Gepubliceerd: 7 juli 2022
Indiener(s): Karien van Gennip (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (CDA)
Onderwerpen: arbeidsvoorwaarden europese zaken internationaal werk
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36166-2.html
ID: 36166-2

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie en Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten te wijzigen in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2020/1057 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU wat betreft de detachering van bestuurders in de wegvervoersector en tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en Verordening (EU) nr. 1024/2012 (PbEU 2020, L 249) en de implementatie van enige daarmee samenhangende onderdelen van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (PbEU 2021, L 149);

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET ARBEIDSVOORWAARDEN GEDETACHEERDE WERKNEMERS IN DE EUROPESE UNIE

De Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd:

derde land:

een land dat geen lidstaat is;

Handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK:

Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (PbEU 2021, L 149);

IMI:

het Informatiesysteem interne markt, bedoeld in de IMI-verordening, met inbegrip van de openbare met dit systeem verbonden interface;

IMI-verordening:

Verordening (EU) nr. 1024/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt en tot intrekking van Beschikking 2008/49/EG van de Commissie (PbEU 2012, L 316);

mobiliteitsrichtlijn:

Richtlijn (EU) 2020/1057 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU wat betreft de detachering van bestuurders in de wegvervoersector en tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en Verordening (EU) nr. 1024/2012 (PbEU 2020, L 249);

B

In artikel 4, eerste lid, wordt «Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt (PbEG 2014, L159/11)» vervangen door «de IMI-verordening».

C

Na artikel 9 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK IIIa. SPECIFIEKE REGELS MET BETREKKING TOT DE WEGVERVOERSECTOR

Artikel 9a

  • 1. In de artikelen van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

    gedetacheerde bestuurder:

    de gedetacheerde werknemer, die als bestuurder in de wegvervoersector ter beschikking wordt gesteld in de zin van onderdeel 1 van de begripsbepaling van transnationale dienstverrichting, anders dan voor de activiteiten, bedoeld in artikel 9b, tweede lid;

    Richtlijn 92/106/EEG:

    Richtlijn 92/106/EEG van de Raad van 7 december 1992 houdende vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor bepaalde vormen van gecombineerd vervoer van goederen tussen Lid-Staten (PbEG 1992, L 368);

    Verordening 1071/2009/EG:

    Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad (PbEU L 300/51);

    Verordening 1072/2009/EG:

    Verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg (PbEU 2009, L 300/72);

    Verordening 1073/2009/EG:

    Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 (PbEU 2009, L 300/88);

    Verordening 165/2014/EU:

    Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PbEU L 60/1);

    Verordening 561/2006/EG:

    Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad (PbEU L 102/1).

  • 2. In afwijking van artikel 1, eerste lid, wordt voor de toepassing van dit hoofdstuk onder lidstaat verstaan: een staat binnen de Europese Unie en bij ministeriële regeling aangewezen staten.

Artikel 9b

  • 1. Een bestuurder wordt aangemerkt als gedetacheerde werknemer, indien hij:

    • a. in Nederland cabotage verricht als bedoeld in Verordeningen 1072/2009/EG en 1073/2009/EG; of

    • b. niet-bilaterale vervoersactiviteiten verricht, bestaande in:

      • 1°. het vervoer van goederen op basis van een vervoersovereenkomst buiten de lidstaat van vestiging, bedoeld in artikel 2, onderdeel 8, van Verordening 1071/2009/EG, tussen Nederland en een andere lidstaat of een derde land; of

      • 2°. het vervoer van personen buiten de lidstaat van vestiging, tussen Nederland en een andere lidstaat of een derde land.

