Nr. 8 VERSLAG

Vastgesteld 30 september 2020

De algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen afdoende zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, De Roon

Adjunct-griffier van de commissie, Meijers

Inhoudsopgave

Algemeen

2

Inleiding

2

Doelstelling en Opzet

3

Verhouding tot kabinetsbeleid

6

Europese en mededingingsaspecten

6

Inhoud wetsvoorstel

7

Geografische focus

10

Samenwerking van Invest International met Invest-NL en andere instellingen

10

Uitvoering

11

Artikelsgewijs

11

Algemeen

De leden van de VVD-fractie willen allereerst opgemerkt hebben dat zij een groot voorstander zijn van het beter faciliteren en ondersteunen van Nederlandse bedrijven met internationale ambities en dat zij menen dat het voorstel voor een publieke ontwikkelingsbank zoals Invest International daar een belangrijke bijdrage aan kan leveren.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Deze leden onderstrepen het belang van de oprichting van Invest International en willen nogmaals benadrukken dat het Nederlandse bedrijfsleven gebaad is bij de oprichting hiervan en sporen de regering daarom aan om snelheid in het wetgevingsproces te betrachten. De leden van de CDA-fractie spreken de wens uit dat de regering zich inzet om het wetgevingsproces rond dit voorstel nog deze regeertermijn af te ronden. Voorts hebben deze leden enkele vragen ter verduidelijking en wat hen betreft ter verbetering van het voorliggende wetsvoorstel.

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Machtigingswet oprichting Invest International. Deze leden waarderen de doelstelling van deze wet, maar willen de regering nog enkele vragen en opmerkingen voorleggen.

De leden van de fractie van GroenLinks hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel Machtigingswet oprichting Invest International en hebben daar nog enkele vragen over.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de Machtigingswet oprichting Invest International en hebben hier een aantal vragen over.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de machtigingswet.

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van het voorstel voor de machtingswet tot oprichting van Invest International en de verschillende adviezen die daarover zijn uitgebracht. Zij hebben daarover enkele vragen.

Inleiding

De leden van de VVD-fractie lezen dat de regering voornemens is om een aantal internationale financieringsregelingen die worden uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) onder te brengen in Invest International. Kan de regering toelichten op welke termijn zij voornemens is het elders onderbrengen van deze regelingen te voltooien? Op welke wijze wordt gegarandeerd dat gedurende dit proces de continuïteit van de dienstverlening gewaarborgd blijft?

De leden van de VVD-fractie delen de noodzaak voor tussentijdse evaluatie van het investeringsvermogen van Invest International. Op welke momenten zal de mate waarin het beschikbaar gestelde investeringsvermogen voldoende toereikend is geëvalueerd worden? Welk afwegingskader wordt hierbij gehanteerd?

De leden van de VVD-fractie menen dat een van de grootste knelpunten in het huidige stelsel van export- en internationale financiering het feit is dat de huidige instrumenten onvoldoende tegenwicht kunnen bieden aan het ongelijke speelveld met andere partijen uit de EU en daarbuiten. Zij menen dat hieraan ten dele ten grondslag ligt dat de huidige maximale projectomvang te beperkt is en dat er te weinig mogelijkheden zijn voor concessionele financieringsvormen. Deelt de regering deze observatie? Zo ja, kan zij toelichten op welke wijze deze probleemstelling vorm krijgt in het huidige voorstel? Meent de regering dat met de huidige maximale projectomvang het door haar aangehaalde voorbeeld van een haven in een ontwikkelingsland doorgaans niet mogelijk zal zijn? Op welke wijze heeft de uitvoering en de uitkomsten van de motie Weverling over onderzoek naar meer concessionele financiering (Kamerstuk 35 300-XVII, nr. 29) vorm gekregen in het voorstel?

De leden van de D66-fractie vragen waarom er een economische voorwaarde wordt verbonden aan het besteden van Official Development Assistence (ODA) middelen? Waarom moeten activiteiten gefinancierd vanuit ODA-middelen bijdragen aan de Nederlandse economie? Hoe verhoudt deze voorwaarde zich tot de geest van ODA-middelen?

Deze leden horen graag een toelichting of Duitsland een soortgelijke organisatie heeft als Invest International, en zo ja, wat de verschillen zijn tussen deze organisatie en het plan voor Invest International. Kan de regering dit ook afzonderlijk toelichten voor Spanje, Zwitserland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, België en Zweden?

De aan het woord zijnde leden vragen zich af welke andere instrumenten Duitsland gebruikt ter bevordering van het bedrijfsleven in derde landen. Kan de regering dit ook toelichten voor Spanje, Zwitserland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, België en Zweden?

