Kamervraag 2010Z11387

Kanker en kindersterfte in Fallujah

Ingediend 30 juli 2010
Beantwoord 8 september 2010 (na 40 dagen)
Indiener Harry van Bommel (SP)
Beantwoord door Maxime Verhagen (minister buitenlandse zaken, minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (CDA)
Onderwerpen gezondheidsrisico's internationaal militaire missies zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z11387.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-3285.html
1. «Gevolgen aanval Fallujah erger dan Hiroshima», 24 juli 2010. http://www.novatv.nl/page/detail/nieuws/17638. Zie voor onderzoek universiteit Ulster «Cancer, Infant Mortality and Birth Sex-Ratio in Fallujah, Iraq 2005-2009», http://www.mdpi.com/1660-4601/7/7/2828/pdf.
2. «Toxic legacy of US assault on Fallujah «worse than Hiroshima»», The Independent, 24 juli 2010. Zie http://www.independent.co.uk/news/world/middle-east/toxic-legacy-of-us-assault-on-fallujah-worse-than-hiroshima-2034065.html.
3. Kamerstuk 32 123-V, nr. 82.
4. Kamerstuk 32 123 V, nr. 52.
  • Vraag 1
    Hebt u kennisgenomen van een studie van de universiteit van Ulster waarin geconcludeerd wordt dat in 2004 de bevolking van de Iraakse stad Fallujah het slachtoffer is geworden van een grote mutagene blootstelling waarvan de gevolgen ernstiger zijn dan de atoombom op Hiroshima in 1945 en waarin geconstateerd wordt dat het aantal gevallen van kindersterfte, geboorteafwijkingen, kanker waaronder met name leukemie, enorm is toegenomen?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Hoe staat u tegenover de veronderstelling van onderzoeker Busby dat het gebruik van uranium in een of andere vorm verantwoordelijk lijkt te zijn voor de gezondheidseffecten van de bevolking van Fallujah?2

    Ik zie geen aanleiding om de conclusies van het rapport van Busby et al te onderschrijven. Zoals ook de onderzoekers zelf constateren kan deze studie geen uitsluitsel geven over de gezondheidseffecten van het gebruik van verarmd uranium houdende munitie. De regering blijft daarom voorstander van verder objectief onderzoek hiernaar.

  • Vraag 3
    Bent u bereid bij de autoriteiten van de VS aan te dringen op precieze bekendmaking van het gebruik van het soort en het aantal wapens in de aanval op Fallujah in 2004? Indien neen, waarom niet?

    Dit onderzoek geeft daartoe geen aanleiding.

  • Vraag 4
    Blijft u op basis van dit onderzoek bij uw opvatting dat de huidige kennis van de gezondheidseffecten van metalen en metaallegeringen «onvoldoende kennis» biedt voor een internationaal moratorium?3

    Dit onderzoek geeft geen aanleiding om de opvatting zoals verwoord in de brief van 11 maart 2010 (kamerstuk 32 123 V, nr. 82) te herzien. De regering blijft voorstander van verder objectief onderzoek.

  • Vraag 5
    Indien dat zo is, ziet in dit onderzoek aanleiding om nader internationaal onderzoek naar de gevolgen van het gebruik van (verarmd) uranium in wapens te bepleiten? Zo ja, op welke wijze? Indien neen, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Bent u op basis van dit wetenschappelijk onderzoek bereid nieuwe politieke stappen te nemen om tot een internationaal verbod op wapens met verarmd uranium te komen, zoals de Kamer in de motie Van Bommel aan u vroeg?4

    Zie antwoord vraag 4.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2010Z11387
Volledige titel: Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over kanker en kindersterfte in Fallujah (ingezonden 30 juli 2010).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20092010-3285
Volledige titel: Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over kanker en kindersterfte in Fallujah (ingezonden 30 juli 2010).