  • 2. Een bestuurder wordt niet aangemerkt als gedetacheerde werknemer, indien hij:

    • a. bilaterale vervoersactiviteiten in het goederenvervoer verricht, bestaande in:

      • 1°. het vervoer van goederen op basis van een vervoersovereenkomst van de lidstaat van vestiging, bedoeld in artikel 2, onderdeel 8, van Verordening 1071/2009/EG, naar een andere lidstaat of een derde land;

      • 2°. het vervoer van goederen op basis van een vervoersovereenkomst van een andere lidstaat of een derde land naar de lidstaat van vestiging;

      • 3°. het verrichten van een bilaterale vervoersactiviteit als bedoeld in subonderdeel 1° of 2°, naast het verrichten van ten hoogste één laad- en één losactiviteit in de lidstaten of derde landen die worden doorkruist, mits de bestuurder de goederen niet laadt en lost in dezelfde lidstaat;

      • 4°. het verrichten van een bilaterale vervoersactiviteit vanuit de lidstaat van vestiging, waarbij geen extra activiteit wordt verricht, gevolgd door een bilaterale vervoersactiviteit naar de lidstaat van vestiging, waarbij ten hoogste twee extra laad- en twee losactiviteiten worden verricht in de lidstaten of derde landen die worden doorkruist, mits de bestuurder de goederen niet laadt en lost in dezelfde lidstaat; of

      • 5°. het uitvoeren van het begin- of eindtraject van gecombineerd vervoer als bedoeld in Richtlijn 92/106/EEG, mits het wegtraject bestaat uit bilaterale vervoersactiviteiten als bedoeld in de subonderdelen 1° tot en met 4°;

    • b. bilaterale vervoersactiviteiten in het personenvervoer verricht, bestaande in:

      • 1°. het meenemen van passagiers vanuit de lidstaat van vestiging, bedoeld in onderdeel a, en het afzetten van deze passagiers in een andere lidstaat of derde land;

      • 2°. het meenemen van passagiers vanuit een lidstaat of derde land en het afzetten van deze passagiers in de lidstaat van vestiging;

      • 3°. het meenemen van passagiers en het afzetten van deze passagiers in de lidstaat van vestiging om plaatselijke excursies in een andere lidstaat of een derde land uit te voeren, overeenkomstig Verordening 1073/2009/EG; of

      • 4°. het verrichten van een activiteit als bedoeld in subonderdeel 1° of 2°, of de terugrit van dit traject, naast het ten hoogste eenmaal laten instappen en eenmaal laten uitstappen van passagiers in de lidstaten of derde landen die worden doorkruist, mits de bestuurder geen personenvervoersdiensten tussen twee locaties binnen de doorkruiste lidstaat aanbiedt; of

    • c. door Nederland heen rijdt zonder dat er vracht wordt geladen of gelost en zonder dat er passagiers in- of uitstappen.

Artikel 9c

Voor de toepassing van artikel 2, tweede tot en met vierde lid, wordt de detachering van een gedetacheerde bestuurder geacht te zijn beëindigd wanneer hij bij het verrichten van het internationaal vervoer van goederen of personen Nederland verlaat. Deze detacheringsperiode wordt niet gecumuleerd met eerdere detacheringsperiodes in het kader van dergelijke internationale activiteiten van dezelfde bestuurder of van de bestuurder die hij vervangt.

Artikel 9d

In afwijking van artikel 7 wijst de dienstverrichter die een gedetacheerde bestuurder detacheert als contactpersoon de vervoersmanager of een andere persoon in de lidstaat van vestiging aan, die optreedt als tussenpersoon met de door Onze Minister aangewezen ambtenaren en met wie documenten of berichten worden uitgewisseld.

Artikel 9e

  • 1. In afwijking van artikel 8 is de dienstverrichter, die een gedetacheerde bestuurder detacheert naar Nederland, verplicht om op een tijdstip voor aanvang van de werkzaamheden een detacheringsverklaring in te dienen bij Onze Minister via het IMI, met de volgende informatie:

    • a. de identiteit van de dienstverrichter;

    • b. de contactgegevens van de contactpersoon;

    • c. de identiteit, de verblijfplaats en het nummer van het rijbewijs van de gedetacheerde bestuurder;

    • d. de aanvangsdatum van de arbeidsovereenkomst van de gedetacheerde bestuurder en het daarop toepasselijke recht;

    • e. de vermoedelijke duur van de detachering;

    • f. de kentekenplaten van de motorvoertuigen; en

    • g. de aard van de verrichte vervoersdiensten.

