Nr. 5 VERSLAG

Vastgesteld 13 mei 2022

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Het verslag behandelt alleen die onderdelen waarover door de genoemde fracties inbreng is geleverd.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

Algemeen deel

1

Inleiding

2

Wijziging van de Wedb en Warenwet BES (artt. I en V) Tarifering op Saba

2

Sturings- en interventiemogelijkheden

3

Borging leveringszekerheid drinkwater

3

Consultatie 2020

3

Wijziging van de Wet vrom BES en Wet financiën openbare lichamen BES (artt. II en III)

4

Aanleiding voor de wijziging van de Wet vrom BES en de Wet fin BES

4

Afvalwaterheffing

5

Gevolgen van het wetsvoorstel

5

Algemeen deel

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken behorend bij het wetsvoorstel «Wijzigingen Wet elektriciteit en drinkwater BES, de Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer, de Wet financiën openbare lichamen en de Warenwet BES» (hierna: het wetsvoorstel) en hebben hierover nog enkele vragen/opmerkingen.

De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden vinden het van groot belang dat voor iedereen op de BES-eilanden voldoende drinkwater beschikbaar is van een goede kwaliteit. Ook hebben zij in het verleden meermaals aandacht gevraagd voor een rioolwaterzuiveringssystematiek die dusdanig is ingericht dat deze niet het koraal aantast en zorgdraagt dat de vervuiler ook betaalt. Om te borgen dat aan deze zorgen voldoende tegemoet wordt gekomen, hebben deze leden nog enkele vragen die zij willen voorleggen over de betreffende wetswijzigingen.

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en willen de regering nog enkele kritische vragen voorleggen.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden achten het vanzelfsprekend dat de drinkwatervoorziening in Caribisch Nederland betrouwbaar, betaalbaar, veilig en voor een ieder toegankelijk is.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben nog enkele vragen.

Inleiding

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering in hoeverre er met deze voorgestelde wetswijzigingen invulling wordt gegeven aan de afspraak in het coalitieakkoord om de vaste lasten voor nutsvoorzieningen te laten dalen en het leven in Caribisch Nederland betaalbaarder te maken.

Wijziging van de Wedb en Warenwet BES (artt. I en V)

Tarifering op Saba

De leden van de D66-fractie merken op dat met het inwerking treden van dit wetsvoorstel de tarieven voor drinkwater zullen worden vastgesteld door het Openbaar Lichaam Saba (hierna: OLS) in plaats van door de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM), zoals nu het geval is. De Raad van State had hierbij de zorg dat het onduidelijk is of geborgd kan worden of voldaan kan blijven worden aan de drie doelen van tarifering van drinkwater, namelijk consumenten- en investeerdersbescherming en productiekwaliteit. De regering gaf hierop aan dat het OLS gebaat is bij betaalbaar drinkwater voor iedereen, en dat het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) desnoods kan bijspringen bij te hoge drinkwaterprijzen door subsidieverhoging. Kan worden aangegeven of bij de keuze om al of niet bij te springen de drie doelen van tarifering nog steeds gehanteerd zullen worden? En in bredere zin: kan nader toegelicht worden wat het afwegingskader voor al of niet bijspringen met meer subsidie is? Is de regering het eens met deze leden dat hierbij de garantie dat gezond drinkwater beschikbaar is voor iedereen op Saba hoofdzaak zou moeten zijn?

De leden van de CDA-fractie lezen in de memorie van toelichting (hierna: memorie) (blz. 3) dat in 2021 een drinkwaterbottelfabriek wordt opgeleverd die in het drinkwater op Saba zal voorzien. Wat is de stand van zaken, zo vragen deze leden. Is de bottelfabriek inmiddels aangewezen als producent en distributeur op grond van artikelen 2.2 en 3.2 van de Wet elektriciteit en drinkwater BES?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen zich af waarom de regering stelt dat een structurele bijdrage voor de kosten van water buiten de scope van het wetsvoorstel valt en onderdeel is van de activiteiten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (hierna: SZW), terwijl de subsidies om de prijzen voor drinkwater structureel betaalbaar te houden wel onderdeel zijn van de activiteiten van het Ministerie van IenW.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen wat de regering verstaat onder betaalbaar drinkwater. Wanneer moeten er volgens de regering extra subsidies verleend worden aan de distributeur om de tarieven voor afnemers te kunnen verlagen? En in hoeverre werken de ministeries van IenW en SZW daarbij samen?

Sturings- en interventiemogelijkheden

De leden van de VVD-fractie lezen dat bij buitengewone omstandigheden bij voorkeur (maar niet noodzakelijkerwijs) in samenspraak met het eilandbestuur en de drinkwaterbedrijven de Minister van IenW maatregelen kan treffen als de toegang tot een betrouwbare en veilige drinkwatervoorziening in het gedrang komt. Deze leden constateren dat deze verantwoordelijkheid berust bij de Minister, maar dat hij momenteel niet beschikt over afdoende instrumenten om deze maatregelen daadwerkelijk te treffen. Deze leden vragen om welke maatregelen het hier specifiek gaat, waarom er momenteel geen afdoende instrumenten beschikbaar zijn en op welke termijn deze wel kunnen worden verwacht.

