Kamervraag 2014Z04674

Het einde aan de betutteling milieubeleid

Ingediend 13 maart 2014
Beantwoord 28 april 2014 (na 46 dagen)
Indieners Bart de Liefde (VVD), Remco Dijkstra (VVD), Barbara Visser (VVD), Helma Lodders (VVD)
Beantwoord door Sharon Dijksma (staatssecretaris economische zaken) (PvdA), Wilma Mansveld (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (PvdA)
Onderwerpen natuur en milieu organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z04674.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1821.html
  • Vraag 1
    Kent u bericht «Einde betutteling milieubeleid»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de opvatting dat er juist geen sprake is van een einde aan de betutteling van het milieubeleid aangezien u een website (www.duurzaamdoen.nl) in het leven hebt geroepen om mensen te motiveren duurzamer te leven? Zo nee, waarom niet?

    Het kabinet wil gebruik maken van de energie en ambities die veel partijen en bewoners in ons land hebben op het gebied van milieu en duurzaamheid. Resultaat bereiken we niet door alleen normen op te stellen vanuit Den Haag of Brussel. Met het programma «Duurzaam Doen» wil het kabinet alle mensen die duurzaamheid voorop stellen concrete handelingsperspectieven bieden en inspireren bij het duurzaam handelen. Op deze wijze geeft het ministerie van IenM inhoud aan de internationale verplichting om burgers en bedrijven actief te informeren over milieuaspecten, inclusief hun eigen handelingsperspectief (Conventie Arhus) c.q. concrete acties die burgers zelf kunnen oppakken Daarbij wordt gebruik gemaakt van inspiratie en informatie uit verschillende maatschappelijke en wetenschappelijke bronnen, zoals Milieu Centraal en RIVM.
    Voor degenen die in alles duurzaam acteren is extra ondersteuning via een website overigens niet nodig. Zij vinden hun weg toch wel. Voor diegenen die gewoonweg tegen zijn en niet willen, geldt het tegenovergestelde. Juist de meerderheid van onze inwoners, wil echter wel, maar weet niet goed hoe. Daarop richt ik me. Door dat te doen en «duurzaam doen» met deze handreiking eenvoudiger te maken, worden waarschijnlijk ook mensen in beweging gezet die dat uit zichzelf niet zo makkelijk doen. Daarmee wordt een overgrote meerderheid van Nederland bereikt en ontstaat er – zonder dat vanuit Den Haag op te leggen – in een aantal opzichten mogelijk een nieuwe sociale norm, zoals eerder met roken is gebeurd. Daar geloof ik in.

  • Vraag 3
    Kunt u aangeven hoeveel middelen vanuit zowel de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Milieu als de begroting van het ministerie van Economische Zaken beschikbaar zijn gesteld voor de website www.duurzaamdoen.nl?

    De kosten voor de ontwikkeling en de uitrol bedroegen 49.909,16 euro. Dit is inclusief het bouwen en testen van de site, het beheer tot en met juni, de hosting tot het eind van het jaar, de online actie met Google adwords en banners om mensen attent te maken op de site en de vraagbeantwoording c.q. de backoffice. Het ministerie van Economische Zaken heeft hier niet aan bijgedragen.

  • Vraag 4
    Kunt u aangeven of er meer van dit soort vergelijkbare initiatieven worden gefinancierd door de overheid en zo ja, met welke duur en van welke omvang?