  • 2. De dienstverrichter houdt de detacheringsverklaringen actueel in het IMI.

Artikel 9f

  • 1. In afwijking van artikel 9 draagt de dienstverrichter, die een gedetacheerde bestuurder detacheert naar Nederland, er zorg voor dat deze bestuurder schriftelijk of elektronisch beschikbaar heeft en ter beschikking stelt wanneer daar bij een wegcontrole om wordt verzocht:

    • a. een kopie van de detacheringsverklaring, bedoeld in artikel 9e;

    • b. bewijs van het vervoer dat plaatsvindt in Nederland, zoals een elektronische vrachtbrief of een bewijs als bedoeld in artikel 8, derde lid, van Verordening 1072/2009/EG; en

    • c. de tachograafgegevens, met name de landsymbolen van de lidstaten waar de bestuurder zich bevond tijdens internationaal wegvervoer of cabotage, in overeenstemming met de registratievoorschriften in het kader van Verordening 561/2006/EG en Verordening 165/2014/EU.

  • 2. Na de detacheringsperiode verstrekt de dienstverrichter, uiterlijk acht weken na een verzoek van de door Onze Minister aangewezen ambtenaren, via het IMI:

    • a. kopieën van de in het eerste lid, onderdelen b en c, bedoelde documenten;

    • b. documentatie in verband met de beloning van de bestuurder met betrekking tot de detacheringsperiode;

    • c. de arbeidsovereenkomst met de bestuurder of een opgave als bedoeld in artikel 655 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

    • d. bescheiden waaruit blijkt hoeveel uren de bestuurder heeft gewerkt; en

    • e. een bewijs, waaruit blijkt welk loon aan de bestuurder is voldaan.

Artikel 9g

In afwijking van artikel 9 draagt de dienstverrichter, die een bestuurder in Nederland arbeid in de wegvervoersector laat verrichten in de zin van onderdeel 1 van de begripsbepaling van transnationale dienstverrichting, zonder als gedetacheerde bestuurder te worden aangemerkt, er zorg voor dat de bestuurder schriftelijk of elektronisch beschikbaar heeft en ter beschikking stelt wanneer daar bij een wegcontrole om wordt verzocht:

  • a. het bewijs van het betrokken internationaal vervoer, zoals een elektronische vrachtbrief of een bewijs als bedoeld in artikel 8, derde lid, van Verordening 1072/2009/EG; en

  • b. de tachograafgegevens, met name de landsymbolen van de lidstaten waar de bestuurder zich bevond tijdens internationaal wegvervoer of cabotage, in overeenstemming met de registratievoorschriften in het kader van Verordening 561/2006/EG en Verordening 165/2014/EU.

Artikel 9h

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2, 4, 6, 7, 12 en 14 van deze wet en van de artikelen 2a en 10a van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten, wordt degene die vanuit het Verenigd Koninkrijk een gedetacheerde bestuurder ter beschikking stelt om tijdelijk arbeid te verrichten in Nederland, bestaande in het vervoer van goederen over de weg, aangemerkt als dienstverrichter.

Artikel 9i

In een derde land gevestigde vervoersondernemingen mogen geen gunstiger behandeling krijgen dan gelijksoortige in een lidstaat gevestigde ondernemingen.

D

1. In artikel 9b, tweede lid, onderdeel a, wordt in de subonderdelen 3° en 4° na «mits de bestuurder de goederen niet laadt en lost in dezelfde lidstaat» ingevoegd «en gebruikmaakt van een voertuig waarin een slimme tachograaf is aangesloten als bedoeld in de artikelen 8 tot en met 10 van Verordening 165/2014/EU».

