Kamerstuk 36196-9

Motie van de leden Koekkoek en Podt over alleen zeer ernstige misdrijven laten meewegen bij de toekenning van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd

Dossier: Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met aanscherping van het openbare ordebeleid voor criminele vreemdelingen


31,3 %
68,7 %

JA21

CU

NSC

PVV

SGP

CDA

SP

VVD

GroenLinks-PvdA

Volt

DENK

FVD

D66

PvdD

BBB


Nr. 9 MOTIE VAN DE LEDEN KOEKKOEK EN PODT

Voorgesteld 17 januari 2024

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat met het schrappen van de laatste zin van artikel 21, vierde lid, de «derde glijdende schaal» van toepassing wordt;

constaterende dat hierdoor de mogelijkheid ontstaat om bij een cumulatie van veroordelingen voor lichtere delicten over te gaan tot weigering van de verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd en de daaruit voortvloeiende uitzetting;

overwegende dat dit niet in verhouding staat tot het doel van de wetswijziging om het mogelijk te maken de aanvraag van de verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd voor zeer zware criminelen te kunnen weigeren;

verzoekt de regering om ervoor te zorgen dat alleen zeer ernstige misdrijven meewegen in de beoordeling van de IND voor het toekennen van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd aan vreemdelingen die in Nederland geboren en getogen zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

Koekkoek

Podt