Borging leveringszekerheid drinkwater

De leden van de VVD-fractie constateren dat de verplichting om een minimale drinkwatervoorraad van zeven aaneengesloten kalenderdagen aan te houden komt te vervallen. De verantwoordelijkheid voor de zorgplicht komt te liggen bij de distributeurs, die met de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT) in overleg kunnen gaan om de noodcapaciteit te bepalen. Deze leden vragen welke uitgangspunten de ILT zal hanteren voor het bepalen van de noodcapaciteit.

De leden van de PVV-fractie constateren dat de regering het advies van de Raad van State ten aanzien van het schrappen van de verplichting voor de eilanden om een noodvoorziening van drinkwater aan te houden voor tenminste zeven aaneengesloten dagen van het verzorgingsgebied niet overneemt. Voorts constateren deze leden dat de regering dit beargumenteert door erop te wijzen dat distribiteurs in overleg kunnen treden met de ILT over de te nemen maatregelen. Deze leden vragen of de regering beseft dat het hier over een noodvoorziening van drinkwater gaat en dat het schrappen van deze verplichting grote gevolgen kan hebben voor de instandhouding van de noodwatervoorziening.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen waarom is gekozen voor het schrappen van de eis om een verplichte drinkwatervoorraad aan te houden en niet voor een kleinere voorraad die minder risico’s omtrent bacterievorming met zich meebrengt.

Consultatie 2020

De leden van de VVD-fractie hebben gelezen dat tijdens de consultatie van het wetsvoorstel in 2020 door een aantal partijen werd gesuggereerd het afvalwaterbeleid te baseren op het principe «de vervuiler betaalt» in plaats van op een hybride systeem waarbij zowel de toeleverancier van afvalwater als de afnemer van effluent uit de zuiveringsinstallatie betaalt. Echter, een hybride vorm waarbij zowel gezuiverd irrigatiewater wordt verkocht als een afvalwaterheffing wordt geheven is onderdeel van de financieringsvoorwaarden van de Europese Commissie voor de rioolwaterzuiveringsinstallaties (hierna: RWZI) op Bonaire. Deze suggestie is daarom niet overgenomen in het wetsvoorstel. Tegelijkertijd lezen deze leden dat in de meest recente beslisnota’s staat dat de invoering op Bonaire van de afvalwaterheffing politiek gevoelig ligt, vanwege de lastenverzwaring voor burgers. Ook staat er te lezen dat het principe «de vervuiler betaalt» zal worden gehanteerd, waardoor het merendeel van de lasten bij de hotels en restaurants zal worden gelegd. Deze leden zijn benieuwd hoe de tekst uit de beslisnota’s rijmt met de financieringsvoorwaarden van de Europese Commissie.

De leden van de CDA-fractie lezen in de memorie (blz. 8), dat een onderzoek naar een duurzame financiële exploitatie van de drinkwatervoorziening in 2021 inzichten zal geven om dit proces, indien mogelijk, beter in te richten, zodat drinkwater voor de inwoners structureel betaalbaar blijft en de subsidies vanuit het ministerie beheersbaar. Is het bedoelde onderzoek inmiddels afgerond?

Wijziging van de Wet vrom BES en Wet financiën openbare lichamen BES (artt. II en III)

Aanleiding van de wijziging van de Wet vrom BES en de Wet fin BES

De leden van de VVD-fractie hebben gelezen dat het Ministerie van IenW een deel van de exploitatiekosten van de RWZI in de jaren 2020–2024 voor haar rekening zal nemen. Deze leden zijn benieuwd of het ministerie ook zicht heeft op de exploitatiekosten na deze periode en de ontwikkeling van de afvalwaterheffing. Deze leden zijn benieuwd of daarmee definitief besloten is dat na 2024 geen subsidie meer zal worden verstrekt voor de RWZI en de financiering vanaf dat moment kostendekkend moet zijn vanuit de incrementele invoering van de afvalwaterheffing.

