Kamervraag 2011Z25667

Het gebrek aan Nederlandse ambitie ten aanzien van windenergie op zee

Ingediend 8 december 2011
Beantwoord 30 januari 2012 (na 53 dagen)
Indiener Stientje van Veldhoven (D66)
Beantwoord door Maxime Verhagen (minister economische zaken, viceminister-president ) (CDA)
Onderwerpen energie natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z25667.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-1330.html
1. Volkskrant, 29 november 2011, De Nederlandse ambitie verwaait.
2. Bloomberg, Rabobank; 29 November 2011; Offshore wind: Foundations for Growth. Rabobank; November 2011; Reaching 10c/KWh: 10 ways to cut subsidies in offshore wind.
3. Rabobank; November 2011; Reaching 10c/KWh: 10 ways to cut subsidies in offshore wind; P. 42.
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de het artikel «De Nederlandse ambitie verwaait» en bent u bekend met de in het artikel genoemde rapporten van Rabobank en Bloomberg «Offshore wind: Foundations to Growth» en «Reaching Eur 10c/KWh»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u een reactie geven op het artikel en de rapporten van Bloomberg en Rabobank?2 Kunt u in het bijzonder ingaan op de conclusies in het hoofdstuk «The Dutch dilemma» in het rapport «Reaching Eur 10c/KWh»?3

    Het Volkskrantartikel geeft de hoofdconclusies weer van beide rapporten, maar geeft hierop geen eigen commentaar.
    Het Bloomberg rapport gaat in op diverse manieren om de kostprijs van windenergie op zee omlaag te brengen. De analyses wijken niet erg sterk af van andere analyses op dit terrein: technische innovatie, schaalvergroting, industrialisatie, stabiel overheidsbeleid en goede financieringsmechanismen vormen de sleutel tot kostprijsverlaging bij offshore windenergie. Dit komt overeen met hetgeen bedrijven in de sector mij vertellen.
    Het andere rapport van RABObank volgt een vergelijkbare analyse. In het hoofdstuk «The Dutch dilemma» wordt ingegaan op de kracht van Nederlandse bedrijven met name op de Engelse en Duitse markt. De Franse en Deense markt voor offshore wind zijn volgens de onderzoekers meer gesloten voor partijen, die geen «local content» bieden. De door RABO geïnterviewde personen menen, dat ook de Engelse en Duitse markt meer protectionistische trekken gaan vertonen, waardoor Nederlandse spelers extra gebaat zouden zijn bij een sterke thuismarkt.
    Op zich vind ik het niet raar, dat een bank krachtig overheidsbeleid wil op terreinen, waar winsten zijn te behalen. Ik voel evenwel weinig voor een protectionistisch beleid: landen met een sterk protectionistische houding zijn doorgaans niet de sterkste economieën en de Nederlandse markt is simpelweg te klein om te willen afschermen. In het Energierapport 2011 heb ik gepleit voor een meer Europese aanpak, omdat Nederland het meeste baat heeft bij een open Europese economie zonder barrières. Ook in deze sector zal het geld in het buitenland moeten worden verdiend. Ik ben ervan overtuigd dat Nederlandse bedrijven meer profiteren van concurrentiegedreven kwaliteitsverbetering en kostprijsverlaging dan van protectionisme. Daarbij moeten we niet vergeten, dat de belastingbetaler of de energieconsument opdraait voor een grootschalige uitrol, waartoe RABObank oproept.

  • Vraag 3
    Hoeveel offshore windprojecten zullen nog gerealiseerd worden voor 2020? Wat is de te verwachte hoeveelheid energie (in MWh) die opgewekt zal worden in 2020 uit offshore wind?

    Gebaseerd op planningen en verwachtingen zou in 2020 in Noord-West Europa voor meer dan 50GW aan opgesteld vermogen windenergie op zee gerealiseerd worden.
    In Nederland zijn twee windparken op zee in bedrijf (OWEZ en Prinses Amalia). Voor drie windparken is subsidie verstrekt. Ik ga ervan uit dat deze gebouwd zullen worden. Daarmee zal Nederland voor 2020 beschikken over bijna 1 GW aan opgesteld windvermogen op zee. Met 1 GW opgesteld vermogen kan naar verwachting jaarlijks circa 3,8 TWh elektriciteit worden opgewekt. Dit is ongeveer 2,5% van het elektriciteitsverbruik in Nederland.
    Ik acht het zeer wel denkbaar, dat er voor 2020 vanuit het innovatiebeleid demonstratieprojecten tot stand zullen komen.

  • Vraag 4
    Hoe denkt u het ontstane gat van door de Rabobank verwachte 4 GW te kunnen dichten als de gestelde doelstelling van 5 178 MW (49% van de duurzame energie behoefte in 2020) uit offshore wind niet gehaald gaat worden? Kunt u specificeren hoe precies de 4 GW ingevuld gaan worden? Denkt u de EU doelstelling van 14% duurzame energie te halen in 2020, als de verwachting is dat het overgrote deel van de ingecalculeerde opwekking van energie uit offshore wind niet gerealiseerd wordt?

    Dit kabinet committeert zich aan de Europese doelstelling van 14% duurzame energie in 2020 en wil dat met de meest kostenefficiënte technieken bereiken. De doelstelling duurzame energie kan ook op het gebied van groen gas en warmte worden bereikt. Ik heb u naar aanleiding van het wetgevingsoverleg van 21 november jongstleden informatie gestuurd4, waaruit blijkt, hoe dit kabinet denkt de doelstelling in 2020 te bereiken. Windenergie op zee heeft in die aanpak op korte termijn geen prominent belang.

  • Vraag 5
    Hoe verhouden de kosten voor het aanvragen van een vergunning voor een offshore windpark en de hoeveelheid verstrekte subsidie in Nederland zich tot de kosten van een vergunning en verstrekte subsidie in landen als Duitsland, Engeland, België en Denemarken?

    In onderstaande tabel5 treft u een vergelijking van de kosten van wind op zee tussen verschillende lidstaten aan. De onderste rij biedt een vergelijking met de Nederlandse subsidie. De vergelijking is indicatief, omdat regimes per land verschillen en de afstanden van de windparken tot de kust een belangrijke factor vormen.
    Nederland
    Duitsland
    Engeland
    Denemarken
    België
    MWh prijs
    ca € 170,– (15 jr incl kabelkosten)
    ca € 150,– (12–15 jr excl kabelkosten)
    ca € 80,–
    (20 jr incl kabelkosten exclusief opbrengst elektriciteit)
    ca € 140,– (eerste 20TWh, exclusief kabelkosten)
    ca € 100,–
    (20 jr, inclusief kabelkosten, exclusief opbrengst elektriciteit)
    % NL subs
    100
    1051
    1052
    973
    1214
    Bijdrage verschilt naar afstand en waterdiepte – windparken liggen vaak ver uit de kust
    De € 80,– is gebaseerd op de dubbele ROC-prijs, die is gegarandeerd
    Uitkomst tender windpark Anholt (25 km uit de kust)
    Opbrengst uit elektriciteit geraamd op € 55,– per MWh
    De kosten van vergunningaanvragen zullen niet sterk verschillen per land. Alle landen zullen milieueffectrapportages vragen en hebben te maken met grotendeels Europese regels ten aanzien van de bescherming van ecologische belangen op zee.
    Mijn indruk is, dat de stimuleringsniveaus in genoemde landen elkaar niet zo heel veel ontlopen, al vind ik de Belgische subsidie wel aan de hoge kant. De vergelijking met Duitsland geeft mogelijk een vertekend beeld, omdat de hoogte van het feed-in tarief na verloop van tijd neerwaarts kan worden bijgesteld.

