Kamervraag 2013Z22902

Het gebruik van de geboortekrik

Ingediend 22 november 2013
Beantwoord 24 december 2013 (na 32 dagen)
Indiener Marianne Thieme (PvdD)
Beantwoord door Sharon Dijksma (staatssecretaris economische zaken) (PvdA)
Onderwerpen dieren landbouw natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z22902.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-869.html
  • Vraag 1
    Kent u het artikel «Verboden geboortekrik populair»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Is het waar dat zowel veehouders als dierenartsen op grote schaal gebruikmaken van de geboortekrik om geboortes te forceren? Zo ja, beschikt u over betrouwbare cijfers over dit illegale gebruik of bent u bereid daar onderzoek naar te doen? Zo nee, op welke gegevens baseert u dat?

    Er zijn signalen dat de veeverlossers in de praktijk worden gebruikt. Ik ben met verschillende partijen in gesprek om hier meer zicht op te krijgen.

  • Vraag 3
    Klopt het dat er nooit wordt gecontroleerd op het gebruik van de verboden geboortekrik?

    Het gebruik van een veeverlosser is lastig te constateren en te controleren, omdat dit alleen op heterdaad kan gebeuren. Indien gebruik wordt geconstateerd vindt handhaving plaats.
    Dat wil zeggen opmaken van een proces-verbaal dan wel afhandeling van de concrete situatie en omstandigheden eerst schriftelijk waarschuwen. De afgelopen twaalf maanden is dat niet gebeurd.

  • Vraag 4
    Hoe vaak is de afgelopen 12 maanden door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) het gebruik van de geboortekrik geconstateerd en wat is het handhavingsbeleid op het gebruik van de geboortekrik?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    Hoe vaak is de afgelopen 12 maanden strafrechtelijk opgetreden tegen het gebruik van de geboortekrik en hoe vaak is een overtreding met een waarschuwing afgedaan?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 6
    Kunt u aangeven wat bij de totstandkoming van het verbod op het gebruik van krachttoestellen, zoals de krik, de reden is geweest voor het instellen van een verbod?

    Op grond van artikel 36, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (hierna: GWWD) is het verboden zonder redelijk doel of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen. Uit artikel 36, tweede lid, van de GWWD volgt dat tot de in het eerste lid verboden gedragingen in ieder geval wordt gerekend het bij de verlossing van een koe gebruik maken van dierlijke trekkracht of van een niet door mij toegelaten krachttoestel. Het verbod geldt reeds sinds 1962. Achtergrond van het verbod is dat ondeskundig gebruik van de veeverlosser grote risico's met zich meebrengt voor zowel kalf als koe. Aanvankelijk was het verbod opgenomen in het Wetboek van Strafrecht. Sinds begin jaren negentig staat het verbod in de GWWD. In de GWWD is de mogelijkheid voor de minister toegevoegd om krachttoestellen toe te laten. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat dit is gebeurd omdat een algeheel verbod te ongenuanceerd zou zijn.

  • Vraag 7
    Wordt bijgehouden hoe vaak gekneusde of gebroken ribben, poten of ruggengraat, gescheurde middenrif en zenuwbeschadigingen, die leiden tot verlammingen, voorkomen en of die het gevolg zijn van het gebruik van trekkracht bij de geboorte? Zo ja, hoe vaak treedt dit letsel op bij kalveren? Zo nee, bent u bereid onderzoek te doen, zodat duidelijk is hoeveel kalveren en koeien letsel oplopen door gebruik van de geboortekrik?

    Nee. Er wordt niet bijgehouden hoe vaak dit soort trauma’s voor komen en wat de oorzaak van deze trauma’s is. Het is mij derhalve ook niet bekend hoe vaak dit letsel optreedt bij kalveren. Ik ben met verschillende partijen in gesprek om hier meer zicht op te krijgen.

  • Vraag 8
    Is het waar dat in de melkveehouderij sprake is van een toename in moeilijke geboortes? Zo ja, kunt u aangeven wat hiervan de onderliggende oorzaken zijn? Zo nee, op basis van welke onafhankelijke onderzoeken concludeert u dat?

    Op basis van CRV 3gegevens in het kader van geboorteverloop, welk al jaren lang worden bijgehouden, blijkt dat het percentage moeilijke geboorten de laatste 5 jaar is gedaald van 11% naar 7,5% bij vaarzen en van 5,5% naar 4% bij de oudere koeien. Dit komt neer op een afname van 25 tot 30% moeilijke geboorten. Dit is de verklaren door het gerichte fokkerijbeleid waarbij stieren met meer dan gemiddelde geboortemoeilijkheden niet meer vermarkt worden of door de veehouder nauwelijks meer worden ingezet voor de fokkerij.
    Daarnaast hebben de meeste melkveehouders tegenwoordig een afkalfbox met stro waardoor het natuurlijke geboorteproces wordt bevorderd.

  • Vraag 9
    Is het waar dat de afname in weidegang een deel van de toename in moeilijke geboortes zou kunnen verklaren, doordat de fysieke conditie van koeien op stal achteruit gaat? Zo nee, op basis van welke onafhankelijke onderzoeken concludeert u dat?