2. In artikel 9b, tweede lid, onderdeel b, wordt in subonderdeel 4° na «mits de bestuurder geen personenvervoersdiensten tussen twee locaties binnen de doorkruiste lidstaat aanbiedt» ingevoegd «en gebruikmaakt van een voertuig waarin een slimme tachograaf is aangesloten als bedoeld in de artikelen 8 tot en met 10 van Verordening 165/2014/EU».

E

1. In artikel 10, eerste lid, wordt na «voor de wederzijdse bijstand, bedoeld in Hoofdstuk VI van de handhavingsrichtlijn» ingevoegd «, en voor de wederzijdse bijstand, bedoeld in artikel 1, elfde lid, van de mobiliteitsrichtlijn».

2. In artikel 10, eerste lid, wordt «en voor de wederzijdse bijstand, bedoeld in artikel 1, elfde lid, van de mobiliteitsrichtlijn» vervangen door «voor de wederzijdse bijstand, bedoeld in artikel 1, elfde lid, van de mobiliteitsrichtlijn en voor de wederzijdse bijstand, bedoeld in artikel 6 van bijlage 31, deel A, afdeling 2, behorende bij artikel 463, vierde lid, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst EU-VK».

F

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c van het eerste lid door een puntkomma, worden aan het tweede lid drie onderdelen toegevoegd, luidende:

  • d. het door de dienstverrichter niet of onvoldoende nakomen van de administratieve eisen en controlemaatregelen, bedoeld in artikel 9e, eerste of tweede lid;

  • e. het door de dienstverrichter niet of onvoldoende nakomen van de administratieve eisen en controlemaatregelen, bedoeld in artikel 9f, eerste en tweede lid;

  • f. het door de dienstverrichter niet of onvoldoende nakomen van de administratieve eisen en controlemaatregelen, bedoeld in artikel 9g.

2. Na het tweede lid wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Indien de dienstverrichter een overtreding begaat als bedoeld in het tweede lid, onder d of e, wordt de verzender, expediteur, contractant of subcontractant geacht dezelfde overtreding te hebben begaan wanneer hij wist of, rekening houdend met alle relevante omstandigheden, had moeten weten dat de vervoersdienst waartoe hij opdracht gaf, een inbreuk zou inhouden op deze bepalingen.

ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE WET OP HET ALGEMEEN VERBINDEND EN HET ONVERBINDEND VERKLAREN VAN BEPALINGEN VAN BEPALINGEN VAN COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN

De Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2a worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 9. Voor de toepassing van het derde, vierde en vijfde lid, wordt de detachering van een gedetacheerde bestuurder als bedoeld in artikel 9a, eerste lid, van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie geacht te zijn beëindigd, wanneer hij bij het verrichten van het internationaal vervoer van goederen of personen Nederland verlaat. Deze detacheringsperiode wordt niet gecumuleerd met eerdere detacheringsperiodes in het kader van dergelijke internationale activiteiten van dezelfde bestuurder of van de bestuurder die hij vervangt.

  • 10. In een derde land gevestigde vervoersondernemingen mogen geen gunstiger behandeling krijgen dan gelijksoortige in een lidstaat gevestigde ondernemingen op grond van dit artikel.

B

Aan artikel 10a wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Onze Minister kan aan de in het eerste en tweede lid bedoelde verenigingen en rechtspersonen relevante informatie verstrekken uit het IMI, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie, voor zover dit noodzakelijk is om te controleren of algemeen verbindend verklaarde bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten, die gelden voor gedetacheerde bestuurders als bedoeld in artikel 9a, eerste lid, van die wet, door de dienstverrichter worden nageleefd.

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL IV. CITEERTITEL

Deze wet wordt aangehaald als: Implementatiewet Richtlijn 2020/1057/EU inzake detachering in de wegvervoersector.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,