Ontvangen 24 juni 2025
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel G, onder 2, wordt aan het voorgestelde derde lid, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. een niet in de onderdelen a tot en met d genoemd gezinslid, indien het niet verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 aan dat gezinslid zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
II
Artikel VII wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1, onder a, vervalt «G, ».
2. In onderdeel 1 wordt na onderdeel a een onderdeel ingevoegd, luidende:
aa. onderdeel G komt te luiden:
G
Aan artikel 29, derde lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. een niet in de onderdelen a tot en met d genoemd gezinslid, indien het niet verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 aan dat gezinslid zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Indieners beogen met dit amendement ruimte te bieden aan mensen die wel nauw verbonden zijn aan het kerngezin, maar niet onder een van de definities van gezinslid vallen. Denk aan stellen voor wie het in het land van herkomst niet toegestaan was om voor de wet te trouwen, zoals christenen in een land met Shariawetgeving. Met het toevoegen van een hardheidsclausule kan in individuele gevallen besloten worden tot geoorloofde nareis van deze mensen.
Ceder Boomsma