstituut dat slechts 1 op de 5 raadsleden naar de politie stapt overeen met andere informatie over de aangiftebereidheid van raadsleden? Zo ja, deelt u de mening dat deze lage aangiftebereidheid zorgelijk is? Zo nee, waarin verschilt de informatie waar u over beschikt?

    Uit de monitor Agressie en geweld openbaar bestuur 2014 blijkt dat het percentage slachtoffers onder raadsleden dat aangifte heeft gedaan (zelf of de organisatie) 11% is4. De belangrijkste reden voor de slachtoffers onder de raadsleden om geen aangifte te doen is dat zij vinden dat het incident niet ernstig genoeg is. Zij geven aan dat in sommige gevallen het incident ter plekke wordt opgelost. Zorgelijk is het als slachtoffers van mening zijn dat het bij de functie hoort. Agressie en geweld op het werk zijn onacceptabel. Daarvan moet men altijd (intern) melding maken en in het geval van (mogelijk) strafbare feiten – zoals bedreiging en fysiek geweld – aangifte doen bij de politie.

  • Vraag 5
    Deelt u de mening dat raadsleden gestimuleerd moeten worden altijd aangifte van bedreiging te doen? Zo ja, hoe gaat u er voor zorgen dat de aangiftebereidheid wordt vergroot? Zo nee, waarom niet?

    Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u naar antwoord 5 van de beantwoording op de Kamervragen onder Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 1944 (ingezonden op 11 februari 2016).

  • Vraag 6
    Is het waar dat de politie dergelijke aangiftes niet altijd serieus neemt? Zo ja, deelt u de mening dat ter wille van de veiligheid van raadsleden en een goed functionerende lokale democratie juist de politie dergelijke bedreigingen voortaan wel serieus moet gaan nemen, en hoe gaat u dit bewerkstelligen? Zo nee, wat is er dan niet waar?

    De politie neemt deze aangiften uiterst serieus.
    Dat agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak (VPT) niet getolereerd worden, wordt doorvertaald in de Eenduidige Landelijke Afspraken (ELA) tussen politie en OM, waarin opsporings- en vervolgingsafspraken zijn gemaakt over dit soort zaken. Deze afspraken beogen een uniforme aanpak en behandeling van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak en zien toe op een stevige aanpak van de dader. Zo zijn er afspraken gemaakt over onder andere: prioritaire afhandeling, eenduidige registratie, werkgeversaangifte, schade zo veel mogelijk verhalen op de dader en een verhoogde strafeis (+200%).

  • Vraag 7
    Bent u bereid de zes aanbevelingen uit het rapport van het Periklesinstituut2 over te nemen? Zo ja, hoe gaat u dat doen en op welke termijn? Zo nee, welke gaat u niet overnemen en waarom niet?

    De aanbevelingen van het Periklesinstituut sluiten over het algemeen goed aan bij hetgeen vanuit de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie wordt gesignaleerd en de activiteiten die samen met de beroepsverenigingen (Nederlands Genootschap van Burgemeesters, Wethoudersvereniging, Raadslid.Nu) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten worden verricht.
    In de door het Periklesinstituut voorgestelde modelaanpak en stappenplan (aanbevelingen 1 en 2) is reeds voorzien met de Leidraad Veilig bestuur, die als onderdeel van de instrumentenkoffer Veilig bestuur afgelopen najaar is gelanceerd6.
    Ook aanbeveling 3 is al uitgevoerd. Er zijn VPT-contactpersonen per politie-eenheid aangesteld. Deze contactpersonen zijn op de hoogte van de ELA en de daarmee samenhangende procedureafspraken. De politie werkt momenteel aan verbreding van kennis van zaken aangaande VPT voor àlle relevante beroepsgroepen.
    Het bespreekbaar maken van agressie en geweld (aanbeveling 4) is één van de doelen van de campagne «Wees duidelijk over agressie» die in oktober 2015 van start is gegaan. De campagne is gericht op alle werknemers met een publieke taak. Rondom de campagne vinden dit voorjaar meerdere landelijke en regionale bijeenkomsten plaats. De campagne loopt tot medio 2016 door. Meer specifiek ten behoeve van raadsleden en college van burgemeester en wethouders is een interactieve themasessie ontwikkeld.
    Aanbeveling 5 (Geef de burgemeester een proactieve rol) zal samen met het Nederlands Genootschap van Burgemeesters worden opgepakt, in het kader van het actieplan Veilig bestuur dat op dit moment samen met de eerdergenoemde beroepsverenigingen wordt opgesteld.
    Het creëren van saamhorigheid en de professionalisering (aanbeveling 6) zijn bij uitstek activiteiten die door de beroepsverenigingen en de Vereniging van Griffiers opgepakt kunnen worden.

  • Mededeling - 17 maart 2016

    Op 29 februari 2016 heeft het lid Fokke (PvdA) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie vragen gesteld over bedreigingen van raadsleden. Vanwege de benodigde interdepartementale afstemming is het helaas niet mogelijk om binnen de gestelde termijn van drie weken de vragen te beantwoorden. De beantwoording stuur ik u zo spoedig mogelijk toe.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z04074
Volledige titel: Bedreigingen van raadsleden
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-2247
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Fokke over bedreigingen van raadsleden