    Dit is mij niet bekend. Het blijkt overigens ook niet uit het door u meegestuurde onderzoek.

  • Vraag 10
    Is het waar dat in Nederland sprake is van een toenemende kalversterfte? Zo nee, op basis van welke onafhankelijke onderzoeken concludeert u dat?

    Uit gegevens van CRV (2012) blijkt dat het percentage levend geboren kalveren bij vaarzen afneemt in de periode 1995 – 2010; het percentage levend geboren kalveren bij koeien neemt in diezelfde periode licht toe. De precieze oorzaken van de kalversterfte bij vaarzen zijn nog niet goed bekend. Er zijn vele factoren die van invloed zijn op kalversterfte zoals bijvoorbeeld tweelinggeboorten, vroeggeboorten, leeftijd van de koe tijdens de eerste keer afkalven, de genetische aanleg van de stier, de voedingstoestand van het moederdier en het management rond de geboorte. Begeleiding van het afkalfproces is met name bij vaarzen die voor het eerst afkalven van belang.
    Uit de Identificatie en Registratiegegevens blijkt dat er in 2012 159.123 doodgeboren kalveren waren. Een doodgeboren kalf is een kalf dat voordat hij gemerkt is (en een eigen identificatiecode heeft) dood gaat. Het kalf wordt met de identificatiecode van het moederdier gemeld in het I&R-systeem.

  • Vraag 11
    Is het waar dat de kalversterfte in Nederland hoger ligt dan in de meeste andere landen, zoals uit onderzoek van dr. John Mee naar voren komt?2

    Dat is mij niet bekend.

  • Vraag 12
    Hoeveel kalveren sterven er per jaar in Nederland binnen hun eerste levensjaar?

    Naast het aantal doodgeboren kalveren zoals aangegeven bij vraag 10 zijn er van de in Nederland geboren kalveren in het eerste levensjaar 146.000 met een doodmelding aan het I&R-systeem doorgegeven (periode oktober 2012 tot oktober 2013). Het aantal geboortemeldingen op jaarbasis is ongeveer
    1,5 miljoen.

  • Vraag 13
    Is het waar dat bij vleesveebedrijven de geboortekrik veel minder tot (nagenoeg) niet wordt gebruikt in gevallen van natuurlijke geboortes? Zo ja, hoe verklaart u dit en zou dit te maken kunnen hebben met het verschil in economische waarde tussen een vleeskalf en een kalf uit de melkveehouderij? Zo nee, op welke gegevens baseert u dat?

    Ik beschik niet over gegevens over het gebruik van de veeverlosser, noch op vleesveebedrijven, noch op melkveebedrijven. Ik ben met verschillende partijen in gesprek om hier meer zicht op te krijgen.

  • Vraag 14
    Deelt u de mening dat de economische waarde van een kalf niet doorslaggevend zou mogen zijn bij de keus of de geboortekrik wel of niet wordt ingezet? Zo nee, waarom niet?

    Vrouwelijke kalveren zijn de toekomstige melkkoeien, de meeste dienen ter vervanging van de melkveestapel van melkveehouder. Mannelijke kalveren worden verkocht aan de vleesveehouderij. In beide gevallen vertegenwoordigen de kalveren een economische waarde voor de melkveehouder.
    De melkveehouder heeft er derhalve alle belang bij alle kalveren, ongeacht de sexe, zo goed mogelijk ter wereld te brengen. De keuze voor het gebruik van een veeverlosser staat hier dus los van.

  • Vraag 15
    Hoe verklaart u dat melkveehouders niet zouden weten dat het gebruik van de geboortekrik verboden is en 80 procent van de melkveehouders een geboortekrik bezit?3

    Een melkveehouder dient te weten dat het gebruik van een veeverlosser op dit moment verboden is. Het is mij niet bekend hoeveel veehouders dat niet weten en ook weet ik niet waarom ze dat niet weten. Ook uit het artikel waar u aan refereert leid ik dat niet af. Het in bezit hebben van een veeverlosser is volgens de GWWD niet strafbaar.

  • Vraag 16
    Is de huidige praktijk met de geboortekrik voor u aanleiding om strenger te handhaven bij het verboden gebruik van de geboortekrik? Zo ja, welke stappen gaat u nemen om tot naleving van de wetgeving te komen? Zo nee, waarom niet?

    Het is in het belang van het kalf en het moederdier dat de verlossing zo goed mogelijk verloopt. Ik ben in gesprek met diverse partijen om meer zicht te krijgen op het gebruik van de veeverlosser en voorwaarden waaronder een eventueel gebruik zou kunnen worden toegestaan. Mijn voornemen is, op basis van het tot nu toe verkregen inzichten, het gebruik – zoals ook door diverse partijen gevraagd – te regelen, waarbij er voorwaarden gesteld zullen worden aan zowel gebruiker als apparaat. Over de exacte uitwerking zal ik uw Kamer zo spoedig mogelijk informeren.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z22902
Volledige titel: Het gebruik van de geboortekrik
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-869
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Thieme over het gebruik van de geboortekrik