De leden van de SP-fractie vragen naar welke andere oplossingen voor knelpunten in financiering is gekeken en een toelichting waarom is gekozen voor de oprichting van een aparte organisatie. Voorts vragen zij welke «synergie» het loket voor financieringsaanbieders (FMO, RVO, Atradius) oplevert. Kunnen deze financiers in de huidige situatie niet al samenwerken? Welke alternatieve oplossingen voor deze knelpunten in hun «synergie» zijn in overweging genomen?

Governance Invest International

De leden van de VVD-fractie lezen dat de voorgestelde governance structuur mogelijkheden biedt om nadere regels te stellen met betrekking tot de verstrekking van subsidies. Kan de regering toelichten waarop deze nadere regels wat haar betreft zouden moeten toezien?

De leden van de VVD-fractie lezen dat het wetsvoorstel geen duiding van terreinen bevat waarop Invest International mag investeren. Desondanks wordt duidelijk dat Invest International wel de doelstelling heeft om bij te dragen aan «duurzame» economische ontwikkeling. In dit verband vragen de voorgenoemde leden of deze doelstelling geen belemmeringen oplevert ten aanzien van de financiering van projecten bijvoorbeeld gericht op het ontginnen van fossiele brandstoffen, te meer nu met name in middeninkomenslanden financiering van dergelijke projecten een belangrijke bijdrage levert aan de economische ontwikkeling en de energietransitie. Kan de regering hier op ingaan?

Het kabinet deelt de analyse van de Raad van State dat de opzet van Invest International complex is. Ook de leden van de CDA-fractie zien de meerwaarde van het private aandeelhouderschap van FMO en Invest International. In haar reactie legt de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking uit waarom de organisatie zo complex is, maar geeft geen suggesties of doet geen aanpassingen om deze complexiteit te vereenvoudigen. De leden van de CDA-fractie vragen de regering dat toch te doen en met suggesties te komen hoe de opzet van Invest International vereenvoudigd zou kunnen worden om dit zo onderdeel van het debat te doen laten gaan uitmaken. De leden van de CDA-fractie vragen de regering of deze bereid is om in de jaarverslagen van Invest International te borgen dat er transparant wordt gerapporteerd op aanvragen, afwijzingen en motivatie van afwijzingen.

De leden van de CDA-fractie vragen de regering om uitvoerig te schetsen welke rol de Staten Generaal en in het bijzonder de Tweede Kamer heeft in de governance structuur van Invest International. Ook willen deze leden van de regering weten hoe de verslaglegging richting de Tweede Kamer van de activiteiten en prestaties van Invest International wordt vormgegeven. Bij Invest-NL zijn er afspraken gemaakt met betrekking tot evaluatie richting de Kamer. De leden van de CDA-fractie vragen de regering om dezelfde afspraken over te nemen voor Invest International en daarbij een rol voor de Algemene Rekenkamer in te richten bij de eerste evaluatie. De leden van de CDA-fractie vragen bovendien hoe wordt voorzien in heldere, transparante en publieke projectinzage. Deze leden vragen voorts of de Invest International organisatie, bestuur etc. een diverse en inclusieve samenstelling met kennis van zaken krijgt.

Tevens vragen de leden van de CDA-fractie om aan te geven hoe gerealiseerd wordt dat verantwoordlijkheden uit elkaar worden gehouden en daarbij met name de rol van het ministerie duidelijk is afgebakend. Voorts vragen deze leden hoe de uitvoering wordt bekostig, over hoeveel fte we het dan hebben en wat de kosten zijn voor de fysieke inrichting van de organisatie Invest International en uit welke middelen dit wordt gefinancierd. Bij majeure wijzigingen van taken van Invest International zal de Tweede Kamer worden geïnformeerd zo valt te lezen in de memorie van toelichting. Deze leden vragen de Minister wat ze verstaat onder majeure wijzigingen en in hoeverre de Tweede Kamer kan meebeslissen over dergelijke voornemens tot majeure wijziging. Bovendien vragen deze leden of voor majeure wijzigingen aanpassingen van deze wet noodzakelijk zijn.