    Ja, er zijn meer van dit soort initiatieven. Deze zijn uiteenlopend van karakter en richten zich op andere doelgroepen dan duurzaamdoen.nl. In het algemeen is de Rijksoverheid betrokken in activiteiten vanuit samenwerkingsverbanden, waarvoor websites ontwikkeld zijn of worden, zoals Milieu Centraal of Wageningen Universiteit met KennisOnline.
    Ook het Topsectorenbeleid voorziet in digitale informatie. Enkele voorbeelden zijn: topsectorenergie.nl en het Neutraal Logistiek Platform met www.nlip.org/nl . Daarnaast zijn er initiatieven die gekoppeld zijn aan projecten. Als voorbeeld noem ik het programma duurzaamdoor.nl – met uw Kamer besproken op 3 en 4 juli 2013 – dat zich richt op duurzaamheid en «leren», in het onderwijs en daarbuiten. Aan dit programma sluiten overheden (gemeenten, waterschappen, provincies en ministeries), partnerschappen met bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties om kennis en inzichten te delen en te verspreiden. Het programma loopt van 2013 tot en met 2016 en het Ministerie van Economische Zaken draagt er ca. 4 miljoen euro per jaar aan bij.

  • Vraag 5
    Deelt u de opvatting dat de website www.duurzaamdoen.nl overbodig is aangezien er al voldoende informatie beschikbaar is over duurzaamheid via de verschillende websites van de overheid? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom vindt u het noodzakelijk om dan toch iets nieuws op te bouwen wat weer ondersneeuwt en extra geld kost?

    Duurzaamdoen.nl helpt en wijst burgers de weg naar concrete acties die ze zelf kunnen oppakken. De website duurzaamdoen.nl biedt daarmee iets anders dan de algemene site(s) van de Rijksoverheid. Op die site(s) is met name informatie te vinden over het beleid van het Rijk en de uitvoering daarvan. Burgers worden daarmee op de hoogte gehouden van datgene wat het Rijk doet. Zoals in het antwoord op vraag 2 is aangegeven, is de site duurzaamdoen.nl nadrukkelijk anders van karakter. Deze site staat bovendien open voor samenwerking met partners die concrete en duurzame handelingsperspectieven aanbieden aan burgers. Ook daarmee is de site wezenlijk anders dan de centrale rijksoverheidssite. Door verbinding te leggen met de diverse thema’s binnen het duurzaamheidsbeleid geeft de overheid op transparante wijze aan hoe gezamenlijk inhoud wordt gegeven aan dit maatschappelijke thema.
    Duurzaamdoen.nl etaleert en biedt een podium aan duurzame initiatieven. Voor meer informatie linkt de website door naar de websites van de getoonde initiatieven. Daarmee fungeert de website ook als wegwijzer en inspiratiebron voor mensen die duurzamer willen leven. Dat de site in een behoefte voorziet, blijkt overigens uit de vele bezoekers. De eerste drie weken dat de site online was, heeft bijna 23.000 unieke bezoekers opgeleverd en 46.580 paginaweergaven.
    Bij de ontwikkeling en het beheer van de website werk ik samen met Milieu Centraal. Deze voorlichtingsorganisatie biedt zelf verdiepende informatie, praktische tips en adviezen aan op haar site. De sites van Duurzaam Doen en Milieu Centraal versterken elkaar. Via links op de site van duurzaamdoen.nl komt een bezoeker bij deze adviezen terecht.

  • Vraag 6
    Deelt u de opvatting dat er van een einde van de betutteling geen sprake is aangezien uit uw brief blijkt dat u voornemens bent op verschillende onderdelen van het milieubeleid verdergaande maatregelen te nemen op het gebied van lucht, geluid, water, externe veiligheid, gezondheid en milieu? Zo nee, waarom niet?

    Wanneer de gezondheid of veiligheid van burgers in het geding is, moet het Rijk heldere regels stellen en ook zelf actief optreden. Het kabinet neemt die verantwoordelijkheid zonder »koppen op EU-regelgeving» te zetten.
    Met de modernisering van het milieubeleid geef ik daarnaast expliciet ruimte aan de vele initiatieven die in de samenleving bestaan. Met geactualiseerde en eenvoudiger regels ondersteunt het kabinet dat. Dat geldt ook voor de verschillende samenwerkingsafspraken en coalities die zijn en worden gesloten. Door daarbij – waar mogelijk – verbinding te leggen tussen milieuopgaven en opgaven op het gebied van onder meer bereikbaarheid, waterhuishouding en ruimtelijke inrichting, versterken we Nederland op een samenhangende, geïntegreerde manier. Dat biedt ook economische kansen.

