Voorgesteld 16 januari 2025
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Wet bescherming klokkenluiders slechts gedeeltelijk in werking is getreden;
overwegende dat het juridisch niet mogelijk is gebleken het Huis voor Klokkenluiders een sanctie op te laten leggen als een aanbeveling niet wordt opgevolgd (artikelen 3a, lid 3 onder e, en 17i) en dat dit onderdeel van de wet gewijzigd zal worden;
verzoekt de regering de onderdelen van de wetswijziging die strekt tot een sanctionerende en handhavende bevoegdheid (aangenomen amendement-Leijten, 35 851, nr. 51) die nu al wél mogelijk zijn in werking te laten treden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Nispen
Chakor.