Kamervraag 2011Z03659

Infiltratie binnen de milieubeweging

Ingediend 22 februari 2011
Beantwoord 22 maart 2011 (na 28 dagen)
Indiener Marianne Thieme (PvdD)
Beantwoord door Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen criminaliteit natuur en milieu openbare orde en veiligheid organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z03659.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1889.html
1. Nos, 17 februari 2011.
2. 2011Z00976.
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Roel van Duijn wint zaak tegen AIVD»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Is het waar dat de in het bericht genoemde oud-politicus gedurende lange tijd door de toenmalige Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) geschaduwd is? Zo ja, gedurende welke periode?

    De heer van Duijn heeft met name in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw de aandacht gehad van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), de voorganger van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Deze aandacht paste in een beleid waarbij organisaties met een buitenparlementaire opstelling – zoals Provo – de interesse van de BVD hadden. Overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV) 2002 kan ik niet nader ingaan op de vraag waaruit deze aandacht voor de heer Van Duijn bestond. Ik kan wel aangeven dat de BVD heeft gehandeld op basis van zijn wettelijke taken en dat rehabilitatie daarom niet aan de orde is.

  • Vraag 3
    Kunt u uiteenzetten of voor het schaduwen van deze oud-politicus uitdrukkelijke toestemming door het College van procureurs-generaal is gegeven? Zo ja, wanneer, voor welke periode en op welke gronden? Zo nee, hoe valt dit te rijmen met uw antwoorden van 5 februari 2011?2

    Er bestaat een onderscheid tussen activiteiten van de met opsporing en vervolging van strafbare feiten belaste instellingen enerzijds en de activiteiten van inlichtingen- en veiligheidsdiensten anderzijds. Per abuis is in de antwoorden op vragen van het lid Thieme (kenmerk 2011Z00976, beantwoord op 15 februari 2011) niet helder naar voren gekomen dat de uitdrukkelijke toestemming die het College van procureurs-generaal (het College) moet geven alleen betrekking heeft op de inzet van het opsporingsmiddel infiltratie door het Openbaar Ministerie (OM). De inzet van dit opsporingsmiddel is alleen mogelijk als het OM een redelijk vermoeden heeft van een strafbaar feit. Zoals ik in de eerdergenoemde antwoorden heb aangegeven, kunnen ten aanzien van de inzet van het opsporingsmiddel infiltratie op voorhand geen maatschappelijke sectoren of organisaties worden uitgesloten.
    De toestemming van het College is niet vereist voor de inzet van de bijzondere bevoegdheid door de AIVD om gebruik te maken van natuurlijke personen die onder verantwoordelijkheid en instructie van de AIVD zijn belast met het gericht verzamelen van gegevens omtrent personen of organisaties die voor de taakuitvoering van de dienst van belang zijn. Voor een uiteenzetting van de vereisten waaraan voldaan moet zijn wanneer de AIVD de bevoegdheid wil inzetten om gebruik te maken van natuurlijke personen voor het gericht verzamelen van gegevens omtrent personen of organisaties, verwijs ik naar de eerdergenoemde antwoorden.

  • Vraag 4
    Kunt u uiteenzetten op welke wijze inzet van het bijzondere inlichtingenmiddel gegrond was op basis van noodzakelijkheid, subsidiariteit en proportionaliteit? In hoeverre was sprake van organisaties en/of personen die, door de doelen die zij nastreefden, dan wel door hun activiteiten, aanleiding gaven tot het ernstige vermoeden dat zij een gevaar vormen voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde, dan wel voor de veiligheid of andere gewichtige belangen van de staat?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 5
    Is over het schaduwen op enig moment de voorzitter van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten geïnformeerd zoals noodzakelijk in voorkomende gevallen? Zo ja, wanneer is deze informatie verstrekt? Zo nee, waarom niet?

    Met de inwerkingtreding van de WIV 2002 is ook de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) ingesteld. In de periode dat de BVD aandacht had voor de heer Van Duijn bestond een dergelijke commissie niet.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening dat het langdurig schaduwen niet gebaseerd was op een redelijk vermoeden van gevaar voor de democratische rechtsorde dan wel voor de veiligheid of andere gewichtige belangen van de staat? Zo ja, bent u bereid de oud-politicus te rehabiliteren? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat politici/vertegenwoordigers van politieke partijen gevrijwaard zouden moeten worden van infiltratie, telefoon- en internettaps en schaduwen wanneer het College van procureurs generaal geen redelijk vermoeden van strafbare feiten heeft? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 3.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z03659
Volledige titel: Van het lid Thieme (PvdD) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie over infiltratie binnen de milieubeweging (ingezonden 22 februari 2011)
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-1889
Volledige titel: Van het lid Thieme (PvdD) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Veiligheid en Justitie over infiltratie binnen de milieubeweging (ingezonden 22 februari 2011)