  • Vraag 7
    Kunt u ten aanzien de genoemde onderwerpen toelichten waarom aanscherping van beleid noodzakelijk is? Zo nee, waarom niet?

    Bij het kabinetsbeleid ten aanzien van natuur, milieu en duurzaamheid is het – in lijn met het regeerakkoord – van belang dat er een mix is van diverse instrumenten, waar onder communicatieve, juridische, financiële en sociale. Die instrumenten worden getoetst, gemonitord en geëvalueerd, zodat de beleidscyclus daar waar nodig aangepast dan wel bijgestuurd kan worden op weg naar de gestelde doelen. In de brief «Modernisering Milieubeleid» heeft het kabinet aangegeven dat actualisering qua specifieke inhoudelijke focus en werkwijze nu nodig is om de milieudoelen te kunnen halen in deze eeuw. In het kort zijn het vooral de veranderde samenleving en de nieuwe inhoudelijke opgaven die dat noodzakelijk maken.

  • Vraag 8
    Kunt u voorts aangeven waarom niet wordt vastgehouden aan het kabinetsbeleid dat er geen nationale koppen op Europese regelgeving worden geplaatst? Zo nee, waarom niet?

    Er is geen sprake van een nationale kop. Het gaat er om doelen centraal te stellen, daarnaar te handelen en resultaat te bereiken. Met de aanpak die ik voorsta en die aansluit bij de samenleving van vandaag ben ik ervan overtuigd dat we resultaat gaan bereiken. Ook de inzet van sociale instrumenten (c.q. social media) is geen nationale kop op Europese regelgeving. In het duurzaamheidsbeleid van de EU is de inzet van dat instrumentarium ook opgenomen.

  • Vraag 9
    Kunt u toelichten waarom de overheid bepaalt dat het juist duurzaam is om flexitarier te worden door een aantal dagen geen vlees te eten terwijl onderzoeken van de Food and Agriculture Organization (FAO) juist aantonen dat ons landbouwsysteem inclusief de veehouderij het meest duurzame systeem in de wereld is?

    De site geeft geen adviezen en de Rijksoverheid «bepaalt» hier niet wat de burger zou moeten doen, maar reikt handvatten aan voor mensen die tips zoeken om duurzamer te leven.
    De Nederlandse land- en tuinbouw is wereldwijd leidend, ook op het gebied van duurzame ontwikkeling. Het kabinetsbeleid is gericht op ondersteunen en faciliteren van innovaties. Tegelijkertijd blijft de voetafdruk voor vleesconsumptie wereldwijd bezien hoog. In het PBL-rapport «De macht van het menu» (2013), worden 4 oplossingsrichtingen aangegeven om tot een duurzamer voedselsysteem te komen, namelijk: anders consumeren, efficiënter produceren, zorgvuldiger produceren en anders delen en verbinden. Al deze oplossingsrichtingen dragen bij aan de vermindering van de problematiek. Het rapport van de Gezondheidsraad, «Richtlijnen goede voeding, ecologisch belicht» (2011), geeft aan dat het verminderen van het aandeel vlees in het gemiddelde consumptiepatroon in Nederland zowel winst betekent vanuit gezondheidsperspectief als vanuit duurzaamheidperspectief.
    Tot slot verwijs ik u naar de brief die de Staatssecretaris van Economische Zaken, mede namens mij, heeft gestuurd aan de Europese Commissie, naar aanleiding van de Europese Consultatie verduurzaming voedselsystemen (Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 31 532, nr. 123).


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z04674
Volledige titel: Het einde aan de betutteling milieubeleid
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-1821
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Remco Dijkstra, Lodders, Visser en De Liefde over het einde aan de betutteling van het milieubeleid