Ontvangen 2 december 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Indien het bij koninklijke boodschap van 16 april 2020 ingediende voorstel van wet tot Wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieën voor lagere geldvorderingen (35 439) tot wet is of wordt verheven en die wet in werking treedt of is getreden, wordt in de bijlage bij de Wet griffierechten burgerlijke zaken, in de regel «Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 5.000 en niet meer dan € 12.500», het bedrag «€ 672» vervangen door «€ 499» en het bedrag «€ 318» door «€ 236».
Dit amendement strekt er toe om de met het voorstel van wet tot Wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieën voor lagere geldvorderingen (Kamerstukken II 2020/21, 35 439) voorgestelde verhoging van de griffierechten, alsnog gedeeltelijk niet in te voeren. Daarbij gaat het om de griffierechtenverhoging in de categorie vorderingen of verzoeken met een beloop van meer dan € 5.000 en niet meer dan € 12.500.
De verhoging van de griffierechten vanaf een vordering van € 5.000 zijn fors. In de categorie voor vorderingen van meer dan € 5.000 en niet meer dan € 12.500 stijgt het tarief van natuurlijke personen en rechtspersonen met maar liefst 35%. Dit betekent voor rechtspersonen een tariefsverhoging van € 499 naar € 672. De Raad voor de rechtspraak schat in dat het aantal zaken vanaf € 5.000,– zal dalen. Het effect op kleine ondernemers die een vordering van (iets) meer dan € 5.000 hebben kan groot zijn. Daarom draait dit amendement de verhogingen van de tarieven in de categorie vorderingen van meer dan € 5.000 en niet meer dan € 12.500 terug.
Er is budgettaire ruimte ontstaan om dit te kunnen doen, doordat ons nader gewijzigd amendement op het voorstel van wet tot Wijziging van de Wet griffierechten burgerlijke zaken in verband met het introduceren van meerdere griffierechtcategorieën voor lagere geldvorderingen (Kamerstukken II 2020/21, 35 439, nr. 16) is aangenomen. Doordat rechtspersonen bij vorderingen die meer dan € 1.000.000 bedragen een hoger griffierecht gaan betalen levert dit middelen op, die met dit amendement worden aangewend om gedeeltelijk tegemoet te komen aan de door ondergetekenden in amendement nr. 10 op datzelfde wetsvoorstel tot uitdrukking gebrachte wens om de voorgestelde verhoging van de griffierechten onder de kantonrechtersgrens terug te draaien.
Van Nispen Van den Berge Groothuizen Van Dam