Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 januari 2022

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mijn ambtsvoorganger op 16 december 2021 gevraagd een reactie te geven op het artikel Spermadonoren met honderden kinderen willen «alleen maar helpen» van Follow the Money. Het artikel is gepubliceerd op 8 december 2021. De commissie heeft gevraagd een reactie te geven op de geschetste problematiek en aan te geven welke oplossingen ik hierbij zie. Na een samenvatting van het artikel zal ik per onderwerp mijn reactie geven.

Samenvatting van het betreffende artikel

Het artikel gaat over zogenaamde massadonoren. Daarmee worden spermadonoren bedoeld die wereldwijd grote aantallen kinderen voortbrengen. Dit betekent dat een donorkind later geconfronteerd kan worden met een groot aantal halfbroers en -zussen, wat voor sommigen heel belastend kan zijn. Het aantal massadonoren is naar alle waarschijnlijkheid klein; het precieze aantal is onbekend. In het artikel wordt een Nederlandse massadonor genoemd, die volgens eigen zeggen al 350 kinderen heeft voortgebracht, waarvan 235 in Nederland. De strekking van het artikel is dat deze massadonoren hun gang kunnen gaan, omdat een registratiesysteem van spermadonoren ontbreekt. Er zou niet alleen een nationaal registratiesysteem nodig zijn, maar ook een internationaal register van spermadonoren, omdat deze massadonoren vaak internationaal opereren. Tevens zou er een registratiesysteem moeten komen waarin privédonoren geregistreerd kunnen worden door vrouwen die een kind willen krijgen van een zelfgekozen spermadonor. Zo kunnen zij checken of en hoeveel kinderen al zijn voortgebracht door een bepaalde donor. Het online vinden van een privédonor is de laatste jaren toegenomen. In het artikel wordt aangegeven dat de reden daarvan is dat het online vinden van een donor goedkoper is en voor sommige vrouwen de enige betaalbare optie. Ook worden de lange wachttijden bij de fertiliteitsklinieken als oorzaak aangewezen voor het online vinden van een donor en het eerder contact kunnen hebben met de donor dan wanneer een donor via een kliniek wordt gebruikt.

Tevens wordt nog benoemd dat het lijkt dat wensouders te weinig aandacht hebben voor het belang van het kind. Met andere woorden: het belang van het kind lijkt ondergeschikt aan de kinderwens van de ouder. In het artikel wordt opgeworpen dat de overheid een zorgplicht heeft ten opzichte van het donorkind, omdat het donorkind recht heeft om zijn afstammingsinformatie te kunnen achterhalen conform het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK), artikel 7.

Nationale registratie van het aantal kinderen per spermadonor

In Nederland kunnen op basis van het standpunt van de Nederlandse Vereniging voor Gynaecologie en Obstetrie (NVOG) en de Vereniging voor Klinische Embryologie (KLEM)1 de zaadcellen van een donor bij de behandeling van maximaal 12 gezinnen worden gebruikt indien de behandeling plaatsvindt in een Nederlandse kliniek. In het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting (Wdkb) dat in juni 2021 bij uw Kamer is ingediend2 wordt een voorstel gedaan om het maximumaantal van 12 ook wettelijk te borgen. De Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting (Sdkb) zal daarnaast het aantal kinderen per donor centraal monitoren. Toezicht op het maximumaantal kinderen per donor is evenwel niet mogelijk indien wensouders gebruik maken van donoren buiten de Nederlandse klinieken om.

Zolang het wetsvoorstel nog niet van kracht is, geldt de huidige situatie. De kliniek maakt een aantal afspraken met de donor. Een daarvan is dat de donor verklaart dat hij zich maar bij één spermabank of kliniek inschrijft en dat hij zich onthoudt van donorschap langs andere kanalen zoals aanbiedingen via internet. Dit kan niet worden gecontroleerd en het is een kwestie van vertrouwen dat de donor deze afspraak nakomt. Op basis van de privacywetgeving is het op dit moment niet mogelijk dat spermabanken en klinieken de gegevens van de donoren onderling uitwisselen. Ook heeft de Sdkb geen wettelijke mogelijkheid om de gegevens van donoren aan elkaar te koppelen.

Internationale registratie van het aantal kinderen per spermadonor

Er bestaat geen internationaal register waarin spermadonoren worden geregistreerd. De zaadcellen van een (buitenlandse) donor kunnen in Nederland weliswaar door klinieken bij maximaal 12 gezinnen worden gebruikt, maar daarnaast kan hij mogelijk ook zijn sperma in andere landen beschikbaar stellen.

Ik kan niet voorkomen dat via een buitenlandse (commerciële) spermabank de zaadcellen van een spermadonor in meerdere landen worden gebruikt. Hetzelfde geldt voor spermadonoren die zich via internet aanbieden. Wensouders dienen zich de consequenties van het gebruik van een spermadonor via een buitenlandse spermabank of via internet te realiseren. Een van de consequenties is de mogelijkheid van een groot aantal halfbroers en -zussen.