De leden van de CDA-fractie vragen de regering hoe er wordt besloten tot de oprichting van een nieuwe dochterondernemingen en wat daarvoor vervolgens de juridische procedure is. Tevens vragen deze leden of er gedacht zou kunnen worden aan een MKB-dochtermaatschappij, waarbij een absolute focus ligt op het midden- en kleinbedrijf (MKB) en de kansen en uitdagingen die zij ondervinden met internationaal ondernemen waardoor er wellicht tegemoet wordt gekomen meer specifieke wensen en behoeften, en er bovendien een deel van de middelen geoormerkt wordt voor stimulering van het MKB. De leden van de CDA-fractie vragen de regering om aan te geven hoe te borgen dat Invest International het uitgangspunt hanteert dat MKB de norm is in uitvoering en organisatie.

De leden van de D66-fractie vragen hoe de hoogte van de rendementseis op het eigen vermogen zal worden bepaald. In het nader rapport (Kamerstuk 35 529, nr. 4) schrijft de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking dat het normrendement in een latere fase wordt vastgesteld. Hoe lang zal het naar schatting duren vanaf de oprichting van Invest International totdat het normrendement wordt vastgesteld? Hoe zal worden voorkomen dat het normrendement afbreuk zal doen aan de maatschappelijke doelstelling van Invest International, die relatief hoge investeringsrisico’s met zich meebrengt?

De leden van de GroenLinks-fractie zijn verheugd dat het kabinet in de memorie van toelichting de essentiële taak van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) erkent. Zij lezen dat het als een van de voorwaarden wordt gesteld in de afweging of een investering via Invest International aan een internationaal opererend bedrijf wordt toegekend. De leden geloven dat Invest International een fonds moet zijn waar innovatie, duurzaamheid en mensenrechten centraal staan. Een grote rol is daarbij, in hun inziens, weggelegd voor bindende IMVO-maatregelen binnen het investeringsfonds. De leden van de GroenLinks-fractie lezen in de memorie van toelichting dat de regering die mening deelt.

De leden maken zich zorgen, aangezien het streven om IMVO als één van de voorwaarden in het afwegingskader te stellen, niet in de wettekst voorkomt, noch in algemene maatregel van bestuur. Zij lezen dat IMVO terugkomt in de aanvullende overeenkomst tussen de Staat, FMO en Invest International. Zij maken zich zorgen om de onduidelijke juridische status van deze overeenkomst, en vinden de rol van IMVO in de oprichting van het investeringsfonds te summier. Hoe ziet de regering de juridische status van deze overeenkomst, in verhouding met de wettekst zelf, vragen de leden van de GroenLinks-fractie? Waarom is ervoor gekozen IMVO niet in de wettekst op te nemen, noch in AMvB? Kan er een beroep worden gedaan op de overeenkomst wanneer een schending van de richtlijnen voor multinationale ondernemingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO-richtlijnen) of de UN Guiding Principles on Business and Human Rights wordt geconstateerd, vragen zij?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen zich af hoe de regering verwacht een voorbeeldfunctie te vervullen, terwijl de rol van IMVO binnen het investeringsfonds onduidelijk is? Kan de regering verduidelijking geven over hoe Invest International zal monitoren en toetsen dat de investeringen uit het fonds geen negatieve effecten zullen hebben op de lokale bevolking, op mensenrechtenverdedigers, vrouwen, minderheden en LHBTIQ-personen, vragen zij?

De leden van de SP-fractie lezen dat er € 833 miljoen aan investeringskapitaal met rendementseis beschikbaar zal worden gesteld. Welke rendementseis verwacht de regering te gaan hanteren? Hoe verhoudt zich dit bedrag tot het investeringskapitaal dat andere EU-landen ter beschikking stellen voor deze taakstelling? Hoe gaat de regering de situatie voorkomen waar Nederlands belastinggeld projecten van multinationals subsidieert welke zij toch al van plan waren uit te voeren? Ook heeft de praktijk, onder andere bij FMO en de Nederlandse exportkredietverzekeraar, geleerd dat de UNGPs en OESO-richtlijnen uiteindelijk niet afdwingbaar zijn. Daarom vragen de leden hoe de regering van deze ervaring gaat leren en gaat zorgen voor proactieve verantwoordelijkheid voor het toepassen van zulke richtlijnen. De leden zouden dit graag vastgelegd zien worden in de ontwerpovereenkomst.

Investeerders spelen een zeer belangrijke rol in het mogelijk of onmogelijk maken van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het zal ook om die reden zijn dat de regering in de memorie van toelichting heeft opgenomen dat IMVO een van de voorwaarden moet zijn in de afweging of een investering via Invest International aan een internationaal opererend bedrijf wordt toegekend. De leden van de PvdA-fractie danken de regering voor die belangrijke aanvulling.

Desondanks hebben de leden nog enkele vragen ter verduidelijking over de constructieve bijdrage via Invest International aan het mitigeren van mensenrechtenschendingen door bedrijven.

Op dit moment zien de leden van de PvdA-fractie de ambitie van de regering niet gereflecteerd in de machtigingswet zelf. Op deze manier wekt het de suggestie dat Invest International het bevorderen van de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven voorrang geeft boven het bijdragen aan de ontwikkeling van lage- en middeninkomens landen. De IMVO-voorwaarden zijn noch in de wettekst noch in een algemene maatregel van bestuur (AMvB) opgenomen, maar in een aanvullende overeenkomst tussen de Staat, FMO en Invest International. Onduidelijk is wat de juridische status is van deze overeenkomst in verhouding met de wetstekst zelf. Is het mogelijk een beroep te doen op deze overeenkomst als er sprake is van schendingen van bijvoorbeeld de OESO-richtlijnen voor gepaste zorgvuldigheid en UN Guiding Principles on Business and Human Rights? Ook lijkt deze werkwijze niet bevorderlijk voor de transparantie van het toekenningsproces. Deelt de regering de opvatting dat transparantie van het proces onmisbaar is voor maatschappelijke actoren om te kunnen controleren op de uitvoering van gedegen IMVO-beleid? En hoe kan de transparantie van het toekenningsproces gegarandeerd worden? Hoe kan de Tweede Kamer de aanvullende overeenkomst over IMVO controleren?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen zich af in hoeverre het de taak van de overheid is een «one stop shop» te faciliteren voor bedrijven die internationaal willen ondernemen. Het is volgens deze leden een goede zaak als de overheid bedrijven behulpzaam is, maar is de regering het met deze leden eens dat het vooral aan het bedrijfsleven zelf is de wegen op de internationale markt te vinden? Zij vragen zich dat des te meer af gezien de complexiteit van de constructie die nu gekozen is waar verschillende adviesorganen serieuze kanttekeningen bij hebben geplaatst. De Raad van State adviseert het wetsvoorstel nader te overwegen en aanpassingen te doen alvorens het naar de kamer te zenden. De leden van de ChristenUniefractie merken op dat niet alle adviezen zijn overgenomen.

Verhouding tot kabinetsbeleid

De leden van de CDA-fractie achten het van groot belang dat het ook voor het MKB eenvoudig is om gebruik te maken van Invest International. Bij de totstandkoming van Invest-NL was er discussie over het stellen van een ondergrens van 5 miljoen euro. De leden van de CDA-fractie vragen de regering of er een ondergrens is van Invest International, en vragen de regering te garanderen dat deze organisatie ook de kleine MKB-ondernemingen bedient waar minder kennis en capaciteit zit dan bij de grote.

Europese en mededingingsaspecten

De leden van de VVD-fractie lezen dat in de Memorie onder «Europese aspecten» uitvoering ingegaan wordt op met name de verhouding van het voorstel tot Europese wet- en regelgeving, maar in mindere mate op welke wijze Europese fondsen en instellingen de doelstellingen en effectiviteit van Invest International kunnen versterken. In dit verband vragen de voorgenoemde leden of de regering kan toelichten in hoeverre Invest International aansluiting kan zoeken bij deze fondsen en welke fondsen of instellingen hiervoor in aanmerking kunnen komen. Kan de regering dit toelichten? Kan de regering eveneens toelichten in hoeverre het huidige voorstel mogelijkheden biedt voor het ontsluiten en beschikbaar maken van andere bilaterale en multilaterale financieringsinstellingen en instrumenten, naast de Europese?

De leden van de D66-fractie achten het van belang dat er gedegen onafhankelijk toezicht plaatsvindt op het gebied van mededinging. Binnen dit kader vragen deze leden de regering toe te lichten hoe de Kamer zal worden geïnformeerd over de afhandeling van ingediende mededingingsklachten.

Het valt de leden van de SP-fractie op dat er nadruk wordt gelegd op het «additioneel aan de markt» zijn. Deze leden hebben vernomen dat vergelijkbare initiatieven in andere landen wel degelijk ook in competitie kunnen treden met de markt, om hun doelstellingen te behalen. Waarom kiezen sommige landen hier wel voor en waarom kiest de regering hier niet voor? De leden van de SP-fractie achten het van belang dat wanneer er met publiek geld risico’s worden genomen dit leidt tot publieke winsten in plaats van de vaak door de regering gekozen weg van publieke risico’s en private winsten. Voorts lezen de leden dat bedrijven een mededingingsklacht kunnen indienen wanneer niet additioneel aan de markt wordt gehandeld door Invest International. Waarom is voor deze mogelijkheid gekozen?

