Voorgesteld 14 februari 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederland een feministisch buitenlandbeleid heeft;
overwegende dat het opkomen voor vrouwenrechten daarmee onderdeel van de Nederlandse diplomatieke agenda dient te zijn;
overwegende dat economische of geopolitieke belangen niet mogen prevaleren boven het opkomen voor vrouwenrechten;
verzoekt de regering landen waar ernstige vrouwenrechtenschendingen plaatsvinden hier altijd op aan te spreken, ook als het geopolitieke of economische bondgenoten zijn;
verzoekt de regering in het bijzonder tegen Saudi-Arabië feller stelling te nemen als het gaat om het schenden van vrouwenrechten, net zoals tegen Iran en Afghanistan,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dobbe
Piri
Boswijk
Paternotte
Veldkamp