Kamervraag 2012Z18966

De privacy van internetters

Ingediend 8 november 2012
Beantwoord 10 december 2012 (na 32 dagen)
Indieners Kees Verhoeven (D66), Gerard Schouw (D66)
Beantwoord door Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD), Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid organisatie en beleid recht strafrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z18966.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-759.html
  • Vraag 1
    Heeft u het bericht gelezen dat Skype de gegevens van een 16-jarige aan beveiligingsbedrijf heeft verstrekt?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Is het waar dat de persoonsgegevens van deze 16-jarige uiteindelijk aan de overheid zijn verstrekt zonder dat hier een bevoegd gedaan verzoek van een overheidsinstantie aan ten grondslag lag?

    Sinds de invoering van de Wet bevoegdheden vorderen gegevens (Stb. 2005, 390) is voorgeschreven dat in het belang van het onderzoek van een ieder die daar toegang toe heeft, gegevens kunnen worden gevorderd. Het uitgangspunt van de wetgever is, dat waar gevorderd kan worden, gevorderd moet worden. Het is de politie niet toegestaan om aan een derde een verzoek te doen om gegevens vrijwillig te verstrekken.
    Het beginsel dat voor de opsporing relevante gegevens door middel van een vordering dienen te worden verkregen, kan uitzondering leiden wanneer sprake is van een zogenaamde «spontane» informatieverstrekking. Dat wil zeggen de verstrekking (door een derde partij) van informatie aan de opsporing, zonder dat bij de opsporing reeds bekend was dat die derde over die informatie beschikte. Van een spontane verstrekking van informatie dient steeds proces-verbaal te worden opgemaakt. Indien de derde bij het krijgen of verstrekken van informatie zelf onrechtmatig heeft gehandeld, hoeft dit niet in de weg te staan aan het gebruik van de verstrekte gegevens voor het bewijs.
    In het desbetreffende opsporingsonderzoek is door een derde partij op een dergelijke spontane wijze informatie verstrekt aan het Team High Tech Crime van het korps landelijke politiediensten. Onder deze gegevens bevond zich persoonsinformatie met betrekking tot een Skype-account dat mogelijk in gebruik was bij een van de betrokkenen bij het strafbare feit. Voorafgaand aan deze verstrekking was bij het opsporingsteam niet bekend dat deze derde partij over de genoemde gegevens beschikte en de informatie is niet gebruikt ter identificatie van de verdachte.

  • Vraag 3
    Acht u het wenselijk dat persoonsgegevens door bedrijven aan de overheid worden verstrekt in het kader van een opsporingsonderzoek zonder dat hieraan een bevoegd gedaan verzoek ten grondslag ligt?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Kunt u aangeven van hoeveel personen per jaar persoonsgegevens worden verstrekt aan de overheid in het kader van een opsporingsonderzoek zonder dat hieraan een bevoegd gedaan verzoek ten grondslag ligt?

    Nee, het Openbaar Ministerie houdt geen statistieken bij over het aantal gevallen waarin spontaan persoonsgegevens aan de opsporing zijn verstrekt.

  • Mededeling - 29 november 2012

    Hierbij bericht ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken, dat de schriftelijke vragen van het leden Verhoeven en Schouw (beiden D66 ) over de privacy van internetters (ingezonden 8 november 2012) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z18966
Volledige titel: De privacy van internetters
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-759
Volledige titel: Antwoord vragen Verhoeven en Schouw over de privacy van internetters