Inhoud wetsvoorstel

De leden van de VVD-fractie missen in de geformuleerde doelstelling van Invest International het feit dat de beschikbaar gestelde financiering niet alleen additioneel moet zijn aan de markt maar ook concurrerend in verhouding tot andere publieke financieringsinstellingen. Kan de regering toelichten waarom dit niet als doelstelling is geformuleerd, nu juist dit aspect van groot belang is voor het behalen van resultaten op het gebied van het versterken van het Nederlandse verdienvermogen?

De leden van de VVD-fractie lezen dat een vereiste voor betrokkenheid van Invest International bij projecten is dat er sprake is van een «levensvatbare businesscase». Voorgenoemde leden ondersteunen het feit dat deze eis gesteld wordt, maar vragen of er in het huidige voorstel ook voldoende ruimte is voor financiering van projecten in een eerder stadium, door middel van het ondersteunen van vroegtijdige projectontwikkeling, bijvoorbeeld in de vorm van feasibility studies?

De leden van de VVD-fractie lezen eveneens dat beoogd wordt om met het huidige voorstel een «crowding in» effect te bereiken, waarmee bedoeld wordt dat Invest International bij voorkeur niet de enige investeerder in een project is. In dit verband vragen voorgenoemde leden of de regering verder kan toelichten in hoeverre Invest International met een dergelijke doelstelling de gelegenheid heeft om zowel additioneel aan de markt te zijn alsook samen met andere investeerders op te trekken. Worden hiermee andere publieke financieringsinstellingen bedoeld of ook private financiers?

Verder menen de leden van de VVD-fractie dat met betrekking tot het toetsen van projecten aan de IMVO-criteria het van groot belang voor de concurrentiepositie van Invest International is dat hierbij zoveel mogelijk aansluiting gezocht wordt bij in internationaal verband afgesproken normen. Deelt de regering deze observatie? Zo ja, kan zij toezeggen dat met betrekking tot het toetsen van projecten aan IMVO-criteria een Nederlandse «kop» op IMVO-eisen niet van toepassing zal zijn?

De leden van de CDA-fractie vragen de regering om aan te geven hoe de risicoafweging wordt gemaakt in de investeringstaak. Ook vragen deze leden naar een nadere toelichting van de projectontwikkeling taak. Deze leden vragen of binnen deze taak bijvoorbeeld wordt ingezet om EU-fondsen aan te spreken of cofinanciering te realiseren. Voorts vragen deze leden naar het normrendement binnen de investeringstaak. Deze wordt door het Ministerie van Financiën vastgesteld. De leden van de CDA-fractie vragen de regering wanneer dit normrendement wordt vastgesteld en of daarin differentiatie plaatsvindt per sector en bedrijfsomvang. De leden van de CDA-fractie vragen voorts aan de regering of de ontwikkelingstaak ten goede komt aan ODA-middelen.

Invest International stapt alleen in als de markt niet kan of wil investeren. De leden van de CDA-fractie stellen vast dat Europese ondernemingen buitenlandse financiering tegen gunstigere voorwaarden maar minder doeltreffend op bijvoorbeeld Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDGs) of andere westerse waarden accepteren omdat Nederlandse of Europese financiering vaak te complex is. De leden van de CDA-fractie vragen de regering of dergelijke financiering tegen lagere normen dan onze westerse normen als marktverstorend wordt gezien. Deze leden vragen voorts aan de regering hoe financiering vanuit de markt gedefinieerd is. Zo zou China bijvoorbeeld projecten kunnen financieren die in Europa niet worden gefinancierd, maar of dat wenselijk is, is de vraag. Er zou dan een geopolitieke rol liggen voor financiering uit Invest International.

In de memorie van toelichting staat geschreven dat Invest International vooralsnog niet is gebonden aan specifieke sectoren maar wel zal focussen. De leden van de CDA-fractie vragen de regering deze focus aan te brengen en daarbij te spreken over een geografische doelstelling en meer specifiek te zijn wat betreft beleidsdomeinen. De leden vragen de regering om een geografische focus met betrekking tot focusregio’s en een focus op Afrika vanuit EU-perspectief. Voort vragen deze leden wat betreft de focus op sectoren in hoeverre daarbij de Topsectoren zijn of worden betrokken. Elke Topsector heeft namelijk een «internationalisering opgave». Een bijdrage aan de Nederlandse economie is al snel geleverd wanneer een Nederlandse onderneming in het spel is. De leden van de CDA-fractie vragen de regering dit af te bakenen in de doelomschrijving.

