Kamervraag 2013Z17470

De korting van 89 miljoen

Ingediend 16 september 2013
Beantwoord 8 oktober 2013 (na 22 dagen)
Indiener Mona Keijzer (CDA)
Beantwoord door Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA)
Onderwerpen bestuur gemeenten organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z17470.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-173.html
  • Vraag 1
    Bent u, omdat gemeenten voldoende geld moeten hebben om taken die zij van het Rijk krijgen te kunnen uitvoeren, bereid deze korting van 89 miljoen euro in te trekken? Kunt u de Kamer hierover duidelijkheid verschaffen aangezien dit in de media al wordt gesuggereerd?

    Ik heb reeds besloten de in het regeerakkoord voor 2014 voorgenomen korting van 89 miljoen euro op de huishoudelijke verzorging niet door te voeren.

  • Vraag 2
    Als u deze korting intrekt, wat betekent dit voor alle andere taken die ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) naar gemeenten toekomen? Bent u bereid een toets te doen die recht doet aan artikel 108, derde lid, van de Gemeentewet?

    Het besluit om de voorgenomen korting niet door te voeren, betreft het jaar 2014. Bij de decentralisatie van taken naar gemeenten houd ik vanzelfsprekend rekening met het bepaalde in de Gemeentewet. Mede met het oog op de verplichting die voortvloeit uit de Financiële verhoudingswet doet het Centraal Planbureau onderzoek naar de financiële kansen en risico’s van de drie decentralisaties in het sociale domein (Participatiewet, Jeugdwet en Wmo). Ook heb ik, in overleg met de VNG, de Algemene Rekenkamer gevraagd een toets te doen op de wijze van berekening van de met de decentralisatie samenhangende middelen.

  • Vraag 3
    Kunt u bevestigen dat de doelstelling van het kabinet is om mensen met ouderdomsproblemen, grote lichamelijke en psychische problemen langer thuis te laten verblijven? Deelt u de mening dat het tegenstrijdig hiermee is, dat er sprake is van een grote stapeling van maatregelen en kortingen juist op de instrumenten om mensen langer thuis te houden?

    Het kabinet vindt het inderdaad van groot belang dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Om een goede zorg en ondersteuning voor hen die daar in de toekomst op aangewezen zijn te garanderen, zijn keuzes en maatregelen noodzakelijk. Er is geen sprake van tegenstrijdigheid nu de beleidsmaatregelen er juist op gericht zijn op het mogelijk maken dat mensen met beperkingen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen.

  • Vraag 4
    Kunt u nog steeds volhouden dat de doelstelling «mensen langer thuis laten wonen» het uitgangspunt van beleid en begroting is?

    Ja. Met de hervorming van de langdurige zorg beoog ik drie doelstellingen te bereiken: het realiseren van betere kwaliteit van zorg en ondersteuning, het vergroten van de betrokkenheid en zorg van mensen voor elkaar en het beperken van de uitgavengroei tot een financieel houdbaar niveau. Om deze doelstellingen te bereiken is het nodig om de zorg en ondersteuning bij voorkeur, daar waar mogelijk en verantwoord, in de eigen omgeving te organiseren.

  • Vraag 5
    Hoe kijkt u aan tegen het bericht van de VNG «Groot tekort gemeenten dreigt» in relatie tot de bezuinigingen en overheveling van AWBZ zorg naar de Wmo?

    Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) heeft in opdracht van de VNG onderzoek gedaan naar de financiële positie van gemeenten in verband met de decentralisatie van rijkstaken. Het Coelo ziet de beste mogelijkheden voor gemeenten om deze kortingen op te vangen in meer ontzorgen, waarbij wordt gekeken naar wat mensen zelf kunnen met de hulp van informele zorg. Ook ziet het Coelo mogelijkheden voor besparingen door de versnippering in de zorg tegen te gaan en tot een meer integrale aanpak te komen. Ik constateer dat het Coelo rapport op dit punt aansluit op mijn visie op de langdurige zorg en ondersteuning waarin gemeenten een brede verantwoordelijkheid krijgen voor de ondersteuning van hun burgers. Door gerichte en samenhangende ondersteuning bij het voeren van regie op het eigen leven, het uitvoeren van algemeen dagelijkse levensverrichtingen en het ontmoeten van anderen, kunnen burgers met een beperking langer thuis blijven wonen en participeren in de maatschappij. Uitgangspunt van het kabinet is dat gemeenten met de decentralisatie van verantwoordelijkheden vanuit het Rijk financieel in staat worden gesteld deze verantwoordelijkheden ook daadwerkelijk te kunnen nemen. Zie in dit verband ook mijn antwoord op vraag 2.

  • Vraag 6
    Hoe beoordeelt u de stelling dat uw beleid situaties oplevert die in strijd zijn met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) op grond waarvan de Nederlandse overheid actief en progressief moet bevorderen dat mensen langer zelfstandig blijven?

    Het EVRM waarborgt onder andere het recht op respect voor een ieders privéleven, zijn familie en zijn gezinsleven en zijn woning. Het EVRM vraagt om het daar waar nodig handelend optreden van de overheid. Met de door mij voorgenomen hervorming van de langdurige zorg en ondersteuning neem ik die rol op mij. Mijn beleidsvoornemens beogen de zorg en ondersteuning voor hen die daarop aangewezen raken ook in de toekomst te garanderen.

  • Vraag 7
    Wanneer en hoe gaat u uitwerking geven aan de motie Keijzer, waarin de Kamer uitgesproken heeft dat gemonitord moet worden in hoeverre de voorgenomen maatregelen er niet toe leiden dat mensen juist sneller zwaardere indicaties krijgen en eerder moeten worden opgenomen?1

    In de decentralisatiebrief van het kabinet van 19 februari 2013 is aangekondigd dat het kabinet met gemeenten afspraken zal maken over een intensieve monitoring van de bereikte resultaten en de gemeentelijke uitgaven over het geheel van het brede sociaal domein door deze te meten en te benchmarken. De monitor van het sociaal domein wordt momenteel onder regie van de minister van BZK ontwikkeld. De effecten van de hervorming van de langdurige zorg en ondersteuning zullen worden gemonitord. De vraag of het beleid en de uitvoering daarvan daadwerkelijk bijdragen aan het langer zelfstandig thuis kunnen wonen van mensen, zal daar uiteraard onderdeel van uitmaken.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z17470
Volledige titel: De korting van 89 miljoen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-173
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Keijzer over de korting van 89 miljoen euro