Wat mogelijk een bijdrage kan leveren aan een oplossing van de problemen rond het internationale gebruik van spermadonoren is dat de problematiek geagendeerd is in internationale gremia. Zo staan de traceerbaarheid van buitenlandse spermadonoren en het grote aantal nakomelingen van spermadonoren die internationaal opereren op de agenda van de European Committee on Legal Co-operation (CDCJ) van de Raad van Europa. Nederland neemt actief deel aan deze vergaderingen, evenals aan de vergaderingen van de Committee on bioethics (DH-BIO) waar de problemen rond donorconceptie ook aan de orde zijn geweest. Hierover is uw Kamer geïnformeerd in een brief op 15 oktober 2021.3

Registratie van privédonoren

Ik vind het onwenselijk wanneer donoren grote aantallen kinderen verwekken. Ik heb echter geen middelen tot mijn beschikking om ervoor te zorgen dat donoren zich bij spermadonatie buiten de klinieken om conformeren aan de in Nederland geldende richtlijnen. Het is niet mogelijk of wenselijk een niet handhaafbare registratieplicht in te voeren voor handelingen in de privésfeer. Bovendien heeft registratie weinig zin als de donor vervolgens zijn diensten anoniem aanbiedt op bijvoorbeeld internet of in het buitenland en er wensouders zijn die van die diensten gebruik blijven maken. Registratie van donoren is geborgd wanneer spermadonatie via een Nederlandse kliniek plaatsvindt en na inwerkingtreding van het bij uw Kamer aanhangige wetsvoorstel zal het maximumaantal kinderen dat via de klinieken per donor kan worden verwerkt ook centraal worden gemonitord.

Het belang van het kind

Conform het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK), artikel 7, moeten kinderen in de gelegenheid gesteld worden om hun afstamming te achterhalen. De Nederlandse wetgeving waarborgt dit recht voor donorkinderen via de in 2004 in werking getreden Wdkb. Wanneer een fertiliteitsbehandeling is uitgevoerd met gebruik van gedoneerde ei- of zaadcellen zijn klinieken verplicht om de gegevens van de betrokken donor en de behandelde vrouw te registreren bij de Sdkb. Hierdoor is het gebruik van ei- en zaadcellen van anonieme donoren door klinieken in Nederland niet meer mogelijk. Als het donorkind de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, kan hij zijn afstamming achterhalen door het opvragen van de persoonsidentificerende gegevens van de donor bij de Sdkb. Daarbij geldt het recht van het donorkind op kennisneming van die gegevens van de donor als uitgangspunt en bestaat uitsluitend reden om daarvan af te wijken als zwaarwegende belangen van de donor daartoe nopen. Op deze wijze geeft de overheid vorm aan haar zorgplicht ten opzichte van het donorkind.

Ik ben van mening dat het van groot belang is dat wensouders zich de consequenties realiseren van hun keuze om via internet of social media een spermadonor te vinden of daarvoor uit te wijken naar het buitenland. Op die manier is geen zicht op het aantal kinderen dat verwekt is met de zaadcellen van een donor en kan het gebeuren dat een donorkind later geconfronteerd wordt met een groot aantal halfbroers en -zussen, wat voor sommigen heel belastend kan zijn. Ook kan sprake zijn van een anonieme donor waardoor afstammingsinformatie ontbreekt. Het verstrekken van afstammingsinformatie maakt onderdeel uit van de zorg en de verantwoordelijkheid van ouders voor het geestelijk welzijn en de ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind. Dit is conform de kabinetsreactie op de aanbevelingen van de Staatscommissie Herijking ouderschap (12 juli 2019).4 Ik adviseer wensouders daarom een spermadonor te vinden via een Nederlandse kliniek of om de spermadonatie van een eigen donor via een Nederlandse kliniek te laten plaatsvinden om excessen zoveel mogelijk te voorkomen. Dit kan mogelijk betekenen dat het langer duurt voor een kinderwens in vervulling kan gaan. Ik realiseer me dat dit zwaar kan zijn voor de wensouders die dit treft, maar dit is wel in het belang van hun toekomstige kind.

Ik onderstreep het belang van goede voorlichting. Voorlichting aan wensouders vindt plaats via klinieken en ook via de websites van Fiom en het Landelijk informatiepunt donorconceptie (LIDC). Fiom ontvangt van het Ministerie van VWS een instellingssubsidie als kenniscentrum op het gebied van onder meer afstammingsvragen. Zowel donorkinderen als donoren en wensouders kunnen bij Fiom terecht met allerlei vragen op dit terrein. Het LIDC is tot stand gekomen door samenwerking tussen de Stichting donorkind, Stichting meer dan gewenst, Fiom, het POINT netwerk en de Special Interest Group Gameetdonatie, die onderdeel is van de NVOG. Door de inrichting van dit digitale informatiepunt is alle informatie rond donorconceptie op één centraal punt te vinden. Het Ministerie van VWS financiert dit digitale informatiepunt (www.donorconceptie.nl).

Nota van wijziging bij de Wdkb

De commissie van VWS heeft tevens gevraagd een indicatie te geven wanneer de toegezegde nota van wijziging bij het wijzigingsvoorstel van de Wdkb naar de Tweede Kamer zal worden verzonden. Het wijzigingsvoorstel van de Wdkb is in juni 2021 bij uw Kamer ingediend5. Uw Kamer heeft de behandeling van het wetsvoorstel opgeschort totdat de aangekondigde nota van wijziging is ingediend.

De nota van wijziging is op 22 december 2021 voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State conform haar verzoek daartoe in haar advies over het wetsvoorstel. De nota van wijziging zal zo spoedig mogelijk na het uitbrengen van het advies bij uw Kamer worden ingediend. Ik verwacht dat dit uiterlijk in april 2022 zal zijn.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers