Kamerstuk 35582-9

Amendement van de leden Van der Molen en Paternotte over het bieden van de mogelijkheid aan instellingsbesturen om zelf te bepalen of zij bij inschrijving voor een opleiding de nadere vooropleidingseisen toepassen

Dossier: Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met een verbeterde regeling voor diverse onderwerpen op het terrein van het hoger onderwijs en de studiefinanciering (Variawet hoger onderwijs)


65,1 %
34,2 %

PVV

DENK

SP

Krol

GL

Van Kooten-Arissen

PvdD

PvdA

50PLUS

VVD

FVD

Van Haga

SGP

D66

CU

CDA


Nr. 9 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER MOLEN EN PATERNOTTE

Ontvangen 19 november 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Na artikel I, onderdeel M, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ma

Artikel 7.25 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

Onverminderd het vierde lid kan bij ministeriële regeling bepaald worden dat een instellingsbestuur de mogelijkheid heeft om voor een bij die regeling aan te wijzen opleiding of groep van opleidingen enkel studenten in te schrijven van wie het diploma betrekking heeft op een of meer bij die ministeriële regeling aan te wijzen profielen, bedoeld in artikel 12 van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 38 van de Wet voortgezet onderwijs BES, waarbij de profielen betrekking hebben op de volgende diploma’s:

2. De aanhef van het tweede lid komt te luiden:

Onverminderd het vierde lid kan bij ministeriële regeling tevens bepaald worden dat een instellingsbestuur de mogelijkheid heeft om voor een bij die regeling aan te wijzen opleiding of groep van opleidingen enkel studenten in te schrijven van wie het examen ter verkrijging van een in het eerste lid bedoeld diploma voor een deel bestaat uit bij die ministeriële regeling aangewezen vakken en andere programmaonderdelen, indien het betreft:

3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt na de puntkomma ingevoegd «of».

4. In het derde lid wordt in de aanhef «Bij ministeriële regeling kunnen eisen worden gesteld» vervangen door «Onverminderd het vierde lid kan bij ministeriële regeling bepaald worden dat een instellingsbestuur de mogelijkheid heeft om eisen te stellen».

5. Na het derde lid wordt, onder vernummering van het vierde tot en met zesde lid tot vijfde tot en met zevende lid een lid ingevoegde, luidende:

  • 4. Bij de ministeriële regeling, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, kan worden bepaald dat voor een bij die regeling aangewezen opleiding of groep van opleidingen het instellingsbestuur een of meer van de nadere vooropleidingseisen, bedoeld in het eerste, tweede of derde lid, stelt aan aspirant-studenten om te kunnen worden ingeschreven.

6. In het zesde lid (nieuw), eerste volzin, wordt «Het instellingsbestuur kan bepalen dat de bezitter van een diploma, genoemd in het eerste of derde lid, die niet voldoet aan de in het eerste, tweede of derde lid bedoelde voorwaarden, toch wordt ingeschreven» vervangen door «Indien de nadere vooropleidingseisen, bedoeld in het eerste tot en met vierde lid, van toepassing zijn, en een student hieraan niet aan voldoet, kan de student toch worden ingeschreven»

II

Aan artikel I, onderdeel N, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

3. In het derde lid wordt «Indien nadere vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 7.25, eerste, tweede of derde lid» vervangen door «Indien nadere vooropleidingseisen als bedoeld in artikel 7.25, eerste tot en met vierde lid, van toepassing zijn».

III

Na artikel I, onderdeel BB, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

BBa

In artikel 7.61, eerste lid, onder d, wordt «7.25, vijfde lid» vervangen door «7.25, zesde lid».

Toelichting

Op grond van artikel 7.25, dat gaat over nadere vooropleidingseisen, kunnen profielen of bepaalde vakken worden aangewezen die verplicht deel moeten hebben uitgemaakt van het eindexamen voor toelating tot een bepaalde opleiding. Als de Minister deze eisen vaststelt, zijn ze verplicht voor alle opleidingen. Met de wijziging in dit amendement wordt bewerkstelligd dat het instellingsbestuur zelf kan bepalen of de bij ministeriële regeling vastgestelde nadere vooropleidingseisen aan studenten, die zich voor een bepaalde opleiding willen inschrijven, worden toegepast. Op grond van het nieuwe vierde lid kunnen bij ministeriële regeling opleidingen hiervan worden uitgezonderd. Van deze bevoegdheid kan bijvoorbeeld toch gebruik gemaakt worden in gevallen waar blijkt dat het niet hanteren van nadere vooropleidingseisen leidt tot meer uitval en switch onder studenten of in gevallen waar blijkt dat landelijk geldende nadere vooropleidingseisen noodzakelijk zijn.

Van der Molen Paternotte