Kamervraag 2010Z11101

Rechtsbijstand, de kwetsbare positie van zzp-ers en ‘no cure no pay’

Ingediend 20 juli 2010
Beantwoord 9 augustus 2010 (na 20 dagen)
Indiener Ard van der Steur (VVD)
Beantwoord door
Onderwerpen burgerlijk recht organisatie en beleid recht werk
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z11101.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20092010-3035.html
  • Vraag 1
    Herinnert u zich uw brief1 waarin u bekend maakt te hebben besloten geen beleid te initiëren waarmee de geconstateerde kwetsbaarheid van zzp-ers2 wordt opgelost binnen het bereik van de Wet op de rechtsbijstand (Wrb)?

    Ja.

  • Vraag 2
    Heeft u bij dit besluit overwogen om voor dit soort – en gelijksoortige – gevallen te bezien of een vorm van «no cure no pay» een oplossing kan bieden? Zo nee, waarom niet?

    Bij zakelijke vorderingen zal het voornamelijk gaan om het voeren van verweer tegen een bij een ondernemer ingediende vordering dan wel om incassoproblemen bij een door de ondernemer ingediende vordering. In het eerste geval is no cure no pay logischerwijs niet aan de orde. Bij incasso staat de Verordening op de praktijkuitoefening (onderdeel Resultaatgerelateerde beloning)3 van de Nederlandse Orde van Advocaten (de Orde) al wel toe dat de beloning van de advocaat een deel bedraagt van de opbrengst van de vordering, overigens met inachtneming van een binnen de advocatuur gebruikelijk en aanvaard incassotarief.
    Bij brieven van 2 december 20094 en 12 april 20105 heb ik de Tweede Kamer voorts geïnformeerd over mijn standpunt inzake resultaatgerelateerde beloning van de advocatuur. In deze brieven heb ik aangegeven dat het wenselijk is dat er ruimte is voor ontwikkeling van vormen van resultaatgerelateerde beloning. Ik ben van mening dat de toegang tot het recht ermee gebaat is als de advocatuur nieuwe, voor de rechtzoekende aantrekkelijke, betalingsarrangementen ontwikkelt en aanbiedt. Voorwaarde is evenwel, dat de onafhankelijkheid van de advocaat niet in geding komt en de toegang tot het recht voor de rechtzoekende gewaarborgd is. Op 18 maart 2010 heb ik met de Orde over het onderwerp resultaatgerelateerde beloning overlegd. Ik heb de Orde gevraagd een voorstel te initiëren voor een experiment met resultaatgerelateerde beloning. Dit voorstel wacht ik met veel belangstelling af.

  • Vraag 3
    Deelt u de zorg dat de door u genoemde oplossingen voor de kosten van rechtsbijstand (het sluiten van een rechtsbijstandsverzekering, het aansluiten bij een brancheorganisatie en/of het vormen van reserves) in veel gevallen niet, niet tijdig of niet volledig de kwetsbare positie van zzp-ers opheft? Zo nee, waarom niet?

    Zoals ik in mijn brief van 7 juli 2010 heb vermeld, deel ik deze zorg niet. De Wet op de rechtsbijstand biedt reeds de mogelijkheid voor ondernemers om in specifieke gevallen een beroep te doen op gesubsidieerde rechtsbijstand. Voor het overige ben ik van mening dat ondernemers reeds voorafgaand aan het starten van een onderneming rekening moeten houden met mogelijke bedrijfsrisico’s, waaronder eventuele kosten van rechtsbijstand, en dat zij daarvoor tijdig een voorziening moeten treffen. Dergelijke risico’s komen ook aan de orde in de voorlichting die de Kamers van Koophandel geven aan ondernemers, en in het bijzonder aan startende ondernemers. Ook de Orde is gestart met het geven van voorlichtingsdagen, naar aanleiding van een in 2009 door de Rijksuniversiteit Groningen uitgevoerd onderzoek naar belemmeringen in de toegang tot de advocatuur voor betalende particulieren en het MKB. Inmiddels heeft de Orde in juni 2010 een eerste regionale bijeenkomst georganiseerd (Het Recht van de Ondernemer).

  • Vraag 4
    Acht u het wenselijk dat, in het licht van de beperkte ruimte binnen uw begroting voor gefinancierde rechtshulp, opnieuw wordt gekeken naar de invoering van «no cure no pay» in enige vorm? Zo ja, welke stappen gaat u daartoe nemen? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Mededeling - 6 augustus 2010

    Hierbij bericht ik u dat de schriftelijke vragen van het lid Van der Steur (VVD) over rechtsbijstand, de kwetsbare positie van zzp-ers en «no cure no pay» (ingezonden 20 juli 2010) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2010Z11101
Volledige titel: Vragen van het lid Van der Steur (VVD) aan de minister van Justitie over rechtsbijstand, de kwetsbare positie van zzp-ers en «no cure no pay» (ingezonden 20 juli 2010).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20092010-3035
Volledige titel: Vragen van het lid Van der Steur (VVD) aan de minister van Justitie over rechtsbijstand, de kwetsbare positie van zzp-ers en «no cure no pay» (ingezonden 20 juli 2010).