  • Vraag 6
    Hoeveel werkgelegenheid, investeringen en patentaanvragen zijn er jaarlijks de laatste vijf jaar geweest in de offshore-windindustrie? Hoe verhouden deze cijfers zich tot die in landen als Duitsland, Engeland, België en Denemarken?

    Op basis van de uitwerking van innovatievoorstellen rond offshore windenergie, die in het kader van het topsectorenbeleid zijn aangedragen bedraagt de huidige werkgelegenheid in Nederland meer dan 2000 voltijdbanen. Cijfers uit andere landen heb ik niet beschikbaar. De Nederlandse industrie zegt zelf een marktaandeel van ca 25% te hebben op de Europese markt voor offshore wind.
    In de periode 2005–2010 heeft Nederland wereldwijd ongeveer 2,2% van alle patenten op het gebied van offshore wind aangevraagd. De VS (25%) Duitsland (19,2%) en Denemarken (15,8%) zijn koploper in internationaal aangevraagde patenten. Andere cijfers: Japan (6,2%), China (4,4%), Spanje (3,3%) en VK (3,2%)10.

  • Vraag 7
    Onderschrijft u het belang van het creëren van een nieuwe industrie in Nederland gericht op het bouwen van offshore windparken? Zo nee, waarom niet?

    Dit kabinet heeft een topsectorenbeleid ontwikkeld om de verdiencapaciteit van Nederlandse bedrijven goed te houden en mogelijk te verbeteren. Binnen de topsector Energie is een aparte innovatietafel offshore wind ingesteld, die met voorstellen komt. Binnen het topteam Energie worden deze voorstellen en die van andere innovatietafels op het gebied van energie gewogen. Zoals ik u in mijn brief van 16 januari jongstleden over het topgebiedenbeleid heb aangegeven, hoop ik in maart innovatiecontracten te kunnen afsluiten.

  • Vraag 8
    Vindt u het een gemiste kans dat de voornoemde industrie haar pioniersrol dreigt te verliezen? Zo nee, waarom niet?

    Nee.
    De Nederlandse offshore industrie is sterk in kennis, fundaties en installatietechnieken en heeft daarmee een fors marktaandeel in de Noord-West Europese markt.
    Hoewel Duitse en Deense fabrikanten het belangrijkste marktaandeel hebben in turbinetechnologie en grote bedrijven in China, Korea en Amerika zich op deze markt gaan begeven, heeft Nederland wel degelijk twee bedrijven, die turbines ontwikkelen voor windenergie op zee: Darwind/XEMC en 2BEnergy.

  • Vraag 9
    Welke actie(s) zult u ondernemen om te voorkomen dat de voornoemde industrie verder achterop raakt bij vergelijkbare industrieën in de Nederland omringende landen?

    Ik heb een Green Deal gesloten met NWEA over onder meer innovatie en kostenreductie; NWEA heeft inmiddels 50 Nederlandse bedrijven in een coalitie bijeen gebracht om hieraan te werken. Begin december heeft het eerste overleg plaatsgevonden tussen EL&I, I&M en NWEA om de uitwerking van deze Green Deal gestalte te geven. Dit sluit uitstekend aan bij het topsectorenbeleid, waarmee kansrijke sectoren in innovatie en versterking verdiencapaciteit worden gesteund door de overheid. Ik ben ervan overtuigd, dat het daarmee vooral de bedrijven zelf zijn, die kansen zien op de Europese markt en daar de beste keuzes in kunnen maken.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z25667
Volledige titel: Vragen van het lid van Veldhoven (D66) aan de minister van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over het gebrek aan Nederlandse ambitie ten aanzien van windenergie op zee (ingezonden 8 december 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-1330
Volledige titel: Vragen van het lid van Veldhoven (D66) aan de minister van Economische zaken, Landbouw en Innovatie over het gebrek aan Nederlandse ambitie ten aanzien van windenergie op zee (ingezonden 8 december 2011).