De leden van de D66-fractie lezen in de beslisnota dat met dit wetsvoorstel mede uitvoering wordt gegeven aan de aangenomen motie Tjeerd de Groot/Diertens (Kamerstuk 27 625, nr. 514) die de regering verzoekt de BES-eilanden te ondersteunen bij het vergroten van de effectiviteit van het afvalwaterbeheer, vanwege de impact die het lozen van afvalwater heeft op het koraal. Alhoewel deze leden verheugd zijn dat aandacht wordt besteed aan het aanpakken van afvalwaterbeheer ten behoeve van de bescherming van het koraal, willen zij voorkomen dat de lastenverzwaring als gevolg hiervan, problemen oplevert voor mensen op Bonaire voor wie deze lasten mogelijk zwaar zijn om te dragen. Deze leden willen benadrukken dat het belangrijkste is dat de grote vervuiler hierbij betaalt en dat de kostenverdeling op zodanige wijze gebeurt dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen en sociale minima zoveel mogelijk worden ontzien. Kan de regering nader toelichten hoe deze wetswijziging hier zorg voor draagt? Hoe is de percentuele kostenverdeling bijvoorbeeld tussen hotels en restaurants aan de ene kant en burgers aan de andere kant? Worden ook andere (toeristische) bedrijven verantwoordelijk gehouden? Zo ja, hoe? Wat betekent het concreet aan lastenverzwaring voor de burgers van Bonaire? En welke rol voorziet de regering voor Nederland om te zorgen dat deze lastenverzwaring niet te hoog is? Ook zijn deze leden benieuwd hoe deze wet zich verhoudt tot het bredere beleidsplan natuur en milieu voor Caribisch Nederland. Deze leden vernemen ook graag hoe het wetsvoorstel zich verhoudt tot wat is afgesproken in het coalitieakkoord over het betaalbaar houden van nutsvoorzieningen en een versnelde overstap op volledig duurzame energie, riolering en een betere drinkwatervoorziening zodat de vaste lasten voor nutsvoorzieningen dalen. Kan daarbij tevens worden toegelicht hoe dit wetsvoorstel past in het tijdpad richting de realisatie van de doelstelling uit het coalitieakkoord en hoe deze er in bredere zin uitziet?

De leden van de CDA-fractie zien dat de regering stelt dat afvalwater op Saba en Sint Eustatius wordt opgevangen in septic tanks (memorie, blz. 13). Een septic tank kan het afvalwater door middel van filtratie reinigen. Deze leden vragen de regering te bevestigen dat op Saba en Sint Eustatius desalniettemin de meeste huizen en bedrijven afvalwater lozen in een beerput. In een beerput vindt geen filtratie plaats, waardoor afvalstoffen uiteindelijk in de omringende grond en in het grondwater terechtkomen. Deze leden vragen de regering in te gaan op de vraag of de aanwezige beerputten ook onder de reikwijdte van de zorgplicht zullen vallen. Hoe kan de kwaliteit van het grondwater beschermd worden tegen verontreiniging via beerputten en wat zijn de concrete plannen op dit vlak? Is de regering bekend met het feit dat op Sint Eustatius door de Statia Utility Company (STUCO) dicht onder de kust brak grondwater wordt opgepompt dat geschikt wordt gemaakt voor drinkwater en via het leidingnet bij de afnemers terechtkomt? Is er een relatie tussen de grootschalige aanwezigheid van beerputten en de gevallen van legionella-besmettingen (genoemd op blz. 23 van de memorie)? Zo nee, op grond waarvan wordt dit verband uitgesloten? Kan de regering bevestigen dat er op Saba en Sint Eustatius ook gevallen bekend zijn van besmetting van het leidingwater met salmonella? Op welke wijze wordt de kwaliteit van het leidingwater op Saba en Sint Eustatius gegarandeerd?

Afvalwaterheffing

De leden van de PVV-fractie vragen aan de regering wat de financiële gevolgen zijn voor de waterrekening van de inwoners van Bonaire en of de regering beseft dat de drinkwatertarieven op Bonaire veel hoger zijn dan bijvoorbeeld in Nederland terwijl de salarisinkomsten veel lager liggen.

Gevolgen van het wetsvoorstel

De leden van de PVV-fractie vragen aan de regering wat de gevolgen zijn voor de kwaliteit en de benodigde capaciteit voor de noodwatervoorziening, zodra de verplichting om een noodvoorziening van drinkwater voor tenminste zeven aaneengesloten dagen van het verzorgingsgebied komt te vervallen.

De leden van de CDA-fractie lezen onder het kopje «Lastenverschuiving» dat invoering van een afvalwaterheffing op Bonaire voor alle huishoudens, bedrijven en instellingen een lastenverzwaring betekent (memorie, blz. 17). Om de betaalbaarheid van de heffingen te kunnen borgen wordt er momenteel door het Openbaar Lichaam Bonaire onderzocht of een deel van het bedrag via een alternatieve wijze kan worden gefinancierd. Wat is de stand van zaken?

De leden van de CDA-fractie lezen dat het voorliggende wetsvoorstel in de zomer van 2019 intensief geconsulteerd is (memorie, blz. 17). Naar welke consultatie verwijst de memorie, die niet is meegestuurd maar uitsluitend ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer?

De leden van de ChristenUnie-fractie maken zich zorgen over de betaalbaarheid van het levensonderhoud op Bonaire na invoering van de afvalwaterheffing. Deze leden vragen zich af hoe het invoeren van een extra heffing strookt met de belofte in het coalitieakkoord om het leven in Caribisch Nederland betaalbaarder te maken.

De voorzitter van de commissie, T. de Groot

De griffier van de commissie, Rijkers