Kamervraag 2011Z01759

De zaak C.

Ingediend 31 januari 2011
Beantwoord 21 februari 2011 (na 21 dagen)
Indiener Coşkun Çörüz (CDA)
Beantwoord door
Onderwerpen internationaal internationale samenwerking recht strafrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z01759.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1512.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van de uitzending van Argos over de zaak C?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Wat is uw algemene mening over de inhoud van deze uitzending?

    Nederland heeft medewerking verleend aan verzoeken van de Italiaanse autoriteiten in deze strafzaak, en blijft dat doen, voor zover de toepasselijke wet- en regelgeving daartoe mogelijkheden biedt.
    Verder verwijs ik naar de antwoorden op onderstaande vragen.

  • Vraag 3
    Klopt het dat in juni 2010 Italië Nederland heeft verzocht om C. aan te houden? Wat is er sinds die tijd met dat verzoek gebeurd en waarom is C. tot op de dag van vandaag nog steeds niet aangehouden en gedetineerd?

    Opgelegde straffen dienen tenuitvoer gelegd te worden, ook als het gaat om straffen die in het buitenland zijn opgelegd. Daarbij dient uiteraard te worden gehandeld conform de wettelijke bepalingen, waaronder die uit de Uitleveringswet, de Overleveringswet en de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS).
    Naar aanleiding van een verzoek van de Italiaanse autoriteiten is betrokkene in maart 2010 aangehouden en voorgeleid aan de rechter-commissaris te Amsterdam. Deze heeft de detentie van betrokkene geschorst vanwege bijzondere persoonlijke omstandigheden. Pas nadien is bekend geworden dat het Italiaanse vonnis tegen betrokkene onherroepelijk was. Dat had tot gevolg dat aan het verzoek om overlevering van Italië niet kon worden voldaan, omdat Nederland geen eigen onderdanen overlevert voor de executie van een onherroepelijk vonnis.
    Zoals wettelijk verplicht heeft Nederland vervolgens Italië aangeboden de tenuitvoerlegging van het vonnis over te nemen. In juni 2010 heeft Nederland een daartoe strekkend verzoek ontvangen van de Italiaanse autoriteiten. Op het ontvangen verzoek is de WOTS van toepassing. Het verzoek bleek echter incompleet. Er is om aanvulling gevraagd en in januari 2011 is nog een aanvulling ontvangen. Het verzoek is op dit moment in behandeling bij het Openbaar Ministerie.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat een veroordeelde wapenhandelaar niet op vrije voeten zou mogen zijn? Zo ja, binnen welke termijn kan de aanhouding van C. plaatsvinden? Is de overheid bekend met de verblijfplaats van C?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 5
    Klopt het dat C. gesignaleerd staat? Zo ja, wat heeft Nederland gedaan met dit opsporingsbevel?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 6
    Hoe verlopen de contacten met het buitenland als het gaat om verzoeken van het buitenland aan Nederland om veroordeelden te detineren in Nederland? Klopt de uitspraak die in de uitzending wordt geuit dat Nederland zeer traag omgaat met dergelijke verzoeken uit het buitenland? Hoe zit dat in deze zaak?

    Verzoeken tot overdracht van de tenuitvoerlegging van onherroepelijke strafvonnissen worden gedaan van centrale autoriteit aan centrale autoriteit, meestal de ministeries van Justitie. De verdere procedure is afhankelijk van het toepasselijke verdrag. Nederland gaat zo voortvarend mogelijk met deze verzoeken aan de slag en is daarbij gebonden aan de vereisten die het toepasselijke verdrag en de WOTS hieraan stellen.
    Verder verwijs ik naar het antwoord op vragen 3, 4 en 5.

  • Vraag 7
    Bent u nog steeds van mening dat de Kamervragen van 24 september 2010 over de contacten tussen een ambtenaar van Buitenlandse Zaken en de voortvluchtige C. nog vertrouwelijk moeten blijven?2 Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid die antwoorden op de vragen alsnog in de openbaarheid brengen?

    Ik ben bereid de beantwoording van de eerdere Kamervragen (ingezonden op 27 april 2010 en beantwoord op 28 juni 2010) over dit onderwerp openbaar te maken en voeg deze als bijlage toe bij de huidige beantwoording.

  • Vraag 8
    Wat zijn de regels waaronder schriftelijke vragen van de leden van de Kamer vertrouwelijk worden beantwoord?

    Of schriftelijke vragen van leden van de Kamer vertrouwelijk worden beantwoord is niet aan vaste regels gebonden. Van geval tot geval dient immers te worden bezien of de gevraagde informatie zonder of met een voorbehoud van vertrouwelijkheid aan de Kamer kan worden verstrekt. Als de normale beantwoording van Kamervragen, die volledige openbaarmaking
    impliceert, door die openbaarmaking schade toebrengt aan andere gewichtige belangen, dan kan worden gekozen voor vertrouwelijke overlegging.

  • Vraag 9
    Heeft de toenmalige viceconsul van elk bezoek die hij heeft gebracht aan C. een aantekening gemaakt in het dossier? Zo nee, deelt u de mening dat als de toenmalige viceconsul wel een aantekening zou hebben gemaakt van zijn laatste bezoek, justitie niet zoveel probleem zou hebben om hem te vinden?

    Alle bezoeken die de viceconsul in zijn professionele hoedanigheid heeft gebracht aan betrokkene tijdens diens detentie in Italië, zijn in het consulaire dossier over betrokkene vermeld. Indien met »zijn laatste bezoek» wordt bedoeld het eenmalige bezoek dat aan betrokkene is gebracht door de ambtenaar in een privéhoedanigheid, geldt dat vanwege de aard van dat bezoek geen verslag daarvan in het dossier is opgenomen. Zie daartoe ook de antwoorden op de vragen van 27 april 2010. Zou dat wel zijn gebeurd, dan is daarmee niet gezegd dat het ministerie van Veiligheid en Justitie over de gegevens had beschikt. In de regel heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie namelijk geen inzage in de consulaire dossiers die op de ambassades en consulaten in het buitenland bewaard worden.
    Ik verwijs verder naar het antwoord op vragen 3, 4 en 5.

  • Vraag 10
    Deelt u de mening van collega-diplomaten van de toenmalige viceconsul dat het ongebruikelijk is dat iemand contact met een (ex-)gedetineerde heeft zonder daarvan een aantekening in het dossier te maken? Zo nee, waarom niet?

    Het betrof een privébezoek dat geen functionele noodzaak, doel of inhoud had. Tegen deze achtergrond is het gebruikelijk dat er geen aantekening in het dossier is opgenomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z01759
Volledige titel: Vragen van de leden Recourt (PvdA), Gesthuizen (SP) en Çörüz (CDA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de minister van Buitenlandse Zaken over de zaak C (ingezonden 31 januari 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-1512
Volledige titel: Vragen van de leden Recourt (PvdA), Gesthuizen (SP) en Çörüz (CDA) aan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de minister van Buitenlandse Zaken over de zaak C (ingezonden 31 januari 2011).