Een van de doelstellingen van Invest International is bijdragen aan de transitie opgave. De leden van de CDA-fractie vragen de regering te verduidelijken in hoeverre dat een rol speelt in het toekennen van middelen en welke criteria daarbij gehanteerd worden.

De leden van de CDA-fractie begrijpen dat Invest International tot doel heeft om kansen te pakken in opkomende en moeilijke markten door ondernemers internationaal te ondersteunen. Deze leden vragen de regering of berekend is hoeveel kansen er liggen op die markten, dus wat het economisch potentieel is voor het Nederlandse bedrijfsleven op internationale markten. Wanneer dat niet duidelijk is, vragen deze leden of de regering daar dan onderzoek naar zou willen doen. Voorts vragen deze leden de regering of bij het pakken van kansen op opkomende markten daar ook onder valt de kansen van handelsverdragen die onlangs gesloten zijn of op het moment in onderhandeling zijn. De leden van de CDA-fractie vragen aan de regering om aan te geven in welke « hefboom effecten» Invest International kan voorzien die vandaag de dag moeilijk of niet te doen zijn.

De leden van de D66-fractie vragen de regering toe te lichten wat wordt bedoeld met projecten met een Nederlandse betrokkenheid in het buitenland (onder de ontwikkeltaak). Wat wordt er verstaan onder Nederlandse betrokkenheid? Wat zijn hiervoor de randvoorwaarden?

De leden van de D66-fractie achten het belang van grondige toetsing van investeringen aan IMVO-criteria hoog. Deze leden vragen de regering inzicht te geven in hoe de toetsingsprocedure zo transparant mogelijk wordt gemaakt. Daarnaast wensen deze leden dat de regering toelichting geeft over hoe de toetsingsprocedure zal verlopen. Hoe wordt aannemelijk gemaakt dat een investering geen negatieve gevolgen zal hebben op de lokale bevolking?

Deze leden hechten er daarnaast waarde aan dat de milieu en maatschappelijke impact van investeringen niet negatiever uitpakt dan van te voren was voorspeld. Hoe worden ontwikkelingen van investeringen op dit vlak gecontroleerd? Indien er sprake blijkt te zijn van schendingen van IMVO-beleid, welke vervolgstappen zullen dan door Invest International worden ondernomen? Welke gevolgen hebben schendingen van IMVO-beleid op toekomstige aanvragen bij Invest International?

De regering zou het streven hebben om Invest International een voorbeeldfunctie te doen vervullen, aansluitend bij de «best performing standards», zo lezen de leden van de GroenLinks-fractie. Welke best performing standards bedoelt de regering precies, vragen zij?

Tenslotte is het de leden van de GroenLinks-fractie nog niet geheel duidelijk welke consequenties er bestaan voor een bedrijf, na een schending van het IMVO-beleid. In artikel 4.3 van de conceptovereenkomst tussen de Staat, Invest International en FMO, lezen zij dat partijen worden ingelicht wanneer Invest International op de hoogte is van (vermoedens van) «ernstige schendingen» van IMVO-beleid. De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe dit artikel praktisch wordt uitgewerkt? Welke rol speelt het maatschappelijk middenveld in het signaleren van deze schendingen? Kan de regering duiden waar de grens ligt tussen «gewone» schendingen, en «ernstige» schendingen van IMVO-beleid? Welke sancties staan er op wanneer deze schendingen geconstateerd worden? Kan de investering van het fonds worden ingetrokken of zelfs teruggevorderd?

De leden van de Groenlinks-fractie zijn van mening dat het duidelijk moet zijn welke straf er op de bepalingen van IMVO-voorwaarden staan. Zij vrezen dat dit anders, zoals het huidige IMVO-beleid in Nederland, nog te vrijblijvend zal zijn.

