Kamervraag 2014Z21179

Het artikel ‘Tegenslag in strijd tegen matchfixing’

Ingediend 20 november 2014
Beantwoord 13 januari 2015 (na 54 dagen)
Indieners Mei Li Vos (PvdA), Tjeerd van Dekken (PvdA)
Beantwoord door Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen criminaliteit cultuur en recreatie openbare orde en veiligheid sport
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z21179.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-1014.html
1. Volkskrant, 15 november 2014
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het artikel «Tegenslag in de strijd tegen matchfixing»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Wist u dat de Europese voetbalbond (UEFA) en de grote onlinegokbedrijven (ESSA) geen informatie meer delen in de strijd tegen matchfixing? Zo ja, waarom is de Kamer hierover niet geïnformeerd? Zo nee, waarom niet?

    Deze informatie was mij niet bekend. Zowel de UEFA als ESSA zijn private internationale organisaties die geen verantwoording aan mij hoeven af te leggen. Dit geldt temeer nu de Wet op de kansspelen niet in de mogelijkheid voorziet vergunning te verlenen voor online kansspelen. Geen van de aan ESSA verbonden kansspelaanbieders beschikt dan ook over een vergunning van de kansspelautoriteit.

  • Vraag 3
    Hoe beoordeelt u de kritiek dat UEFA van mening is dat ESSA te weinig gegevens doorgeeft over duels die opvallen door afwijkende gokpatronen?

    Deze kritiek en beschuldiging laat ik voor rekening van UEFA en over deze kritiek en beschuldiging vorm ik mij geen oordeel.

  • Vraag 4
    Waarom doen online-gokondernemers zelf onderzoek bij vermoedens dat hun klanten met voorkennis geld inzetten op gemanipuleerde wedstrijden? Hoe verhoudt zich dat tot de afspraak dat ESSA belastende informatie naar UEFA zou sturen? Hoe beoordeelt u de claim van UEFA dat ESSA informatie over verdachte klanten achterhield?

    Deze claim laat ik voor rekening van UEFA en over deze claim vorm ik mij geen oordeel.
    In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat aanbieders van online kansspelen zicht hebben op het speelgedrag van hun deelnemers. Het speelgedrag, alsook eventuele afwijkingen daarin, kan dan ook door de aanbieder zelf gemonitord en beoordeeld worden.
    Over het wetsvoorstel Kansspelen op afstand – dat ik uw Kamer voor de zomer heb doen toekomen – kom ik nog met uw Kamer te spreken. Uitgangspunt is daarbij dat kansspelaanbieders zelf in staat zijn om afwijkend speelgedrag waar te nemen en te analyseren aangezien zij over de relevante informatie beschikken. In de lagere regelgeving voor kansspelen op afstand zullen daarnaast vergunningsvoorwaarden worden opgenomen over het delen van informatie die noodzakelijk is voor versterking van de strijd tegen matchfixing. Ik denk hierbij aan deelname aan het nationaal platform matchfixing en de plicht om informatie over verdachte patronen te delen.
    Op het naleven van de wet- en regelgeving en de voorwaarden waaronder de vergunning wordt verleend zal worden toegezien door de kansspelautoriteit. De kansspelautoriteit beschikt over diverse middelen om vergunninghouders tot naleving van de vergunningsvoorwaarden te bewegen, voordat het intrekken van een verleende vergunning in overweging wordt genomen.

  • Vraag 5
    Wat is uw opvatting over de beschuldiging van UEFA dat ESSA slechts een handvol verdachte wedstrijden doorgeeft aan UEFA terwijl volgens insiders op veel grotere schaal wordt gemanipuleerd?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 6
    Hoe kan het dat ESSA in 2013 bekendmaakte dat het dertig verdachte duels had aangetroffen terwijl het Britse bedrijf Sportradar datzelfde jaar melding maakte van ruim driehonderd dubieuze wedstrijden?

    Dat kan ik niet beoordelen.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat gokbedrijven moeten worden verplicht alle verdachte patronen door te geven? Bent u het ermee eens dat als ze dat niet doen deze gokbedrijven hun vergunning moeten kwijtraken? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Mededeling - 16 december 2014

    Hierbij bericht ik u, mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, dat de schriftelijke vragen van de leden Van Dekken en Mei Li Vos (beiden PvdA) over het artikel «Tegenslag in strijd tegen matchfixing» (ingezonden 20 november 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z21179
Volledige titel: Het artikel ‘Tegenslag in strijd tegen matchfixing’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20142015-1014
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Van Dekken en Mei Li Vos over het artikel ‘Tegenslag in strijd tegen matchfixing’