Kamervraag 2011Z09769

De belemmeringen voor het lopen van stage door jongeren die wachten op een verblijfsvergunning

Ingediend 12 mei 2011
Beantwoord 28 juni 2011 (na 47 dagen)
Indieners Gerard Schouw (D66), Boris van der Ham (D66)
Beantwoord door Henk Kamp (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (VVD)
Onderwerpen migratie en integratie onderwijs en wetenschap organisatie en beleid tijdelijk verblijf
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z09769.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2993.html
1. de Volkskrant, 9 mei 2011: «De Krampachtige Kamp».
2. VaraOmbudsman, 3 december 2010.
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op de column «De krampachtige Kamp»1 (in navolging van de uitzending van VaraOmbudsman2, waarin wordt gesteld dat jongeren die regulier onderwijs volgen en die wachten op een verblijfsvergunning, door de huidige regelgeving belemmerd worden om stage te lopen, waardoor zij hun opleiding niet kunnen afronden?

    In de desbetreffende column wordt gerefereerd aan een leerling van het ROC/ASA die een aanvraag heeft ingediend voor een verblijfsvergunning op medische gronden. Het is onwenselijk dat personen die in afwachting zijn van een beslissing op een aanvraag om een verblijfsvergunning die niet voor het verrichten van arbeid geldig is, mogen werken in Nederland. Omdat stages in de Wet arbeid vreemdelingen als arbeid worden aangemerkt is het voor deze groep vreemdelingen in afwachting van een beslissing op de aanvraag niet mogelijk een stage te lopen.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat zowel minder- als meerderjarige jongeren die in afwachting zijn van een verblijfsvergunning en regulier onderwijs in Nederland volgen, in de gelegenheid moeten worden gesteld om aan alle elementen van hun opleiding deel te nemen, waaronder ook de stage? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Hoe rijmt u deze belemmering met het Internationaal Verdrag Inzake de Rechten van het Kind, welke stelt dat ieder kind recht op onderwijs geniet?

    Volgens artikel 28 van het Verdrag inzake de Rechten van het kind heeft ieder kind recht op onderwijs, waarbij het Verdrag zich niet uitspreekt over de reikwijdte van dit recht op onderwijs. Het kabinet stelt zich op het standpunt dat het recht op onderwijs niet het recht op het lopen van stage omvat.

  • Vraag 4
    Bent u voornemens de toezegging van het voorgaande kabinet gestand te doen en voor deze jongeren niet langer een tewerkstellingsvergunning als vereiste te stellen voor het volgen van een stage gedurende regulier vervolgonderwijs? Zo ja, wanneer kan de Kamer hiertoe een concreet voorstel tegemoet zien? Zo nee, waarom niet?

    Zoals blijkt uit het antwoord op de vragen 1 en 2 is het kabinet van mening dat het onwenselijk is dat deze jongeren in Nederland mogen werken. Ik zal dan ook geen voorstel doen om hierin verandering aan te brengen.

  • Vraag 5
    Kunt u zich herinneren dat tijdens de plenaire begrotingsbehandeling 2011 van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de Kamer is toegezegd dat het kabinet de mogelijkheden optimaal gaat benutten om dit probleem op te lossen? Kan de Kamer vóór het zomerreces een concreet voorstel tegemoet zien waarmee het probleem wordt opgelost?

    Tijdens de OCW begrotingsbehandeling is door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangegeven dat elk kind eigenlijk een stage zou moeten kunnen lopen in het kader van een opleiding, maar daaraan is destijds ook toegevoegd dat dit dient te geschieden binnen de mogelijkheden die de wet biedt. De Wet arbeid vreemdelingen voorziet niet in een vrijstelling van de twv-verplichting voor vreemdelingen die illegaal in Nederland verblijven en vreemdelingen die in afwachting zijn van een beslissing op hun aanvraag voor verblijf op medische gronden. Dit kabinet zal de Wet arbeid vreemdelingen op dit punt dan ook niet wijzigen. Echter, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap doet wel een beroep op onderwijsinstellingen om ten behoeve van deze illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen een schoolverklaring af te geven.

  • Vraag 6
    Wilt u totdat u aan uw toezegging hebt voldaan de boetes voor bedrijven die jongeren in afwachting van hun verblijfsvergunning toch een stage aanbieden opschorten? Zo ja, hoe worden betrokkenen daarover geïnformeerd?

    Aangezien het kabinet het onwenselijk vindt dat de desbetreffende groep jongeren arbeid verricht, is het niet van plan eventuele boetes op te schorten.

  • Mededeling - 16 juni 2011

    Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van de leden Koser Kaya, Van der Ham en Schouw (allen D66) over de belemmeringen voor het lopen van stage door jongeren die wachten op een verblijfsvergunning niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is. Reden is dat nadere interdepartementale afstemming nodig is.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z09769
Volledige titel: Vragen van de leden Koşer Kaya, Van der Ham en Schouw (allen D66) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Immigratie en Asiel over de belemmeringen voor het lopen van stage door jongeren die wachten op een verblijfsvergunning (ingezonden 12 mei 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-2993
Volledige titel: Vragen van de leden Koşer Kaya, Van der Ham en Schouw (allen D66) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Immigratie en Asiel over de belemmeringen voor het lopen van stage door jongeren die wachten op een verblijfsvergunning (ingezonden 12 mei 2011).