De leden van de SP-fractie vragen of de regering kan garanderen dat er geen financiering zal worden verstrekt aan vernielzuchtige sectoren zoals de wapenindustrie en de fossiele industrie. Kan de regering garanderen dat bedrijven die IMVO- of ESG-richtlijnen schenden, slechte arbeidsrelaties en uitbuiting in stand houden of klimaatschade aanrichten uitgesloten zijn van financiering en projectontwikkeling? Wat zijn hierin «best performing standards» en waarom wordt de toetsing van effecten op de lokale bevolking niet duidelijk vastgelegd? Welke sancties volgen voor bedrijven die Invest International gaat financieren welke toch blijken rechten of richtlijnen te schenden? Welke mogelijkheid is er voor Invest International om financiering te verschaffen aan dochterbedrijven die aan IMVO-voorwaarden voldoen, maar onderdeel zijn van holdings die deze richtlijnen schenden? Welke mogelijkheid is er voor Invest International om in de ketens van bedrijven die deze richtlijnen schenden te investeren, zoals investeringen in verwerking of transport van bijvoorbeeld kolen en gas? Hoe gaat de regering deze mogelijkheid uitsluiten? Welke mogelijkheden zijn er ingericht om melding te maken van schendingen van deze richtlijnen of andere mensenrechtenverdragen mochten deze plaatsvinden door of middels de financiering van Invest International? Voorts vragen de leden welke van de twee doelstellingen voorrang zal krijgen wanneer deze in botsing komen: de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven of het bijdragen aan bijvoorbeeld de SDGs? Welke garantie kan de regering fgeven dat het oplossen van maatschappelijke problemen niet onderschikt zal worden aan economische ontwikkeling?

In de omschrijving van de voorwaarden die worden meegenomen in de toekenning van de investering, zoals beschreven in de memorie van toelichting, staat: «Verder zal iedere investering worden getoetst aan criteria voor IMVO. Invest International dient hierin een voorbeeldfunctie te vervullen en zal worden gevraagd aan te sluiten bij «best performing standards». Hierbij kan worden gedacht aan bestaande internationale IMVO-standaarden, zoals de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen […]». Het is de leden van de PvdA-fractie onduidelijk wat is bedoeld met de «best performing standards», kan de regering dit toelichten? Hoe gaat Invest International toetsen dat de internationale investeringen geen negatief effect hebben op de lokale bevolking, door bijvoorbeeld vast te stellen dat daar waar de waarde wordt gecreëerd ook belasting wordt betaald?

Tevens is nergens vastgelegd wat er gebeurt indien een schending van het vast te stellen IMVO-beleid plaatsvindt. In de conceptovereenkomst tussen Staat, FMO en Invest International wordt in artikel 4.3 gesteld dat «Partijen worden direct ingelicht zodra Invest International op de hoogte is van (vermoedens van) ernstige schendingen van IMVO-beleid». Hoe wordt dit artikel praktisch uitgewerkt? Kunnen financiële middelen bijvoorbeeld worden teruggevorderd op het moment dat een dergelijke schendig wordt vastgesteld, of volgen er andere sancties?

Waarom zijn er geen klimaateisen meegenomen bij de randvoorwaarden van de investeringsbank? Hoe is vraag 7 van Integraal Afwegingskader, specifiek de gevolgen voor ontwikkelingslanden en gender, meegenomen in het wetsvoorstel?

Geografische focus

De leden van de VVD-fractie lezen dat het niet in de lijn der verwachting ligt dat Invest International veel actief zal zijn binnen de EU en andere hoge inkomenslanden, gezien het feit dat additionaliteit aan de markt en FMO beoogd wordt. Kan de regering in dit verband toelichten in welke situaties het denkbaar is dat Invest International in dergelijke landen bijdraagt aan de ontwikkeling van projecten? Hoe krijgt het overleg tussen Invest-NL en Invest International voor wat betreft grensoverschrijdende projecten van Invest-NL precies vorm? Kan de regering toezeggen dat de hierover gemaakte afspraken gedeeld worden met de Kamer zodat beoordeeld kan worden in hoeverre deze afspraken recht doen aan de doelstelling van additionaliteit? Deelt de regering de observatie dat, gezien het feit dat het grootste deel van de Nederlandse export en investeringen plaatsvindt in midden- en hoge-inkomenslanden het juist voor het versterken van de internationale concurrentiepositie van Nederland positief zou zijn als Invest International bijzondere aandacht besteedt aan projecten in deze landen?

Samenwerking van Invest International met Invest-NL en andere instellingen

De leden van de VVD-fractie delen de noodzaak voor het faciliteren van één loket vanuit waar ondernemers met internationale ambities goed bediend kunnen worden. Kan de regering toelichten hoe deze gedachte in de uitvoering precies vorm krijgt? Op welke wijze is de regering voornemens om bedrijven te informeren over eventuele veranderingen in het aanvraagproces voor ondersteuningsinstrumenten?

In de memorie van toelichting wordt gesteld dat er sprake zal zijn van warme doorverwijzingen tussen Invest-NL en Invest International. De leden van de CDA-fractie vragen de regering hoe voorkomen wordt dat er middels deze doelstelling een Kafkaiaanse situatie ontstaat en de ondernemers van het kastje naar de muur worden gestuurd waardoor uiteindelijk wordt afgezien van de kansen die deze fondsen bieden.

De leden van de CDA-fractie vragen de regering hoe in de uitvoering Invest-NL en Invest International elkaar kunnen versterken. Door sectoren of bedrijven in Nederland te versterken kan dat een stap richting internationale markten betekenen en visa versa. De inzet op nationaal niveau via Invest-NL kan zo de resultaten van Invest International vergroten. De leden van de CDA-fractie vragen de regering naar de economische strategie achter de connectiviteit tussen beide ondernemingen.

De leden van de CDA-fractie vragen de regering of er ook is voorzien in samenwerking met regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROMs).

Uitvoering

Ten aanzien van de uitvoering van de investerings- en financieringstaak menen de leden van de VVD-fractie dat het van groot belang is dat het financieringsaanbod ruimte biedt aan maatwerk ten aanzien van het ontwikkelen van concurrerende export- en projectfinanciering. Kan de regering toelichten op welke wijze in het huidige voorstel beoogd wordt om deze ruimte te bereiken? Is er genoeg ruimte voor flexibiliteit ten aanzien van het soort ondernemers, het soort sectoren, de landen waarin Invest International actief zal zijn en de wijze van financiering?

Artikelsgewijs

Artikel 1

De leden van de CDA-fractie begrijpen uit de begripsbepaling in artikel 1 dat onderdeel van Invest International kan zijn dat er sprake is van ondersteunen van buitenlandse overheden. Deze leden vragen de Minister dat de bevestigen en wanneer dat het geval is een toelichting te geven wanneer dat het geval zou zijn en hoe erin dergelijk geval rekening gehouden wordt met het effect voor Nederlandse economie en hoe wordt dat dan gemeten.

Artikel 3

De leden van de SP-fractie lezen een tweeledige doelstelling in het verbeteren van de Nederlandse economie gecombineerd met het bijdragen aan de Sustainable Development Goals. Echter hebben zij twijfels bij de aandacht die de SDG’s zullen krijgen. Welke institutionele, culturele en wettelijke waarborgen zijn opgezet om de verbetering van onze samenleving, klimaat en kwaliteit van leven in Nederland en andere landen te bestendigen? Welke controle wordt hierop uitgeoefend en op welke momenten zal hiervan een evaluatie aan de Kamer toekomen? Welke controle zal de Kamer hebben op het governance kader? Zij lezen voorts ook dat er «in de praktijk wordt aangesloten op de SDG’s wanneer deze gericht zijn op economische vooruitgang». De leden vragen zich af hoe economische vooruitgang word gedefinieerd door de regering. Zij vrezen dat een focus op eng economische toename het bredere ontwikkelingsbeeld uit het oog verliest. Daarbij vragen zij waarom «in de praktijk» wordt aangesloten op de SDG’s, maar dit niet duidelijk zal worden vastgelegd in de governance van Invest International.

De leden van de PvdA-fractie weten dat de regering zich inzet voor coherentie in beleid en het beleid mede ten doel heeft bij te dragen aan het bereiken van de SDG’s. Toch zijn de SDG’s niet expliciet meegenomen in de doelstelling van de machtigingswet en in de investeringstak ontbreken zij ook. Hoe draagt Invest International bij aan het behalen van de SDG’s? Waarom is er voor gekozen het behalen van de SDG’s uit de algemene doelstelling te halen en dit te vervangen door economische duurzame ontwikkeling? Hoe ziet de regering er op toe dat de projecten en ondernemingen die enkel bijdragen aan de Nederlandse economie niet ten koste gaan van het behalen van de SDG’s?

Ten aanzien van de doelomschrijving die op advies van de Raad van State wel enigszins is aangepast, hebben de leden van de ChristenUnie-fractie nog vragen. Deze luidt nu als volgt: «Invest International heeft tot doel ondersteuning te bieden voor op het buitenland gerichte activiteiten van ondernemingen en internationale projecten die een bijdrage leveren aan de Nederlandse economie door het verbeteren van de internationale concurrentiepositie en het verdienvermogen, waaronder internationale projecten die voorzien in oplossingen voor wereldwijde vraagstukken zoals bijdragen aan duurzame economische ontwikkeling. Invest International ontplooit haar activiteiten additioneel aan de markt, door middel van financiering en projectontwikkeling.»

Deze leden vragen zich af of Invest International zich niet exclusief zou moeten richten op activiteiten of projecten die voorzien in oplossingen voor wereldwijde vraagstukken zoals bijdragen aan duurzame economische ontwikkeling. De activiteiten moeten immers additioneel aan de markt zijn. Zij horen hierop graag een reactie van de regering.