Gepubliceerd: 30 november 2020
Indiener(s): Hugo de Jonge (viceminister-president , minister volksgezondheid, welzijn en sport) (CDA)
Onderwerpen: gezondheidsrisico's organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35538-21.html
ID: 35538-21

Nr. 21 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Ontvangen ter Griffie op 30 november 2020.

De voordracht voor het vast te stellen koninklijk besluit is aan de Kamer overgelegd tot en met 7 december 2020.

De voordracht voor het vast te stellen koninklijk besluit kan niet eerder worden gedaan dan op 8 december 2020.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 november 2020

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit, houdende verlenging van de Tijdelijke wet notificatieapplicatie covid-191.

De wet notificatieapplicatie covid-19 komt in beginsel op 10 januari 2021 te vervallen. Dat zou betekenen dat de inzet van CoronaMelder per deze datum moet worden beëindigd. Op dit moment is het aantal besmettingen echter nog steeds hoog waardoor de inzet van CoronaMelder nog nodig is. CoronaMelder kan immers een belangrijke bijdrage leveren aan het sneller doorbreken van ketens van besmettingen en daarmee het beperken van verdere verspreiding van het virus. Het onderhavige besluit bepaalt daarom de vervaldatum van de Tijdelijke wet notificatieapplicatie covid-19 op drie maanden na 10 januari 2021, te weten 10 april 2021.

Gelet op het kerstreces wordt het ontwerpbesluit eerder dan gebruikelijk aan uw Kamer overgelegd. Het kerstreces begint in 2020 namelijk op 16 en 18 december en duurt tot en met 11 januari 2021. Gelet op aanwijzing 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving waarin is vastgelegd dat een voorhangperiode zo mogelijk voor ten minste drie vierde deel buiten een recesperiode dient te vallen én de verdere procedure om het besluit tijdig in het Staatsblad te publiceren is het noodzakelijk de voorhang al begin december te laten plaatsvinden.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge