Kamervraag 2013Z25191

Het artikel ‘Cao in Onderwijs niet rechtsgeldig’

Ingediend 19 december 2013
Beantwoord 12 februari 2014 (na 55 dagen)
Indiener Michel Rog (CDA)
Beantwoord door Jet Bussemaker (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (PvdA)
Onderwerpen arbeidsvoorwaarden onderwijs en wetenschap organisatie en beleid werk
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z25191.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1205.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het artikel «Cao in onderwijs niet rechtsgeldig»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Bent u het met de auteur van het artikel eens dat, alhoewel werkgevers en vakbonden in de onderwijssector collectieve afspraken over arbeidsvoorwaarden maken, van een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) geen sprake is? Zo nee, waarom niet? Onderschrijft u zijn conclusie dat daarmee de afspraken niet doorwerken naar de individuele arbeidsovereenkomst? Zo nee, waarom niet?

    Onderwijs-cao’s zijn, voor zover de bepalingen daarin betrekking hebben op het personeel met een arbeidsovereenkomst, cao’s in de zin van artikel 1 van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst. De cao-afspraken werken door naar de individuele arbeidsovereenkomsten via het van toepassing verklaren van de desbetreffende cao’s in deze overeenkomsten. Voor het openbaar onderwijs is daarvoor een afzonderlijk besluit van het bevoegd gezag noodzakelijk.

  • Vraag 3
    Herkent u de problemen die de auteur in zijn artikel schetst, namelijk dat er bij de overheidscentrales geen sprake is van een vereniging van werknemers, maar van verenigingen van verenigingen?

    Ja. Artikel 1 van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst vereist dat cao’s afgesloten worden door verenigingen van werknemers. In een enkel geval is in het onderwijs nu nog sprake van een ondertekening van een (lopende) cao door centrales van overheids- en onderwijspersoneel in plaats van werknemersverenigingen. In de praktijk heeft dit overigens geen problemen opgeleverd voor de doorwerking van de gemaakte cao-afspraken. Verwezen wordt naar de beantwoording van vraag 2. Nieuwe onderwijs-cao’s zullen – overeenkomstig de voorschriften in de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst – worden afgesloten met werknemersverenigingen.

  • Vraag 4
    Erkent u dat het daarnaast de vraag is of de werkgevers in de VO-Raad wel statutair bevoegd zijn een cao af te sluiten en dat afspraken over collectieve arbeidsvoorwaarden voor het onderwijs niet kunnen worden aangemeld op grond van de Wet op de loonvorming en dat daarmee aan deze overeenkomst niet de status van cao kan worden toegekend? Zo nee, waarom niet?

    Op basis van de eigen statuten is de VO-raad bevoegd om cao’s af te sluiten voor het personeel dat werkzaam is bij rechtspersonen die één of meer scholen voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs, in stand houden. In tegenstelling tot hetgeen in het artikel «Cao in Onderwijs niet rechtsgeldig» wordt gesuggereerd, is de reikwijdte van de cao vo niet ruimer dan deze statutaire bevoegdheid en sluit deze cao dus aan op de statutaire bevoegdheid van de VO-raad.
    Onderwijs-cao’s worden in de praktijk afgesloten voor zowel onderwijzend als niet-onderwijzend personeel en worden door de cao-partijen aangemeld bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Cao-partijen ontvangen vervolgens een kennisgeving van ontvangst waarmee de cao’s in werking treden. De basis voor de aanmelding van cao’s is neergelegd in de Wet op de loonvorming. Deze wet geldt van oudsher onder meer niet voor personeel van publiekrechtelijke lichamen en niet voor onderwijzend personeel. Ik zal in overleg met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bezien of de decentralisatie van de arbeidsvoorwaardenvorming die in het onderwijs heeft plaatsgevonden en de ontwikkelingen in het arbeidsrecht, aanleiding geven om de Wet op de loonvorming aan deze ontwikkelingen aan te passen.

  • Vraag 5
    Indien u de mening van de auteur van het artikel onderschrijft, wat betekent dit dan in formele en praktische zin voor de cao? Bent u bereid maatregelen te treffen, waardoor de cao in het onderwijs wel rechtsgeldig is? Zo nee, waarom niet?

    Zie hiervoor de antwoorden op de voorgaande vragen.

  • Mededeling - 13 januari 2014

    Hierbij deel ik u mee dat de Kamervragen van het lid Rog (CDA) over het artikel «Cao in Onderwijs niet rechtsgeldig» (ingezonden 19 december 2013) niet binnen een termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. De beantwoording vergt meer tijd vanwege het kerstreces en het benodigde overleg met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de sociale partners.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z25191
Volledige titel: Het artikel ‘Cao in Onderwijs niet rechtsgeldig’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-1205
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Rog over het artikel ‘Cao in Onderwijs niet rechtsgeldig’